31/08/2020, 10:22
De val
Non-HP“Als ik kerstversiering zou zijn,” zei het meisje, voordat ze in haar vaders armen in slaap viel en naar haar slaapkamertje werd gebracht, “zou ik een engel zijn, dan zou iedereen naar mij kijken!”
Het trotse gepiep werd onderdrukt door de altijd hulpvaardig ritselende slingers. Ik hield gespannen mijn adem in en wachtte totdat de lichten uit waren.
“Je had ons bijna verraden.” Boos wendde ik me tot de witte engel, waar ik iedere kerst bij in de buurt hing. Haar gouden haren vielen voor haar ogen toen ze zich gepikeerd omkeerde.
“Je bent gewoon jaloers.”
Ik wilde haar een tik geven, maar werd tegengehouden door Mishka, de enige aardige engel aan mijn takkendeel.
Kerst was niet alleen de gezelligste tijd van het jaar, het was voor ons de enige tijd samen. Bij sommigen was dit naar hun mooie hoofdje gestegen, die grepen elke kans om de aandacht van de mens te krijgen. De witte engel, als lievelingetje van het dochtertje van onze gastvrouw, was zo vaak gepoetst, dat mijn ogen ervan prikten. Gelukkig hing ze schuin boven mij en ving ik slechts een glimp van haar op als ik me tot haar wendde.
Het vredige nachtleven werd ruw verstoord. Onder ons knipperden de kerstboompjes alarmerend en leek de hele boom in rep en roer.
“Wat is er aan de hand?” schreeuwden ik en Mishka tegelijk naar beneden.
“Het is die Doerak!” Doerak was de gemeenste kat die ik ooit had gekend. Nadat Kitty, een aardige lapjeskat die altijd haar welgemeende excuses aanbood als één van ons door haar toedoen kapot viel, was overreden, had haar vervanger al meerdere van mijn soortgenoten op de laagste takken ten val gebracht.
“Hopelijk ben jij de volgende,” siste een stem boven mij venijnig. Een waarschuwende blik van Mishka voorkwam dat ik mijn boomrivale eigenhandig vliegles gaf. In plaats daarvan schatte ik onze kansen in.
De kater krabde hartgrondig aan de boomstam. Als hij zo door zou gaan, zou de boom geheid omvallen. Dat zou het einde van ons allemaal zijn.
Ik moest dit voorkomen.
“Sorry, Mish, maar het moet.”
Mishka had duidelijk mijn plan in mijn rode gloed gelezen. Angstig schudde ze van nee. “Ik wil je niet kwijt!” Haar noodkreet bezat de kracht om mijn dunne laagje te laten breken, maar ik was een koppige bol.
“Gewoon laten gaan, hij is vervangbaar.” In een vlaag van woede schommelde ik zo hard dat ik van mijn takje wipte en de witte engel met me meetrok. Haar doodsangst bracht mij een rustig gevoel over wat komen ging. Gezamenlijk tuimelden wij op de kater af. Ik voelde me in duizend stukjes versplinteren, zag de angst in de ogen van de kat die snel de benen nam en hoorde de geschrokken, doch opgeluchte stemmen van mijn soortgenoten. Daarna tolde de kamer sneller om me heen dan ik rond was geweest.
Een gilletje wekte mij. De handen van het meisje kwamen angstvallig dicht bij mijn scherven, maar reikten naar de kapot gevallen engel naast me. Snikkend streelde ze de goudblonde haren.
“Het komt wel goed, Enola, papa kan haar wel maken.” De vrouw pakte de scherven van de engel en legde alles veilig in de vensterbank.
En ik? Ik werd opgezogen door de stofzuiger met als enige trots de wetenschap dat ik iedereen had gered.
Gemaakt: 24 november 2008