07/12/2020, 23:27
Een explosie. Groen vuur verblindde de onderste hoeken van zijn ogen. Seth wendde zijn ogen af – en toen hij opkeek, botste er een donkere figuur, die uit het niets was verschenen, tegen hem aan. Hij stuntelde wat om overeind te blijven, vooral op zijn hakken, maar het lukte. Hij hield zich vast aan de donkere figuur.
‘What the hell –‘ zei hij stomverbaasd. Deze vent – was zomaar uit het niets verschenen! Helemaal uit het niets! Of nou ja, uit de haard, leek het! Het was net de kerstman! Maar hij leek helemaal niet op de kerstman. Nee, het was een gedrongen jongeman met een beetje een vale uitstraling – niet gek als je uit een haard stapte – maar – hij was uit de haard gestapt!
Seth besefte zich dat hij zich nog steeds aan de jonge man vasthield. Abrupt liet hij de mantel los. ‘Wat… jij…’ Hij slikte om uit zijn woorden te komen. Daar had hij niet vaak last van; vaak had hij een gevorkte, zilveren tong die normaliter verbale klappen uitdeelde, alsof hij met een zweep sloeg.
‘Jij kwam uit de haard!’
Hij keek naar het smoezelige cafeetje. Tot zijn verbazing zag hij allemaal gekke dingen. Een kat die in een mens veranderde. Bierglazen die zichzelf vulden. Een figuur die veel weghad van een vampier uit een LARP-evenement, maar dan realistischer als die hij ooit had gezien. Op de muur een poster van bewegende mensen.
Seth knipperde met zijn ogen. ‘Ehm… sorry maar, kwam jij nou net uit de haard en zie ik hier allemaal lijpe shit die zomaar toverkunst zou kunnen zijn?’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Sorry, ik heb echt een harde trip. Volgens mij ben ik tegen een muur aangelopen…’
‘What the hell –‘ zei hij stomverbaasd. Deze vent – was zomaar uit het niets verschenen! Helemaal uit het niets! Of nou ja, uit de haard, leek het! Het was net de kerstman! Maar hij leek helemaal niet op de kerstman. Nee, het was een gedrongen jongeman met een beetje een vale uitstraling – niet gek als je uit een haard stapte – maar – hij was uit de haard gestapt!
Seth besefte zich dat hij zich nog steeds aan de jonge man vasthield. Abrupt liet hij de mantel los. ‘Wat… jij…’ Hij slikte om uit zijn woorden te komen. Daar had hij niet vaak last van; vaak had hij een gevorkte, zilveren tong die normaliter verbale klappen uitdeelde, alsof hij met een zweep sloeg.
‘Jij kwam uit de haard!’
Hij keek naar het smoezelige cafeetje. Tot zijn verbazing zag hij allemaal gekke dingen. Een kat die in een mens veranderde. Bierglazen die zichzelf vulden. Een figuur die veel weghad van een vampier uit een LARP-evenement, maar dan realistischer als die hij ooit had gezien. Op de muur een poster van bewegende mensen.
Seth knipperde met zijn ogen. ‘Ehm… sorry maar, kwam jij nou net uit de haard en zie ik hier allemaal lijpe shit die zomaar toverkunst zou kunnen zijn?’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Sorry, ik heb echt een harde trip. Volgens mij ben ik tegen een muur aangelopen…’