08/09/2020, 22:07
Valarie fronste door Nyx’ plotselinge ommezwaai. Misschien had het geholpen dat ze gezegd had dat ze hem irritant begon te vinden. Ze luisterde aandachtig naar zijn verhaal over een bondgenoot op het Ministerie. ‘Een bondgenoot op het Ministerie?’ Ze fronste. Nóg iemand die dus dacht de touwtjes in handen te hebben op het Dooddoenersvlak? En dan ook nog op het Ministerie? Het moest allemaal niet gekker worden. Nog iemand die ze moest leren voor haar te buigen.
Niet dat Nyx voor haar zou buigen. Voor alsnog, niet nu. Dat zou nog wel komen. In ieder geval accepteerde hij op dit moment zijn meerdere, en dat was goed.
Hij wilde haar in ieder geval blijkbaar helpen op het Ministerie. Wat ze daar wilde? Ze wilde niet dat hij dat wist. Mijn geheugen terugvinden. Dan zou je een zwakke plek bekennen en dat wilde ze absoluut niet. Maar misschien dat hij wel op een bepaald vlak kon helpen.
‘Ik moet op het Departement van Mystificatie zijn,’ zei ze, terwijl ze de kamer rondliep. ‘Daar ligt… iets… dat ik nodig heb. Een vriendin… mede Dooddoener…’ (het idee dat Alicia een Dooddoener was klonk absurd, mede omdat Alicia alleen maar voor haar eigen gewin dit deed) ‘… en ik willen iets dat daar ligt. Iets dat van ons is. Een wapen dat ons naar de oplossing van deze oorlog brengt. We zijn aan het voorbereiden, maar dat Departement is het meest beveiligde Departement omdat ze daar met van alles experimenteren. De dood, tijd, liefde, toekomst, et cetera. Het is dus een beetje een moeilijke klus om daar binnen te komen.’
Ze knikte naar de Ministerieman. ‘Ik had gehoopt dat hij me zou kunnen helpen om binnen te komen, maar ik zie al meteen dat hij een suffe kantoorbaan heeft en geen enkel idee heeft van het Departement van Mystificatie.’
Ze stapte naar voren en hurkte voor het haveloze gezicht van de tovenaar. ‘Ja. Nutteloos,’ bevestigde ze. Ze keek naar Nyx en ging weer recht overeind staan. ‘Van mij mag je hem doodmaken. Wie weet is hij van Dreuzelbloed, en dan moet hij sowieso geëlimineerd worden. Ik heb niets aan hem.
Interessanter vind ik jou,’ zei ze, met haar witte oog recht kijkend in de zijne. ‘Je bent gewetenloos. Een goede eigenschap in het edele beroep dat we hebben. De bevrijding van onze maatschappij. Ik vind dat mooi om te zien. Nogmaals, je zou een goede dienaar zijn. Ik denk dat we samen veel zouden kunnen bereiken. Maar goed, dat is helemaal aan jou. Het is mij om het even. Wees dus gewaarschuwd: maak mij niet boos.’
Ze pakte een stoel en ging erop zitten. Ze gooide haar benen over elkaar heen en stak een sigaret op. Ze knikte naar Nyx met de stille vraag ‘Jij ook?’ Ze blies een wolk uit. ‘Ga zitten,’ zei ze commanderend. Ze zwaaide met haar toverstok en er verschenen touwen om de Ministerieman heen. Ze leunde wat naar achteren.
‘Waarom ben je een Dooddoener geworden?’ vroeg ze nieuwsgierig. Dat was ze ook echt. Ze wilde weten hoe serieus deze jongen was. Deed hij het voor de lol of had ze hier echt een concurrent voor de wereldmacht?
Niet dat Nyx voor haar zou buigen. Voor alsnog, niet nu. Dat zou nog wel komen. In ieder geval accepteerde hij op dit moment zijn meerdere, en dat was goed.
Hij wilde haar in ieder geval blijkbaar helpen op het Ministerie. Wat ze daar wilde? Ze wilde niet dat hij dat wist. Mijn geheugen terugvinden. Dan zou je een zwakke plek bekennen en dat wilde ze absoluut niet. Maar misschien dat hij wel op een bepaald vlak kon helpen.
‘Ik moet op het Departement van Mystificatie zijn,’ zei ze, terwijl ze de kamer rondliep. ‘Daar ligt… iets… dat ik nodig heb. Een vriendin… mede Dooddoener…’ (het idee dat Alicia een Dooddoener was klonk absurd, mede omdat Alicia alleen maar voor haar eigen gewin dit deed) ‘… en ik willen iets dat daar ligt. Iets dat van ons is. Een wapen dat ons naar de oplossing van deze oorlog brengt. We zijn aan het voorbereiden, maar dat Departement is het meest beveiligde Departement omdat ze daar met van alles experimenteren. De dood, tijd, liefde, toekomst, et cetera. Het is dus een beetje een moeilijke klus om daar binnen te komen.’
Ze knikte naar de Ministerieman. ‘Ik had gehoopt dat hij me zou kunnen helpen om binnen te komen, maar ik zie al meteen dat hij een suffe kantoorbaan heeft en geen enkel idee heeft van het Departement van Mystificatie.’
Ze stapte naar voren en hurkte voor het haveloze gezicht van de tovenaar. ‘Ja. Nutteloos,’ bevestigde ze. Ze keek naar Nyx en ging weer recht overeind staan. ‘Van mij mag je hem doodmaken. Wie weet is hij van Dreuzelbloed, en dan moet hij sowieso geëlimineerd worden. Ik heb niets aan hem.
Interessanter vind ik jou,’ zei ze, met haar witte oog recht kijkend in de zijne. ‘Je bent gewetenloos. Een goede eigenschap in het edele beroep dat we hebben. De bevrijding van onze maatschappij. Ik vind dat mooi om te zien. Nogmaals, je zou een goede dienaar zijn. Ik denk dat we samen veel zouden kunnen bereiken. Maar goed, dat is helemaal aan jou. Het is mij om het even. Wees dus gewaarschuwd: maak mij niet boos.’
Ze pakte een stoel en ging erop zitten. Ze gooide haar benen over elkaar heen en stak een sigaret op. Ze knikte naar Nyx met de stille vraag ‘Jij ook?’ Ze blies een wolk uit. ‘Ga zitten,’ zei ze commanderend. Ze zwaaide met haar toverstok en er verschenen touwen om de Ministerieman heen. Ze leunde wat naar achteren.
‘Waarom ben je een Dooddoener geworden?’ vroeg ze nieuwsgierig. Dat was ze ook echt. Ze wilde weten hoe serieus deze jongen was. Deed hij het voor de lol of had ze hier echt een concurrent voor de wereldmacht?