31/08/2020, 10:16
Dat moment
Wat duurt het lang voordat ik afval, ik krijg er honger van - Peter Pellens
“Wat was er eerder? De Heer van het Duister of de Vloek des Doods?
Hersenloze Dreuzels en Modderbloedjes zeggen wel eens dat beginnen bij het begin het makkelijkste is. Zij hebben de intelligentie en het inzicht niet om te weten dat dit onzin is.
Daarom begin ik met het einde. Omdat op het einde pas kan worden vastgesteld waar het ooit begon.”
Mijn maag rommelt. Altijd rommelt dat onding. Alsof hij wil zeggen wat ik allang weet. Maar ik mag er niet aan toegeven.
Ik ben een veelvraat. Ik eet om het eten, niet om de honger. Ik ben een veelvraat.
Dit heb ik onlangs ontdekt, en om eerlijk te zijn was het vreselijk om te ontdekken. Maar zelfs de spiegel vertelde me dat het waar was. Nu zit er een barst in.
Ik hobbel van de trap, hoor het vet heen en weer gaan. Het klotst in mijn oren, onaangenaam en schuldbewust. Maar ik mag niet opgeven, anders zouden de weken van heen en weer lopen op de trap en niet ontbijten in de Grote Zaal vergeefs zijn geweest. Nee, ik ontbijt lopend. Want als je loopt gaat het er direct af.
Toch zegt de weegschaal dat ik niet ben afgevallen. De idiote hersenloze Ravenklauwer die mij te slim af probeert te zijn. Een tikje van mijn toverstok, en de schijf draait naar een gewicht van tien kilo minder. Wie is er nu slimmer?
Ik lieg tegen mijzelf. Dat is moeilijk hoor, tegen jezelf liegen. Het moeilijkste is om jezelf te geloven. Omdat het zo doorzichtig is dat je liegt. Het kost me nu geen moeite meer om te begrijpen waarom Anderling altijd zo achterdochtig kijkt als ik zeg dat ik mijn schoenen niet kon vinden en dat ik daarom te laat ben. Daarom doe ik geen schoenen meer aan.
Bel vergezelt mij terwijl we naar de volgende les lopen. Als ze er niet was, had ik een Smekkie genomen. Want wat niemand ziet, komt er ook niet aan.
“Waarom zie jij zo wit?”
Bel’s grote ogen kijken me aan. Zie ik wit? Vast niet, ik rammel alleen en kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst gegeten heb.
“Hoezo?” grom ik.
Maar ik laat haar niet uitspreken want dan zie ik haar mond bewegen, en dat doet me denken aan eten. O, kon ik mijn knorrende maag maar vullen. Als ik hem niet te zien krijg, vreet ik Bel op. Ze is sappig genoeg.
“Zie je. Daar staat het. Dat is het einde. Een tel later was ik van de wereld, en het volgende moment lag ik hier. En nu, nu ik je dit vertelt heb, denk ik dat mijn hersens zo ver zijn om erachter te komen wat het begin was.
Ja, het begin. De reden van mijn lijden, mijn pijn, maar vooral mijn knorrende maag. Harry Potter.
Nee, het is niet dat ik hem op wilde vreten. Of zoiets. Alhoewel, het zou er de wereld niet slechter op maken. Nee, het had een meer doortrapte reden.”
“Zit je weer te janken, Snotter?”
“Hoe is het eigenlijk met de grote Vrind? Moest je holmaatje niet achter je aanlopen?”
“Draco… Laat dat!”
Ik hoor mijn eigen stem. Zwak, afgrijselijk.
“Voordat Anderling de deur open doet en er tien punten aftrekt.”
Het klinkt logisch in mijn oren. Maar de Zwadderaars lachen en grijnzen. Harry niet. Harry was gemener. Hij zou bij de professoren klagen. Ik snap niet waarom ik Draco afbekte. Want Draco… Draco is een God. En goden behoren aanbeden te worden.
“Vetkwal, ga eerst twintig kilo afvallen, je zal er van opknappen.”
Draco. Sinds wanneer valt hij mij aan? Misschien omdat Hermelien een arm op Harry’s schouder houdt. Het is een publiek geheim dat Draco bang is voor Hermelien. Als je het mij vraagt krijgt hij hartkloppingen van het kleine, lelijke, Modderbloedje, Lien.
“Neem dat terug.”
Harry. Zijn stem klinkt al even vastberaden als de mijne. Of Harry nou doelde op Draco’s opmerking over mij of over Ron, het mag niet baten. Ik voel dat mijn wangen beginnen te gloeien, wend mijn blik af en kijk in de ogen van Bel.
“Draco heeft gelijk, schat. Wil je ooit iemand versieren, moet je toch wat aan de lijn doen,” fluistert ze. Ergens weet ik dat ze het niet meent. Bel zou nooit zoiets tegen mij zeggen. Toch doet het zeer, en voel ik dat het waar is.
“Ik móést lijnen. Zou Bella en Draco laten zien dat ook ik slank kon zijn. En Harry. Natuurlijk Harry. Dat moment, dat kleine momentje, ligt voor altijd opgeslagen en zou er met geen Amnesia uit mijn hoofd te halen zijn. Het was het begin van een onmogelijk gevoel en een onmogelijk dieet. Het kleine momentje dat ik, Margriet Bullemans, niets liever wilde dan dat Harry doelde op Draco’s opmerking over mij.”
Gemaakt: 21 juli 2007