31/08/2020, 10:38
Sprookje
Alle sprookjes hebben dit met elkaar gemeen, dat zij zich bezighouden met het verlangen en niet met de vervulling - Godfried Bomans
Neem me mee,
naar het land daarachter,
waar de woorden dansen.
De woorden dansten, glimmend in het licht van zijn toverstok. Zijn hand raakte het papier, bang voor diens betekenis. Zijn oom had hem bij elke slapeloze nacht, jaren achter elkaar, het sprookje verteld. Het sprookje, dat niet langer een sprookje was, maar een verhaal. Een verleden met mensen die echt hadden geleefd.
Ik beleef,
het sprookje,
dat ik vroeger hoorde.
Zijn ogen gleden over de inkt. De bladeren van het bos begonnen in de wind te waaien, de geluiden in de nacht kregen een aanstichter. Hij beleefde het sprookje dat hij vroeger had gehoord middels de woorden die geschreven waren door de hoofdpersonages. Het gelige perkament vertelde het verhaal dat hij zo goed kende, maar wat nu zo nieuw op hem overkwam.
Ik wil met jou mee gaan,
naar het gedicht,
wat jij voorlas.
De oneerlijkheid van het einde van het sprookje was nog nooit zo tot hem doorgedrongen. Zijn vingers streken over zijn toverstok. Het liefst stak hij het perkament in brand, om de woorden nooit meer te hoeven lezen. Waarom-vragen schoten door zijn hoofd, alsof hij het met eigen ogen had gezien. Maar hij kon enkel bij de woorden zijn. Hij wilde de woorden niet. Hij wilde de inkt. De inkt die ooit zo liefdevol op het perkament was gezet. Hij wilde het gekras van de veer horen, hij wilde naar háár. Zodat hij de woorden niet hoefde te lezen, maar zij ze kon voorlezen.
Toen ik klein was,
Draaide ik rondjes en viel ik in de blauwe lucht,
De zon scheen voor mij en jou.
Hij wilde niet meer verder lezen. Hij wilde zijn ogen sluiten, weer in zijn bedje liggen, met de warme stem die hem vertelde over een sprookje. Waarop hij rondjes van blijdschap zou draaien, om vervolgens pardoes op zijn hemelbed te vallen. Hij wilde weer klein zijn. Maar hij moest zijn verleden aanvaarden.
Neem me mee,
naar de mooie dagen in de toekomst,
waar onze adem het verhaal zal voortbrengen.
Hij sloot zijn ogen. Zijn handen streken over de brief, de enige brief die hij achter op de zolder had gevonden. Misschien wel het enige gedicht dat zij had geschreven. Als hij de kans had, zou hij haar halen, uit het verleden, uit het bos, om haar mee te nemen naar de toekomst. Zijn toekomst. De toekomst die ze aan hen hadden te danken. Mooie dagen, zonder dreiging van Hem. Voorzichtig legde hij het perkament weer neer. Het perkament dat het verhaal van roodkapje en de wolf vertelde, alsof hun adem nog voort werd gebracht. Hij stak zijn neus naar voren en jankte.
Gemaakt: 7 november 2011
Opmerking: De schuingedrukte tekst is van Anna. Tevens opgedragen aan Anna. Met dank aan Anna's sprookje: Roodkapje.