31/08/2020, 10:44
Wereld op zijn kop
Een boom in de weide vol leven,
Takken die boven het riet zweven,
Opgebloeid in één enkele nacht,
Niemand die dít had verwacht.
Lila zag de grond dichterbij komen. Haar wereld ging letterlijk en figuurlijk op zijn kop, maar ze wilde het niet uitschreeuwen. Niet van angst, niet van pijn en al helemaal niet van verdriet.
“Auw!” Angelique liet haar bijna direct weer vallen, nadat ze haar had opgevangen. “Waar ben je met je hoofd?” De ogen van haar vriendin leken vuur te spuwen. “Op deze manier komen we helemaal nergens!”
Lila haalde haar schouders op. Ze liet zich omhoog helpen door Catherine en trok haar rokje goed. “Er is niets,” zei ze onverschillig. Ze wist niet precies waarom ze loog, normaal kon ze de meiden altijd alles vertellen. “Nog een keer?” vroeg ze, terwijl ze de ogen van Angelique vermeed.
“Vanaf de Scorpion,” knikte Catherine, die alweer klaar stond. Standvastige en bloedmooie Kate. Natuurlijk, Lila was jaren jaloers geweest op de lange benen, de slanke taille en de gratie waarmee het meisje door de gangen liep. Op de middelbare school had ze meerdere keren geprobeerd te stoken tussen Catherine en haar toenmalige vriendjes, wat vaak op knallende ruzie had uitgelopen en waardoor ze nooit echt de beste vriendinnen waren geweest. Maar als ze echt iemand nodig had, kon ze op haar rekenen. ‘Niet verder vertellen’ was bij Kate ook écht niet verder vertellen. Daar bewonderde ze haar voor. Toch kon ze zelfs Kate niet vertellen wat er die ochtend was gebeurd.
Lila voelde de fijne handen van Valerie al om haar middel grijpen. Haar knieën bogen zich, haar handen leunden losjes op de schouders van haar teamgenoten, het leek alsof haar lichaam de controle van haar overnam. Heel even stond ze zichzelf toe er van te genieten.
“Ready! One, two, down up!” luidde Valerie de stunt al in. Haar voeten kwamen los van de grond, terwijl ze op hetzelfde moment al haar spieren van haar tenen tot aan haar kin inspande. Alle andere cheerleaders, die ieder in groepjes van vier aan het oefenen waren, leken kleiner te worden toen Lila in een vloeiende beweging omhoog werd getild. Daar was die innerlijke rust weer, die ze altijd voelde als ze zo boven iedereen uittorende. Alleen daar voelde ze zich alsof ze alles aankon. Lang geleden had ze geleerd om haar balans te houden als ze zo boven de hoofden van de meiden zweefde. Moeiteloos zwaaide ze haar linkerbeen omhoog, tot haar voet zich bij haar hoofd bevond. Haar vader had zich al verbaasd over haar lenigheid toen ze nog maar een kind was, maar toen ze ouder werd en ze nog steeds moeiteloos in een spagaat zat, zei hij met een knipoog dat ze elke jongen zou kunnen krijgen die ze zou willen. “Kind,” zei hij dan, “je maakt die mannen nog helemaal gek. Met dat ranke lijfje van je en die onschuldige ogen.”
Na een wilde nacht met Angelique was ze die ochtend thuisgekomen. Ze hadden gevierd dat ze zich hadden gekwalificeerd voor de nationale kampioenschappen, wat maakte het uit dat de tentamens over twee weken waren en dat het eerste jaar op de universiteit nog niet zo goed verliep? De rolluiken waren dicht, het was heel erg koud buiten. Lila was zo moe dat ze niets liever had gewild dan in bed kruipen. Helaas zou ze maar twee uurtjes kunnen slapen, daarna moest ze zich door een rijles heen wurgen. Waarom waren de luiken eigenlijk dicht, had ze zich afgevraagd, haar moeder deed deze nooit dicht. Ze zocht langer dan normaal naar haar sleutels door koppijn van de kater en de moeheid. Voordat ze deze echter kon vinden, werd de deur al door haar moeder opengedaan. Alsof deze op haar had zitten wachten.
“Auw!” Dit keer had Angelique haar niet goed kunnen opvangen en lag ze op de grond. Haar hoofd gonsde van de pijn en leek uit elkaar te spatten. Vaag zag ze iemand een arm naar haar uitsteken, maar ze kon de kracht niet vinden om deze aan te nemen.
“Lila!” Eén voor één kwamen haar teamgenoten om haar heen staan. Het gezicht van Angelique kwam dichterbij. Haar vriendin keek bezorgd en schuldbewust.
“Het gaat wel,” Lila hoorde zelf hoe zwak haar stem klonk. “Echt,” zei ze iets krachtiger.
“Wat is er gebeurd?” Meerdere cheerleaders braken hun oefeningen af en kwamen toegesneld om te kijken of ze konden helpen, of was het uit bezorgdheid? Of misschien zelfs uit nieuwsgierigheid?
“Er is niets,” herhaalde ze, “mijn eigen domme schuld.” Ze bewoog haar arm in de lucht, vond iets om zich aan vast te houden en hees zichzelf omhoog. Direct begon haar hoofd harder te bonzen en moest ze op haar lip bijten om het niet uit te schreeuwen van de pijn. Daarna kwamen de tranen. De eerste tranen. Lila merkte amper dat ze omhoog werd geholpen door Valerie en Kate. Dat ze op een bankje in een kleedkamer werd gezet en dat Valerie iets naar Kate fluisterde voordat ze de kamer uitliep. Het enige wat ze kon doen was huilen.
“Lila.” Ze voelde een arm om haar schouder, kroop als vanzelf dichter tegen Kate aan. “Wat is er aan de hand?”
Precies hetzelfde had ze die ochtend aan haar moeder gevraagd, toen deze zei dat ze even moest gaan zitten. In plaats daarvan was ze in het kleine gangetje blijven staan en wilde ze eigenlijk liever dat haar moeder aan de kant ging, zodat ze de trap op kon gaan naar haar kamertje. Maar ze zag het ernstige gezicht van haar moeder en hoefde haar woorden niet te horen om te weten wat er aan de hand was.
Eén van haar opa’s of oma’s was overleden. Haar moeder had vorig jaar nog gezegd dat het zo bijzonder was dat alle vier de grootouders nog leefden. Haar ouders vierden toen hun 25-jarig huwelijk. Lila was voorbereid, wachtte enkel de woorden van haar moeder nog af.
“Je vader is overleden.”
Ja, dat dacht Lila al, wat erg, maar kon haar moeder niet even opzij, zodat ze kon gaan slapen en-
Wacht? Had haar moeder nu je vader gezegd, in plaats van mijn vader?
“Ik vond hem vanochtend op de bank. Ik… Ik… dacht niet dat het zin had om je te bellen, want je trein zou er niet sneller op gaan, maar… Ze hebben hem nog proberen te reanimeren, maar het was te laat, hij is overleden aan een fatale hartaanval, en,” vertelde haar moeder. Wat een ziekelijke grap was dit? Was het vandaag 1 april? Hoe durfde haar moeder om van zoiets een grap te maken! Lila werd nu boos, ze wilde verdomme nu eindelijk wel eens gaan slapen voor die twee uurtjes dat het kon.
“Ik, o, Lila! Hij ligt nog op de bank, je kunt naar hem toe.” Haar moeder barstte in snikken uit. Langzaam begonnen de woorden tot haar door te dringen, langzaam begon ze weer in beweging te komen.
“Nee!” Dat was onmogelijk. Haar vader was kerngezond, had nooit ook maar één keer last gehad van zijn hart. Ze had vorige week nog gelachen om zijn mening over cheerleading, ze had hem gisteren voordat ze uitging over de telefoon gesproken en hem gezegd dat ze niet met vreemde mannen naar huis zou gaan. Ze had…
“Nee!” krijste ze. “NEE!” Lila wist langs haar moeder heen te komen en ging de trap stampvoetend op naar haar kamer. Daar was ze gebleven, wachtend op haar rij-instructeur, maar die was niet gekomen. Toen het middaguur naderde was ze naar beneden gedenderd, waar haar moeder stond alsof deze zich niet had verroerd.
“Lila, als je naar hem toe wil, moet je nu gaan. Hij wordt straks meegenomen,” de stem van haar moeder klonk nog steeds breekbaar.
“Mam,” had ze geantwoord alsof het een doodgewone zaterdag was, “ik ga naar cheerleading. Ik ben om 5 uur thuis!” En ze had de deur achter het gezicht van haar moeder gesmeten voordat deze ook maar iets kon zeggen.
Nu Lila in de kleedkamer zat, kon ze alleen maar huilen. Ze wilde niet huilen, huilen zou het definitief maken. Huilen betekende dat hij echt weg was, dat ze hem echt nooit meer zou kunnen zien. Dat ze hem geen gedag zou kunnen zeggen. Had ze hem over de telefoon wel gedag gezegd, of had ze de verbinding verbroken, zodra het gesprek dood was gevallen? Maar het enige wat ze kon doen was snikken. Als een klein kind rolde ze zich om Kate heen.
“Wat is er in vredesnaam gebeurd, Lila?” Kate’s stem klonk al net zo bezorgd als toen Lila haar had verteld over de ruzie met haar ex-vriendje waarna ze had geschreeuwd dat ze het uitmaakte. Wat was dat niets vergeleken met dit.
“Mijn, mijn…” Lila had het idee alsof ze geen gevoel meer kreeg in haar handen. Ze kon amper ademhalen door haar gesnik heen. Haar hele lichaam leek zichzelf pijn te doen om haar immense verdriet naar buiten te krijgen. “Ik, mijn, mijn vader is overleden!” Nu ze het had uitgesproken, drong het pas echt tot haar door. Alsof ze door er niets over te zeggen kon doen alsof hij nog leefde. Alsof ontkenning hem terug zou brengen. Lila zag de grond dichterbij komen. Haar wereld ging op zijn kop. Er was niemand die haar kon opvangen om deze enorme pijn te voorkomen. Ze schreeuwde het uit van verdriet.
Gemaakt: 4 augustus 2013