31/08/2020, 10:19
Herinneringen
De waarheid van gisteren is de onzekerheid van vandaag en de illusie van morgen - Frank Volmer
Maar droevigheid duurt nooit lang. Een maand, misschien een jaar. Ze zullen je vergeten. Stuk voor stuk, of ze het nu door hebben of niet. Je wordt een herinnering dat steeds verder vervaagt. Na een tijdje vergeet men de kleur van je ogen, je lievelingssport, dat jij in dat vliegtuig zat. En, als ze eenmaal over die grens zijn, vergeten ze je naam en daarmee dat je hebt geleefd.
Een geur drong zich aan me op; sandelhout met een vleugje mint. Ergens, dieper dan mijn eigen lichaam, voelde ik een hart kloppen.
“Anna.”
Het was de eerste keer na jouw dood dat ik je rook. Op mijn reis naar boven werd ik belemmerd door mijn lakens. Mijn hand reikte naar mijn nachtkastje en pakte het fotolijstje.
Die grote, onschuldige ogen. Elke keer lukte het hen mij gerust te stellen. Je draagt dat ene jurkje, wit zodat je nog meer op een engel lijkt. Die zwarte haren van je, ze steken af bij de rest van de foto. Je vaders handen op je schouders gedrapeerd, en ik als trotse moeder op de achtergrond. Ach, lieve Anna, je bent nog maar een jaar weg en ik betrap me er nu al op dat ik niet meer precies weet hoe de lijnen van je lach eruit zien. Een vervagende herinnering, tot er uiteindelijk slechts grove potloodlijnen over zijn.
Vergeving is voor hen die niets hebben meegemaakt. Ik vraag je liever om begrip, hoop dat je kan begrijpen hoe mijn geheugen mij zo genadeloos in de steek laat.
Ergens klopt een hart. Staren donkerbruine ogen wezenloos voor zich uit. Een witte jurk kruipt omhoog bij een windvlaag, net zoals donkere haren door de wind alle kanten opgetrokken worden. De schets wordt langzaam ingekleurd, lijnen van een lach worden zichtbaar. Ergens.
Intuïtie, ik had er nooit in geloofd. Het behoorde in hetzelfde lijstje als geesten, magie, zesde zintuig, voelen dat iemand naar je staart…
En toch, terwijl ik de foto weer op het nachtkastje zette, kwam er kleur in de schets.
Jij leeft net zo hard als het kastje van hout is.
Bij deze openbaring wilde ik je tante bellen, mijn zus. Maar ik kon het niet over mijn hart verkrijgen haar weer lastig te moeten vallen.
Zij was één van de vele die je naam nooit meer uitsprak.
In plaats daarvan liep ik de smalle hal door. Ik wist nog hoe jij daar had gelopen. Met je armen gespreid naar het zonlicht dat tussen de lamellen doorkroop. Vroeger was jij bang voor de hal, maar sinds ik het helder blauw had geverfd was je er altijd te vinden. Daar, bij dat hoekje net boven de vloerbedekking, stond jouw handafdruk. O, wat had ik boos tegen je gedaan toen je die gele verf ergens anders kwijt wilde dan op je papier. Maar heimelijk moest ik hard om je lachen.
In de kamer naast de badkamer aangekomen, haalde ik een zwart album tevoorschijn. Een vergroot gezicht van jou, mijn lieve dochter, was bijna losgegaan. Als de telefoon niet was gegaan, zou ik hem direct weer lijmen. Maar nu liet ik het album met al jouw foto’s erin voor wat het was en nam ik telefoon aan.
Het was jouw tante. Ze vroeg of het wel helemaal goed met me ging. Tja, zo ging dat met tweelingzussen.
Mijn moeder is mijn naam vergeten. Daar is echter een hart van steen voor nodig. Moeders vergeten geen namen. De band tussen moeder en kind is vaak besproken, toch weten weinigen dat deze sterker is dan de band tussen tweelingen. Zeg nou zelf, wie geloofde niet dat mamma het kon zien als je een snoepje pikte? Zelfs al stond ze te kletsen met de buurvrouw…
“Anna?” Je vader keek me verdwaasd aan. Ik had het net zo goed over mijn vriendjes vóór hem kunnen hebben.
“Ze leeft, ik voel het.”
“Lieverd…”
Medelijden is voor hen die niets hebben meegemaakt. Het getuigd van onwetendheid, en is zo onnuttig. Ga eerst zelf wat meemaken, voordat je medelijden met een ander hebt.
“Je hebt nooit een kind gehad.” Hij sloeg zijn ogen neer.
“Ik voel dat ze niet is omge-, WAT!”
“Tien jaar geleden heb je een miskraam gehad, vanaf dat moment heb je… posttraumatische ervaringen. Je hebt Anna bedacht.”
Je vader was jouw naam vergeten.
Een foto zegt meer dan duizend woorden. Maar zelfs een foto is uit een zeker perspectief genomen. Een appel oogt nog zo rood en gezond op een foto, maar de binnenkant kan alleen in het echt gezien worden. De rotte binnenkant kan enkel geproefd worden, om daarna uit te spuwen. Zo bestaat het dat een foto kan liegen. Ja, zelfs manipuleren. Dan zeggen woorden toch meer dan één enkele foto.
Help me herinneren nooit meer met een psycholoog te trouwen. De afdruk was al in zijn wang voordat ik doorhad dat ik mijn hand hief. “Waag het niet dat nog eens te zeggen!”
“Anna heeft enkel in jouw hoofd bestaan, lief.”
Ik duwde mijn vingers in mijn oren, deze onzin hoefde ik niet te horen. Luid het nummer van k3 neuriënd, dat ene dat jij altijd zong over de regenboog, rende ik naar boven en pakte eerst het album om vervolgens het fotolijstje te pakken. Ik zou hem wel eens snel van zijn waanbeelden afhelpen.
“Hier!” Ik duwde hem het zwarte albumpje ruw in de handen.
Hij opende. Langzaam. Alsof ik beweerde dat drie maal drie toch echt zes was. Zijn ogen stonden op niets. Hij wilde gewoon niets zien, die vader van je! Door die daad… hij beledigde ons; jou en mij.
Ruw trok ik het album uit zijn handen en opende het op een willekeurige pagina. Lege pagina. Het zwarte papier staarde nietszeggend, niet jouw ogen zoals gebruikelijk. Spoedig werd mijn hele beeld net zo zwart als dat papier. Verslagen liet ik me door de duisternis grijpen.
Ergens op dit pad wacht er iemand op haar moeder. Vergeten door iedereen die haar ooit kende. Niet door haar moeder, juist niet. De band is sterk, een foto het bewijs. Maar herinneringen, herinneringen doen wat zij behoren te doen. Zij vervagen. De band verslapt, een foto verkleurd. Maar het meisje wacht. Want, heel misschien, gebeurt er het ondenkbare.
“Lief zusje, je weet dat ik het beste met je voor hebt. Maar Anna… Ze bestaat niet.”
Voordat je tante verder kon spreken had ik de hoorn al op de haak gelegd. Niet zij, niet ook zij. Ik pak het fotolijstje waar wij drieën op staan. Stonden. De schouders waar jouw vader ooit op had gesteund waren vervangen door mijn arm. Mijn arm die ooit om jouw ranke lichaam had gezeten. De zwarte haren die de hele foto uit zijn verband hadden getrokken, waren nu slechts een schaduw van je vaders handen.
Intuïtie behoorde tot hetzelfde lijstje als geesten, magie, zesde zintuig, voelen dat iemand naar je staart. Ik had nooit in dat lijstje geloofd.
En toch, terwijl ik het fotolijstje uit mijn handen liet vallen, was er niets waar ik vuriger naar verlangde dan naar één van die vijf. Ik nam een besluit, als er magie bestond dan zou mijn intuïtie me er naar toeleiden.
Dit was de enige manier om jou te redden uit de vergetelheid.
Jouw foto mocht nooit verkleuren.
Vroeger, toen ik net zo oud was als jij vlak voor je dood, geloofde ik. Magie was echt, ik geloofde heilig in de populaire televisieserie Charmed. Medium. The Ghostwhisperer. Ik geloofde in magie en alles daaromheen. En soms, als ik mijn ogen tot spleetjes maakte en naar buiten keek, had ik het gevoel dat ik werd bespied door een heks die op haar bezem zat.
Er was eens… Zo beginnen sprookjes, zo begint het bovennatuurlijke. Er was eens een man en een vrouw. Die laatste was een appeldief. Maar de appel was rot, ook al wist de vrouw het niet. Zij dacht dat de appel haar kennis bij zou brengen, en wel die waardoor ze het verschil tussen goed en kwaad zou weten. En, och, al was het haar verboden, die appel zag er zo smakelijk uit! Dus sloeg zij alle bezwaarlijkheden, elk twijfel, in de wind en at. Eerst smaakte de appel zoet, totdat ze door die buitenste laag kwam.
Had ze nu maar woorden gebruikt, in plaats van het plaatje gadegeslagen.
Vanaf dat moment hebben er Cleaners bestaan. Zij ruimen de zooi van mensen op. Van mensen die niet van die appel zouden eten, en daarvoor een gave hebben gekregen.
Ik stond op de top van de brug. Ja, ik was van plan me te laten vallen. Nee, ik wilde geen zelfmoord plegen. Snap het dan, Anna, dit was de enige manier. De enige om in contact te komen.
Ik heb het je nooit verteld, maar er was eens een brief. Ik was een jaar of elf. Mijn vader had me verboden hem aan te raken, hij vond de brief er te dreigend uitzien. Ik moest hem gelijk geven, met die gifgroene kleur waarmee de letters waren geschreven. Hij was trouwens niet aan mij geadresseerd, de postbode had hem ons gegeven aangezien de buren weg waren en de brief niet door de brievenbus paste.
Vader stond mij nog net toe de brief naar de buren te brengen, die avond. Liever had hij het niet gedaan. Ik verwachtte al half om half het gezicht van mijn buurjongen te zien. Maar toen de deur open ging… Het leek of de deur uit zichzelf open ging. Ik kan het niet beter uitleggen. Het grappige is dat ik buiten dat kleine dingetje niet meer kan herinneren hoe ik de brief daar heb neergelegd. Aan wie ik het heb gegeven, hoe hun huis eruit zag. Ik was namelijk nooit eerder in dat huis gekomen.
Nu, terwijl ik op zoek was naar magie, dacht ik aan mijn buurjongen.
“Luc McHeaden”
Toen liet ik mij vallen.
“Wie is dat?”
“De moeder van Anna.”
“Hmm, hun band was groter dan wij dachten, niet Luc?”
“Helaas wel. Tja, Amnesia kan enkel herinneringen wissen, maar banden… die zijn te groot om te wissen.”
“Waarom moest juist zij gewist worden?”
“Het is beter voor haar niet te weten dat Anna een heks is.”
“Maar, dat is onzin, jullie hebben zoveel Dreuzelkinderen.”
“Anna is geen normaal Dreuzelkind, zij zal groter en machtiger worden dan Jeweetwel ooit was.”
De Heler legde de dekens over het hoofd van de moeder van Anna. Als zij haar los had kunnen laten, de band had kunnen verslappen net als elke andere kennis van Anna, had zij niet dood hoeven gaan.
Maar de band tussen moeder en dochter is groter dan men denkt.
Gemaakt: 27 april 2008