31/08/2020, 10:43
Note van de schrijfster: Dit verhaal is NIET autobiografisch!
Waarschuwing: Dit verhaal kan schokkend zijn voor mensen met een eetstoornis.
Ik kan drie redenen verzinnen om te gaan doen wat ik vast van plan ben. Ik sta alleen in de wc van het restaurant en kijk in mijn spiegelbeeld. Dat is dan ook direct de eerste oorzaak.
Ze kunnen mij wel vertellen dat ik niet dik ben, maar ik vertel je dat ik niet dun ben. Ik heb grote borsten, een dikke kop en een uitpuilende buik. Wat maakt het uit dat ik in maatje M, en soms S, pas, of dat ik met gemak in een spijkerbroek 26/32 kan?
Ik moet dit gewoon doen. Het is niet moeilijk. Ik ben sterk genoeg om mezelf dit aan te kunnen doen.
Het is slecht voor je! Klinkt een stem in mijn hoofd. Dat weet ik, antwoord ik rustig. Dat is mijn tweede reden.
Ik ben iemand die slecht andere mensen kan troosten. Mogelijk omdat ik vol van zelfmedelijden zit. Waarom zou ik iemand anders troosten? Zij troosten mij ook niet. Misschien komt dat omdat ik niet praat over mijn depressies. Maar, zij moeten aan mij zien dat ik me vreselijk voel. Als ik me dit aandoe, dan zal er een moment komen dat iemand het opmerkt. Omdat ik neer ga, omdat ik opeens midden in de klas begin te janken. Ja. Ik wil aandacht!
Maar niet te veel. Zij mogen er niet achter komen. Dan drukken ze een stempel op mij. Zielig geval, zullen ze zeggen, of op zijn minst denken. Hoe vaak heb ik zo over een ander gedacht?
Maar wie zou het merken? Ik ken maar twee meiden die ik tot mijn vriendinnen durf te rekenen. Ik heb geen vrienden. Sterker nog, jongens geven altijd de voorkeur aan een van mijn vriendinnen. Dat is mijn laatste motief die samenvalt met de andere twee. Ik ben niet dun, dus niet mooi, dus kijken jongens niet naar mij. Ik wil aandacht, van jongens, van meiden, van iemand.
Tegelijk is er dan nog dat bijmotiefje. Ik ben er nieuwsgierig naar. Ik wil weten hoe het voelt. Ik ben sterker dan die slappe anorexia meiden. Ik kan dit doen zonder er verslaafd aan te worden. Gewoon een paar keer tussendoor. Daarnaast een gewoon leven leiden. Er is niets om zorgen over te hebben.
Ja, dat zijn mijn motieven. Ik ben sterk, ik kan mezelf dit aan doen. Daarom praat ik mij door die blokkade die er elke keer is heen. Ik steek verder, bijt harder, bijt door. Mijn ogen beginnen te tranen. Het komt nog steeds niet. Dieper, ik moet dieper gaan. Kom op, ik kan dit!
Uiteindelijk wordt mijn moed beloond. Het eten dat ik net tijdens een vreetbui naar binnen heb gewerkt, ligt in de wc pot.
Eindelijk. De bevrijding! Het voelt zo heerlijk! Ik ben zo trots op mijzelf! En ook op mijn vriendin, die ik de laatste maand heb leren kennen.
“Dank je, Mia.”
Als ik de wc uitloop op weg naar de brunch, kijk ik er nog even naar. Wat voel ik mij nu goed!
De walging laat op zich wachten. Deze keer zal ik er niet om walgen. Ik voel me goed, machtig, dat gevoel neemt niemand van me af.
Ik heb dit onder controle, eerlijk waar. Dus maak je je alsjeblieft geen zorgen om mij.
Gemaakt: 31 mei 2013
Waarschuwing: Dit verhaal kan schokkend zijn voor mensen met een eetstoornis.
Onder controle
Non-HPIk kan drie redenen verzinnen om te gaan doen wat ik vast van plan ben. Ik sta alleen in de wc van het restaurant en kijk in mijn spiegelbeeld. Dat is dan ook direct de eerste oorzaak.
Ze kunnen mij wel vertellen dat ik niet dik ben, maar ik vertel je dat ik niet dun ben. Ik heb grote borsten, een dikke kop en een uitpuilende buik. Wat maakt het uit dat ik in maatje M, en soms S, pas, of dat ik met gemak in een spijkerbroek 26/32 kan?
Ik moet dit gewoon doen. Het is niet moeilijk. Ik ben sterk genoeg om mezelf dit aan te kunnen doen.
Het is slecht voor je! Klinkt een stem in mijn hoofd. Dat weet ik, antwoord ik rustig. Dat is mijn tweede reden.
Ik ben iemand die slecht andere mensen kan troosten. Mogelijk omdat ik vol van zelfmedelijden zit. Waarom zou ik iemand anders troosten? Zij troosten mij ook niet. Misschien komt dat omdat ik niet praat over mijn depressies. Maar, zij moeten aan mij zien dat ik me vreselijk voel. Als ik me dit aandoe, dan zal er een moment komen dat iemand het opmerkt. Omdat ik neer ga, omdat ik opeens midden in de klas begin te janken. Ja. Ik wil aandacht!
Maar niet te veel. Zij mogen er niet achter komen. Dan drukken ze een stempel op mij. Zielig geval, zullen ze zeggen, of op zijn minst denken. Hoe vaak heb ik zo over een ander gedacht?
Maar wie zou het merken? Ik ken maar twee meiden die ik tot mijn vriendinnen durf te rekenen. Ik heb geen vrienden. Sterker nog, jongens geven altijd de voorkeur aan een van mijn vriendinnen. Dat is mijn laatste motief die samenvalt met de andere twee. Ik ben niet dun, dus niet mooi, dus kijken jongens niet naar mij. Ik wil aandacht, van jongens, van meiden, van iemand.
Tegelijk is er dan nog dat bijmotiefje. Ik ben er nieuwsgierig naar. Ik wil weten hoe het voelt. Ik ben sterker dan die slappe anorexia meiden. Ik kan dit doen zonder er verslaafd aan te worden. Gewoon een paar keer tussendoor. Daarnaast een gewoon leven leiden. Er is niets om zorgen over te hebben.
Ja, dat zijn mijn motieven. Ik ben sterk, ik kan mezelf dit aan doen. Daarom praat ik mij door die blokkade die er elke keer is heen. Ik steek verder, bijt harder, bijt door. Mijn ogen beginnen te tranen. Het komt nog steeds niet. Dieper, ik moet dieper gaan. Kom op, ik kan dit!
Uiteindelijk wordt mijn moed beloond. Het eten dat ik net tijdens een vreetbui naar binnen heb gewerkt, ligt in de wc pot.
Eindelijk. De bevrijding! Het voelt zo heerlijk! Ik ben zo trots op mijzelf! En ook op mijn vriendin, die ik de laatste maand heb leren kennen.
“Dank je, Mia.”
Als ik de wc uitloop op weg naar de brunch, kijk ik er nog even naar. Wat voel ik mij nu goed!
De walging laat op zich wachten. Deze keer zal ik er niet om walgen. Ik voel me goed, machtig, dat gevoel neemt niemand van me af.
Ik heb dit onder controle, eerlijk waar. Dus maak je je alsjeblieft geen zorgen om mij.
Gemaakt: 31 mei 2013