28/08/2020, 21:54
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 28/08/2020, 21:55 door Saskiaatje.)
21 Zo Geel
'Jullie gaan aan het werk terwijl ik onze nieuwe leerlinge een handje op weg help.' Professor Vector, een jonge vrouw met een lange blonde vlecht wendde zich tot Isa.
'U hebt het boek Numerologie en Grammatica, juffrouw Ruyshof?'
Isa legde het numerologieboek voor zich op tafel.
'Prima.' Ze schikte haar donkerblauwe gewaad en ging naast Isa zitten om haar de basis van de numerologie uit te leggen.
'Alles in de wereld bestaat uit getallen. Als we de getallen weten, weten we dus hoe de wereld in elkaar zit. Voorspellend Rekenen maakt gebruik van de getallen die we al hebben en van de getallen die we hebben gezien in het verleden om de toekomst bloot te leggen en het heden te kunnen begrijpen,' legde ze op gedempte toon uit.
'Zoiets als kwantummechanica?' flapte Isa eruit in een poging de wartaal te begrijpen.
'Pardon?' Professor Vector keek haar niet-begrijpend aan en Isa haastte zich 'Laat maar' te zeggen.
'De hele wereld bestaat uit getallen, dus wij ook. In het eerste semester hebben we geprobeerd onszelf te leren begrijpen door onze getallen te ontrafelen. Dat semester hebt u gemist, maar het is niet moeilijk. Men moet het belang van de getallen zien. Het eerste getal is gebaseerd op de geboortedatum. Wanneer bent u geboren, juffrouw Ruyshof?'
'25 augustus 1954,' antwoordde Isa gedwee, niet wetend wat haar lerares hiermee wilde.
'Aha, een zeven.' Ze bladerde in het boek en sloeg een pagina open. 'Een dubbele zeven om precies te zijn, uw geboortedag is ook een zeven en een woensdag, dat is een drie. Dus u bent een 737, als je dat optelt is het weer 17, en die laten we meestal onopgeteld.'
Isa sloot haar ogen; waar was ze in hemelsnaam aan begonnen?
'Lees het maar even na, het tweede hoofdstuk geeft vooral informatie over het rekenwerk, de persoonlijke getallen staan in hoofdstuk zeven. Vergeet niet dat het om energieën gaat, het zijn brede begrippen die persoonlijke getallen kenmerken.'
Ze legde een bemoedigende hand op Isa's schouder en liep op een holletje terug naar haar plaats voor de klas, zodat haar gewaad achter haar aan zweefde.
Isa worstelde zich de rest van het uur door de taaie stof heen. Ze zocht haar getallen op en schreef de interpretatie op het perkament dat ze na de les moest inleveren. Er klopte niets van, ze raakte regelmatig de tel kwijt en de getallen begonnen haar te duizelen. Ze was blij toen de les afgelopen was, maar tegelijkertijd teleurgesteld. Ze kon het niet maken om bij Severus te komen met helemaal niets; dit was niets. Isa pakte haar spullen en liep naar professor Vector die met zwierige gebaren tabellen met cijfers uit alle hoeken van het klaslokaal Sommeerde en op nette stapeltjes in de kast legde.
'Mag ik u iets vragen?'
'Zevens hebben altijd veel vragen waarop niemand een antwoord heeft,' glimlachte professor Vector vriendelijk, 'maar vertel.'
Isa haalde het loodzware Verba Novare uit haar tas en opende het op een bladzijde die ze gemarkeerd had met een briefje.
'Deze getallen zijn decimaal,' wees ze, 'moeten dan alle cijfers apart opgeteld worden of wordt 1,5 en 2,5 gewoon 4?'
Professor Vector nam het boek van Isa over en bladerde een paar pagina's terug. Haar ogen schoten over de tabellen terwijl ze haar vlecht over haar schouder gooide.
'Dit is hogere energierekening, juffrouw Ruyshof, waarom wilt u dit weten?'
'Eh, een experiment,' loog Isa glimlachend, 'ik ben erg geïnteresseerd in het ontstaan van de toverkunst, vandaar.'
'De decimalen worden apart berekend, vereenvoudigd en daarna pas opgeteld. Het gaat daarbij om de tussenuitkomsten in de secundaire tabel. Dus bij de 1,5 en 2,5 gaat het om de 10, vereenvoudigd de 1. Had u nog meer vragen?'
'Nee, dat was het voor nu, bedankt!' Isa haastte zich met het boek onder haar arm geklemd naar het oude bezweringenlokaal.
'…dekt, dat is toch duidelijk!'
'Er is niets, echt niet, laat me nou maar.'
'Geen leugens meer, Severus.'
Isa wilde de deur opentrekken, maar werd bijna omvergelopen door een lange gedaante met blond haar die de gang uitbeende: Lucius Malfidus.
Severus stond gebogen over de anatomieboeken en draaide zich niet om toen ze met een klap het dikke boek op één van de voorste tafels liet vallen. Ze liep nijdig op hem af en trok aan zijn schouder zodat hij recht tegenover haar stond en ze elkaar aan konden kijken.
'Wat deed híj hier?' brieste ze.
'Geen idee.' Hij haalde zijn schouders op, maar sloeg zijn zwarte ogen niet neer.
'Ach, ga iemand anders voor de gek houden; jullie stonden te praten, Severus.'
'Dat wil nog niet zeggen dat ik weet wat hij hier deed, Isabella.'
Ze moest zich inhouden om niet te beginnen met schreeuwen van frustratie.
'Het ging over míj, is het niet? Lucius Malfidus heeft een hekel aan míj. Waar ging het over, Severus? Waar lieg je over? Over mij?'
'Alweer fout, Isabella, het ging over míj. Wel, laat eens zien wat Septima je heeft geleerd.' Zijn zwarte ogen bleven uitdrukkingsloos.
Ze zuchtte geërgerd en Sommeerde het boek.
'Decimalen apart optellen en de tussenuitkomsten opzoeken in de secundaire tabellen,' zei ze vlak.
'Dat verklaart veel. Dan nemen we constringo in plaats van contraho, dat scheelt twee letters, dus twee energiepakketjes met een waarde van dertien, volgens de primaire tabel zou dat door de o-i-o-combinatie uitkomen op minstens honderd met een decimaal eindigend op vijf.' Hij krabbelde wat getallen op een stuk perkament.
'Vier,' verbeterde Isa hem, 'quattuor is vier, geen vijf.'
Ze pakte haar eigen rode veer en verbeterde zijn aantekeningen.
De rest van de middag besteedden ze aan het optellen van alle mogelijke combinaties om een gunstige energiebalans te krijgen, wat niet lukte. Isa werd er moedeloos van. Kennelijk was spreuken verzinnen toch meer dan een paar woorden combineren. Hoe moesten ze nu ooit haar vader helpen? Ze besloot zich behalve in de woorden ook te verdiepen in de krachten achter de woorden: magische natuurkunde, zodat ze wist wát ze precies moest doen en wat er mogelijk was in deze wereld waar ze vanuit haar eigen achtergrond nooit van had durven dromen.
In plaats van het zoveelste persoonlijke getal uit te rekenen, luisterde Isa de volgende les Voorspellend Rekenen stiekem naar de biografie van Brenda Wendekind, die een briljant Voorspellend Rekenaarster was geweest en als kroon op haar werk de uitzonderlijke magische eigenschappen van het cijfer zeven had ontdekt. Het nummer van haar Chocokikkerplaatje was niet voor niets een vijf, ze was bovengemiddeld intelligent en schreef het eerste boek tijdens haar loopbaan als lerares Voorspellend Rekenen op Zweinstein. Professor Vector was zichtbaar in haar nopjes omdat ze leek te beseffen dat ze een opvolger was van één van de bekendste figuren van haar vakgebied.
'Was zij niet de vrouw die alles over eenheden heeft opgeschreven?' merkte een Ravenklauw op.
'Dat klopt, zoals te lezen is in hoofdstuk vijf. Daar mogen jullie deze les de vragen over maken, de volgende les verwacht ik twee rollen perkament over de eenheden van Brenda Wendekind en haar volgelingen. In de bibliotheek staan haar boeken bij de categorie Voorspellend Rekenen.'
Er volgde een gerommel van mensen die hun boek, veer en perkament pakten. Isa bladerde na een korte blik op professor Vector ook naar hoofdstuk vijf.
De beste eenheid is een één! Stond bovenaan de pagina. Ze grinnikte en las het stuk over duo's door. Volgens de berekening voor de perfecte relatie moest Quinten een vijf zijn. Ze grinnikte opnieuw, dat kón bijna niet anders met zo'n naam. Het stuk over drie-eenheden werd al ingewikkelder. Ook in de tovenaarswereld bleek er een soort heilige drie-eenheid te bestaan, de meeste goede vriendschappen koppelden creativiteit, sportiviteit en intelligentie, terwijl de vier elementen ook nog een belangrijke rol leken te spelen: de vier afdelingen van Zweinstein waren erop gebaseerd. Het geboortegetal van Goderic Griffoendor werd herleid tot één, waar de kleur rood bij hoorde. Helga Huffelpuf was een duidelijke drie: geel dus, terwijl Zalazar Zwadderich op de groene vier uitkwam en Rowena Ravenklauw blauw vertegenwoordigde door haar vijf. Daarmee werd een paar eeuwen later door een volgelinge van Brenda Wendekind, een zekere Ilmatar, via de kleurenleer meteen de link gelegd tussen de elementen en de numerologie: rood, geel, groen en blauw werden de basiskleuren en vertegenwoordigden de elementen vuur, aarde, lucht en water. Als er een vijfeenheid wilde plaatsvinden moest er volgens Brenda's theorie een cruciale factor aan de viereenheid worden toegevoegd, die ze 'Wendekindsfactor' doopte, maar die tegenwoordig liever magisch-wetenschappelijk verantwoord 'Kwintessens' werd genoemd. Zeseenheden bestonden mede daarom niet: er zou te veel energie (de niet bestaande 'Se.xessens') nodig zijn om een vijfeenheid te koppelen, een viereenheid ging nog nét.
Isa boog zich over de vragen "Wat was de Wendekindsfactor van Griffoendor, Huffelpuf, Zwadderich en Ravenklauw die uitgebreid is onderzocht door Ilmatar?". Ze fronste haar wenkbrauwen: er was toch geen vijfde stichter geweest? Ze ploegde de tekst nogmaals door, maar kon niets vinden. Gelukkig gaf een klasgenoot snel het juiste antwoord ("Vijf punten voor Ravenklauw!"): het kasteel was de Kwintessens geweest, daarin hadden alle vier de stichters hun eigenschappen gepompt, het was hun kindje geworden en het had hen verbonden. Isa kreeg extra huiswerk omdat ze haar opdrachten over de persoonlijke getallen niet had gemaakt, maar vond dat niet erg. Dit was veel interessanter, Brenda Wendekind was interessanter. Ze holde naar de bibliotheek om al haar boeken te lenen.
'En weet je hoe die cruciale factor heet?' Hij keek haar met vragende bruine ogen aan en schudde langzaam zijn hoofd. 'Kwintessens!'
Hij grinnikte en drukte een kus op haar lippen. 'Ik ben blij dat je het naar je zin hebt bij je nieuwe vakken. Ik vond Oude Runen altijd een hel.'
'Hmm, er is een Rune die Isa heet,' mompelde ze met haar ogen dicht tegen de felle zon. Het was het eerste weekend sinds de jaarwisseling dat de zon scheen en meteen was het al heel warm. Bijna iedereen was dolenthousiast het dorpje Zweinsveld ingetrokken zodat het schoolterrein praktisch verlaten was. Quinten keek uit over het meer en streelde verstrooid door Isa's haren, ze hadden elkaar lang niet gezien.
Ze opende verstoord haar ogen toen hij ging verzitten en zich over haar heen boog.
'Laat maar dicht, je houdt niet zo van de zon, hè?' Hij plakte zijn lippen weer op de hare, maar ze krabbelde overeind en hij liet haar met tegenzin los.
'Wat zei je?' Haar ogen stonden verwilderd.
'Hé, rustig.' Hij trok haar tegen zich aan en zijn handen masseerden zacht haar schouders, maar ze wendde haar gezicht af.
'Wat is er?'
'Wat zei je, Quinten?' drong ze aan.
'Dat je niet van zon houdt?'
'Déjà vu!' riep Isa, 'Het gras, de lucht was blauw en de zon was geel, de zon is zo geel, Quinten, zo geel…'
Er lag een merkwaardige glans in haar ogen die Quinten onwillekeurig naar zijn toverstok deed grijpen.
'Jij en ik, in het lange gras, naast ons stromend water, ruisende bomen. Ik weet het weer, Quinten, in het lange gras…'
'Isa, we hebben nooit samen door lang gras gelopen, weet je zeker dat je niet ijlt?'
'Zie ik eruit alsof ik ijl?' Haar heldere ogen boorden zich diep in de zijne: onwetendheid en onbegrip reflecteerden vanuit zijn ziel.
'Nee,' haastte hij zich te zeggen, 'hoe ging het verder Isa, hoe liep het af?'
'Met een uil,' zei ze vastbesloten, 'er kwam een uil in voor. En vervolgens stenen, grote zware stenen, in een cirkel.'
Ze keken tegelijkertijd omhoog en zagen ook allebei het bruine stipje boven het meer.
Isa raakte in paniek. 'Niet goed, niet goed…' Ze stond op en begon richting het kasteel te rennen alsof ze wilde schuilen voor niet-bestaande regen.
'Wat…' Quinten kwam overeind. 'Isa?' Hij zette de achtervolging in.
'Ga weg,' schreeuwde Isa terwijl ze met haar armen maaide richting de uil, 'blijf bij me weg!'
In één vloeiende beweging pakte Quinten haar hand en zette zijn toverstok hijgend tegen haar slaap.
'Rustig,' herhaalde hij terwijl Isa de warmte haar hoofd in voelde vloeien, 'het is Flora maar.'
Isa werd niet rustiger, in tegendeel: ze trok wit weg en sloeg haar armen beschermend over haar hoofd.
Quinten stak zijn toverstok terug in zijn zak, trok haar tegen zich aan en hield haar stevig vast.
'Er gebeurt niets, geloof me, ik ben bij je.'
Isa voelde hoe hij zijn arm uitstak en het briefje van Flora aannam.
'Ze is alweer weg,' suste hij, 'ze kwam alleen een briefje afleveren. Kijk eens.' Hij hield het opgevouwen perkament voor haar omhoog, maar ze duwde als een koppig klein kind haar hoofd tegen zijn schouder.
'Nee, ik wil het niet.'
Hij kuste haar op haar hoofd en streelde haar rug. Ze verslapte in zijn armen en haar snikken nam langzaam af.
'Vertel het nou maar, wat is er, waarom schrok je zo van Flora?'
'Droom,' zei Isa met een verstopte neus, 'ik wil er niet over praten.'
Quinten liet haar los en bestudeerde haar ogen, die ze neersloeg samen met haar hoofd. Hij pakte haar kin en ving opnieuw haar blik.
'Ik wel.'
'Niet nu.' Haar ogen stonden star en leeg, zó zelfverzekerd dat ze aan Quintens ogen zag dat hij schrok.
'Wel nu.' Ook zijn blik verhardde zich. Ze keek er moeiteloos doorheen; hij wilde gewoon heel graag weten wat haar dwars zat, haar helpen. Maar daar had Isa geen behoefte aan. Ze glimlachte moeizaam en haar lippen zochten de zijne, maar hij duwde haar zachtjes van zich af. Zijn ogen stonden serieus.
'Je kunt me niet helpen, Quinten, ik ben geen patiënt. Laat me.' Ze schrok van zijn opdringerigheid.
'Zijn er nog meer dingen die ik moet laten, Isabella? Zeg het me dan nu maar.'
Hij sprak haar aan met haar volledige naam, zijn warme handen gleden van haar schouders. Ze ademde diep in, maar zweeg.
'Ik raak je kwijt,' concludeerde hij. Hij draaide zich abrupt om en beende richting de rand van het terrein.
'Quinten!' riep ze, maar hij draaide zich niet om. Tranen liepen over haar wangen terwijl ze hem struikelend achterna liep, wat dééd ze nou eigenlijk?
'Quinten!'
Hij was nu buiten de poort, wees naar een plaats een paar meter voor haar voeten, en verdween.
'Nee, niet weggaan, ik… ik hou van je!' Haar stem stokte terwijl ze naar de lege plek staarde waar hij zo-even nog gestaan had. Te laat, ze had hem niet in vertrouwen genomen en daarmee zijn trouw en liefde voor haar in twijfel getrokken. Ze snapte hem, ze begreep helemaal waarom hij nu weg was en misschien niet meer terug zou komen. Maar moest het zo eindigen? Ze rilde. Het was te kort geweest, het was nog niet afgelopen. Had hij niet hetzelfde gevoeld? En de droom, had hij niet hetzelfde gedroomd? Het voelde zo echt…
De gele zon zakte weg achter het kasteel en maakte de dag koeler, alsof ook zij had gevoeld dat er iets was veranderd. Alle lucht werd uit haar longen geperst en ze liet haar schouders moedeloos hangen. Waar was dit goed voor? Was dit het zoveelste offer? Waarom raakte ze zoveel mensen kwijt? Ze staarde voorbij de punten van haar schoenen naar de zanderige oprijlaan; hij had het perkament achtergelaten. Ze bukte en vouwde het open.
Achter de stromende regen ligt de schat,
ongrijpbaar voor reikende handen.
Het hield niet op, ze bleven briefjes sturen die ze niet eens snapte. Wie 'ze' en waarom?
In haar hoofd zette ze ze op een rijtje.
Rood Oranje Geel Groen Blauw (Paars!), ik hou van jou..."
Inktzwarte letters, bloedrood is voor jou,
want zonder dat ik anders kan, blijf ik je eeuwig trouw...
Poog
In een eindeloze speurtocht, door het noodlot voorbestemd,
reikend naar de horizon, een doel dat niet bestaat...
Struikel niet, negeer de leugens, breek de kettingen,
vlieg, droom van vrijheid en eigen wil.
Achter de stromende regen ligt de schat,
ongrijpbaar voor reikende handen.
Miste ze iets? Had ze iets moeten zien? Ze keek onrustig om zich heen, alsof de schrijver van de briefjes achter een boom stond en er nu achter vandaan zou komen om uitleg te geven.
'Ik hou van jou,' mompelde ze, 'ik blijf je eeuwig trouw. Speurtocht, noodlot, leugens, kettingen, vrijheid, schat… Poog.'
Er was maar één iemand die haar kon helpen, die ze wél in vertrouwen had genomen. Omdat het niets met liefde te maken had. De verkeerde. Ze pakte een stuk gekreukeld perkament uit haar zak, streek het glad en krabbelde de inhoud van de laatste twee briefjes voor hem neer. Als hij iets wist, zou dat mooi zijn, maar zíj ging zich er in elk geval niet verder in verdiepen. Er lag een dik boek over magische natuurkunde op haar te wachten, een halve plank aan boeken van en over Brenda Wendekind, zelfs het boek van Ilmatar had ze geleend. Ze moest een verschil maken tussen leven en dood, ze wist nog te weinig en had geen tijd voor briefjes, noch voor liefdesverdriet. Ze vouwde het perkament op en slenterde richting het kasteel om een uil te halen.
Een tiental meters voor de grote houten deuren voelde ze een paar klauwen in haar schouder en besefte ze dat een uil zoeken niet nodig was; Flora had haar al gevonden. Ze besefte te laat dat het laatste briefje met haar eigen uil was gekomen, dat haar uil de schrijver van de briefjes kende, dat zij samenspande met de vijand. Isa verstijfde en draaide langzaam haar hoofd, bang voor wat ze te zien zou krijgen. Ze keek in twee heldere blauwe ogen; Flora's geheim.
'Jullie gaan aan het werk terwijl ik onze nieuwe leerlinge een handje op weg help.' Professor Vector, een jonge vrouw met een lange blonde vlecht wendde zich tot Isa.
'U hebt het boek Numerologie en Grammatica, juffrouw Ruyshof?'
Isa legde het numerologieboek voor zich op tafel.
'Prima.' Ze schikte haar donkerblauwe gewaad en ging naast Isa zitten om haar de basis van de numerologie uit te leggen.
'Alles in de wereld bestaat uit getallen. Als we de getallen weten, weten we dus hoe de wereld in elkaar zit. Voorspellend Rekenen maakt gebruik van de getallen die we al hebben en van de getallen die we hebben gezien in het verleden om de toekomst bloot te leggen en het heden te kunnen begrijpen,' legde ze op gedempte toon uit.
'Zoiets als kwantummechanica?' flapte Isa eruit in een poging de wartaal te begrijpen.
'Pardon?' Professor Vector keek haar niet-begrijpend aan en Isa haastte zich 'Laat maar' te zeggen.
'De hele wereld bestaat uit getallen, dus wij ook. In het eerste semester hebben we geprobeerd onszelf te leren begrijpen door onze getallen te ontrafelen. Dat semester hebt u gemist, maar het is niet moeilijk. Men moet het belang van de getallen zien. Het eerste getal is gebaseerd op de geboortedatum. Wanneer bent u geboren, juffrouw Ruyshof?'
'25 augustus 1954,' antwoordde Isa gedwee, niet wetend wat haar lerares hiermee wilde.
'Aha, een zeven.' Ze bladerde in het boek en sloeg een pagina open. 'Een dubbele zeven om precies te zijn, uw geboortedag is ook een zeven en een woensdag, dat is een drie. Dus u bent een 737, als je dat optelt is het weer 17, en die laten we meestal onopgeteld.'
Isa sloot haar ogen; waar was ze in hemelsnaam aan begonnen?
'Lees het maar even na, het tweede hoofdstuk geeft vooral informatie over het rekenwerk, de persoonlijke getallen staan in hoofdstuk zeven. Vergeet niet dat het om energieën gaat, het zijn brede begrippen die persoonlijke getallen kenmerken.'
Ze legde een bemoedigende hand op Isa's schouder en liep op een holletje terug naar haar plaats voor de klas, zodat haar gewaad achter haar aan zweefde.
Isa worstelde zich de rest van het uur door de taaie stof heen. Ze zocht haar getallen op en schreef de interpretatie op het perkament dat ze na de les moest inleveren. Er klopte niets van, ze raakte regelmatig de tel kwijt en de getallen begonnen haar te duizelen. Ze was blij toen de les afgelopen was, maar tegelijkertijd teleurgesteld. Ze kon het niet maken om bij Severus te komen met helemaal niets; dit was niets. Isa pakte haar spullen en liep naar professor Vector die met zwierige gebaren tabellen met cijfers uit alle hoeken van het klaslokaal Sommeerde en op nette stapeltjes in de kast legde.
'Mag ik u iets vragen?'
'Zevens hebben altijd veel vragen waarop niemand een antwoord heeft,' glimlachte professor Vector vriendelijk, 'maar vertel.'
Isa haalde het loodzware Verba Novare uit haar tas en opende het op een bladzijde die ze gemarkeerd had met een briefje.
'Deze getallen zijn decimaal,' wees ze, 'moeten dan alle cijfers apart opgeteld worden of wordt 1,5 en 2,5 gewoon 4?'
Professor Vector nam het boek van Isa over en bladerde een paar pagina's terug. Haar ogen schoten over de tabellen terwijl ze haar vlecht over haar schouder gooide.
'Dit is hogere energierekening, juffrouw Ruyshof, waarom wilt u dit weten?'
'Eh, een experiment,' loog Isa glimlachend, 'ik ben erg geïnteresseerd in het ontstaan van de toverkunst, vandaar.'
'De decimalen worden apart berekend, vereenvoudigd en daarna pas opgeteld. Het gaat daarbij om de tussenuitkomsten in de secundaire tabel. Dus bij de 1,5 en 2,5 gaat het om de 10, vereenvoudigd de 1. Had u nog meer vragen?'
'Nee, dat was het voor nu, bedankt!' Isa haastte zich met het boek onder haar arm geklemd naar het oude bezweringenlokaal.
'…dekt, dat is toch duidelijk!'
'Er is niets, echt niet, laat me nou maar.'
'Geen leugens meer, Severus.'
Isa wilde de deur opentrekken, maar werd bijna omvergelopen door een lange gedaante met blond haar die de gang uitbeende: Lucius Malfidus.
Severus stond gebogen over de anatomieboeken en draaide zich niet om toen ze met een klap het dikke boek op één van de voorste tafels liet vallen. Ze liep nijdig op hem af en trok aan zijn schouder zodat hij recht tegenover haar stond en ze elkaar aan konden kijken.
'Wat deed híj hier?' brieste ze.
'Geen idee.' Hij haalde zijn schouders op, maar sloeg zijn zwarte ogen niet neer.
'Ach, ga iemand anders voor de gek houden; jullie stonden te praten, Severus.'
'Dat wil nog niet zeggen dat ik weet wat hij hier deed, Isabella.'
Ze moest zich inhouden om niet te beginnen met schreeuwen van frustratie.
'Het ging over míj, is het niet? Lucius Malfidus heeft een hekel aan míj. Waar ging het over, Severus? Waar lieg je over? Over mij?'
'Alweer fout, Isabella, het ging over míj. Wel, laat eens zien wat Septima je heeft geleerd.' Zijn zwarte ogen bleven uitdrukkingsloos.
Ze zuchtte geërgerd en Sommeerde het boek.
'Decimalen apart optellen en de tussenuitkomsten opzoeken in de secundaire tabellen,' zei ze vlak.
'Dat verklaart veel. Dan nemen we constringo in plaats van contraho, dat scheelt twee letters, dus twee energiepakketjes met een waarde van dertien, volgens de primaire tabel zou dat door de o-i-o-combinatie uitkomen op minstens honderd met een decimaal eindigend op vijf.' Hij krabbelde wat getallen op een stuk perkament.
'Vier,' verbeterde Isa hem, 'quattuor is vier, geen vijf.'
Ze pakte haar eigen rode veer en verbeterde zijn aantekeningen.
De rest van de middag besteedden ze aan het optellen van alle mogelijke combinaties om een gunstige energiebalans te krijgen, wat niet lukte. Isa werd er moedeloos van. Kennelijk was spreuken verzinnen toch meer dan een paar woorden combineren. Hoe moesten ze nu ooit haar vader helpen? Ze besloot zich behalve in de woorden ook te verdiepen in de krachten achter de woorden: magische natuurkunde, zodat ze wist wát ze precies moest doen en wat er mogelijk was in deze wereld waar ze vanuit haar eigen achtergrond nooit van had durven dromen.
In plaats van het zoveelste persoonlijke getal uit te rekenen, luisterde Isa de volgende les Voorspellend Rekenen stiekem naar de biografie van Brenda Wendekind, die een briljant Voorspellend Rekenaarster was geweest en als kroon op haar werk de uitzonderlijke magische eigenschappen van het cijfer zeven had ontdekt. Het nummer van haar Chocokikkerplaatje was niet voor niets een vijf, ze was bovengemiddeld intelligent en schreef het eerste boek tijdens haar loopbaan als lerares Voorspellend Rekenen op Zweinstein. Professor Vector was zichtbaar in haar nopjes omdat ze leek te beseffen dat ze een opvolger was van één van de bekendste figuren van haar vakgebied.
'Was zij niet de vrouw die alles over eenheden heeft opgeschreven?' merkte een Ravenklauw op.
'Dat klopt, zoals te lezen is in hoofdstuk vijf. Daar mogen jullie deze les de vragen over maken, de volgende les verwacht ik twee rollen perkament over de eenheden van Brenda Wendekind en haar volgelingen. In de bibliotheek staan haar boeken bij de categorie Voorspellend Rekenen.'
Er volgde een gerommel van mensen die hun boek, veer en perkament pakten. Isa bladerde na een korte blik op professor Vector ook naar hoofdstuk vijf.
De beste eenheid is een één! Stond bovenaan de pagina. Ze grinnikte en las het stuk over duo's door. Volgens de berekening voor de perfecte relatie moest Quinten een vijf zijn. Ze grinnikte opnieuw, dat kón bijna niet anders met zo'n naam. Het stuk over drie-eenheden werd al ingewikkelder. Ook in de tovenaarswereld bleek er een soort heilige drie-eenheid te bestaan, de meeste goede vriendschappen koppelden creativiteit, sportiviteit en intelligentie, terwijl de vier elementen ook nog een belangrijke rol leken te spelen: de vier afdelingen van Zweinstein waren erop gebaseerd. Het geboortegetal van Goderic Griffoendor werd herleid tot één, waar de kleur rood bij hoorde. Helga Huffelpuf was een duidelijke drie: geel dus, terwijl Zalazar Zwadderich op de groene vier uitkwam en Rowena Ravenklauw blauw vertegenwoordigde door haar vijf. Daarmee werd een paar eeuwen later door een volgelinge van Brenda Wendekind, een zekere Ilmatar, via de kleurenleer meteen de link gelegd tussen de elementen en de numerologie: rood, geel, groen en blauw werden de basiskleuren en vertegenwoordigden de elementen vuur, aarde, lucht en water. Als er een vijfeenheid wilde plaatsvinden moest er volgens Brenda's theorie een cruciale factor aan de viereenheid worden toegevoegd, die ze 'Wendekindsfactor' doopte, maar die tegenwoordig liever magisch-wetenschappelijk verantwoord 'Kwintessens' werd genoemd. Zeseenheden bestonden mede daarom niet: er zou te veel energie (de niet bestaande 'Se.xessens') nodig zijn om een vijfeenheid te koppelen, een viereenheid ging nog nét.
Isa boog zich over de vragen "Wat was de Wendekindsfactor van Griffoendor, Huffelpuf, Zwadderich en Ravenklauw die uitgebreid is onderzocht door Ilmatar?". Ze fronste haar wenkbrauwen: er was toch geen vijfde stichter geweest? Ze ploegde de tekst nogmaals door, maar kon niets vinden. Gelukkig gaf een klasgenoot snel het juiste antwoord ("Vijf punten voor Ravenklauw!"): het kasteel was de Kwintessens geweest, daarin hadden alle vier de stichters hun eigenschappen gepompt, het was hun kindje geworden en het had hen verbonden. Isa kreeg extra huiswerk omdat ze haar opdrachten over de persoonlijke getallen niet had gemaakt, maar vond dat niet erg. Dit was veel interessanter, Brenda Wendekind was interessanter. Ze holde naar de bibliotheek om al haar boeken te lenen.
'En weet je hoe die cruciale factor heet?' Hij keek haar met vragende bruine ogen aan en schudde langzaam zijn hoofd. 'Kwintessens!'
Hij grinnikte en drukte een kus op haar lippen. 'Ik ben blij dat je het naar je zin hebt bij je nieuwe vakken. Ik vond Oude Runen altijd een hel.'
'Hmm, er is een Rune die Isa heet,' mompelde ze met haar ogen dicht tegen de felle zon. Het was het eerste weekend sinds de jaarwisseling dat de zon scheen en meteen was het al heel warm. Bijna iedereen was dolenthousiast het dorpje Zweinsveld ingetrokken zodat het schoolterrein praktisch verlaten was. Quinten keek uit over het meer en streelde verstrooid door Isa's haren, ze hadden elkaar lang niet gezien.
Ze opende verstoord haar ogen toen hij ging verzitten en zich over haar heen boog.
'Laat maar dicht, je houdt niet zo van de zon, hè?' Hij plakte zijn lippen weer op de hare, maar ze krabbelde overeind en hij liet haar met tegenzin los.
'Wat zei je?' Haar ogen stonden verwilderd.
'Hé, rustig.' Hij trok haar tegen zich aan en zijn handen masseerden zacht haar schouders, maar ze wendde haar gezicht af.
'Wat is er?'
'Wat zei je, Quinten?' drong ze aan.
'Dat je niet van zon houdt?'
'Déjà vu!' riep Isa, 'Het gras, de lucht was blauw en de zon was geel, de zon is zo geel, Quinten, zo geel…'
Er lag een merkwaardige glans in haar ogen die Quinten onwillekeurig naar zijn toverstok deed grijpen.
'Jij en ik, in het lange gras, naast ons stromend water, ruisende bomen. Ik weet het weer, Quinten, in het lange gras…'
'Isa, we hebben nooit samen door lang gras gelopen, weet je zeker dat je niet ijlt?'
'Zie ik eruit alsof ik ijl?' Haar heldere ogen boorden zich diep in de zijne: onwetendheid en onbegrip reflecteerden vanuit zijn ziel.
'Nee,' haastte hij zich te zeggen, 'hoe ging het verder Isa, hoe liep het af?'
'Met een uil,' zei ze vastbesloten, 'er kwam een uil in voor. En vervolgens stenen, grote zware stenen, in een cirkel.'
Ze keken tegelijkertijd omhoog en zagen ook allebei het bruine stipje boven het meer.
Isa raakte in paniek. 'Niet goed, niet goed…' Ze stond op en begon richting het kasteel te rennen alsof ze wilde schuilen voor niet-bestaande regen.
'Wat…' Quinten kwam overeind. 'Isa?' Hij zette de achtervolging in.
'Ga weg,' schreeuwde Isa terwijl ze met haar armen maaide richting de uil, 'blijf bij me weg!'
In één vloeiende beweging pakte Quinten haar hand en zette zijn toverstok hijgend tegen haar slaap.
'Rustig,' herhaalde hij terwijl Isa de warmte haar hoofd in voelde vloeien, 'het is Flora maar.'
Isa werd niet rustiger, in tegendeel: ze trok wit weg en sloeg haar armen beschermend over haar hoofd.
Quinten stak zijn toverstok terug in zijn zak, trok haar tegen zich aan en hield haar stevig vast.
'Er gebeurt niets, geloof me, ik ben bij je.'
Isa voelde hoe hij zijn arm uitstak en het briefje van Flora aannam.
'Ze is alweer weg,' suste hij, 'ze kwam alleen een briefje afleveren. Kijk eens.' Hij hield het opgevouwen perkament voor haar omhoog, maar ze duwde als een koppig klein kind haar hoofd tegen zijn schouder.
'Nee, ik wil het niet.'
Hij kuste haar op haar hoofd en streelde haar rug. Ze verslapte in zijn armen en haar snikken nam langzaam af.
'Vertel het nou maar, wat is er, waarom schrok je zo van Flora?'
'Droom,' zei Isa met een verstopte neus, 'ik wil er niet over praten.'
Quinten liet haar los en bestudeerde haar ogen, die ze neersloeg samen met haar hoofd. Hij pakte haar kin en ving opnieuw haar blik.
'Ik wel.'
'Niet nu.' Haar ogen stonden star en leeg, zó zelfverzekerd dat ze aan Quintens ogen zag dat hij schrok.
'Wel nu.' Ook zijn blik verhardde zich. Ze keek er moeiteloos doorheen; hij wilde gewoon heel graag weten wat haar dwars zat, haar helpen. Maar daar had Isa geen behoefte aan. Ze glimlachte moeizaam en haar lippen zochten de zijne, maar hij duwde haar zachtjes van zich af. Zijn ogen stonden serieus.
'Je kunt me niet helpen, Quinten, ik ben geen patiënt. Laat me.' Ze schrok van zijn opdringerigheid.
'Zijn er nog meer dingen die ik moet laten, Isabella? Zeg het me dan nu maar.'
Hij sprak haar aan met haar volledige naam, zijn warme handen gleden van haar schouders. Ze ademde diep in, maar zweeg.
'Ik raak je kwijt,' concludeerde hij. Hij draaide zich abrupt om en beende richting de rand van het terrein.
'Quinten!' riep ze, maar hij draaide zich niet om. Tranen liepen over haar wangen terwijl ze hem struikelend achterna liep, wat dééd ze nou eigenlijk?
'Quinten!'
Hij was nu buiten de poort, wees naar een plaats een paar meter voor haar voeten, en verdween.
'Nee, niet weggaan, ik… ik hou van je!' Haar stem stokte terwijl ze naar de lege plek staarde waar hij zo-even nog gestaan had. Te laat, ze had hem niet in vertrouwen genomen en daarmee zijn trouw en liefde voor haar in twijfel getrokken. Ze snapte hem, ze begreep helemaal waarom hij nu weg was en misschien niet meer terug zou komen. Maar moest het zo eindigen? Ze rilde. Het was te kort geweest, het was nog niet afgelopen. Had hij niet hetzelfde gevoeld? En de droom, had hij niet hetzelfde gedroomd? Het voelde zo echt…
De gele zon zakte weg achter het kasteel en maakte de dag koeler, alsof ook zij had gevoeld dat er iets was veranderd. Alle lucht werd uit haar longen geperst en ze liet haar schouders moedeloos hangen. Waar was dit goed voor? Was dit het zoveelste offer? Waarom raakte ze zoveel mensen kwijt? Ze staarde voorbij de punten van haar schoenen naar de zanderige oprijlaan; hij had het perkament achtergelaten. Ze bukte en vouwde het open.
Achter de stromende regen ligt de schat,
ongrijpbaar voor reikende handen.
Het hield niet op, ze bleven briefjes sturen die ze niet eens snapte. Wie 'ze' en waarom?
In haar hoofd zette ze ze op een rijtje.
Rood Oranje Geel Groen Blauw (Paars!), ik hou van jou..."
Inktzwarte letters, bloedrood is voor jou,
want zonder dat ik anders kan, blijf ik je eeuwig trouw...
Poog
In een eindeloze speurtocht, door het noodlot voorbestemd,
reikend naar de horizon, een doel dat niet bestaat...
Struikel niet, negeer de leugens, breek de kettingen,
vlieg, droom van vrijheid en eigen wil.
Achter de stromende regen ligt de schat,
ongrijpbaar voor reikende handen.
Miste ze iets? Had ze iets moeten zien? Ze keek onrustig om zich heen, alsof de schrijver van de briefjes achter een boom stond en er nu achter vandaan zou komen om uitleg te geven.
'Ik hou van jou,' mompelde ze, 'ik blijf je eeuwig trouw. Speurtocht, noodlot, leugens, kettingen, vrijheid, schat… Poog.'
Er was maar één iemand die haar kon helpen, die ze wél in vertrouwen had genomen. Omdat het niets met liefde te maken had. De verkeerde. Ze pakte een stuk gekreukeld perkament uit haar zak, streek het glad en krabbelde de inhoud van de laatste twee briefjes voor hem neer. Als hij iets wist, zou dat mooi zijn, maar zíj ging zich er in elk geval niet verder in verdiepen. Er lag een dik boek over magische natuurkunde op haar te wachten, een halve plank aan boeken van en over Brenda Wendekind, zelfs het boek van Ilmatar had ze geleend. Ze moest een verschil maken tussen leven en dood, ze wist nog te weinig en had geen tijd voor briefjes, noch voor liefdesverdriet. Ze vouwde het perkament op en slenterde richting het kasteel om een uil te halen.
Een tiental meters voor de grote houten deuren voelde ze een paar klauwen in haar schouder en besefte ze dat een uil zoeken niet nodig was; Flora had haar al gevonden. Ze besefte te laat dat het laatste briefje met haar eigen uil was gekomen, dat haar uil de schrijver van de briefjes kende, dat zij samenspande met de vijand. Isa verstijfde en draaide langzaam haar hoofd, bang voor wat ze te zien zou krijgen. Ze keek in twee heldere blauwe ogen; Flora's geheim.