28/08/2020, 21:49
9 Grijze gedachten
Hoewel niemand precies wist waar het nieuws vandaan kwam, was de hele Ravenklauwtoren er nog voor middernacht ten volste van overtuigd dat Aquilus Triginta dood was, vermoord. Hij was allesbehalve populair geweest, maar ondanks dat waren veel leerlingen diep geschokt. Ayla had als hoofdmonitor haar handen vol aan het troosten van eerstejaars die volledig overstuur waren nadat professor Banning had bevestigd dat Triginta inderdaad vermoord was in zijn huis in Zweinsveld, door handlangers van Voldemort.
Isa voelde zich onwennig en machteloos in de chaos, ze had de Man van Dertig pas twee keer gezien en was te kort in het kasteel om de dreiging te kennen die de tovenaarswereld verlamde. De angst voor aanvallen van Jeweetwel op leerlingen die de gemoedelijke sfeer temperde, hoewel Perkamentus toen hij schoolhoofd werd de beveiligingsspreuken had verdubbeld en de bewaking bij de ingangen van het schoolgebouw had versterkt.
De volgende ochtend aan het ontbijt was de stemming bedrukt. Vooral aan de afdelingstafel van Huffelpuf werd er veel gehuild, Aquilus Triginta was een Huffelpuffer geweest en, zo verklaarde Perkamentus in zijn korte toespraak, een modderbloedje.
Ayla boog zich naar Isa toe toen die bij die nieuwe term haar wenkbrauwen vragend optrok.
'Een kind met magische krachten dat Dreuzelouders heeft.'
De lessen zouden gewoon doorgaan, met uitzondering van de lessen Toverdranken, waar vervanging voor werd gezocht. Die vrijdag zou de begrafenis plaatsvinden in Zweinsveld, zij die daar behoefte aan hadden, konden afscheid nemen van hun oude leraar.
In de stilte die viel na de woorden van het schoolhoofd werd iedereen opgeschrikt door het geruis dat de komst van de uilen met de post van die dag aankondigde. Er waren opvallend veel brieven bij van verontruste ouders (Tyra rolde met haar ogen en verscheurde het stuk perkament waar onmiskenbaar overlevingstips op stonden) maar ook de gewoonlijke kranten en tijdschriften.
Toen Ayla haar Ochtendprofeet openvouwde herkende Isa het hoofd van Triginta, dat bewegend en in volle glorie met zijn doordringende groene ogen de voorpagina sierde. Muriël stootte haar aan.
'Jij hebt ook post.'
Flora zat tussen de sinaasappelmarmelade en een mandje brood en knabbelde aan Isa's half-opgegeten knäkebröd. Snel haalde Isa het briefje van haar poot en rolde het open.
'Pas goed op jezelf, Patrick'
Flora verwachtte duidelijk geen antwoord, ze nam nog een slokje uit Isa's glas en vloog weer op.
'Wie is Patrick?'
Isa vouwde snel het stuk perkament dicht en keek in het lachende gezicht van Muriël.
'Een vriend,' antwoordde ze zo nonchalant mogelijk.
'Heb jij een vriendje?' Tyra viel de nieuwsgierige Muriël bij, ze had pretlichtjes in haar ogen en klakte met haar tong.
'Nee!' riep Isa quasi-boos, 'Gewoon een vriend, een kennis, wat je wilt... Geen vriendJE...'
'Ontkenningsfase,' zeiden Tyra en Muriël tegelijk, maar Ayla fronste haar wenkbrauwen.
'Weet je al van wie dat andere briefje was?'
Isa's hersenen werkten op topsnelheid, maar ze wist dat Ayla de verkeerde feiten koppelde.
'Niet van hem,' zei ze hard en kortaf, ook om zichzelf gerust te stellen. Nee, het was Patrick niet, dat kon niet, dat mocht niet... Ze stond op en liep de Grote Zaal uit om haar spullen te pakken voor een nieuwe lesdag. Ayla leek haar te willen volgen, maar bleef uiteindelijk toch zitten, zodat Isa alleen het kasteel doorkruiste en te vroeg voor het lokaal stond.
Na niet al te lange tijd kreeg ze gezelschap van een schuwe eerstejaars Griffoendor die aan de overkant van de gang ging staan, alsof hij bang was dat Isa tegen hem zou gaan praten. Langzaam stroomde de gang vol en haalden de leerlingen Isa uit haar overpeinzingen over haar geheime aanbidder met zijn gekleurde letters.
De dag ging voorbij zonder dat Isa erbij stilstond. Had ze de vorige dag nog intensief beleefd, deze dag was géleefd en daar baalde ze van. Haar gedachten waren... Waar waren die eigenlijk? Patrick, het briefje, het mooie uitzicht vanuit een lokaal, het donkere bos dat de horizon sierde... Alles behalve datgene dat belangrijk was. Zelfs bij de extra les kruidenkunde ging de uitleg het ene oor in en het andere uit, zodat ze al na een uur weggestuurd werd na het verpotten van een soort uit de naad gegroeide exotische kiwiplanten waar ze de naam alweer van was vergeten. Het huiswerk was twee rollen perkament over het heilzame rozegekleurde vruchtvlees dat maar één keer in de vier jaar rijp en eetbaar werd.
Met de modder nog aan haar handen arriveerde Isa in de drukke leerlingenkamer, waar ze meteen naar de slaapzaal vertrok. Achter haar klonken voetstappen zodat Isa haar pas versnelde, de deur achter zich dicht sloeg en uitgeput op haar bed neerplofte. Er werd onmiddellijk geklopt.
'Isa?' Klonk de stem van Ayla aan de andere kant. Isa zuchtte en bracht een zo verveeld mogelijk 'Ja?' uit, waarna Ayla binnenkwam en voor haar bed bleef staan.
'Het is Patrick Wilder hè?'
Isa kwam behoedzaam overeind.
'Hoezo?'
'Hij zat een paar jaar geleden nog hier op school en hij was eh... nouja, hij had de naam dat hij wel eens wat streken uithaalde, snap je? Denk je echt niet dat hij... dat briefje...'
Isa schudde haar hoofd alsof ze last had van een vervelende vlieg. Van binnen kookte ze van woede maar het ontbrak aan de kracht en de zin om ruzie te gaan maken.
'Nee, Ayla, hij was het niet, bedankt voor het meedenken maar ik denk dat ik mijn eigen zaakjes ook wel kan opknappen.'
Ze klonk vermoeid en Ayla vertrok met een schouderophalend 'Dan niet'.
Duizende ontzichtbare handjes duwden Isa nadat ze haar handen had gewassen richting haar schetsblok en potloden. De dagen daarna bestonden uit lessen volgen en tekenen. Vooral dat laatste, het was alsof ze weer thuiskwam, alsof ze opnieuw ontdekte dat dit het allerleukste van de hele wereld was.
Tijdens veel lessen droomde Isa weg in de portretten die ze tekende en maakte ze voorstudies op het perkament dat bedoeld was voor aantekeningen.
De begrafenis van Aquilus Triginta ging compleet langs haar heen, ze had nu eindelijk een hele dag vrije tijd om de tekening van de Wegisweg af te maken, die ze in aquarel aan het maken was. Hij was nog lang niet klaar, de gezichten waren nog te wazig, misschien had ze ook wel Oost-Indische inkt nodig om de gelaatstrekken te benadrukken...
Isa trok haar donkere jas aan, pakte een tekenblok en besloot een eindje te gaan lopen. Het was geen mooi weer buiten. Isa had geen bezwaar tegen de winter, maar deze was koud en nat. De grauwe mist belemmerde het zicht en er lag geen sneeuw op het pad langs het meer waarover Isa richting het donkere bos liep. Al vanaf het eerste moment hadden de bomen haar geboeid. Ze strekten zich verder uit dan zichtbaar was vanuit de hoogste toren en af en toe vlogen er vreemdsoortige vogels op uit de donkere massa.
Ze nam het eerste pad dat tussen de bomen verdween en keek verrukt om zich heen. Hoewel het dag was en een waterig zonnetje in de grijze lucht aanwezig was, ging het kleine mensfiguurtje al snel helemaal op in de bomenmassa, waarvan de kruinen het binnenvallende licht dimden.
'Hé, jij daar!'
Isa keek verschrikt op.
''t Bos is verboden voor leerlingen.' Een grote gedaante verscheen vanuit de slierten dikke mist achter haar. De man, die twee keer zo groot was als een normale homo sapiens, had een donker bebaard gezicht, maar Isa ontdekte onder de borstelige wenkbrauwen een paar vriendelijke ogen. De man nam haar onderzoekend op.
'O, jij bent die nieuwe, 'k dacht al, wie ken dat nou wezen, zomaar het bos inlopen...'
'Sorry,' zei Isa, 'ik wist niet...'
'Ken je ook niet weten... Rubeus Hagrid, sleutelbewaarder en terreinknecht van Zweinstein.'
Ze pakte zijn uitgestoken hand aan ('Isa Ruyshof.') en zag dat er een kruisboog over zijn schouder hing.
'Je verdwaalt makkelijk daaro en er zitten beesten die je misschien liever niet tegen komt.'
Plotseling leek het bos niet zo aantrekkelijk meer. Ze kwamen op een open plek, waar de weg zich in twee nog smallere paadjes vertakte en verdween in het donker. Isa rilde onbewust.
'Wat zou je zeggen van een lekker bakkie thee?'
Ze knikte en verwachtte een toverspreuk, maar de man liep voor haar uit het linker pad in en loodste hen snel het bos uit.
Ze kwamen uit bij het hutje dat Isa zag als ze het raam uitkeek. Het was niet zo klein als vanuit de verte, maar Rubeus Hagrid moest wel bukken toen ze zijn huis binnengingen. Het was er erg knus. Er stond een kleine tafel met een versleten bankstel en een paar zachte stoelen er omheen, een zacht knetterend haardvuur verwarmde de ruimte en in een hoek stond een grote hondenmand. Een grote zwarte hond sprong enthousiast tegen Hagrid op en hij gaf hem een aai over zijn kop.
'Ja, het is goed Dop, ga nou maar weer af. AF!' De hond besnuffelde Isa nog even en trok zich daarna als een mak lammetje terug in zijn mand en Hagrid pakte twee theekopjes uit een grote houten kast nadat hij met behulp van een roze paraplu water in een ketel boven het haardvuur aan de kook had gebracht.
Isa ging in een gebloemde fauteuil zitten en legde haar tekenblok en potloden op de tafel.
Toen Hagrid haar mok thee naar haar toeschoof wees hij met de andere in zijn hand naar het papier en de potloden.
'Je tekent?'
'Ja,' knikte Isa, 'ik wilde het bos in om te tekenen.'
'Tis geen mooi weer en het wordt nog erger.'
'Nu had ik de tijd.'
Het was even stil en Isa draaide het blok naar de halfreus toe.
Hij bladerde langzaam door de schetsen heen en wees op een exemplaar van Flora.
'Das een mooi beessie...'
Ze knikte. 'Mijn kerkuil.'
Terwijl Hagrid doorbladerde dwaalde Isa's blik door het hutje. De grote hond keek haar kwispelend aan, maar bleef gehoorzaam in zijn mand zitten, zijn enorme tong als een lekkende vaatdoek uit zijn mond.
'Zou je...' Hagrid was opgestaan en liep naar Dop toe. Hij klopte het beest op zijn kop en keek Isa vragend aan.
Ze bloosde. 'Ik weet niet...'
'Tien sikkels.'
Ze keek hem ongelovig aan. 'Ik moet hem voor je tekenen... Voor geld?'
Hagrid glimlachte en legde een grote hand op haar schouder.
'Krijgen Dreuzeltekenaars geen geld voor hun werk?'
'Jawel, maar...'
'Elf dan.'
'Doe niet zo gek.'
Isa pakte het blok van tafel en een potlood en begon een ruwe schets te maken van de kop van Dop.
Tien minuten later was ze klaar.
'Ik hoef geen geld, je mag hem zo hebben. Bedankt voor de thee.'
Op weg terug naar het kasteel merkte ze dat Rubeus Hagrid gelijk had, het weer was omgeslagen en donkere regenwolken pakten zich samen boven het bos en de torentjes die bij het gebouw hoorden. Ze spoedde zich naar binnen.
Die maandag begonnen de gewone lessen weer, maar achterin Isa's hoofd was een stemmetje, een zwak stemmetje, maar het was er altijd.
De nieuwigheid is eraf.
Ze wist dat het waar was, de lessen op deze Toverschool waren net zo gewoon geworden als die op haar Dreuzelschool, hoewel ze zo nieuw waren. Ze leerde nieuwe dingen over de geschiedenis van deze nieuwe wereld, hoe ze met haar toverstok dingen kon laten bewegen en zelfs veranderen, hoe een bezem te besturen was... Toch wilde de nieuwe kennis zich maar niet in haar hoofd nestelen, waar de nonsens uit haar vorige wereld juist weer bovenkwam. De Latijnse woordjes kwamen bovendrijven in de spreuken en ze probeerde tevergeefs zweefspreuken te verklaren met verschillende natuurkundige wetten.
Waar Isa met wat minder aandacht voor haar werk op haar oude school makkelijk zou zijn weggekomen, resulteerde het nu in tegenvallende resultaten. Niemand had het meer over de 'echte Ravenklauw' waarover professor Banning de eerste les met complimentjes had gestrooid, ze pakte nog steeds met haar rechterhand haar toverstok vast om zich na verwoede pogingen te realiseren dat links haar stokhand was en was er nog steeds niet in geslaagd om een speldenkussen in een luciferdoosje te veranderen.
Tyra en Muriël lieten haar begaan, maar Ayla begon te zien dat Isa zich afzonderde van de rest en duwde haar avond na avond de stampvolle leerlingenkamer in om te 'socializen'.
Isa praatte gedwee mee over Zwerkbal (Ravenklauw had van Huffelpuf gewonnen!) en Boterbier (de kwaliteit ging volgens Thomas snel achteruit) en speelde met Fluimstenen en Toverschaakspellen, maar het boeide haar niet. Eigenlijk boeiden de lessen haar ook niet meer, maar wat veroorzaakte nu wat? Isa liet de warboel in haar hoofd voor wat hij was en tekende meer en meer...
'Een briefje.'
'Wat?' Isa keek verstoord op van haar opstel Transfiguratie. Ayla had geen onhandigere tijd uit kunnen kiezen om haar te storen, het was half één 's nachts en Isa moest nog anderhalve rol perkament door gebrek aan planning.
Ayla legde het briefje voor haar neus.
'Wie?' Isa keek haar vragend aan, maar Ayla draaide zich om, Sommeerde haar schooltas en beklom de trap naar de slaapzalen.
Isa vouwde het papiertje open en het krullerige handschrift van Perkamentus deed haar verbleken. Wist hij dat ze haar schoolwerk aan het verwaarlozen was?
'Isabella, Graag zou ik je morgenavond na je bijles Transfiguratie in mijn kantoor zien om je eerste schoolweken te bespreken. Met vriendelijke groet, Albus Perkamentus. P.S. De waterspuwer luistert naar de naam Chocokikker'
Een diepe zucht ontsnapte aan haar lippen en Isa masseerde haar kloppende slapen; dit was teveel.
Bovenaan de trap kraakte een trede en ze keek met half-betraande ogen op. Ayla kwam de trap af, in haar armen een paar rollen perkament. Toen ze naast Isa neerplofte, haar eerste haastig neergekalkte woorden ontcijferde en uit haar oude opstellen het goede verslag had gezocht dat ze naast Isa neerlegde zodat die het kon overschijven, sloeg ze een arm om haar heen. Het menselijk gezelschap was Isa vreemd geworden, maar ze voelde dat ze eindelijk gevonden had waar ze onverwacht toch behoefte aan had gehad: liefde.
Hoewel niemand precies wist waar het nieuws vandaan kwam, was de hele Ravenklauwtoren er nog voor middernacht ten volste van overtuigd dat Aquilus Triginta dood was, vermoord. Hij was allesbehalve populair geweest, maar ondanks dat waren veel leerlingen diep geschokt. Ayla had als hoofdmonitor haar handen vol aan het troosten van eerstejaars die volledig overstuur waren nadat professor Banning had bevestigd dat Triginta inderdaad vermoord was in zijn huis in Zweinsveld, door handlangers van Voldemort.
Isa voelde zich onwennig en machteloos in de chaos, ze had de Man van Dertig pas twee keer gezien en was te kort in het kasteel om de dreiging te kennen die de tovenaarswereld verlamde. De angst voor aanvallen van Jeweetwel op leerlingen die de gemoedelijke sfeer temperde, hoewel Perkamentus toen hij schoolhoofd werd de beveiligingsspreuken had verdubbeld en de bewaking bij de ingangen van het schoolgebouw had versterkt.
De volgende ochtend aan het ontbijt was de stemming bedrukt. Vooral aan de afdelingstafel van Huffelpuf werd er veel gehuild, Aquilus Triginta was een Huffelpuffer geweest en, zo verklaarde Perkamentus in zijn korte toespraak, een modderbloedje.
Ayla boog zich naar Isa toe toen die bij die nieuwe term haar wenkbrauwen vragend optrok.
'Een kind met magische krachten dat Dreuzelouders heeft.'
De lessen zouden gewoon doorgaan, met uitzondering van de lessen Toverdranken, waar vervanging voor werd gezocht. Die vrijdag zou de begrafenis plaatsvinden in Zweinsveld, zij die daar behoefte aan hadden, konden afscheid nemen van hun oude leraar.
In de stilte die viel na de woorden van het schoolhoofd werd iedereen opgeschrikt door het geruis dat de komst van de uilen met de post van die dag aankondigde. Er waren opvallend veel brieven bij van verontruste ouders (Tyra rolde met haar ogen en verscheurde het stuk perkament waar onmiskenbaar overlevingstips op stonden) maar ook de gewoonlijke kranten en tijdschriften.
Toen Ayla haar Ochtendprofeet openvouwde herkende Isa het hoofd van Triginta, dat bewegend en in volle glorie met zijn doordringende groene ogen de voorpagina sierde. Muriël stootte haar aan.
'Jij hebt ook post.'
Flora zat tussen de sinaasappelmarmelade en een mandje brood en knabbelde aan Isa's half-opgegeten knäkebröd. Snel haalde Isa het briefje van haar poot en rolde het open.
'Pas goed op jezelf, Patrick'
Flora verwachtte duidelijk geen antwoord, ze nam nog een slokje uit Isa's glas en vloog weer op.
'Wie is Patrick?'
Isa vouwde snel het stuk perkament dicht en keek in het lachende gezicht van Muriël.
'Een vriend,' antwoordde ze zo nonchalant mogelijk.
'Heb jij een vriendje?' Tyra viel de nieuwsgierige Muriël bij, ze had pretlichtjes in haar ogen en klakte met haar tong.
'Nee!' riep Isa quasi-boos, 'Gewoon een vriend, een kennis, wat je wilt... Geen vriendJE...'
'Ontkenningsfase,' zeiden Tyra en Muriël tegelijk, maar Ayla fronste haar wenkbrauwen.
'Weet je al van wie dat andere briefje was?'
Isa's hersenen werkten op topsnelheid, maar ze wist dat Ayla de verkeerde feiten koppelde.
'Niet van hem,' zei ze hard en kortaf, ook om zichzelf gerust te stellen. Nee, het was Patrick niet, dat kon niet, dat mocht niet... Ze stond op en liep de Grote Zaal uit om haar spullen te pakken voor een nieuwe lesdag. Ayla leek haar te willen volgen, maar bleef uiteindelijk toch zitten, zodat Isa alleen het kasteel doorkruiste en te vroeg voor het lokaal stond.
Na niet al te lange tijd kreeg ze gezelschap van een schuwe eerstejaars Griffoendor die aan de overkant van de gang ging staan, alsof hij bang was dat Isa tegen hem zou gaan praten. Langzaam stroomde de gang vol en haalden de leerlingen Isa uit haar overpeinzingen over haar geheime aanbidder met zijn gekleurde letters.
De dag ging voorbij zonder dat Isa erbij stilstond. Had ze de vorige dag nog intensief beleefd, deze dag was géleefd en daar baalde ze van. Haar gedachten waren... Waar waren die eigenlijk? Patrick, het briefje, het mooie uitzicht vanuit een lokaal, het donkere bos dat de horizon sierde... Alles behalve datgene dat belangrijk was. Zelfs bij de extra les kruidenkunde ging de uitleg het ene oor in en het andere uit, zodat ze al na een uur weggestuurd werd na het verpotten van een soort uit de naad gegroeide exotische kiwiplanten waar ze de naam alweer van was vergeten. Het huiswerk was twee rollen perkament over het heilzame rozegekleurde vruchtvlees dat maar één keer in de vier jaar rijp en eetbaar werd.
Met de modder nog aan haar handen arriveerde Isa in de drukke leerlingenkamer, waar ze meteen naar de slaapzaal vertrok. Achter haar klonken voetstappen zodat Isa haar pas versnelde, de deur achter zich dicht sloeg en uitgeput op haar bed neerplofte. Er werd onmiddellijk geklopt.
'Isa?' Klonk de stem van Ayla aan de andere kant. Isa zuchtte en bracht een zo verveeld mogelijk 'Ja?' uit, waarna Ayla binnenkwam en voor haar bed bleef staan.
'Het is Patrick Wilder hè?'
Isa kwam behoedzaam overeind.
'Hoezo?'
'Hij zat een paar jaar geleden nog hier op school en hij was eh... nouja, hij had de naam dat hij wel eens wat streken uithaalde, snap je? Denk je echt niet dat hij... dat briefje...'
Isa schudde haar hoofd alsof ze last had van een vervelende vlieg. Van binnen kookte ze van woede maar het ontbrak aan de kracht en de zin om ruzie te gaan maken.
'Nee, Ayla, hij was het niet, bedankt voor het meedenken maar ik denk dat ik mijn eigen zaakjes ook wel kan opknappen.'
Ze klonk vermoeid en Ayla vertrok met een schouderophalend 'Dan niet'.
Duizende ontzichtbare handjes duwden Isa nadat ze haar handen had gewassen richting haar schetsblok en potloden. De dagen daarna bestonden uit lessen volgen en tekenen. Vooral dat laatste, het was alsof ze weer thuiskwam, alsof ze opnieuw ontdekte dat dit het allerleukste van de hele wereld was.
Tijdens veel lessen droomde Isa weg in de portretten die ze tekende en maakte ze voorstudies op het perkament dat bedoeld was voor aantekeningen.
De begrafenis van Aquilus Triginta ging compleet langs haar heen, ze had nu eindelijk een hele dag vrije tijd om de tekening van de Wegisweg af te maken, die ze in aquarel aan het maken was. Hij was nog lang niet klaar, de gezichten waren nog te wazig, misschien had ze ook wel Oost-Indische inkt nodig om de gelaatstrekken te benadrukken...
Isa trok haar donkere jas aan, pakte een tekenblok en besloot een eindje te gaan lopen. Het was geen mooi weer buiten. Isa had geen bezwaar tegen de winter, maar deze was koud en nat. De grauwe mist belemmerde het zicht en er lag geen sneeuw op het pad langs het meer waarover Isa richting het donkere bos liep. Al vanaf het eerste moment hadden de bomen haar geboeid. Ze strekten zich verder uit dan zichtbaar was vanuit de hoogste toren en af en toe vlogen er vreemdsoortige vogels op uit de donkere massa.
Ze nam het eerste pad dat tussen de bomen verdween en keek verrukt om zich heen. Hoewel het dag was en een waterig zonnetje in de grijze lucht aanwezig was, ging het kleine mensfiguurtje al snel helemaal op in de bomenmassa, waarvan de kruinen het binnenvallende licht dimden.
'Hé, jij daar!'
Isa keek verschrikt op.
''t Bos is verboden voor leerlingen.' Een grote gedaante verscheen vanuit de slierten dikke mist achter haar. De man, die twee keer zo groot was als een normale homo sapiens, had een donker bebaard gezicht, maar Isa ontdekte onder de borstelige wenkbrauwen een paar vriendelijke ogen. De man nam haar onderzoekend op.
'O, jij bent die nieuwe, 'k dacht al, wie ken dat nou wezen, zomaar het bos inlopen...'
'Sorry,' zei Isa, 'ik wist niet...'
'Ken je ook niet weten... Rubeus Hagrid, sleutelbewaarder en terreinknecht van Zweinstein.'
Ze pakte zijn uitgestoken hand aan ('Isa Ruyshof.') en zag dat er een kruisboog over zijn schouder hing.
'Je verdwaalt makkelijk daaro en er zitten beesten die je misschien liever niet tegen komt.'
Plotseling leek het bos niet zo aantrekkelijk meer. Ze kwamen op een open plek, waar de weg zich in twee nog smallere paadjes vertakte en verdween in het donker. Isa rilde onbewust.
'Wat zou je zeggen van een lekker bakkie thee?'
Ze knikte en verwachtte een toverspreuk, maar de man liep voor haar uit het linker pad in en loodste hen snel het bos uit.
Ze kwamen uit bij het hutje dat Isa zag als ze het raam uitkeek. Het was niet zo klein als vanuit de verte, maar Rubeus Hagrid moest wel bukken toen ze zijn huis binnengingen. Het was er erg knus. Er stond een kleine tafel met een versleten bankstel en een paar zachte stoelen er omheen, een zacht knetterend haardvuur verwarmde de ruimte en in een hoek stond een grote hondenmand. Een grote zwarte hond sprong enthousiast tegen Hagrid op en hij gaf hem een aai over zijn kop.
'Ja, het is goed Dop, ga nou maar weer af. AF!' De hond besnuffelde Isa nog even en trok zich daarna als een mak lammetje terug in zijn mand en Hagrid pakte twee theekopjes uit een grote houten kast nadat hij met behulp van een roze paraplu water in een ketel boven het haardvuur aan de kook had gebracht.
Isa ging in een gebloemde fauteuil zitten en legde haar tekenblok en potloden op de tafel.
Toen Hagrid haar mok thee naar haar toeschoof wees hij met de andere in zijn hand naar het papier en de potloden.
'Je tekent?'
'Ja,' knikte Isa, 'ik wilde het bos in om te tekenen.'
'Tis geen mooi weer en het wordt nog erger.'
'Nu had ik de tijd.'
Het was even stil en Isa draaide het blok naar de halfreus toe.
Hij bladerde langzaam door de schetsen heen en wees op een exemplaar van Flora.
'Das een mooi beessie...'
Ze knikte. 'Mijn kerkuil.'
Terwijl Hagrid doorbladerde dwaalde Isa's blik door het hutje. De grote hond keek haar kwispelend aan, maar bleef gehoorzaam in zijn mand zitten, zijn enorme tong als een lekkende vaatdoek uit zijn mond.
'Zou je...' Hagrid was opgestaan en liep naar Dop toe. Hij klopte het beest op zijn kop en keek Isa vragend aan.
Ze bloosde. 'Ik weet niet...'
'Tien sikkels.'
Ze keek hem ongelovig aan. 'Ik moet hem voor je tekenen... Voor geld?'
Hagrid glimlachte en legde een grote hand op haar schouder.
'Krijgen Dreuzeltekenaars geen geld voor hun werk?'
'Jawel, maar...'
'Elf dan.'
'Doe niet zo gek.'
Isa pakte het blok van tafel en een potlood en begon een ruwe schets te maken van de kop van Dop.
Tien minuten later was ze klaar.
'Ik hoef geen geld, je mag hem zo hebben. Bedankt voor de thee.'
Op weg terug naar het kasteel merkte ze dat Rubeus Hagrid gelijk had, het weer was omgeslagen en donkere regenwolken pakten zich samen boven het bos en de torentjes die bij het gebouw hoorden. Ze spoedde zich naar binnen.
Die maandag begonnen de gewone lessen weer, maar achterin Isa's hoofd was een stemmetje, een zwak stemmetje, maar het was er altijd.
De nieuwigheid is eraf.
Ze wist dat het waar was, de lessen op deze Toverschool waren net zo gewoon geworden als die op haar Dreuzelschool, hoewel ze zo nieuw waren. Ze leerde nieuwe dingen over de geschiedenis van deze nieuwe wereld, hoe ze met haar toverstok dingen kon laten bewegen en zelfs veranderen, hoe een bezem te besturen was... Toch wilde de nieuwe kennis zich maar niet in haar hoofd nestelen, waar de nonsens uit haar vorige wereld juist weer bovenkwam. De Latijnse woordjes kwamen bovendrijven in de spreuken en ze probeerde tevergeefs zweefspreuken te verklaren met verschillende natuurkundige wetten.
Waar Isa met wat minder aandacht voor haar werk op haar oude school makkelijk zou zijn weggekomen, resulteerde het nu in tegenvallende resultaten. Niemand had het meer over de 'echte Ravenklauw' waarover professor Banning de eerste les met complimentjes had gestrooid, ze pakte nog steeds met haar rechterhand haar toverstok vast om zich na verwoede pogingen te realiseren dat links haar stokhand was en was er nog steeds niet in geslaagd om een speldenkussen in een luciferdoosje te veranderen.
Tyra en Muriël lieten haar begaan, maar Ayla begon te zien dat Isa zich afzonderde van de rest en duwde haar avond na avond de stampvolle leerlingenkamer in om te 'socializen'.
Isa praatte gedwee mee over Zwerkbal (Ravenklauw had van Huffelpuf gewonnen!) en Boterbier (de kwaliteit ging volgens Thomas snel achteruit) en speelde met Fluimstenen en Toverschaakspellen, maar het boeide haar niet. Eigenlijk boeiden de lessen haar ook niet meer, maar wat veroorzaakte nu wat? Isa liet de warboel in haar hoofd voor wat hij was en tekende meer en meer...
'Een briefje.'
'Wat?' Isa keek verstoord op van haar opstel Transfiguratie. Ayla had geen onhandigere tijd uit kunnen kiezen om haar te storen, het was half één 's nachts en Isa moest nog anderhalve rol perkament door gebrek aan planning.
Ayla legde het briefje voor haar neus.
'Wie?' Isa keek haar vragend aan, maar Ayla draaide zich om, Sommeerde haar schooltas en beklom de trap naar de slaapzalen.
Isa vouwde het papiertje open en het krullerige handschrift van Perkamentus deed haar verbleken. Wist hij dat ze haar schoolwerk aan het verwaarlozen was?
'Isabella, Graag zou ik je morgenavond na je bijles Transfiguratie in mijn kantoor zien om je eerste schoolweken te bespreken. Met vriendelijke groet, Albus Perkamentus. P.S. De waterspuwer luistert naar de naam Chocokikker'
Een diepe zucht ontsnapte aan haar lippen en Isa masseerde haar kloppende slapen; dit was teveel.
Bovenaan de trap kraakte een trede en ze keek met half-betraande ogen op. Ayla kwam de trap af, in haar armen een paar rollen perkament. Toen ze naast Isa neerplofte, haar eerste haastig neergekalkte woorden ontcijferde en uit haar oude opstellen het goede verslag had gezocht dat ze naast Isa neerlegde zodat die het kon overschijven, sloeg ze een arm om haar heen. Het menselijk gezelschap was Isa vreemd geworden, maar ze voelde dat ze eindelijk gevonden had waar ze onverwacht toch behoefte aan had gehad: liefde.