28/08/2020, 21:59
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 28/08/2020, 21:59 door Saskiaatje.)
25 Blauwkous
'Isa, wees nu niet zo onredelijk.' Ayla stampvoette, maar durfde Isa geen duw te geven omdat ze aan het schilderen was. Wat ze niet wist, was dat Isa een dempingsspreuk over haar omgeving had uitgesproken. Hoe hard Ayla ook schreeuwde, Isa hoorde niet meer dan een zacht gefluister.
Isa dacht niet eens aan onredelijkheid, of de mogelijkheid dat Ayla met haar zou willen praten. Ze schilderde. Het paard was nu af, hoewel Isa er alles behalve tevreden over was. Zelfs met haar Oermagische handen had ze er niet meer van kunnen maken dan een dikke pony. Ze was nooit goed geweest in dieren, maar wist diep van binnen dat het ook kwam van de stress, de spanning. Toch was ze vrolijk. Ze schilderde alles van zich af en verdiepte zich in de Magische Kinematica. Voor een beginner was het allemaal best aardig, de pony liep wat sloom en houterig, maar leek al net echt. Ze hield zichzelf voor om deze versie als blauwdruk, proefversie, zelf te houden en een nieuw doek te schilderen voor Perkamentus.
Isa spijbelde ook tijdens het blokuur Verweer tegen de Zwarte Kunsten, legde haar verfgerei opzij en liep op zoek naar zuurstof de grijze winterdag in. Aan de ene kant was ze blij. Ze was de hele week al blij. Oermagie-blij. Ze voelde kracht door haar aderen stromen die er nog nooit was geweest. Geluk, voelde dat zo? Tegelijkertijd moest dat blije gevoel nu vechten tegen een gevoel van verwarring, angst, schuldgevoel. Verwarring omdat haar niet duidelijk was wat haar plaats was op Zweinstein. Oké, ze hoorde bij Ravenklauw. Maar ze was een eerstejaars, terwijl ze sliep bij de zevendejaars. En die bleken nu ineens het hechtste trio van de school te zijn. Ze was zo blij geweest met het beetje vriendschap dat haar gegund was na al die jaren zonder. Maar was het echte vriendschap geweest? Vonden ze haar alleen zielig? Konden ze wel iemand anders dan elkaar vriendschap schenken? En dan was er nog het diep weggestopte schuldgevoel tegenover Ayla. Avond na avond had zij Isa geholpen met haar huiswerk. Oók Oude Runen. Avond na avond hadden ze uitgeput de verslagen en tabellen naast zich neergegooid en hadden ze gepraat. Over, besefte Isa nu, Isa. Nooit een woord over Ayla. Hetzelfde gold voor Muriël en Tyra. Ze kende hen niet, zij kenden haar alleen. Behalve onmacht (Isa wist zéker dat ze aan die drie-eenheid niets kon doen) kwam er nu ook boosheid in haar op. Waarom was dit niet eerder opgevallen? Ze had het hele boek van Brenda Wendekind gelezen, waarom had ze hier overheen gelezen? Waarom hadden haar ogen de lettertjes wel gevolgd, maar was de boodschap niet doorgedrongen? Ze pakte haar toverstok en wees op een afgebroken tak op de grond.
'Reducto.' De tak spatte met een droge knap uit elkaar. Een paar grotere takken nu, een meter of tien van haar vandaan.
'Reducto! Reducto, reducto, reducto!' Een heftig gekraak en rondvliegende houtsplinters. Isa wendde haar gezicht af. Een jonge boom, aan de rand van het bos.
'Reducto!' De kracht blies haar tegen de grond terwijl de boom spleet. De wilg aan de andere kant van het meer. Zou ze hem halen? Zou haar straal hard genoeg zijn? Ze krabbelde overeind.
'Beetje 't bos lopen mollen, juffie?'
Hagrid kwam aangeklost, terwijl Dop om hem heen cirkelde, een kleinere gestalte in zijn kielzog. Sascha, zag Isa nu tot haar verbazing. Ze voelde zich onmiddellijk ontzettend dom en kinderachtig, maar tegelijkertijd trots. Kracht in toverkracht! Hij kon veel zeggen, maar dat had ze nu wel duidelijk gemaakt. Ze stopte haar toverstok terug in haar zak.
'Hebbie ruzie met iemand?' grinnikte Hagrid.
'Goeiemiddag, Isabella,' glimlachte Sascha, 'ik zei al tegen Hagrid: volgens mij hebben we een losgeslagen Erumpent of een dolle Graphorn in het bos. Maar het valt me nog alles mee.'
'Hoi,' grijnsde Isa schaapachtig.
'Dat was een serie mooie spreuken, zeg,' knikte hij goedkeurend, terwijl hij met zijn schoen door de houtsnippers veegde.
'Dankje,' glunderde Isa.
'Ik gaat maar weer eens op huis an,' reageerde Hagrid monter, wijzend op zijn hutje honderd meter verderop.
'Bedankt voor de thee, Hagrid,' riep Sascha hem lachend na. 'Professor Perkamentus had gezegd dat je nog les had,' ging hij, nu serieuzer, verder tegen Isa.
'Ik spijbel,' knikte Isa.
'Dat heeft vast iets te maken met je Oermagie,' merkte Sascha op.
Isa keek hem vragend aan. Ze konden het ook niet laten zich altijd met haar te bemoeien!
'Ik ben hier niet voor niets, hè,' glimlachte hij. Hij hield de deur voor haar open en stapte achter haar naar binnen. 'We gaan naar het kantoor van het schoolhoofd.'
Isa bleef staan middenin de hal.
'O nee, daar ga ik niet heen.'
'Hij is er zelf niet, hij heeft ons alleen de gelegenheid gegeven om te praten zonder dat we gestoord of afgeluisterd worden.' Sascha wenkte haar met zijn ogen.
Hij was galant, liet haar voorgaan op de draaiende wenteltrap en hield de deur voor haar open. Hij had gelijk; geen Perkamentus.
'Iets te drinken?' Zijn jas hing alweer aan de kapstok terwijl hij een kop koffie op het houten tafeltje voor de haard liet neerzakken.
'Nee, dankjewel,' antwoordde ze koel. Ze wist dat ze deze houding niet vol kon houden. Niet bij Sascha. Hij keek er dwars doorheen. Natuurlijk, daar was hij voor, daarom had Perkamentus hem gevraagd.
Het bleef stil. Hij liet haar wennen aan het idee. De situatie. Ze gingen praten. Over Oermagie. Háár Oermagie. Hij wist ervan. Hij nam een slok koffie en zette de mok terug op het tafeltje. Hij volgde haar blik naar de openhaard. Vlammen likten aan het droge hout. Af en toe knapte een luchtbel.
'Mooi hè?' zei hij zacht. 'Een exotherme reactie; net magie.'
Isa zweeg.
'Ja, ik ben hier in opdracht van Perkamentus,' gaf hij toe, 'maar het is voor mij minstens net zo moeilijk om je alles te vertellen, Isabella. Ik hoop alleen dat je het geduld op kunt brengen naar me te luisteren en het vertrouwen om me te geloven.'
Ze haalde haar schouders op.
'Je vader heeft je een verhaal verteld,' begon hij, 'daarbij heeft hij waarschijnlijk een herinnering uit zijn eigen geheugen aan jou gegeven.'
Isa knikte.
'Dat is belangrijk om te weten,' glimlachte Sascha opgelucht, 'die herinnering is belangrijk, Isabella. En belangrijker nog: hij is alleen van jou.'
'Vertel alles maar,' zuchtte ze, 'ik luister.'
'De hele week al, ben je in een uitzonderlijk goede stemming. Je krachten zijn duidelijk toegenomen op magisch gebied, te zien aan het feit dat je bomen aan het splijten bent en zelfs van plan was de Beukwilg aan te vallen.'
'Dat komt door mijn Oermagie,' zei Isa schouderophalend, boos dat Perkamentus haar voor de zoveelste keer had laten schaduwen.
'Dat is wat je vader je heeft verteld, ja. Maar er is meer, Isabella. Je vader heeft niet het hele verhaal verteld. Het verhaal begint op 25 augustus 1954, bij je geboorte. Perkamentus had je ouders gevraagd of hij bij de bevalling van je moeder aanwezig mocht zijn. Hij wist van jullie afkomst en had veel gelezen over de speciale verschijnselen die te zien en te voelen zijn bij de geboorte van een nieuw Oermagisch kind. Hij kwam onmiddellijk toen je vader hem liet weten dat de weeën waren begonnen. Alles verliep perfect, maar van de Oermagie was nog niets te zien. Pas op het moment dat je moeder je begon te baren, verscheen het teken waar Perkamentus veel over had gelezen: de regenboog.'
'Ik ben geboren onder een regenboog?' vroeg Isa ongelovig.
'Het moet een behoorlijk spektakel geweest zijn,' knikte Sascha, 'Perkamentus was diep onder de indruk. Maar hij vergat niet om de situatie te onderzoeken, zijn blik was meteen gevallen op het einde van de regenboog. Nadat hij een proefopstelling had opgezet om de vrijkomende energie te analyseren, boog hij zich over de aardewerken pot met goudstukken.'
Probeerde hij haar nu in de maling te nemen? Isa schudde haar hoofd. Hij was er niet de persoon voor. Maar een pot met goud, het einde van de regenboog… Ze moest moeite doen om haar lachen in te houden. Het einde van de regenboog was onbereikbaar! Ze zocht automatisch zijn ogen, ving zijn blik. Hij glimlachte.
'Ja. Kijk maar,' zei hij, 'zoek maar. Ik had al verwacht dat je me niet meteen zou vertrouwen.'
Nu bloosde Isa. Zo had ze het niet bedoeld, het was gewoon… Moeilijk om zoiets meteen te geloven. Maar hij vroeg het haar, dus ze keek in de bebrilde grijze ogen van haar gesprekspartner, op zoek naar een teken van leugen. Niets. Hij knipperde niet met zijn ogen en sloeg ze niet neer. Hij ving nu haar blik. En haar aandacht.
'Albus Perkamentus maakte op dat moment in zijn jeugdige enthousiasme de grootste fout die hij ooit heeft gemaakt. Hij heeft heel veel verschillende spreuken moeten uitspreken om bezweringen te doorbreken die de pot omhulden, maar hij wist uiteindelijk tien goudstukken uit de pot te pakken, om ze bestuderen. Je ouders hebben hiermee ingestemd. Toen je navelstreng werd doorgeknipt, verdween de regenboog, maar de apparatuur detecteerde nog steeds een hoge mate van een onbekende soort energie.'
'Wat was de fout?' vroeg Isa ongeduldig.
'Albus was altijd al een krachtige tovenaar geweest, maar sinds hij de munten had, werd dat gevoel sterker. Hij had het idee alsof hij alles kon, de moeilijkste bezweringen waren geen probleem meer, hij genas de wonde die hij tien jaar eerder opliep in een zwaar gevecht. Het was een ongekende kracht die door zijn aderen vloeide. Laten we zeggen dat hij hetzelfde gevoel had, dat jij nu ook hebt, maar dan sterker. Hij kwam tot een snelle conclusie: de Oermagie zat in de goudstukken. De volgende conclusie volgde daar logischerwijs uit: in de verkeerde handen, konden de goudstukken meer schade dan goed doen. Kortom: Perkamentus wilde er vanaf. Behalve bij een bevalling was er in de literatuur geen beschrijving van een pot goud bij andere zeldzame Oermagische gebeurtenissen. Hij keerde terug naar je ouders en vroeg hen nog een kind te baren, zodat hij de goudstukken terug kon leggen.'
'Wát?' riep Isa, 'De lamstraal! Mochten mijn ouders zijn probleem oplossen!?'
'Iets soortgelijks kreeg hij te horen van je ouders,' knikte Sascha, 'ze wilden niet nog een kind. Bovendien was het helemaal niet zeker dat daar opnieuw Oermagische verschijnselen aan te pas zouden komen, zoals de regenboog. Perkamentus legde zijn bezorgdheid uit, bood aan het kind te adopteren, maar je ouders weigerden iedere medewerking te verlenen. Perkamentus had zichzelf opgezadeld met een probleem dat uit tien delen bestond. Uiteindelijk haalde hij je ouders over om drie goudstukken aan te nemen, één voor je vader, één voor je moeder en één voor jou. Het was tenslotte jullie kracht en die wilde hij jullie niet onthouden. Een paar dagen later wist hij je vader te ontfutselen dat er een familie-erfstuk werd doorgegeven van vader op zoon in de vorm van een gedachte. Hij haalde hem over om door middel van een ingewikkelde spreuk het goudstuk in de bouwen in die gedachte.'
Isa's blik werd wazig en ze zocht in haar hoofd naar de herinnering van Rowena. Een herinnering die nu een gouden glans had. Ze had goud in haar hoofd! Tranen welden op onder haar gesloten oogleden.
'Je bezit een erfstuk waar je zuinig op moet zijn, Isabella, in verkeerde handen doet het inderdaad meer goed dan kwaad. Perkamentus vraagt je om het zo goed als je kunt te beschermen.'
Ze knikte en haalde vluchtig haar hand onder haar ogen door.
'Wat is er gebeurd met de andere goudstukken?' fluisterde ze.
Sascha's gezicht betrok, hij sloeg zijn ogen neer.
'Op 17 maart 1958 viel Voldemort jullie huis binnen. Hij bedreigde je ouders en je vader aarzelde geen moment. Hij gaf alledrie de goudstukken af. De maat was vol. Je ouders besloten nooit meer iets met de tovenaarswereld te maken te willen hebben. Het was te gevaarlijk. Voor henzelf, en ook voor jou.'
Isa slikte haar nieuwe opkomende tranen weg. 'Drie en de herinnering is vier. Er waren er toch tien?'
'Ik was ook nog niet klaar.' Zijn ogen bleven serieus. 'Perkamentus heeft over de andere zes goudstukken een bezwering uitgesproken waardoor ze opgeborgen kunnen worden als energie in voorwerpen. Vervolgens heeft hij ze aan zijn feniks, Felix, gegeven. Opdat nooit iemand die hem onder de Imperiusvloek krijgt, ziet waar de goudstukken zich bevinden. Het is onbekend wat Felix met de goudstukken heeft gedaan, al zijn er vermoedens over bepaalde tovenaarsfamilies die een stuk in hun bezit zouden hebben.'
Isa knikte. 'Triginta?'
'Triginta,' bevestigde Sascha. 'Maar er is tot op heden geen bewijs dat Triginta inderdaad een goudstuk bezat.'
'En nu?'
'Er is een speciale groep vrijwilligers die actief op zoek is naar magische regenbogen,' legde Sascha uit, 'ze heten de Regenboogjagers. Als er een regenboog gesignaleerd wordt, zijn ze er snel bij. Ze kunnen voelen of er Oermagie in het spel is omdat ze daarop zijn getraind. Als dat het geval is moeten ze alarm slaan naar Felix, die een goudstuk zal bezorgen dat teruggelegd kan worden. Dit is pas één keer gebeurd, met het goudstuk dat in het bezit was van een goede vriend van Perkamentus; Nicolaas Flamel. Het is nog steeds niet duidelijk wat de magische regenboog op 31 juli 1965 in het plaatsje Chipping Sodbury deed. Maar we klagen niet. Elk stuk minder op de wereld is meegenomen. Perkamentus is er vrij zeker van dat niemand anders tot op heden een stuk aan de pot heeft weten te ontfutselen, het waren zeer moeilijke defensiespreuken die hem omringden en de regenbogen zijn zeldzaam. Er circuleren nu dus nog negen goudstukken, waarvan Voldemort er drie heeft en jij één. De rest is ondergedoken. Sinds de moord op onze leidster is onbekend wie er allemaal aangesloten is bij de Regenboogjagers. We kennen elkaar niet.'
'Jij ook?' vroeg Isa verbaasd.
'Ach, ik zie wel eens wat.' Sascha haalde zijn schouders op. 'Het is goed om spionnen te hebben in de Dreuzelwereld.'
'Spionnen,' herhaalde Isa gedachteloos.
'Er zou een spion in het spel zijn geweest die informatie doorspeelde naar Voldemort,' vulde Sascha aan.
'En?' vroeg Isa geschokt.
Sascha schudde zijn hoofd. 'Nooit bewezen.'
Het was even stil.
'Ik weet niet hoe ik me nu moet voelen,' stelde Isa.
Hij leek even na te denken.
'Wetend.'
Ze keek hem niet-begrijpend aan.
'Je bent je er nu van bewust dat je iets bezit dat anderen niet bezitten en ook niet mogen bezitten. Daar ben ik blij om. Dat is genoeg.'
'Je klinkt als Perkamentus,' spotte ze.
'Bedankt voor het compliment.' Hij glimlachte.
'Je zult toch moeten toegeven dat hij een zeer bekwaam tovenaar is.'
'Dat ben jij ook,' reageerde ze prompt.
Een nieuwe glimlach. 'Niet te vergelijken.'
Ze zwegen opnieuw tot Sascha met zijn vingers kort op de tafel trommelde en zijn jas van de kapstok Sommeerde.
'Ik heb vanavond nog een college, dus als je me wilt excuseren…'
'Ja, natuurlijk,' ze stond op en twijfelde. Moest ze iemand die haar een verhaal vertelde waarom ze niet had gevraagd bedanken? Bovendien had ze nog een vraag, eentje die ze al in haar hoofd had vanaf het moment dat ze besefte wat Oermagie inhield. Extra kracht. Als ze het wilde vragen, moest het nu. Ze had geen idee wanneer ze hem weer ging zien.
'Sascha?'
Hij draaide zich om, de deurklink in zijn hand.
'Kun jij me leren Verschijnselen?'
Hij fronste zijn wenkbrauwen. 'Krijgen jullie daar tegenwoordig geen cursus meer in?'
'Jawel, maar die is al een maand geleden begonnen.'
'Dan ziet het er naar uit dat je te laat bent.'
Ze draaide met haar voet rondjes op de grond.
'Sorry, Isabella, maar ik ben geen Verdwijnselinstructeur. Je zou aan Perkamentus moeten vragen of je nog mee kunt doen.'
'Kun jij hem dat niet vragen?' opperde Isa voorzichtig.
Sascha lachte hard. 'Nee, dat zul je echt zelf moeten doen.'
'Ik ga hem toch niet vrijwillig opzoeken,' mokte Isa verongelijkt.
'Weet je wat jij moet doen?' grinnikte hij, 'Stoppen met zoeken en beginnen met vinden.'
Hij liet haar verbouwereerd achter.
Ze zat nog steeds in gedachten verzonken toen achter haar het geklapper van vleugels klonk. Felix de feniks was teruggekeerd op zijn stok bij de deur en liet haar onbedoeld schrikken. Hoe vriendelijk hij ook naar haar keek, ze hapte naar adem, graaide het verschenen stuk perkament van de vloer en rende ermee terug naar haar leerlingenkamer. Daar vouwde ze de nieuwe boodschap open.
Eenmaal voorbestemd kan weigeren niet,
hoger dan de hemel, achter de regenboog is het doel.
'Isa, wees nu niet zo onredelijk.' Ayla stampvoette, maar durfde Isa geen duw te geven omdat ze aan het schilderen was. Wat ze niet wist, was dat Isa een dempingsspreuk over haar omgeving had uitgesproken. Hoe hard Ayla ook schreeuwde, Isa hoorde niet meer dan een zacht gefluister.
Isa dacht niet eens aan onredelijkheid, of de mogelijkheid dat Ayla met haar zou willen praten. Ze schilderde. Het paard was nu af, hoewel Isa er alles behalve tevreden over was. Zelfs met haar Oermagische handen had ze er niet meer van kunnen maken dan een dikke pony. Ze was nooit goed geweest in dieren, maar wist diep van binnen dat het ook kwam van de stress, de spanning. Toch was ze vrolijk. Ze schilderde alles van zich af en verdiepte zich in de Magische Kinematica. Voor een beginner was het allemaal best aardig, de pony liep wat sloom en houterig, maar leek al net echt. Ze hield zichzelf voor om deze versie als blauwdruk, proefversie, zelf te houden en een nieuw doek te schilderen voor Perkamentus.
Isa spijbelde ook tijdens het blokuur Verweer tegen de Zwarte Kunsten, legde haar verfgerei opzij en liep op zoek naar zuurstof de grijze winterdag in. Aan de ene kant was ze blij. Ze was de hele week al blij. Oermagie-blij. Ze voelde kracht door haar aderen stromen die er nog nooit was geweest. Geluk, voelde dat zo? Tegelijkertijd moest dat blije gevoel nu vechten tegen een gevoel van verwarring, angst, schuldgevoel. Verwarring omdat haar niet duidelijk was wat haar plaats was op Zweinstein. Oké, ze hoorde bij Ravenklauw. Maar ze was een eerstejaars, terwijl ze sliep bij de zevendejaars. En die bleken nu ineens het hechtste trio van de school te zijn. Ze was zo blij geweest met het beetje vriendschap dat haar gegund was na al die jaren zonder. Maar was het echte vriendschap geweest? Vonden ze haar alleen zielig? Konden ze wel iemand anders dan elkaar vriendschap schenken? En dan was er nog het diep weggestopte schuldgevoel tegenover Ayla. Avond na avond had zij Isa geholpen met haar huiswerk. Oók Oude Runen. Avond na avond hadden ze uitgeput de verslagen en tabellen naast zich neergegooid en hadden ze gepraat. Over, besefte Isa nu, Isa. Nooit een woord over Ayla. Hetzelfde gold voor Muriël en Tyra. Ze kende hen niet, zij kenden haar alleen. Behalve onmacht (Isa wist zéker dat ze aan die drie-eenheid niets kon doen) kwam er nu ook boosheid in haar op. Waarom was dit niet eerder opgevallen? Ze had het hele boek van Brenda Wendekind gelezen, waarom had ze hier overheen gelezen? Waarom hadden haar ogen de lettertjes wel gevolgd, maar was de boodschap niet doorgedrongen? Ze pakte haar toverstok en wees op een afgebroken tak op de grond.
'Reducto.' De tak spatte met een droge knap uit elkaar. Een paar grotere takken nu, een meter of tien van haar vandaan.
'Reducto! Reducto, reducto, reducto!' Een heftig gekraak en rondvliegende houtsplinters. Isa wendde haar gezicht af. Een jonge boom, aan de rand van het bos.
'Reducto!' De kracht blies haar tegen de grond terwijl de boom spleet. De wilg aan de andere kant van het meer. Zou ze hem halen? Zou haar straal hard genoeg zijn? Ze krabbelde overeind.
'Beetje 't bos lopen mollen, juffie?'
Hagrid kwam aangeklost, terwijl Dop om hem heen cirkelde, een kleinere gestalte in zijn kielzog. Sascha, zag Isa nu tot haar verbazing. Ze voelde zich onmiddellijk ontzettend dom en kinderachtig, maar tegelijkertijd trots. Kracht in toverkracht! Hij kon veel zeggen, maar dat had ze nu wel duidelijk gemaakt. Ze stopte haar toverstok terug in haar zak.
'Hebbie ruzie met iemand?' grinnikte Hagrid.
'Goeiemiddag, Isabella,' glimlachte Sascha, 'ik zei al tegen Hagrid: volgens mij hebben we een losgeslagen Erumpent of een dolle Graphorn in het bos. Maar het valt me nog alles mee.'
'Hoi,' grijnsde Isa schaapachtig.
'Dat was een serie mooie spreuken, zeg,' knikte hij goedkeurend, terwijl hij met zijn schoen door de houtsnippers veegde.
'Dankje,' glunderde Isa.
'Ik gaat maar weer eens op huis an,' reageerde Hagrid monter, wijzend op zijn hutje honderd meter verderop.
'Bedankt voor de thee, Hagrid,' riep Sascha hem lachend na. 'Professor Perkamentus had gezegd dat je nog les had,' ging hij, nu serieuzer, verder tegen Isa.
'Ik spijbel,' knikte Isa.
'Dat heeft vast iets te maken met je Oermagie,' merkte Sascha op.
Isa keek hem vragend aan. Ze konden het ook niet laten zich altijd met haar te bemoeien!
'Ik ben hier niet voor niets, hè,' glimlachte hij. Hij hield de deur voor haar open en stapte achter haar naar binnen. 'We gaan naar het kantoor van het schoolhoofd.'
Isa bleef staan middenin de hal.
'O nee, daar ga ik niet heen.'
'Hij is er zelf niet, hij heeft ons alleen de gelegenheid gegeven om te praten zonder dat we gestoord of afgeluisterd worden.' Sascha wenkte haar met zijn ogen.
Hij was galant, liet haar voorgaan op de draaiende wenteltrap en hield de deur voor haar open. Hij had gelijk; geen Perkamentus.
'Iets te drinken?' Zijn jas hing alweer aan de kapstok terwijl hij een kop koffie op het houten tafeltje voor de haard liet neerzakken.
'Nee, dankjewel,' antwoordde ze koel. Ze wist dat ze deze houding niet vol kon houden. Niet bij Sascha. Hij keek er dwars doorheen. Natuurlijk, daar was hij voor, daarom had Perkamentus hem gevraagd.
Het bleef stil. Hij liet haar wennen aan het idee. De situatie. Ze gingen praten. Over Oermagie. Háár Oermagie. Hij wist ervan. Hij nam een slok koffie en zette de mok terug op het tafeltje. Hij volgde haar blik naar de openhaard. Vlammen likten aan het droge hout. Af en toe knapte een luchtbel.
'Mooi hè?' zei hij zacht. 'Een exotherme reactie; net magie.'
Isa zweeg.
'Ja, ik ben hier in opdracht van Perkamentus,' gaf hij toe, 'maar het is voor mij minstens net zo moeilijk om je alles te vertellen, Isabella. Ik hoop alleen dat je het geduld op kunt brengen naar me te luisteren en het vertrouwen om me te geloven.'
Ze haalde haar schouders op.
'Je vader heeft je een verhaal verteld,' begon hij, 'daarbij heeft hij waarschijnlijk een herinnering uit zijn eigen geheugen aan jou gegeven.'
Isa knikte.
'Dat is belangrijk om te weten,' glimlachte Sascha opgelucht, 'die herinnering is belangrijk, Isabella. En belangrijker nog: hij is alleen van jou.'
'Vertel alles maar,' zuchtte ze, 'ik luister.'
'De hele week al, ben je in een uitzonderlijk goede stemming. Je krachten zijn duidelijk toegenomen op magisch gebied, te zien aan het feit dat je bomen aan het splijten bent en zelfs van plan was de Beukwilg aan te vallen.'
'Dat komt door mijn Oermagie,' zei Isa schouderophalend, boos dat Perkamentus haar voor de zoveelste keer had laten schaduwen.
'Dat is wat je vader je heeft verteld, ja. Maar er is meer, Isabella. Je vader heeft niet het hele verhaal verteld. Het verhaal begint op 25 augustus 1954, bij je geboorte. Perkamentus had je ouders gevraagd of hij bij de bevalling van je moeder aanwezig mocht zijn. Hij wist van jullie afkomst en had veel gelezen over de speciale verschijnselen die te zien en te voelen zijn bij de geboorte van een nieuw Oermagisch kind. Hij kwam onmiddellijk toen je vader hem liet weten dat de weeën waren begonnen. Alles verliep perfect, maar van de Oermagie was nog niets te zien. Pas op het moment dat je moeder je begon te baren, verscheen het teken waar Perkamentus veel over had gelezen: de regenboog.'
'Ik ben geboren onder een regenboog?' vroeg Isa ongelovig.
'Het moet een behoorlijk spektakel geweest zijn,' knikte Sascha, 'Perkamentus was diep onder de indruk. Maar hij vergat niet om de situatie te onderzoeken, zijn blik was meteen gevallen op het einde van de regenboog. Nadat hij een proefopstelling had opgezet om de vrijkomende energie te analyseren, boog hij zich over de aardewerken pot met goudstukken.'
Probeerde hij haar nu in de maling te nemen? Isa schudde haar hoofd. Hij was er niet de persoon voor. Maar een pot met goud, het einde van de regenboog… Ze moest moeite doen om haar lachen in te houden. Het einde van de regenboog was onbereikbaar! Ze zocht automatisch zijn ogen, ving zijn blik. Hij glimlachte.
'Ja. Kijk maar,' zei hij, 'zoek maar. Ik had al verwacht dat je me niet meteen zou vertrouwen.'
Nu bloosde Isa. Zo had ze het niet bedoeld, het was gewoon… Moeilijk om zoiets meteen te geloven. Maar hij vroeg het haar, dus ze keek in de bebrilde grijze ogen van haar gesprekspartner, op zoek naar een teken van leugen. Niets. Hij knipperde niet met zijn ogen en sloeg ze niet neer. Hij ving nu haar blik. En haar aandacht.
'Albus Perkamentus maakte op dat moment in zijn jeugdige enthousiasme de grootste fout die hij ooit heeft gemaakt. Hij heeft heel veel verschillende spreuken moeten uitspreken om bezweringen te doorbreken die de pot omhulden, maar hij wist uiteindelijk tien goudstukken uit de pot te pakken, om ze bestuderen. Je ouders hebben hiermee ingestemd. Toen je navelstreng werd doorgeknipt, verdween de regenboog, maar de apparatuur detecteerde nog steeds een hoge mate van een onbekende soort energie.'
'Wat was de fout?' vroeg Isa ongeduldig.
'Albus was altijd al een krachtige tovenaar geweest, maar sinds hij de munten had, werd dat gevoel sterker. Hij had het idee alsof hij alles kon, de moeilijkste bezweringen waren geen probleem meer, hij genas de wonde die hij tien jaar eerder opliep in een zwaar gevecht. Het was een ongekende kracht die door zijn aderen vloeide. Laten we zeggen dat hij hetzelfde gevoel had, dat jij nu ook hebt, maar dan sterker. Hij kwam tot een snelle conclusie: de Oermagie zat in de goudstukken. De volgende conclusie volgde daar logischerwijs uit: in de verkeerde handen, konden de goudstukken meer schade dan goed doen. Kortom: Perkamentus wilde er vanaf. Behalve bij een bevalling was er in de literatuur geen beschrijving van een pot goud bij andere zeldzame Oermagische gebeurtenissen. Hij keerde terug naar je ouders en vroeg hen nog een kind te baren, zodat hij de goudstukken terug kon leggen.'
'Wát?' riep Isa, 'De lamstraal! Mochten mijn ouders zijn probleem oplossen!?'
'Iets soortgelijks kreeg hij te horen van je ouders,' knikte Sascha, 'ze wilden niet nog een kind. Bovendien was het helemaal niet zeker dat daar opnieuw Oermagische verschijnselen aan te pas zouden komen, zoals de regenboog. Perkamentus legde zijn bezorgdheid uit, bood aan het kind te adopteren, maar je ouders weigerden iedere medewerking te verlenen. Perkamentus had zichzelf opgezadeld met een probleem dat uit tien delen bestond. Uiteindelijk haalde hij je ouders over om drie goudstukken aan te nemen, één voor je vader, één voor je moeder en één voor jou. Het was tenslotte jullie kracht en die wilde hij jullie niet onthouden. Een paar dagen later wist hij je vader te ontfutselen dat er een familie-erfstuk werd doorgegeven van vader op zoon in de vorm van een gedachte. Hij haalde hem over om door middel van een ingewikkelde spreuk het goudstuk in de bouwen in die gedachte.'
Isa's blik werd wazig en ze zocht in haar hoofd naar de herinnering van Rowena. Een herinnering die nu een gouden glans had. Ze had goud in haar hoofd! Tranen welden op onder haar gesloten oogleden.
'Je bezit een erfstuk waar je zuinig op moet zijn, Isabella, in verkeerde handen doet het inderdaad meer goed dan kwaad. Perkamentus vraagt je om het zo goed als je kunt te beschermen.'
Ze knikte en haalde vluchtig haar hand onder haar ogen door.
'Wat is er gebeurd met de andere goudstukken?' fluisterde ze.
Sascha's gezicht betrok, hij sloeg zijn ogen neer.
'Op 17 maart 1958 viel Voldemort jullie huis binnen. Hij bedreigde je ouders en je vader aarzelde geen moment. Hij gaf alledrie de goudstukken af. De maat was vol. Je ouders besloten nooit meer iets met de tovenaarswereld te maken te willen hebben. Het was te gevaarlijk. Voor henzelf, en ook voor jou.'
Isa slikte haar nieuwe opkomende tranen weg. 'Drie en de herinnering is vier. Er waren er toch tien?'
'Ik was ook nog niet klaar.' Zijn ogen bleven serieus. 'Perkamentus heeft over de andere zes goudstukken een bezwering uitgesproken waardoor ze opgeborgen kunnen worden als energie in voorwerpen. Vervolgens heeft hij ze aan zijn feniks, Felix, gegeven. Opdat nooit iemand die hem onder de Imperiusvloek krijgt, ziet waar de goudstukken zich bevinden. Het is onbekend wat Felix met de goudstukken heeft gedaan, al zijn er vermoedens over bepaalde tovenaarsfamilies die een stuk in hun bezit zouden hebben.'
Isa knikte. 'Triginta?'
'Triginta,' bevestigde Sascha. 'Maar er is tot op heden geen bewijs dat Triginta inderdaad een goudstuk bezat.'
'En nu?'
'Er is een speciale groep vrijwilligers die actief op zoek is naar magische regenbogen,' legde Sascha uit, 'ze heten de Regenboogjagers. Als er een regenboog gesignaleerd wordt, zijn ze er snel bij. Ze kunnen voelen of er Oermagie in het spel is omdat ze daarop zijn getraind. Als dat het geval is moeten ze alarm slaan naar Felix, die een goudstuk zal bezorgen dat teruggelegd kan worden. Dit is pas één keer gebeurd, met het goudstuk dat in het bezit was van een goede vriend van Perkamentus; Nicolaas Flamel. Het is nog steeds niet duidelijk wat de magische regenboog op 31 juli 1965 in het plaatsje Chipping Sodbury deed. Maar we klagen niet. Elk stuk minder op de wereld is meegenomen. Perkamentus is er vrij zeker van dat niemand anders tot op heden een stuk aan de pot heeft weten te ontfutselen, het waren zeer moeilijke defensiespreuken die hem omringden en de regenbogen zijn zeldzaam. Er circuleren nu dus nog negen goudstukken, waarvan Voldemort er drie heeft en jij één. De rest is ondergedoken. Sinds de moord op onze leidster is onbekend wie er allemaal aangesloten is bij de Regenboogjagers. We kennen elkaar niet.'
'Jij ook?' vroeg Isa verbaasd.
'Ach, ik zie wel eens wat.' Sascha haalde zijn schouders op. 'Het is goed om spionnen te hebben in de Dreuzelwereld.'
'Spionnen,' herhaalde Isa gedachteloos.
'Er zou een spion in het spel zijn geweest die informatie doorspeelde naar Voldemort,' vulde Sascha aan.
'En?' vroeg Isa geschokt.
Sascha schudde zijn hoofd. 'Nooit bewezen.'
Het was even stil.
'Ik weet niet hoe ik me nu moet voelen,' stelde Isa.
Hij leek even na te denken.
'Wetend.'
Ze keek hem niet-begrijpend aan.
'Je bent je er nu van bewust dat je iets bezit dat anderen niet bezitten en ook niet mogen bezitten. Daar ben ik blij om. Dat is genoeg.'
'Je klinkt als Perkamentus,' spotte ze.
'Bedankt voor het compliment.' Hij glimlachte.
'Je zult toch moeten toegeven dat hij een zeer bekwaam tovenaar is.'
'Dat ben jij ook,' reageerde ze prompt.
Een nieuwe glimlach. 'Niet te vergelijken.'
Ze zwegen opnieuw tot Sascha met zijn vingers kort op de tafel trommelde en zijn jas van de kapstok Sommeerde.
'Ik heb vanavond nog een college, dus als je me wilt excuseren…'
'Ja, natuurlijk,' ze stond op en twijfelde. Moest ze iemand die haar een verhaal vertelde waarom ze niet had gevraagd bedanken? Bovendien had ze nog een vraag, eentje die ze al in haar hoofd had vanaf het moment dat ze besefte wat Oermagie inhield. Extra kracht. Als ze het wilde vragen, moest het nu. Ze had geen idee wanneer ze hem weer ging zien.
'Sascha?'
Hij draaide zich om, de deurklink in zijn hand.
'Kun jij me leren Verschijnselen?'
Hij fronste zijn wenkbrauwen. 'Krijgen jullie daar tegenwoordig geen cursus meer in?'
'Jawel, maar die is al een maand geleden begonnen.'
'Dan ziet het er naar uit dat je te laat bent.'
Ze draaide met haar voet rondjes op de grond.
'Sorry, Isabella, maar ik ben geen Verdwijnselinstructeur. Je zou aan Perkamentus moeten vragen of je nog mee kunt doen.'
'Kun jij hem dat niet vragen?' opperde Isa voorzichtig.
Sascha lachte hard. 'Nee, dat zul je echt zelf moeten doen.'
'Ik ga hem toch niet vrijwillig opzoeken,' mokte Isa verongelijkt.
'Weet je wat jij moet doen?' grinnikte hij, 'Stoppen met zoeken en beginnen met vinden.'
Hij liet haar verbouwereerd achter.
Ze zat nog steeds in gedachten verzonken toen achter haar het geklapper van vleugels klonk. Felix de feniks was teruggekeerd op zijn stok bij de deur en liet haar onbedoeld schrikken. Hoe vriendelijk hij ook naar haar keek, ze hapte naar adem, graaide het verschenen stuk perkament van de vloer en rende ermee terug naar haar leerlingenkamer. Daar vouwde ze de nieuwe boodschap open.
Eenmaal voorbestemd kan weigeren niet,
hoger dan de hemel, achter de regenboog is het doel.