05/03/2021, 00:07
Monza had al weken aangegeven dat ze onderhoud vereiste, maar tot nu toe had MacKenzie kunnen doen alsof er niets aan de hand was – ze keek gewoon niet naar de rode lampjes die om aandacht knipperden in het dashboard. Ook het verontrustende haperende geluid dat de motor voortbracht, alsof er iets vastzat in het pompende hart van het VW-busje dat daar niet hoorde, had ze een tijdje kunnen negeren. Maar het was een kwestie van tijd geweest tot Monza definitief tot stilstand was gekomen. Ze had nog net genoeg vaart gehad om in de berm te rollen voor ze pruttend en zuchtend opgaf en niet meer reageerde op MacKenzies smeekbedes om weer in beweging te komen.
Dat was nu een week geleden, en MacKenzie had nog niemand gevonden die haar busje op kon halen. Een van de vele nadelen van een volledig afgescheiden tovenaarsdorp was dat nuttige zaken als garages in geen velden of wegen te bekennen waren. Als tovenaars nou zouden toegeven dat autoreparaties best handig waren, had zij nu niet met een onbeweeglijk karkas gezeten. Ze kon zelfs niet vragen of een garage Monza op zou kunnen halen, want het hele gebied rondom Zweinstein en Zweinsveld was Onleesbaar gemaakt, zodat Dreuzels het met geen mogelijkheid konden vinden. Zelfs niet als ze goede intenties hadden. Hardnekkig als ze was, had MacKenzie het natuurlijk wel geprobeerd, maar de monteur was niet op komen dagen en toen ze hem na uren wachten had gebeld, had hij schaapachtig gezegd dat hij was vergeten dat ze hem überhaupt om hulp had gevraagd.
Dus nu zat er niets anders op dan zelf aan het prutsen gaan. Gelukkig was er YouTube, waarop enthousiaste kluslieden uitlegden hoe je alle dashboardlichtjes weer tevreden kon stellen. En haar magie hielp ook enorm om het proces iets gemakkelijker te maken, ook al vonden haar professoren haar niet bepaald een licht.
MacKenzie liep de heuvel op waar Monza op haar wachtte. Het voordeel van tovenaars en hun breed gedragen minachting jegens Dreuzeluitvindingen was dat niemand tot nu toe enige interesse had getoond om haar busje te stelen. Voor de zekerheid had ze hem natuurlijk van wat anti-jatbezweringen voorzien, maar ze dacht niet dat iemand die dat echt wilde, daar niet doorheen kon breken.
Tot haar verbazing stond er iemand bij Monza. Het was een meisje met opvallend haar, dat voor het grootste gedeelte zwart was, behalve bij de uitgroei, die knalgroen afstak. Misschien was er een experiment misgegaan, dacht MacKenzie, en ze mocht het meisje meteen, ook al stond ze door de ramen naar binnen te gluren.
‘Kan ik je ergens mee helpen?’ vroeg MacKenzie vrolijk. ‘Een ritje kan ik je niet aanbieden, ben ik bang; ze is er nogal slecht aan toe.’ Ze gebaarde achter zich, waar meerdere auto-onderdelen en gereedschap zweefden.
Dat was nu een week geleden, en MacKenzie had nog niemand gevonden die haar busje op kon halen. Een van de vele nadelen van een volledig afgescheiden tovenaarsdorp was dat nuttige zaken als garages in geen velden of wegen te bekennen waren. Als tovenaars nou zouden toegeven dat autoreparaties best handig waren, had zij nu niet met een onbeweeglijk karkas gezeten. Ze kon zelfs niet vragen of een garage Monza op zou kunnen halen, want het hele gebied rondom Zweinstein en Zweinsveld was Onleesbaar gemaakt, zodat Dreuzels het met geen mogelijkheid konden vinden. Zelfs niet als ze goede intenties hadden. Hardnekkig als ze was, had MacKenzie het natuurlijk wel geprobeerd, maar de monteur was niet op komen dagen en toen ze hem na uren wachten had gebeld, had hij schaapachtig gezegd dat hij was vergeten dat ze hem überhaupt om hulp had gevraagd.
Dus nu zat er niets anders op dan zelf aan het prutsen gaan. Gelukkig was er YouTube, waarop enthousiaste kluslieden uitlegden hoe je alle dashboardlichtjes weer tevreden kon stellen. En haar magie hielp ook enorm om het proces iets gemakkelijker te maken, ook al vonden haar professoren haar niet bepaald een licht.
MacKenzie liep de heuvel op waar Monza op haar wachtte. Het voordeel van tovenaars en hun breed gedragen minachting jegens Dreuzeluitvindingen was dat niemand tot nu toe enige interesse had getoond om haar busje te stelen. Voor de zekerheid had ze hem natuurlijk van wat anti-jatbezweringen voorzien, maar ze dacht niet dat iemand die dat echt wilde, daar niet doorheen kon breken.
Tot haar verbazing stond er iemand bij Monza. Het was een meisje met opvallend haar, dat voor het grootste gedeelte zwart was, behalve bij de uitgroei, die knalgroen afstak. Misschien was er een experiment misgegaan, dacht MacKenzie, en ze mocht het meisje meteen, ook al stond ze door de ramen naar binnen te gluren.
‘Kan ik je ergens mee helpen?’ vroeg MacKenzie vrolijk. ‘Een ritje kan ik je niet aanbieden, ben ik bang; ze is er nogal slecht aan toe.’ Ze gebaarde achter zich, waar meerdere auto-onderdelen en gereedschap zweefden.