28/08/2020, 21:50
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 28/08/2020, 21:50 door Saskiaatje.)
10 Oprecht zwart
Inktzwarte letters, bloedrood is voor jou,
want zonder dat ik anders kan, blijf ik je eeuwig trouw...
Met trillende handen liet Isa het perkamenten briefje zakken en sloot het tochtende raam waardoor ze de uil had binnengelaten. Haar hart bonkte in haar keel en ze was in één klap klaarwakker. Binnenin haar hoofd was nu maar één vraag, een vraag die haar logica momenteel lamlegde, haar handen deed trillen en haar lijf klam tegen haar nachthemd deed plakken; Wie?
Ondanks de spanning kon ze een geeuw niet onderdrukken en ze haalde de briefjesloze hand door haar ongekamde haar. Waarom nu weer op de vroege ochtend, die ene dag in de week dat ze probeerde uit te slapen en die extra uren slaap goed kon gebruiken? Het had ondanks de hulp van Ayla tot half twee had geduurd eer het huiswerk Transfiguratie af was geweest en een beetje extra nachtrust was daarom een aardig idee...
Bij de gedachte aan 'huiswerk' zuchtte Isa diep. Ze had helemaal geen tijd om verder na te denken over inktzwarte letters, ze moest nog huiswerk voor Bezweringen... Rusteloos verdween ze de badkamer in.
Isa gooide de loodzware boekentas over haar schouder en stond op het punt om de slaapkamer te verlaten toen er voor de tweede keer die ochtend op het raam werd getikt. Half verbaasd, half verschrikt kwakte ze de tas bij de deur neer en liep ze terug naar het raam om het lichtbruine beest binnen te laten. Er was geen tijd voor een uitgebreide begroeting; de uil liet zijn ballast vallen en wiekte meteen vrolijk krassend terug de ochtendhemel in.
Isa raapte het kleine pakje op van de grond, maakte het open en bekeek de inhoud vervolgens met verbazing; het was een rode veer. Voorzichtig pakte Isa hem van het perkament en draaide ermee tussen haar vingers, toen de zwarte punt haar opviel.
Ze trok het raam weer open en keek, rillend in de koude tocht die een stevig briesje mee naar binnen voerde, of de uil nog te zien was, maar de vogel was uit het zicht verdwenen. Met gloeiende wangen dacht ze koortsachtig na. Wie had er kunnen weten dat ze van plan was van háár rode veer een schrijfveer te maken? Wie had haar bespioneerd op de momenten dat ze gemompeld had in haar slaap of hardop nadacht?
Verschillende gedachten buitelden over elkaar heen in haar hoofd. Kijken waar haar eigen veer was gebleven, kijken of de veer en het briefje van dezelfde afzender kwamen, kijken of... Had het iets met het vorige briefje te maken? Degene die verliefd op haar was, zou dat degene zijn die haar trouw bleef, misschien tegen zijn en misschien ook tegen haar eigen wil? Was het wel een jongen?
In een reflex schoot haar vinger naar de punt en wreef ze de kleverige inkt af aan haar hand. De pen was gebruikt. Het volgende moment had ze het briefje gepakt en herlezen. Bloedrood. De gouden glans over de nerf scheen haar tegemoet, hoewel er nergens goed licht vandaan kwam. De letters op het briefje waren inderdaad inktzwart, waarom had de afzender dan niet meteen de veer met het briefje meegezonden?
Haar gedachten sprongen van de hak op de tak, maar bleven steken bij het beeld van de uil, hoe een lichtbruine schim vrolijk krassend wegvloog in de richting van het bos. Was hij echt lichtbruin geweest? Haar netvlies beantwoordde de vraag toen ze haar ogen sloot om het beeld terug te halen; ja. Vraag twee; Was het Fluimel?
Isa opende geschrokken haar ogen en begon in haar spullen te zoeken naar haar eigen veer, haar rode veer, het enige dat haar nog kon laten proeven van de sfeer van die ene avond die haar leven deed veranderen, haar trofee van de gebeurtenis die niet voor haar bestemd was geweest. Hij was onvindbaar en Isa trok haar conclusies snel. Er had weer iemand in haar spullen gezeten. Ze keek verbijsterd naar de inhoud van haar reiskoffer, waar ze de veer in had bewaard in een envelop op de bodem. De koffer was leeg, op een stuk verfrommeld perkament na. Nog voor ze het gladgestreken had wist ze hoe het eruit zag. De kleurige letters, slordig geschreven maar in heldere kleuren neergezet op het harde perkament.
Ze leken op elkaar, de twee briefjes. Ze hadden ongeveer dezelfde afmetingen en het handschrift was, afgezien van de gekleurde letters, hetzelfde. Netjes en inktzwart.
Geen jongenshandschrift, schoot door haar heen. Ze vervloekte zichzelf omdat ze het briefje van Patrick, dat ze goed op zichzelf moest passen, had weggegooid. Waarom had ze dat eigenlijk gedaan?
Ik word gek, concludeerde Isa, compleet gestoord. Ik laat me helemaal van de wijs brengen door een paar letters, 'inktzwarte' letters. Hoe kunnen die tekens op papier alle stoppen bij mij laten doorslaan? Sinds wanneer zijn letters eng?
Het zijn niet de letters, het is de boodschap die de letters overbrengen... Maar wie zegt dat het echt is, is het niet een misselijke grap van iemand, een ontgroeningsproef...
Isa's maag begon te rommelen en ze schrok bij het zien van de tijd. Ze mocht dan wel de eerste twee uur vrij hebben, maar ze moest nog steeds huiswerk Bezweringen en ook nog iets te eten zien binnen te krijgen.
Ze pakte de tas weer van de vloer en zeulde hem de trap af naar de leerlingenkamer, waar een paar eerstejaars hun boeken door de lucht lieten zweven.
Ze konden het allemaal, concludeerde Isa snel, hopelijk waren de andere afdelingen nog niet zo ver gevorderd in de spreuk, dan zou professor Banning niet merken dat ze niets had gedaan aan haar huiswerk. Ze wimpelde de hoop al gauw weg, hij was haar afdelingshoofd en hij had ook gemerkt dat Isa niet altijd deed wat haar werd opgedragen.
'Wat is dat?'
Isa's veer hing ineens bewegingsloos in de lucht en professor Banning kwam op een holletje op haar aflopen.
'De Leviteerspreuk,' zei Isa kalm. Ze probeerde niet richting haar afdelingshoofd te kijken, ze had inderdaad geprobeerd om voor hem verborgen te houden dat ze haar huiswerk niet had gemaakt en haar veer samen met de anderen de lucht in gebracht, alleen bewoog de hare verticaal en die van de anderen horizontaal.
'En met welke spreuk zijn we bezig?'
Zijn stem klonk streng, merkte Isa, en de klas was stil. Alle veren hingen nu stil in de lucht en af en toe dwarrelde er eentje door verslapte concentratie naar beneden. Ze keek naar beneden, recht in Bannings ogen en zag een strengheid die ze niet gewend was.
'De Locomotorspreuk.'
'Laat maar eens zien dan.' Hij plukte een willekeurige veer uit de lucht en legde hem voor haar op de tafel.
Isa voelde een hoop verwachtingsvolle blikken op haar gericht. Ravenklauw had aan het begin van de les punten verdiend, zouden ze nu weer punten verliezen? Ze wist dat ze van haar afdelingsgenoten niet veel te vrezen had, die stonden altijd massaal om haar heen als ze een tekening maakte, steeds vaker op verzoek. Ze vreesde meer voor de rest van hun jaarlaag en schaamde zich voor de punten die ze in haar hoofd al uit de zandloper in de hal zag verdwijnen.
Ook professor Banning keek haar nu verwachtingsvol aan, de blik stond nu niet alleen streng, maar ze wist dat er van binnen ook een vleugje medelijden zat, verbazing misschien, en hoop.
'Locomotor veer,' zei ze mat. Er gebeurde niets.
'Vijf punten van Ravenklauw omdat u uw huiswerk niet gemaakt hebt. Ik zou het appreciëren als u ook iets zou doen voor mijn vak, behalve het alleen interessant vinden, juffrouw Ruyshof.'
De afkeurende blik liet Isa blozen en ze sloeg haar ogen neer.
Terwijl het lokaal langzaam weer gevuld raakte met geroezemoes en de veren al snel weer in het rond vlogen, voegde hij eraan toe: 'Er is mij een zeer fraaie potloodschets van het wapen van onze afdeling onder ogen gekomen, wat dacht u van tien Sikkels voor een uitvoering in inkt, waar u aan mag beginnen als u de Locomotorspreuk onder de knie hebt? Hebben we een deal?'
Isa keek hem ongelovig aan maar schudde uiteindelijk de uitgestoken hand. 'Oké...'
Tien Sikkels was veel en dit was al het tweede verzoek dat ze kreeg om te tekenen voor geld. Eigenlijk was het fout om het verzoek aan te nemen, ze tekende uit principe al nooit voor geld... Het bijdehante stemmetje in haar hoofd scheen wel te weten van wie de opdracht eigenlijk kwam, maar ze wuifde de gedachte uit haar hoofd. Nu eerst die Locomotorspreuk.
Die middag hielp Ayla met het oefenen van de spreuk en het voorbereiden van de bijles Transfiguratie. Pas tijdens het avondeten dacht Isa aan de afspraak met Perkamentus van later die avond. Ze probeerde een zinnig antwoord te vinden op de vraag 'Hoe gaat het met je?' en kon de aanblik van het rare briefje van die ochtend weer niet uit haar hoofd krijgen. Ze had Ayla er nog niet eens over verteld, maar twijfelde of ze dat wel zou gaan doen. Eigenlijk had niemand er iets mee te maken, behalve de schrijver van het briefje en zij, maar dan moest ze wel weten wie dat was...
Vol goede moed vertrok Isa die avond naar het kantoortje van professor Anderling. Ze was er na het eten in geslaagd het speldenkussen te transformeren in een luciferdoosje waarop alleen het patroon nog deed denken aan een speldenkussen, het was zelfs totaal rechthoekig geworden!
Deze keer hoefde ze niet te wachten, Minerva Anderling opende op het moment dat ze klopte de deur met een toverspreuk en serveerde thee met een koekje.
Isa ging verdwaasd zitten en probeerde te verzinnen waar ze dit warme onthaal aan te danken had.
'Het speldenkussen, nietwaar?'
Isa knikte bevestigend en Anderling Sommeerde een gebloemd speldenkussen.
Voor de tweede keer die dag keek Isa een docent vragend aan. De blik in de ogen van haar professor was er eentje die ze niet thuis kon brengen. Verwachtingsvol, op z'n minst, klaar om punten af te trekken, waarschijnlijk. Onverbiddelijk, ijselijk koel, maar niet op haar gemak.
Isa trok haar stok en het kussen transformeerde in een gebloemd luciferdoosje, niet zo vierkant als het exemplaar dat ze een kwartier eerder had geproduceerd, maar zeker niet lelijk.
'Niet slecht,' zei Anderling kort. Met een zwaai van haar stok was het doosje weer een kussen. 'We proberen het nog eens.'
Ietwat verbaasd trok Isa haar stok weer, pakte hem over in haar linkerhand en deed weer een halve transfiguratie. Daarop volgde weer een tegentransfiguratie van haar lerares, waarna Isa het weer probeerde, waarna met een zwiepje van de toverstok van Anderling het doosje weer een kussen was... tot Isa stopte met transformeren.
Ze keken elkaar aan en het was een ogenblik doodstil.
'Enig idee wat er fout gaat?'
Isa fixeerde haar ogen strak op die van haar lerares, maar die keek even stoïcijns terug en perste haar lippen op elkaar.
'Concentratie, juffrouw Ruyshof, concentratie.'
Isa verzamelde moed en waagde te zeggen 'Maar ik probeer het toch?'
'Er is om te kunnen toveren meer nodig dan wat slap probeerwerk en dat geldt misschien wel dubbel voor het vak transfiguratie.'
Er verschenen blosjes op Isa's wangen. Ze stond versteld van het vreemde gedrag van haar lerares en begon zich zelfs een beetje te ergeren aan diens opstelling.
'Ik doe toch mijn best, maar -'
'Is dat zo?' onderbrak Anderling haar.
Ongelovig keek Isa haar lerares aan, maar ze was niet in staat de strakke blik te doorgronden. Misschien was het de afgelopen weken inderdaad zo geweest dat ze zich wat passief had opgesteld, maar nu toch niet meer? Ze had toch diezelfde middag nog haar huiswerk gemaakt, zelfs de bijles voorbereid tot het punt waar ze nu was. Vanaf niets, opgebouwd tot het luciferdoosje. Niets had ze gekund, maar met de hulp van Ayla... Ze schudde boos haar hoofd.
'Ja, natuurlijk doe ik mijn best!'
'Reageer je emoties af op je transfiguratie,' was de korte mededeling van haar lerares.
Isa pakte haar toverstaf en wees met een boze zwiep en een norse spreuk op het speldenkussen. Het transformeerde voor haar ogen in een perfect lucifersdoosje. Ze slikte haar woede weg en koppelde opkomende gedachten aan de eerder getrokken conclusies.
'Ik heb een afspraak met professor Perkamentus,' zei ze kort.
'Dat weet ik, je kunt gaan,' was het even korte antwoord.
In de ogen van Minerva Anderling lag een triomfantelijke glans, die Isa pas opmerkte toen ze de deur van het kantoortje achter zich dichttrok.
Het duurde een tijdje voordat Isa via verborgen gangen en verplaatsende trappen haar weg naar de stenen waterspuwer had gevonden, maar ze vond hem uiteindelijk toch. Het beeld stond er tamelijk onbeweeglijk bij en ze kon zich niet voorstellen dat het wachtwoord zoiets belachelijks was als 'Chocokikker'. Uiteindelijk zei ze het toch, en de spuwer sprong opzij om de stenen wenteltrap te onthullen.
Bovenaan liet ze de zware deurklopper op het hout landen en onmiddellijk klonk er een vriendelijke stem.
'Kom binnen Isabella.'
Isa stapte de gezellige kamer in en besefte dat ze niet de enige was die een afspraak had met Albus Perkamentus. De jongen met wie hij in gesprek was, stond echter snel op.
'Ik weet dat je het kunt, veel succes.'
Het bleke gezicht knikte langzaam en Isa was niet in staat de blik te vangen die schuilging achter lang zwart haar. Hij zat bij haar bij Kruidenkunde, ze wist het zeker, ze kon zich hem voor de geest halen, hij zat altijd alleen. Een eenzame Zwadderaar.
Hij liep schuchter het kantoor uit en trok de deur behoedzaam achter zich dicht.
'Isabella...' Perkamentus gebaarde haar te gaan zitten in de zetel waar de jongen eerder uitgesprongen was.
Ze wilde eigenlijk meteen uitspatten in verwijten en woede, maar de aanwezigheid van het schoolhoofd maakte de sfeer merkwaardig kalm.
Hij voelde wat ze dacht, ze wist het zeker, hij voelde het. Hij keek haar vriendelijk aan terwijl hij vroeg: 'Wat vond je er zelf van?'
Isa plofte. Moest hij van alle vragen op de wereld nou juist deze stellen? Hoe psychologisch cliché en uitgekauwd was hij inmiddels? Ze begreep de man die tegenover haar zat niet, ze begreep zijn vraag niet, zijn reden om haar naar zijn school te brengen niet, eigenlijk begreep ze helemaal niets. Ze wist alleen dat hij met haar wilde praten, maar de vraag was of Isa op het moment openstond voor dat gesprek.
'U deed het hè? U hebt hen gezegd hoe ze het moesten doen en nu probeert u hetzelfde. Dat is jammer, want het lukt vandaag geen derde keer.'
Professor Perkamentus trok een vragende wenkbrauw omhoog, maar besloot open kaart te spelen.
'Ja, ik was het. Op de een of andere manier moest ik je laten zien dat je echt een heks bent, Isabella, geen Dreuzel die een kijkje komt nemen in de Tovenaarswereld, jij maakt deel uit van onze wereld.'
Isa's hele hoofd schreeuwde: 'Jaaaaa, dat WEET IK!' maar het was een andere Isa die nuchter vroeg:
'Ik moet elke keer boos worden om goede transfiguraties uit te kunnen voeren?'
'Je bent tot meer in staat dan je beseft, je bent een Ravenklauw, Isa, ik weet waar Ravenklauwen toe in staat zijn. Je maakt momenteel niet erg veel gebruik van je magische capaciteit. Als je leert om je krachten zinvol te gebruiken hoef je niet altijd emoties te tonen om magie op te wekken.'
Ze zweeg en speelde verstrooid met een verdwaald strootje op het glanzende bureau.
'Je bent niet gewend dat iets zo langzaam gaat, dat weet ik, maar na één zwemles kon je toch ook nog niet zwemmen?'
Isa keek verschrikt op, maar Perkamentus leek haar reactie niet te merken.
'Je hebt nog nooit magie gebruikt, dan zul je het ook niet in één keer allemaal kunnen, dat heeft tijd nodig, maar ook aandacht Isa en die aandacht mis je.'
Hij liet een kleine pauze vallen.
'Je hebt me nog niet geantwoord op mijn vraag.'
'Ja, interessant, ik heb veel geleerd en veel gezien, wat wilt u van me horen?'
'Of je bereid bent meer te leren dan te bekijken, meer huiswerk te maken dan te tekenen en je actiever op te stellen in lessen.'
Hij vroeg het kalm, maar Isa hoorde de bijna nieuwsgierige toon. Hij maakte haar aan het twijfelen. Ze vond het inderdaad interessant, maar het kostte zo veel tijd en kracht.
'Je bezit meer dan genoeg kracht, Isa, anders was je niet weggelopen van je ouders. Je bent bang om je karakter te tonen maar je bent ontzettend sterk, waarom maak je daar geen gebruik van?'
'Ja, ik blijf wel,' zei ze sussend, 'ik vraag me alleen af wat ik hier doe, ik kan helemaal niks, ik voel me nog steeds nieuw, maar tegelijkertijd oud door de eerstejaars waar ik lessen mee volg...'
'Interesse is genoeg,' sprak Perkamentus geruststellend, 'maar om het te verduidelijken had ik een vriend van me gevraagd om je in de kerstvakantie meer in aanraking te laten komen met magie. Als je geen toverkunst gewend bent zal het ook moeilijk zijn te begrijpen wat het inhoudt en dat is meer dan wat gezwaai met een stokje. Hij leidt een dubbelleven, in de Dreuzelwereld is hij een professor in de natuurkunde, maar eigenlijk is hij een zeer goede tovenaar.'
'Wat gaan we doen dan?'
'Op een Dreuzelmanier de magie bestuderen. Ik denk dat je daarna beter weet hoe je gebruik kunt maken van je toverkracht. Ik heb hem gevraagd voor de eerste week van de vakantie, omdat ik er vanuit ging dat je op Zweinstein bleef gedurende de vakantie.'
Isa knikte en zuchtte een keer diep van verlichting. Perkamentus had het dus niet heel erg gevonden dat ze eigenlijk nog niet zo veel geleerd had.
'En dan zou ik het waarderen als je in deze laatste week voor de vakantie nog even je best zou willen doen om iets te leren.'
Ze keek hem dankbaar aan en een brok schoot in haar keel. Eigenlijk was iedereen veel te aardig voor haar, ze verzonnen allemaal methoden om het haar naar de zin te maken en zij misbruikte hen en hun kostbare tijd om te tekenen. Ayla zat ook in haar laatste jaar en hielp haar alsof ze de beste vriendinnen waren tot diep in de nacht in plaats van te genieten van haar eigen nachtrust...
Perkamentus knikte haar vriendelijk toe. 'Is er nog iets wat je kwijt wilt, Isabella?'
Ze schudde langzaam haar hoofd. Het briefje was haar geheim. Ze mochten haar overal mee helpen, maar deze geheimzinnige aanbidder die haar cadeautjes en raadselachtige boodschappen stuurde bleef privé.
'Bedankt,' zei ze zacht.
'Je hoort nog van me over je lessen.'
Isa veegde onderweg naar de leerlingenkamer de tranen onder haar ogen vandaan. Ze waren te aardig op deze school, ze verdiende het helemaal niet zo lief behandeld te worden. Willen ze misschien iets van me? Boos wimpelde ze die gedachte weg. Hoe durfde ze zoiets te denken, dit was allemaal oprecht, ze hielden echt van haar.
Inktzwarte letters, bloedrood is voor jou,
want zonder dat ik anders kan, blijf ik je eeuwig trouw...
Met trillende handen liet Isa het perkamenten briefje zakken en sloot het tochtende raam waardoor ze de uil had binnengelaten. Haar hart bonkte in haar keel en ze was in één klap klaarwakker. Binnenin haar hoofd was nu maar één vraag, een vraag die haar logica momenteel lamlegde, haar handen deed trillen en haar lijf klam tegen haar nachthemd deed plakken; Wie?
Ondanks de spanning kon ze een geeuw niet onderdrukken en ze haalde de briefjesloze hand door haar ongekamde haar. Waarom nu weer op de vroege ochtend, die ene dag in de week dat ze probeerde uit te slapen en die extra uren slaap goed kon gebruiken? Het had ondanks de hulp van Ayla tot half twee had geduurd eer het huiswerk Transfiguratie af was geweest en een beetje extra nachtrust was daarom een aardig idee...
Bij de gedachte aan 'huiswerk' zuchtte Isa diep. Ze had helemaal geen tijd om verder na te denken over inktzwarte letters, ze moest nog huiswerk voor Bezweringen... Rusteloos verdween ze de badkamer in.
Isa gooide de loodzware boekentas over haar schouder en stond op het punt om de slaapkamer te verlaten toen er voor de tweede keer die ochtend op het raam werd getikt. Half verbaasd, half verschrikt kwakte ze de tas bij de deur neer en liep ze terug naar het raam om het lichtbruine beest binnen te laten. Er was geen tijd voor een uitgebreide begroeting; de uil liet zijn ballast vallen en wiekte meteen vrolijk krassend terug de ochtendhemel in.
Isa raapte het kleine pakje op van de grond, maakte het open en bekeek de inhoud vervolgens met verbazing; het was een rode veer. Voorzichtig pakte Isa hem van het perkament en draaide ermee tussen haar vingers, toen de zwarte punt haar opviel.
Ze trok het raam weer open en keek, rillend in de koude tocht die een stevig briesje mee naar binnen voerde, of de uil nog te zien was, maar de vogel was uit het zicht verdwenen. Met gloeiende wangen dacht ze koortsachtig na. Wie had er kunnen weten dat ze van plan was van háár rode veer een schrijfveer te maken? Wie had haar bespioneerd op de momenten dat ze gemompeld had in haar slaap of hardop nadacht?
Verschillende gedachten buitelden over elkaar heen in haar hoofd. Kijken waar haar eigen veer was gebleven, kijken of de veer en het briefje van dezelfde afzender kwamen, kijken of... Had het iets met het vorige briefje te maken? Degene die verliefd op haar was, zou dat degene zijn die haar trouw bleef, misschien tegen zijn en misschien ook tegen haar eigen wil? Was het wel een jongen?
In een reflex schoot haar vinger naar de punt en wreef ze de kleverige inkt af aan haar hand. De pen was gebruikt. Het volgende moment had ze het briefje gepakt en herlezen. Bloedrood. De gouden glans over de nerf scheen haar tegemoet, hoewel er nergens goed licht vandaan kwam. De letters op het briefje waren inderdaad inktzwart, waarom had de afzender dan niet meteen de veer met het briefje meegezonden?
Haar gedachten sprongen van de hak op de tak, maar bleven steken bij het beeld van de uil, hoe een lichtbruine schim vrolijk krassend wegvloog in de richting van het bos. Was hij echt lichtbruin geweest? Haar netvlies beantwoordde de vraag toen ze haar ogen sloot om het beeld terug te halen; ja. Vraag twee; Was het Fluimel?
Isa opende geschrokken haar ogen en begon in haar spullen te zoeken naar haar eigen veer, haar rode veer, het enige dat haar nog kon laten proeven van de sfeer van die ene avond die haar leven deed veranderen, haar trofee van de gebeurtenis die niet voor haar bestemd was geweest. Hij was onvindbaar en Isa trok haar conclusies snel. Er had weer iemand in haar spullen gezeten. Ze keek verbijsterd naar de inhoud van haar reiskoffer, waar ze de veer in had bewaard in een envelop op de bodem. De koffer was leeg, op een stuk verfrommeld perkament na. Nog voor ze het gladgestreken had wist ze hoe het eruit zag. De kleurige letters, slordig geschreven maar in heldere kleuren neergezet op het harde perkament.
Ze leken op elkaar, de twee briefjes. Ze hadden ongeveer dezelfde afmetingen en het handschrift was, afgezien van de gekleurde letters, hetzelfde. Netjes en inktzwart.
Geen jongenshandschrift, schoot door haar heen. Ze vervloekte zichzelf omdat ze het briefje van Patrick, dat ze goed op zichzelf moest passen, had weggegooid. Waarom had ze dat eigenlijk gedaan?
Ik word gek, concludeerde Isa, compleet gestoord. Ik laat me helemaal van de wijs brengen door een paar letters, 'inktzwarte' letters. Hoe kunnen die tekens op papier alle stoppen bij mij laten doorslaan? Sinds wanneer zijn letters eng?
Het zijn niet de letters, het is de boodschap die de letters overbrengen... Maar wie zegt dat het echt is, is het niet een misselijke grap van iemand, een ontgroeningsproef...
Isa's maag begon te rommelen en ze schrok bij het zien van de tijd. Ze mocht dan wel de eerste twee uur vrij hebben, maar ze moest nog steeds huiswerk Bezweringen en ook nog iets te eten zien binnen te krijgen.
Ze pakte de tas weer van de vloer en zeulde hem de trap af naar de leerlingenkamer, waar een paar eerstejaars hun boeken door de lucht lieten zweven.
Ze konden het allemaal, concludeerde Isa snel, hopelijk waren de andere afdelingen nog niet zo ver gevorderd in de spreuk, dan zou professor Banning niet merken dat ze niets had gedaan aan haar huiswerk. Ze wimpelde de hoop al gauw weg, hij was haar afdelingshoofd en hij had ook gemerkt dat Isa niet altijd deed wat haar werd opgedragen.
'Wat is dat?'
Isa's veer hing ineens bewegingsloos in de lucht en professor Banning kwam op een holletje op haar aflopen.
'De Leviteerspreuk,' zei Isa kalm. Ze probeerde niet richting haar afdelingshoofd te kijken, ze had inderdaad geprobeerd om voor hem verborgen te houden dat ze haar huiswerk niet had gemaakt en haar veer samen met de anderen de lucht in gebracht, alleen bewoog de hare verticaal en die van de anderen horizontaal.
'En met welke spreuk zijn we bezig?'
Zijn stem klonk streng, merkte Isa, en de klas was stil. Alle veren hingen nu stil in de lucht en af en toe dwarrelde er eentje door verslapte concentratie naar beneden. Ze keek naar beneden, recht in Bannings ogen en zag een strengheid die ze niet gewend was.
'De Locomotorspreuk.'
'Laat maar eens zien dan.' Hij plukte een willekeurige veer uit de lucht en legde hem voor haar op de tafel.
Isa voelde een hoop verwachtingsvolle blikken op haar gericht. Ravenklauw had aan het begin van de les punten verdiend, zouden ze nu weer punten verliezen? Ze wist dat ze van haar afdelingsgenoten niet veel te vrezen had, die stonden altijd massaal om haar heen als ze een tekening maakte, steeds vaker op verzoek. Ze vreesde meer voor de rest van hun jaarlaag en schaamde zich voor de punten die ze in haar hoofd al uit de zandloper in de hal zag verdwijnen.
Ook professor Banning keek haar nu verwachtingsvol aan, de blik stond nu niet alleen streng, maar ze wist dat er van binnen ook een vleugje medelijden zat, verbazing misschien, en hoop.
'Locomotor veer,' zei ze mat. Er gebeurde niets.
'Vijf punten van Ravenklauw omdat u uw huiswerk niet gemaakt hebt. Ik zou het appreciëren als u ook iets zou doen voor mijn vak, behalve het alleen interessant vinden, juffrouw Ruyshof.'
De afkeurende blik liet Isa blozen en ze sloeg haar ogen neer.
Terwijl het lokaal langzaam weer gevuld raakte met geroezemoes en de veren al snel weer in het rond vlogen, voegde hij eraan toe: 'Er is mij een zeer fraaie potloodschets van het wapen van onze afdeling onder ogen gekomen, wat dacht u van tien Sikkels voor een uitvoering in inkt, waar u aan mag beginnen als u de Locomotorspreuk onder de knie hebt? Hebben we een deal?'
Isa keek hem ongelovig aan maar schudde uiteindelijk de uitgestoken hand. 'Oké...'
Tien Sikkels was veel en dit was al het tweede verzoek dat ze kreeg om te tekenen voor geld. Eigenlijk was het fout om het verzoek aan te nemen, ze tekende uit principe al nooit voor geld... Het bijdehante stemmetje in haar hoofd scheen wel te weten van wie de opdracht eigenlijk kwam, maar ze wuifde de gedachte uit haar hoofd. Nu eerst die Locomotorspreuk.
Die middag hielp Ayla met het oefenen van de spreuk en het voorbereiden van de bijles Transfiguratie. Pas tijdens het avondeten dacht Isa aan de afspraak met Perkamentus van later die avond. Ze probeerde een zinnig antwoord te vinden op de vraag 'Hoe gaat het met je?' en kon de aanblik van het rare briefje van die ochtend weer niet uit haar hoofd krijgen. Ze had Ayla er nog niet eens over verteld, maar twijfelde of ze dat wel zou gaan doen. Eigenlijk had niemand er iets mee te maken, behalve de schrijver van het briefje en zij, maar dan moest ze wel weten wie dat was...
Vol goede moed vertrok Isa die avond naar het kantoortje van professor Anderling. Ze was er na het eten in geslaagd het speldenkussen te transformeren in een luciferdoosje waarop alleen het patroon nog deed denken aan een speldenkussen, het was zelfs totaal rechthoekig geworden!
Deze keer hoefde ze niet te wachten, Minerva Anderling opende op het moment dat ze klopte de deur met een toverspreuk en serveerde thee met een koekje.
Isa ging verdwaasd zitten en probeerde te verzinnen waar ze dit warme onthaal aan te danken had.
'Het speldenkussen, nietwaar?'
Isa knikte bevestigend en Anderling Sommeerde een gebloemd speldenkussen.
Voor de tweede keer die dag keek Isa een docent vragend aan. De blik in de ogen van haar professor was er eentje die ze niet thuis kon brengen. Verwachtingsvol, op z'n minst, klaar om punten af te trekken, waarschijnlijk. Onverbiddelijk, ijselijk koel, maar niet op haar gemak.
Isa trok haar stok en het kussen transformeerde in een gebloemd luciferdoosje, niet zo vierkant als het exemplaar dat ze een kwartier eerder had geproduceerd, maar zeker niet lelijk.
'Niet slecht,' zei Anderling kort. Met een zwaai van haar stok was het doosje weer een kussen. 'We proberen het nog eens.'
Ietwat verbaasd trok Isa haar stok weer, pakte hem over in haar linkerhand en deed weer een halve transfiguratie. Daarop volgde weer een tegentransfiguratie van haar lerares, waarna Isa het weer probeerde, waarna met een zwiepje van de toverstok van Anderling het doosje weer een kussen was... tot Isa stopte met transformeren.
Ze keken elkaar aan en het was een ogenblik doodstil.
'Enig idee wat er fout gaat?'
Isa fixeerde haar ogen strak op die van haar lerares, maar die keek even stoïcijns terug en perste haar lippen op elkaar.
'Concentratie, juffrouw Ruyshof, concentratie.'
Isa verzamelde moed en waagde te zeggen 'Maar ik probeer het toch?'
'Er is om te kunnen toveren meer nodig dan wat slap probeerwerk en dat geldt misschien wel dubbel voor het vak transfiguratie.'
Er verschenen blosjes op Isa's wangen. Ze stond versteld van het vreemde gedrag van haar lerares en begon zich zelfs een beetje te ergeren aan diens opstelling.
'Ik doe toch mijn best, maar -'
'Is dat zo?' onderbrak Anderling haar.
Ongelovig keek Isa haar lerares aan, maar ze was niet in staat de strakke blik te doorgronden. Misschien was het de afgelopen weken inderdaad zo geweest dat ze zich wat passief had opgesteld, maar nu toch niet meer? Ze had toch diezelfde middag nog haar huiswerk gemaakt, zelfs de bijles voorbereid tot het punt waar ze nu was. Vanaf niets, opgebouwd tot het luciferdoosje. Niets had ze gekund, maar met de hulp van Ayla... Ze schudde boos haar hoofd.
'Ja, natuurlijk doe ik mijn best!'
'Reageer je emoties af op je transfiguratie,' was de korte mededeling van haar lerares.
Isa pakte haar toverstaf en wees met een boze zwiep en een norse spreuk op het speldenkussen. Het transformeerde voor haar ogen in een perfect lucifersdoosje. Ze slikte haar woede weg en koppelde opkomende gedachten aan de eerder getrokken conclusies.
'Ik heb een afspraak met professor Perkamentus,' zei ze kort.
'Dat weet ik, je kunt gaan,' was het even korte antwoord.
In de ogen van Minerva Anderling lag een triomfantelijke glans, die Isa pas opmerkte toen ze de deur van het kantoortje achter zich dichttrok.
Het duurde een tijdje voordat Isa via verborgen gangen en verplaatsende trappen haar weg naar de stenen waterspuwer had gevonden, maar ze vond hem uiteindelijk toch. Het beeld stond er tamelijk onbeweeglijk bij en ze kon zich niet voorstellen dat het wachtwoord zoiets belachelijks was als 'Chocokikker'. Uiteindelijk zei ze het toch, en de spuwer sprong opzij om de stenen wenteltrap te onthullen.
Bovenaan liet ze de zware deurklopper op het hout landen en onmiddellijk klonk er een vriendelijke stem.
'Kom binnen Isabella.'
Isa stapte de gezellige kamer in en besefte dat ze niet de enige was die een afspraak had met Albus Perkamentus. De jongen met wie hij in gesprek was, stond echter snel op.
'Ik weet dat je het kunt, veel succes.'
Het bleke gezicht knikte langzaam en Isa was niet in staat de blik te vangen die schuilging achter lang zwart haar. Hij zat bij haar bij Kruidenkunde, ze wist het zeker, ze kon zich hem voor de geest halen, hij zat altijd alleen. Een eenzame Zwadderaar.
Hij liep schuchter het kantoor uit en trok de deur behoedzaam achter zich dicht.
'Isabella...' Perkamentus gebaarde haar te gaan zitten in de zetel waar de jongen eerder uitgesprongen was.
Ze wilde eigenlijk meteen uitspatten in verwijten en woede, maar de aanwezigheid van het schoolhoofd maakte de sfeer merkwaardig kalm.
Hij voelde wat ze dacht, ze wist het zeker, hij voelde het. Hij keek haar vriendelijk aan terwijl hij vroeg: 'Wat vond je er zelf van?'
Isa plofte. Moest hij van alle vragen op de wereld nou juist deze stellen? Hoe psychologisch cliché en uitgekauwd was hij inmiddels? Ze begreep de man die tegenover haar zat niet, ze begreep zijn vraag niet, zijn reden om haar naar zijn school te brengen niet, eigenlijk begreep ze helemaal niets. Ze wist alleen dat hij met haar wilde praten, maar de vraag was of Isa op het moment openstond voor dat gesprek.
'U deed het hè? U hebt hen gezegd hoe ze het moesten doen en nu probeert u hetzelfde. Dat is jammer, want het lukt vandaag geen derde keer.'
Professor Perkamentus trok een vragende wenkbrauw omhoog, maar besloot open kaart te spelen.
'Ja, ik was het. Op de een of andere manier moest ik je laten zien dat je echt een heks bent, Isabella, geen Dreuzel die een kijkje komt nemen in de Tovenaarswereld, jij maakt deel uit van onze wereld.'
Isa's hele hoofd schreeuwde: 'Jaaaaa, dat WEET IK!' maar het was een andere Isa die nuchter vroeg:
'Ik moet elke keer boos worden om goede transfiguraties uit te kunnen voeren?'
'Je bent tot meer in staat dan je beseft, je bent een Ravenklauw, Isa, ik weet waar Ravenklauwen toe in staat zijn. Je maakt momenteel niet erg veel gebruik van je magische capaciteit. Als je leert om je krachten zinvol te gebruiken hoef je niet altijd emoties te tonen om magie op te wekken.'
Ze zweeg en speelde verstrooid met een verdwaald strootje op het glanzende bureau.
'Je bent niet gewend dat iets zo langzaam gaat, dat weet ik, maar na één zwemles kon je toch ook nog niet zwemmen?'
Isa keek verschrikt op, maar Perkamentus leek haar reactie niet te merken.
'Je hebt nog nooit magie gebruikt, dan zul je het ook niet in één keer allemaal kunnen, dat heeft tijd nodig, maar ook aandacht Isa en die aandacht mis je.'
Hij liet een kleine pauze vallen.
'Je hebt me nog niet geantwoord op mijn vraag.'
'Ja, interessant, ik heb veel geleerd en veel gezien, wat wilt u van me horen?'
'Of je bereid bent meer te leren dan te bekijken, meer huiswerk te maken dan te tekenen en je actiever op te stellen in lessen.'
Hij vroeg het kalm, maar Isa hoorde de bijna nieuwsgierige toon. Hij maakte haar aan het twijfelen. Ze vond het inderdaad interessant, maar het kostte zo veel tijd en kracht.
'Je bezit meer dan genoeg kracht, Isa, anders was je niet weggelopen van je ouders. Je bent bang om je karakter te tonen maar je bent ontzettend sterk, waarom maak je daar geen gebruik van?'
'Ja, ik blijf wel,' zei ze sussend, 'ik vraag me alleen af wat ik hier doe, ik kan helemaal niks, ik voel me nog steeds nieuw, maar tegelijkertijd oud door de eerstejaars waar ik lessen mee volg...'
'Interesse is genoeg,' sprak Perkamentus geruststellend, 'maar om het te verduidelijken had ik een vriend van me gevraagd om je in de kerstvakantie meer in aanraking te laten komen met magie. Als je geen toverkunst gewend bent zal het ook moeilijk zijn te begrijpen wat het inhoudt en dat is meer dan wat gezwaai met een stokje. Hij leidt een dubbelleven, in de Dreuzelwereld is hij een professor in de natuurkunde, maar eigenlijk is hij een zeer goede tovenaar.'
'Wat gaan we doen dan?'
'Op een Dreuzelmanier de magie bestuderen. Ik denk dat je daarna beter weet hoe je gebruik kunt maken van je toverkracht. Ik heb hem gevraagd voor de eerste week van de vakantie, omdat ik er vanuit ging dat je op Zweinstein bleef gedurende de vakantie.'
Isa knikte en zuchtte een keer diep van verlichting. Perkamentus had het dus niet heel erg gevonden dat ze eigenlijk nog niet zo veel geleerd had.
'En dan zou ik het waarderen als je in deze laatste week voor de vakantie nog even je best zou willen doen om iets te leren.'
Ze keek hem dankbaar aan en een brok schoot in haar keel. Eigenlijk was iedereen veel te aardig voor haar, ze verzonnen allemaal methoden om het haar naar de zin te maken en zij misbruikte hen en hun kostbare tijd om te tekenen. Ayla zat ook in haar laatste jaar en hielp haar alsof ze de beste vriendinnen waren tot diep in de nacht in plaats van te genieten van haar eigen nachtrust...
Perkamentus knikte haar vriendelijk toe. 'Is er nog iets wat je kwijt wilt, Isabella?'
Ze schudde langzaam haar hoofd. Het briefje was haar geheim. Ze mochten haar overal mee helpen, maar deze geheimzinnige aanbidder die haar cadeautjes en raadselachtige boodschappen stuurde bleef privé.
'Bedankt,' zei ze zacht.
'Je hoort nog van me over je lessen.'
Isa veegde onderweg naar de leerlingenkamer de tranen onder haar ogen vandaan. Ze waren te aardig op deze school, ze verdiende het helemaal niet zo lief behandeld te worden. Willen ze misschien iets van me? Boos wimpelde ze die gedachte weg. Hoe durfde ze zoiets te denken, dit was allemaal oprecht, ze hielden echt van haar.