14/12/2020, 20:52
Toen Seth begon te vertellen, belandde Pepijn in een achtbaan van emoties: Hij valt op vrouwen? Oh, niet alleen op vrouw- hij valt op mannen, nee, mij? En hij is single… Echt? Wat voor geheim? Hij dacht dingen, maar wist niet wat hij zou moeten denken. Het maakte hem onzeker, maar desondanks hing hij aan Seths lippen - figuurlijk gezien.
Iemand accepteren voor wie hij was, dat kon moeilijk zijn. Pepijn was niet zo rechtlijnig dat hij altijd alles maar deed zoals het hoort. Wel was hij van mening dat mensen konden veranderen. Dat kon ten goed en ten slechte. Daardoor was hij van mening dat de stelling ‘wie hij was’ niet altijd op ging.
Zo bleek dat ook met Seth: die zei dat hij soms een man was, soms een vrouw, soms beiden en soms geen van beiden. In dat geval had hij al vier verschillende verschijningen en was hij de ene dag niet degene die hij de andere dag kon zijn. Toch? Of dacht hij nu te veel na?
Ja. Dat was het: hij maakte iets ingewikkelds van iets dat vrij simpel was.
Hij mocht hem als van alles introduceren zei hij. Dat maakte Pepijn bij voorbaat enthousiast: niet het ‘van alles’ maar het ‘introduceren’. Hij kon eigenlijk niet wachten totdat hij Seth mee zou nemen naar Zweinsveld om even bij zijn moeder in Zacharinus’ Zoetwarenhuis langs te gaan, gevolgd door de Drie Bezemstelen om hem vol trots te laten zien aan Frodo en Abigail. En daarna zou hij een afspraak maken bij Orlendr om daar samen met Seth te gaan eten, en een uil sturen naar Aster om te vragen wanneer ze tijd had om nog eens een kopje thee te komen drinken. Ja, hem introduceren leek hem een leuk idee!
Seth vertelde verder, en eindelijk, eindelijk vertelde hij wat er was. Hij was iets van hermafrodiet ofzo. Dat was zeldzaam, dat mensen zo werden geboren. Het klopte ook gewoon wel met wie Seth was, nu hij daar zo over sprak. Eerder zou Pepijn daar niet aan gedacht hebben.
Hij liet het even bezinken, maar hij was licht geïrriteerd over dat er van hem verwacht werd dat hij Seth zou moeten uitlachen, slaan of wegjagen.
“Waar zie je me voor aan?” vroeg hij fronsend. “Zie ik eruit alsof ik dat zou doen?” Kennelijk had Seth niet het juiste beeld van hem.
Hij dacht na, maar nam, nu de druk van de ketel was, een hapje van een stukje brood en nam nog een slokje thee.
“Ik denk… dat ik het een en ander zal moeten heruitvinden, dan. Mijn vorige relatie was met een man, maar… Nou, ja, uiteindelijk moeten we het naar ons zin hebben. Ik val eigenlijk vooral op billen en een borstkas, niet per se eh, piemels ofzo… denk ik.”
Iemand accepteren voor wie hij was, dat kon moeilijk zijn. Pepijn was niet zo rechtlijnig dat hij altijd alles maar deed zoals het hoort. Wel was hij van mening dat mensen konden veranderen. Dat kon ten goed en ten slechte. Daardoor was hij van mening dat de stelling ‘wie hij was’ niet altijd op ging.
Zo bleek dat ook met Seth: die zei dat hij soms een man was, soms een vrouw, soms beiden en soms geen van beiden. In dat geval had hij al vier verschillende verschijningen en was hij de ene dag niet degene die hij de andere dag kon zijn. Toch? Of dacht hij nu te veel na?
Ja. Dat was het: hij maakte iets ingewikkelds van iets dat vrij simpel was.
Hij mocht hem als van alles introduceren zei hij. Dat maakte Pepijn bij voorbaat enthousiast: niet het ‘van alles’ maar het ‘introduceren’. Hij kon eigenlijk niet wachten totdat hij Seth mee zou nemen naar Zweinsveld om even bij zijn moeder in Zacharinus’ Zoetwarenhuis langs te gaan, gevolgd door de Drie Bezemstelen om hem vol trots te laten zien aan Frodo en Abigail. En daarna zou hij een afspraak maken bij Orlendr om daar samen met Seth te gaan eten, en een uil sturen naar Aster om te vragen wanneer ze tijd had om nog eens een kopje thee te komen drinken. Ja, hem introduceren leek hem een leuk idee!
Seth vertelde verder, en eindelijk, eindelijk vertelde hij wat er was. Hij was iets van hermafrodiet ofzo. Dat was zeldzaam, dat mensen zo werden geboren. Het klopte ook gewoon wel met wie Seth was, nu hij daar zo over sprak. Eerder zou Pepijn daar niet aan gedacht hebben.
Hij liet het even bezinken, maar hij was licht geïrriteerd over dat er van hem verwacht werd dat hij Seth zou moeten uitlachen, slaan of wegjagen.
“Waar zie je me voor aan?” vroeg hij fronsend. “Zie ik eruit alsof ik dat zou doen?” Kennelijk had Seth niet het juiste beeld van hem.
Hij dacht na, maar nam, nu de druk van de ketel was, een hapje van een stukje brood en nam nog een slokje thee.
“Ik denk… dat ik het een en ander zal moeten heruitvinden, dan. Mijn vorige relatie was met een man, maar… Nou, ja, uiteindelijk moeten we het naar ons zin hebben. Ik val eigenlijk vooral op billen en een borstkas, niet per se eh, piemels ofzo… denk ik.”