06/05/2021, 08:49
‘Sorry,’ zei Theo toen MacKenzie vroeg of ze dit echt dacht en dat ze geen vrolijker nieuws had kunnen brengen. Na haar hele theorie-rant voelde ze zich een beetje verlegen. Ze was zo enthousiast, maar wilde niet raar overkomen. ‘Ik heb echt heel veel in boeken over auto’s zitten turen en helaas is dit echt het probleem,’ vervolgde ze op serieuze toon. ‘Ik heb zelf nooit in een auto gezeten of aan gesleuteld,’ gaf ze toe, ‘maar ik ben erg goed in het memoriseren van plaatjes. En die plaatjes in het auto-boek waren heel overzichtelijk.’
Ze greep wat stangen vast, sommeerde een bout en begon wat te rommelen in de autokap. Ze draaide zich om. ‘Je vindt het trouwens wel oké als ik aan je auto sleutel, toch? Ik kan dit fixen. Al zal het niet makkelijk worden,’ gaf ze toe. ‘Denk dat-ie over een uurtje of zo wel weer klaar is om te rijden.’
En dus begon ze met het sleutelen aan de auto. Ze trok aan een kabel, sommeerde een nieuwe, repareerde iets dat ze per ongeluk kapot maakte, sloot een kabeltje aan en creëerde een nieuwe met behulp van transfigurerende magie. Het was fijn werk. Ze wist niet of het goed was wat ze deed, en soms wist ze niet eens wat ze precies deed omdat ze nog niet alle onderdelen gememoriseerd had, en haar handen waren vies van alle olie en stof, maar het voelde wel goed en als het goed is zou het plaatje dat ze had gezien in haar boek zo meteen voor haar neus staan – maar dan in levende lijve.
‘Volgens mij gaan we de goede kant op,’ mompelde ze na een tijdje.
Ze greep wat stangen vast, sommeerde een bout en begon wat te rommelen in de autokap. Ze draaide zich om. ‘Je vindt het trouwens wel oké als ik aan je auto sleutel, toch? Ik kan dit fixen. Al zal het niet makkelijk worden,’ gaf ze toe. ‘Denk dat-ie over een uurtje of zo wel weer klaar is om te rijden.’
En dus begon ze met het sleutelen aan de auto. Ze trok aan een kabel, sommeerde een nieuwe, repareerde iets dat ze per ongeluk kapot maakte, sloot een kabeltje aan en creëerde een nieuwe met behulp van transfigurerende magie. Het was fijn werk. Ze wist niet of het goed was wat ze deed, en soms wist ze niet eens wat ze precies deed omdat ze nog niet alle onderdelen gememoriseerd had, en haar handen waren vies van alle olie en stof, maar het voelde wel goed en als het goed is zou het plaatje dat ze had gezien in haar boek zo meteen voor haar neus staan – maar dan in levende lijve.
‘Volgens mij gaan we de goede kant op,’ mompelde ze na een tijdje.