31/08/2020, 10:18
De wei
Als je goed geworteld bent, kom je altijd weer tot bloei - Auteur onbekend
In het midden van de zonnecirkel,
Tijdens het langzaam zakken naar het westen,
Weent Chronos om een verloren hart,
Zet de tijd Platland ondersteboven.
“Leigh?”
“Ja, Ray?”
“Het gaat regenen.”
“En wij hebben geen seconde te verliezen.”
Hij zuchtte, haar stem had resoluut geklonken en ook in haar gezicht was geen twijfel te bekennen. Ze had gelijk, tijd was hun vijand. Met kleine stapjes maakte hij de ellips rond, stampte met zijn voeten op de inmiddels natte aarde en knikte kort als het teken naar Leigh.
Zij moesten de wereld van de ondergang redden, alleen zij konden dat. Het was een lange dag geweest, maar niet zonder voldoening. Het socialisme zou zegevieren.
Het zorgde voor een tintelend gevoel in zijn maag. Als een kind dat net voor de periode van zijn verjaardag zich afvroeg wat voor cadeautje hij kreeg. Die heerlijke spanning, de adrenaline die door het bloed stroomde, de vlinders… Hij keek stralend naar zijn Leigh met haar donkerrode haren die zo gewillig langs haar hoofd hingen. Toen hij haar net had leren kennen, had hij elke dag gezegd dat haar haren leken op de zon wanneer die uit het oosten kwam of naar het westen ging. Zo mooi, vurig rood waren haar haren. Bijna net zo vurig als zijzelf.
Het druppeltje werd groter, zijn hoofdhuid voelde onraad. Druppeltjes gleden onder zijn t-shirt en maakten zijn rug klets. Voor zover deze niet al klets was door het zweet.
“Het begint te schemeren, we moeten opschieten.”
De morgenstond heeft goud in de mond. Vanavond zouden ze niet gaan slapen, wist Leigh, ze zouden het te druk hebben met de voorbereidingen. Bovendien zou zij het daarnaast ook te druk hebben met hem. Zij moest haar geheim kwijt, en wanneer hij er goed op zou reageren… Nee, daar mocht ze nog niet aan denken. De ring brandde maar mocht geen aandacht krijgen tot het zover was om het de ochtendgloren te laten zien.
“Ray, we moeten ver-”
Een harde bonk deed haar opschrikken. Ray zakte in elkaar, haar aanstaande verloofde zakte in elkaar. Twee grote boze ogen staarden haar kwaadaardig aan en zouden nooit meer van haar netvlies verdwijnen.
Een haan kraaide in de verte en geprikkel in haar wang deed haar recht op zitten. Ze was in slaap gevallen, Ray was al begonnen met het ophangen van de anti-dictatuur borden. Verschrikt zag ze een houten takje bij haar voeten liggen en stopte ze deze gauw in haar schoen.
Na uren in de wei te hebben gewerkt, klonk Rays stem opeens weer.
“Leigh?”
“Ja, Ray?” antwoordde ze, terwijl ze ook de gouden ring die op de grond was gevallen verstopte.
“Het gaat regenen.”
“En wij hebben geen seconde te verliezen.”
De tijd was hun vriend.
Gemaakt: 2 augustus 2007