De missie was vrij simpel: neem een selfie in iedere leerlingenkamer op Zweinstein. Dat was een uitdaging die Amber zichzelf had aangepraat in haar derde jaar. En dan niet met magische hulpmiddelen zoals een stomme Wisseldrank (in alle eerlijkheid, ze was gewoon te slecht in toverdranken om die optie serieus te overwegen uit angst dat de drank maar een kwartiertje zou aanhouden). Nee. Gewoon lekker alsof ze zelf in die afdeling zat!
Huffelpuf was uiteraard de makkelijkste. Gewoon lekker voor dat gemoedelijke haardvuurtje, bam. Dat was binnen een minuut nadat ze zichzelf die missie had aangepraat gefixt. Ravenklauw was de volgende leerlingenkamer op haar lijstje geweest. Maar Ravenklauw… tja. Dat was wel een behoorlijk probleem geweest. Sowieso duurde het een hele tijd voordat ze de leerlingenkamer van Ravenklauw had kunnen vinden. Die Ravenklauwers wisten alle geheime routes door het kasteel en schudden Amber gemakkelijk af als ze doorhadden gevolgd te worden. En toen ze de leerlingenkamer eenmaal gevonden had, bleek dat deze niet met behulp van een wachtwoord open ging, maar met behulp van een raadsel. Ze moest een raadsel goed hebben. En dat was wat, als je midden in de nacht, met Vilder die elke seconde voor haar neus kon opduiken, hardop na zat te denken over wat het antwoord zou kunnen zijn. Vooral als je zo’n chaotisch brein als Amber had!
Maar vanavond was het de avond. Na drie jaar lukte het haar eindelijk. Het raadsel luidde: Het leeft in de winter, gaat dood in de zomer en groeit van boven naar beneden. Wat is dat? En op de een of andere manier had ze hem goed: een ijspegel! Kwam voornamelijk door de groeiende ijspegels achter de ramen van het kasteel dat ze erop was gekomen, maar toch!
Stuiterend van triomf was ze met haar camera – het was wat geweest dat juist nu die keer was geweest waarbij ze niet haar camera bij zich had gehad – naar binnen gaan stuiteren en keek ontzagwekkend in het rond. De hele leerlingenkamer was aan de weerszijden bekleed met blauwe en bronzen kleuren, de kleuren van Ravenklauw en zoals te verwachten was waren er meer boekenkasten te zien dan haar eigen.
Het was donker in de leerlingenruimte en het was er doodstil. Gelukkig maar. Stel dat iemand haar nu zo zou zien! Ze huppelde naar een groot beeld aan de andere kant van de leerlingenruimte waar op de buste de naam van Rowena Ravenklauw stond – de stichter van de afdeling. Ze pakte haar camera, lachte breed en – FLITS! Zo! Nou! Ravenklauw – take that, dacht Amber. Grinnikend maakte ze nog een paar foto’s als extra bewijs voor in haar plakboek… Ze moest natuurlijk wel bewijs hebben.
Huffelpuf was uiteraard de makkelijkste. Gewoon lekker voor dat gemoedelijke haardvuurtje, bam. Dat was binnen een minuut nadat ze zichzelf die missie had aangepraat gefixt. Ravenklauw was de volgende leerlingenkamer op haar lijstje geweest. Maar Ravenklauw… tja. Dat was wel een behoorlijk probleem geweest. Sowieso duurde het een hele tijd voordat ze de leerlingenkamer van Ravenklauw had kunnen vinden. Die Ravenklauwers wisten alle geheime routes door het kasteel en schudden Amber gemakkelijk af als ze doorhadden gevolgd te worden. En toen ze de leerlingenkamer eenmaal gevonden had, bleek dat deze niet met behulp van een wachtwoord open ging, maar met behulp van een raadsel. Ze moest een raadsel goed hebben. En dat was wat, als je midden in de nacht, met Vilder die elke seconde voor haar neus kon opduiken, hardop na zat te denken over wat het antwoord zou kunnen zijn. Vooral als je zo’n chaotisch brein als Amber had!
Maar vanavond was het de avond. Na drie jaar lukte het haar eindelijk. Het raadsel luidde: Het leeft in de winter, gaat dood in de zomer en groeit van boven naar beneden. Wat is dat? En op de een of andere manier had ze hem goed: een ijspegel! Kwam voornamelijk door de groeiende ijspegels achter de ramen van het kasteel dat ze erop was gekomen, maar toch!
Stuiterend van triomf was ze met haar camera – het was wat geweest dat juist nu die keer was geweest waarbij ze niet haar camera bij zich had gehad – naar binnen gaan stuiteren en keek ontzagwekkend in het rond. De hele leerlingenkamer was aan de weerszijden bekleed met blauwe en bronzen kleuren, de kleuren van Ravenklauw en zoals te verwachten was waren er meer boekenkasten te zien dan haar eigen.
Het was donker in de leerlingenruimte en het was er doodstil. Gelukkig maar. Stel dat iemand haar nu zo zou zien! Ze huppelde naar een groot beeld aan de andere kant van de leerlingenruimte waar op de buste de naam van Rowena Ravenklauw stond – de stichter van de afdeling. Ze pakte haar camera, lachte breed en – FLITS! Zo! Nou! Ravenklauw – take that, dacht Amber. Grinnikend maakte ze nog een paar foto’s als extra bewijs voor in haar plakboek… Ze moest natuurlijk wel bewijs hebben.