16/12/2020, 22:34
Toen Seths vingertoppen zijn gezicht raakten, voelde Pepijn zich zo gelukkig en zo geliefd dat hij Seth zou opeten in plaats van zijn ontbijt. Ademloos luisterde hij naar wat Seth allemaal vertelde, en zowel medelijden als herkenning daalde als een warm gevoel achter zijn ribben neer. Hij knikte. Hij wist het, hoe wreed de wereld kon zijn als je er op de een of andere manier niet in paste. Hij wist ook hoe het was om iemand per ongeluk te elektrocuteren omdat je werd geschopt of geslagen, of, zoals in Pepijns geval: werd vastgehouden terwijl er een zakmes in zijn been werd gestoken. De eenzaamheid, waaraan Pepijn min of meer gewend geraakt was, was eveneens bekend. Hij voelde door-en-door met Seth mee, totdat hij vertelde dat hij normaal gesproken te snel ging in relaties.
“Te snel?” Daar moest Pepijn over nadenken. “Hmmm… Ik weet ‘t niet - ik heb op zich tijd. Alle tijd.”
Hij ging wat dichter tegen Seth aan zitten en beantwoorde strelend de hand die Seth had gepakt.
“Je kan tot rust komen nu?” opperde hij. “Echt eens even helemaal thuis zijn, ook al is dat dan ver van Londen. Even lekker langzaam leven? Wat vind je ervan?”
Hij glimlachte en schonk nog wat thee in uit het minuscule theepotje dat op het dienblad stond. Ergens gaf hij wel wat weinig informatie, vooral over zichzelf. Hij praatte echter niet echt graag over zichzelf en Seth kennelijk ook niet, want hij had zojuist een traan weggepinkt. Het enige dat nu nog belangrijk was, was dat het goed was zo. Daarbij zou het heel erg prettig zijn als hij een lach op Seths gezicht zou zien; hij had zijn fout toegegeven en hij was sowieso veel te mooi om lang boos op te kunnen zijn. Later zou hij dan wel zien wat Seth bedoelde met dat alles te vlug ging. Pepijn had liever dat Seth claimgedrag vertoonde dan dat diens oog op iemand anders zou vallen.
“Oh, voordat je je straks te pletter schrikt omdat ik ook heel grote geheimen heb,” zei hij met een glimlach, “Ik eh… ben een Faunaat. Ik kan mezelf in een kraai transformeren, of tenminste… Ik ben wel een beetje een kleine onder de kraaien. Net als onder de mensen.”
Hij wachtte nauwelijks een reactie af, maar gaf Seth een kus op zijn wang en fluisterde: “Ik hoop dat je me nog accepteert?”
“Te snel?” Daar moest Pepijn over nadenken. “Hmmm… Ik weet ‘t niet - ik heb op zich tijd. Alle tijd.”
Hij ging wat dichter tegen Seth aan zitten en beantwoorde strelend de hand die Seth had gepakt.
“Je kan tot rust komen nu?” opperde hij. “Echt eens even helemaal thuis zijn, ook al is dat dan ver van Londen. Even lekker langzaam leven? Wat vind je ervan?”
Hij glimlachte en schonk nog wat thee in uit het minuscule theepotje dat op het dienblad stond. Ergens gaf hij wel wat weinig informatie, vooral over zichzelf. Hij praatte echter niet echt graag over zichzelf en Seth kennelijk ook niet, want hij had zojuist een traan weggepinkt. Het enige dat nu nog belangrijk was, was dat het goed was zo. Daarbij zou het heel erg prettig zijn als hij een lach op Seths gezicht zou zien; hij had zijn fout toegegeven en hij was sowieso veel te mooi om lang boos op te kunnen zijn. Later zou hij dan wel zien wat Seth bedoelde met dat alles te vlug ging. Pepijn had liever dat Seth claimgedrag vertoonde dan dat diens oog op iemand anders zou vallen.
“Oh, voordat je je straks te pletter schrikt omdat ik ook heel grote geheimen heb,” zei hij met een glimlach, “Ik eh… ben een Faunaat. Ik kan mezelf in een kraai transformeren, of tenminste… Ik ben wel een beetje een kleine onder de kraaien. Net als onder de mensen.”
Hij wachtte nauwelijks een reactie af, maar gaf Seth een kus op zijn wang en fluisterde: “Ik hoop dat je me nog accepteert?”