28/08/2020, 21:46
5 Gouden munten
‘Isa, wakker worden.’ Patrick schudde voorzichtig aan haar schouder.
Isa knipperde met haar ogen en schrok toen ze Patrick zag.
‘Ik weet het, ik zou op de deur kloppen, maar je werd maar niet wakker… Toen ben ik maar even binnen gekomen. Leuk nachthemd heb je aan.’
Isa keek hem quasi-boos aan en bonjourde hem de deur uit zodat ze zich kon aankleden.
‘Ik wil eerst bij Goudgrijp kijken of je ouders nog een kluis hebben,’ zei hij bij het ontbijt, ‘anders moet je op de een of andere manier toch aan geld komen.’
‘Ik heb geld meegenomen,’ zei Isa, ‘maar dat is vast Dreuzelgeld.’
Patrick knikte. ‘Daar kun je hier niet mee betalen, maar dat kunnen ze wisselen, we regelen wel iets.’
Isa volgde Patrick naar een kleine binnenplaats achter het café, omgrensd door drie dichte muren. Patrick scheen goed te weten wat hij moest doen. Hij telde de bakstenen op de achtermuur en tikte er eentje aan met zijn toverstok. Meteen begonnen de stenen zich te verplaatsen tot ze een poort vormden.
‘Welkom op de Wegisweg.’
Isa keek verwonderd naar de muur.
‘Kom nou mee,’ zei Patrick lachend, ‘die paar bewegende stenen zijn niet alles hoor.’
Isa knipperde een paar keer met haar ogen toen ze ineens zag dat ze in een drukke winkelstraat stonden.
‘Eerst naar de bank dus,’ besloot Patrick.
De vorige dag in het café had Isa al veel tovenaars gezien, maar zoveel bij elkaar… Ze droegen allemaal zwierende gewaden en sommige hadden puntmutsen op hun hoofd. Jengelende kinderen stonden voor een etalage met alle kleuren snoep en Isa hoorde een iets oudere jongen tegen zijn ouders zeuren om de nieuwste racebezemsteel. Ze keek haar ogen uit en raakte Patrick bijna kwijt. Hij wachtte op haar bij een groot wit gebouw.
‘Goudgrijp, de tovenaarsbank,’ knikte hij, ‘er werken hier kobolden.’
Isa keek gretig mee over zijn schouder toen Patrick vroeg naar de kluis van haar ouders. De kobold schudde zijn hoofd en trommelde met zijn lange vingers op de marmeren balie. Patrick gaf echter niet op en na een tijdje had hij de kobold zo ver dat hij in de boeken ging zoeken naar haar achternaam. Isa bestudeerde de marmeren vloer en de immense ruimte waar ze zich in bevonden. Kobolden liepen af en aan met grote weegschalen, sleuteltjes en bergen goud. De kobold sloeg het boek dicht en begon snel te praten. De kluis zou nog wel bestaan maar zo goed als leeg zijn, op een paar Galjoenen na. Isa trok een wenkbrauw op. Galjoenen?
'Heb je je Dreuzelgeld bij je?’ Patrick legde een hand op haar schouder.
'Ja,' antwoordde ze verward, haar portemonnee op de balie legend. De kobold telde snel en nauwkeurig en Isa kreeg er grote gouden, zilveren en bronzen munten voor terug.
‘Daar kun je wel even mee vooruit,’ knikte Patrick goedkeurend, terwijl hij de helft van de stapel in een leren buideltje schoof, ‘de rest laten we in een kluis stoppen.' De kobold gaf hun een gouden sleuteltje.
Patrick overhandigde het plechtig aan Isa en ze liepen het gebouw uit. 'Die gouden zijn Galjoenen, de zilveren Sikkels en de bronzen heten Knoeten. Er gaan zeventien Sikkels in een Galjoen en negenentwintig Knoeten in een Sikkel. Kom op, we gaan een toverstok kopen.’
De getallen duizelden haar nog, maar Isa werd helemaal warm van binnen toen ze het sjofele winkeltje binnen liepen. Dit was het echt, nu kreeg ze een toverstok, nu hoorde ze er bij. Een oude man kwam op hen toelopen.
‘Ah, Patrick Wilder, 28,7 centimeter, wilgenhout en de staarthaar van een eenhoorn,’ zei hij knikkend.
Patrick glimlachte en klopte op zijn broekzak. ‘Klopt.’
‘En mejuffrouw, wat kan ik voor u betekenen?’ vroeg de man aan Isa. Hij had een meetlint dat meteen Isa's maten begon te nemen. De man zelf begon zonder op antwoord te wachten door zijn zaak te schuifelen en pakte een paar doosjes uit de lange kasten die tegen de wand gerangschikt waren.
'Genoeg!' riep hij tegen het meetlint. Het viel in een kluwen op de grond.
‘U moet weten, mejuffrouw, dat de tovenaar de stok niet kiest, nee, de stok kiest de tovenaar.’ De toverstokmaker haalde een lichtbruin exemplaar uit een doosje en overhandigde hem aan Isa.
‘Zwaai er maar een beetje mee.’
Isa liet de toverstok door de lucht zwaaien.
‘Nee,’ zei de oude man bruusk, het stokje uit haar hand trekkend, ‘die is het absoluut niet. Probeer deze eens.’
Isa pakte het stokje van hem over en zwiepte ermee heen en weer.
'Ook niet,' zei de man kort. Hij schuifelde verder zijn winkel door en kwam terug met een verkreukeld doosje.
'Niks mee mis hoor, 't is de verpakking maar,' grinnikte hij toen hij Isa's gefronste voorhoofd zag. Een zwarte stok kwam eruit en Isa zwaaide ermee. De man schudde zijn hoofd.
'Nee, nee, nee... Je weet zeker dat rechts je stokhand is?'
'Ik schrijf met rechts...' prevelde Isa.
'Dat zegt niets, helemaal niets...' Hij overhandigde haar een donkerbruin exemplaar en ze zwierde sierlijke krullen in de lucht.
'Gebruik je andere hand,' gebood de man zonder op te kijken.
Ze pakte het stokje in haar linkerhand en zwiepte verder. Er spoten een paar paarse sterren uit de stok, maar voor de rest gebeurde er weinig.
'Je stokhand is links!' riep Patrick verbaasd.
'Dat komt vaker voor.' De winkelier keek nadenkend en pakte het stokje uit haar hand. ‘Maar deze is het toch niet helemaal... Deze dan?’
Isa kreeg een ander exemplaar om mee te zwaaien. Ook deze was niet goed, en de volgende ook niet, en de daaropvolgende... Isa zuchtte en haar hart begon sneller te kloppen. Ze had dan daarnet wel paarse sterren getoverd, maar dat stelde dus niks voor. Nu zou het uitkomen, ze was geen heks en ze zou binnen een dag terug zijn bij haar ouders. Patrick legde een hand op haar schouder en ze keek hem verschrikt aan.
'Maak je geen zorgen, bij mij duurde het een uur,’ fluisterde hij geruststellend.
Isa glimlachte dankbaar.
De oude man schuifelde intussen nog steeds tussen zijn kasten en pakte uiteindelijk een doosje ergens achter uit de winkel.
‘Deze zou ook kunnen,’ zei hij terwijl hij haar de toverstok gaf.
Toen Isa hem aanpakte voelde ze het meteen; dit was de goede, de gouden vonken sproeiden in het rond.
‘Dat wordt dan 29,5 centimeter, hazelaarhout met een kern van drakenbloed,’ knikte de man. Isa betaalde hem glunderend en zij en Patrick liepen de stoffige winkel weer uit.
‘Les één,’ zei Patrick toen ze buiten stonden, ‘heb je toverstok altijd bij je en zorg dat hij op een plaats zit waar je er makkelijk bij kan maar toch zó dat hij niet gestolen kan worden.’ Isa stopte de stok in haar broekzak.
‘Boeken kopen we bij Klieder & Vlek.’ Patrick wees naar een winkel in het midden van de straat.
‘Maar ik eh… ga eerst even naar het Zwerkbalpaleis,’ zei hij snel, ‘bij Madame Mallekin kun je je gewaden laten maken, ik zie je daar wel.’ Hij liet haar alleen achter voor de gewadenwinkel en sprintte weg naar de Zwerkbalzaak.
Isa keek hem hoofdschuddend na en stapte de winkel binnen. Ze moest op een krukje gaan staan zodat een automatisch metend lint weer haar maten opnam. De verkoopster achter de balie las een tijdschrift waar Isa geïnteresseerd naar keek, de foto’s bewogen!
Terwijl de naaister met een paar stokbewegingen de andere gewaden afstikte, trok Isa er meteen eentje aan, het zat als gegoten. Zichzelf bewonderend keek ze in de spiegel, nu begon ze eruit te zien als een echte heks!
Toen Patrick binnenkwam kreeg ze net de rest van haar pakket kleding overhandigd.
‘Was het leuk bij je bezemstelen?’ vroeg ze spottend.
‘Ja, ik had gehoord dat er een nieuwe Nimbus uit was, hij is heel erg mooi.’ Patrick keek dromerig voor zich uit.
‘Wakker worden,’ grinnikte Isa, ‘we gaan boeken kopen.’ Ze trok hem mee naar de boekwinkel.
‘Eerstejaars boeken alstublieft.’ De vrouw achter de toonbank keek haar vreemd aan maar verzamelde met een paar spreuken de juiste boeken op een stapel waarna Isa betaalde en ze de winkel weer verlieten. Patrick kende gelukkig een simpele spreuk om het zaakje wat minder zwaar te maken, zodat ze na een toverdrankketel plus ingrediënten nog niet bezweek onder het gewicht van haar gloednieuwe schoolspullen.
‘We houden te veel tijd over,’ grapte Patrick, die de boeken droeg, ‘zullen we een ijsje gaan eten? Fanielje is echt een goede ijszaak, daar moet je gewoon een keertje geweest zijn…’
Isa keek bedenkelijk. ‘Ik doe aan de lijn,’ mompelde ze.
‘Jij?’ vroeg Patrick lachend, ‘Doe normaal!’
‘Oké dan,’ gaf Isa toe, ‘maar wel zonder slagroom alsjeblieft.’
Ze ploften neer op het terrasje voor de ijswinkel en bestelden twee sorbets, zonder slagroom.
Terug in De Lekke Ketel bewonderde Isa de veren die ze had gekocht om mee te schrijven en probeerde ze allemaal uit. Het viel haar niet tegen, het leek op een kroontjespen die ze vaak gebruikte samen met Oost-Indische inkt bij zwart-wit tekeningen.
Een uil tikte nijdig op het raam. Patrick keek op van zijn Zwerkbaltijdschrift en haalde hem naar binnen.
'Mag ik u voorstellen aan Fluimel, mijn uil,' zei hij plechtig. Fluimel ging op zijn schouder zitten en Isa krabbelde het lichtbruine beest over zijn kop. Ze zag Patricks gezicht betrekken.
'Ik kan niet met je mee naar Zweinstein,' zei hij, 'sorry.'
'En daar kom je nu mee?' riep Isa geërgerd.
Patrick wapperde met het stukje perkament. 'Opdracht van de baas.'
Isa zweeg verongelijkt en klikte de koffer dicht.
'Morgenochtend tien uur hè?'
Ze knikte.
'Ik kom je uitzwaaien,' beloofde hij, 'je neemt een Viavia neem ik aan?' Isa knikte en ze werd spontaan misselijk bij het idee.
'Sorry,' herhaalde hij, 'ik had echt graag meegewild, ik ben er zelf ook al best lang niet meer geweest.'
Isa haalde haar schouders op.
'Jij kunt er ook niet zo veel aan doen.'
Fluimel schudde met zijn veren en knabbelde aan Patricks oor.
'Ja, je wilt antwoord hè?' Hij pakte een veer en krabbelde snel iets op de achterkant van het briefje. De uil wachtte geduldig tot Patrick het aan zijn poot had gebonden en wiekte het raam uit.
'Ik ga slapen,' zuchtte Isa.
'Je hebt er de pest over in,' zei Patrick, 'dat je in je eentje moet.'
'Ja, wat dacht jij dan?' riep Isa boos, 'Ik ken de toverwereld net een paar weken en ik ga in mijn eentje met een toververvoermiddel naar een toverschool. Ik weet echt niet wat ik moet verwachten hoor, het is allemaal zo nieuw!'
'Ze weten dat je komt,' suste Patrick haar, 'en die Viavia brengt je tot voor het hek. Waarom zou je verdwalen?'
'Niet verdwalen als in 'de weg kwijt raken', idioot,' gromde Isa, 'ik ben gewoon bang voor alle nieuwe mensen.'
'Misschien kun je inderdaad beter gaan slapen,' zei Patrick somber.
'Hoezo dat nou weer?' vroeg Isa fel.
'Ja, daarom,' zei Patrick, 'ik zie je morgenochtend bij het eten, laten we zeggen om negen uur.' Hij sloot de deur achter zich.
Isa plofte neer op haar bed, ze kon zichzelf wel vervloeken. Waarom deed ze nou zo onaardig tegen Patrick, hij was de enige die ze kende in de toverwereld, hij kon er ook niks aan doen en had haar wel mooi wegwijs gemaakt. Ze had er inderdaad de pest in dat hij niet meeging. Hij had het beloofd! Opdracht van de baas, het zou Perkamentus wel weer zijn. Isa wreef over haar ogen, morgen was de dag...
‘Isa, wakker worden.’ Patrick schudde voorzichtig aan haar schouder.
Isa knipperde met haar ogen en schrok toen ze Patrick zag.
‘Ik weet het, ik zou op de deur kloppen, maar je werd maar niet wakker… Toen ben ik maar even binnen gekomen. Leuk nachthemd heb je aan.’
Isa keek hem quasi-boos aan en bonjourde hem de deur uit zodat ze zich kon aankleden.
‘Ik wil eerst bij Goudgrijp kijken of je ouders nog een kluis hebben,’ zei hij bij het ontbijt, ‘anders moet je op de een of andere manier toch aan geld komen.’
‘Ik heb geld meegenomen,’ zei Isa, ‘maar dat is vast Dreuzelgeld.’
Patrick knikte. ‘Daar kun je hier niet mee betalen, maar dat kunnen ze wisselen, we regelen wel iets.’
Isa volgde Patrick naar een kleine binnenplaats achter het café, omgrensd door drie dichte muren. Patrick scheen goed te weten wat hij moest doen. Hij telde de bakstenen op de achtermuur en tikte er eentje aan met zijn toverstok. Meteen begonnen de stenen zich te verplaatsen tot ze een poort vormden.
‘Welkom op de Wegisweg.’
Isa keek verwonderd naar de muur.
‘Kom nou mee,’ zei Patrick lachend, ‘die paar bewegende stenen zijn niet alles hoor.’
Isa knipperde een paar keer met haar ogen toen ze ineens zag dat ze in een drukke winkelstraat stonden.
‘Eerst naar de bank dus,’ besloot Patrick.
De vorige dag in het café had Isa al veel tovenaars gezien, maar zoveel bij elkaar… Ze droegen allemaal zwierende gewaden en sommige hadden puntmutsen op hun hoofd. Jengelende kinderen stonden voor een etalage met alle kleuren snoep en Isa hoorde een iets oudere jongen tegen zijn ouders zeuren om de nieuwste racebezemsteel. Ze keek haar ogen uit en raakte Patrick bijna kwijt. Hij wachtte op haar bij een groot wit gebouw.
‘Goudgrijp, de tovenaarsbank,’ knikte hij, ‘er werken hier kobolden.’
Isa keek gretig mee over zijn schouder toen Patrick vroeg naar de kluis van haar ouders. De kobold schudde zijn hoofd en trommelde met zijn lange vingers op de marmeren balie. Patrick gaf echter niet op en na een tijdje had hij de kobold zo ver dat hij in de boeken ging zoeken naar haar achternaam. Isa bestudeerde de marmeren vloer en de immense ruimte waar ze zich in bevonden. Kobolden liepen af en aan met grote weegschalen, sleuteltjes en bergen goud. De kobold sloeg het boek dicht en begon snel te praten. De kluis zou nog wel bestaan maar zo goed als leeg zijn, op een paar Galjoenen na. Isa trok een wenkbrauw op. Galjoenen?
'Heb je je Dreuzelgeld bij je?’ Patrick legde een hand op haar schouder.
'Ja,' antwoordde ze verward, haar portemonnee op de balie legend. De kobold telde snel en nauwkeurig en Isa kreeg er grote gouden, zilveren en bronzen munten voor terug.
‘Daar kun je wel even mee vooruit,’ knikte Patrick goedkeurend, terwijl hij de helft van de stapel in een leren buideltje schoof, ‘de rest laten we in een kluis stoppen.' De kobold gaf hun een gouden sleuteltje.
Patrick overhandigde het plechtig aan Isa en ze liepen het gebouw uit. 'Die gouden zijn Galjoenen, de zilveren Sikkels en de bronzen heten Knoeten. Er gaan zeventien Sikkels in een Galjoen en negenentwintig Knoeten in een Sikkel. Kom op, we gaan een toverstok kopen.’
De getallen duizelden haar nog, maar Isa werd helemaal warm van binnen toen ze het sjofele winkeltje binnen liepen. Dit was het echt, nu kreeg ze een toverstok, nu hoorde ze er bij. Een oude man kwam op hen toelopen.
‘Ah, Patrick Wilder, 28,7 centimeter, wilgenhout en de staarthaar van een eenhoorn,’ zei hij knikkend.
Patrick glimlachte en klopte op zijn broekzak. ‘Klopt.’
‘En mejuffrouw, wat kan ik voor u betekenen?’ vroeg de man aan Isa. Hij had een meetlint dat meteen Isa's maten begon te nemen. De man zelf begon zonder op antwoord te wachten door zijn zaak te schuifelen en pakte een paar doosjes uit de lange kasten die tegen de wand gerangschikt waren.
'Genoeg!' riep hij tegen het meetlint. Het viel in een kluwen op de grond.
‘U moet weten, mejuffrouw, dat de tovenaar de stok niet kiest, nee, de stok kiest de tovenaar.’ De toverstokmaker haalde een lichtbruin exemplaar uit een doosje en overhandigde hem aan Isa.
‘Zwaai er maar een beetje mee.’
Isa liet de toverstok door de lucht zwaaien.
‘Nee,’ zei de oude man bruusk, het stokje uit haar hand trekkend, ‘die is het absoluut niet. Probeer deze eens.’
Isa pakte het stokje van hem over en zwiepte ermee heen en weer.
'Ook niet,' zei de man kort. Hij schuifelde verder zijn winkel door en kwam terug met een verkreukeld doosje.
'Niks mee mis hoor, 't is de verpakking maar,' grinnikte hij toen hij Isa's gefronste voorhoofd zag. Een zwarte stok kwam eruit en Isa zwaaide ermee. De man schudde zijn hoofd.
'Nee, nee, nee... Je weet zeker dat rechts je stokhand is?'
'Ik schrijf met rechts...' prevelde Isa.
'Dat zegt niets, helemaal niets...' Hij overhandigde haar een donkerbruin exemplaar en ze zwierde sierlijke krullen in de lucht.
'Gebruik je andere hand,' gebood de man zonder op te kijken.
Ze pakte het stokje in haar linkerhand en zwiepte verder. Er spoten een paar paarse sterren uit de stok, maar voor de rest gebeurde er weinig.
'Je stokhand is links!' riep Patrick verbaasd.
'Dat komt vaker voor.' De winkelier keek nadenkend en pakte het stokje uit haar hand. ‘Maar deze is het toch niet helemaal... Deze dan?’
Isa kreeg een ander exemplaar om mee te zwaaien. Ook deze was niet goed, en de volgende ook niet, en de daaropvolgende... Isa zuchtte en haar hart begon sneller te kloppen. Ze had dan daarnet wel paarse sterren getoverd, maar dat stelde dus niks voor. Nu zou het uitkomen, ze was geen heks en ze zou binnen een dag terug zijn bij haar ouders. Patrick legde een hand op haar schouder en ze keek hem verschrikt aan.
'Maak je geen zorgen, bij mij duurde het een uur,’ fluisterde hij geruststellend.
Isa glimlachte dankbaar.
De oude man schuifelde intussen nog steeds tussen zijn kasten en pakte uiteindelijk een doosje ergens achter uit de winkel.
‘Deze zou ook kunnen,’ zei hij terwijl hij haar de toverstok gaf.
Toen Isa hem aanpakte voelde ze het meteen; dit was de goede, de gouden vonken sproeiden in het rond.
‘Dat wordt dan 29,5 centimeter, hazelaarhout met een kern van drakenbloed,’ knikte de man. Isa betaalde hem glunderend en zij en Patrick liepen de stoffige winkel weer uit.
‘Les één,’ zei Patrick toen ze buiten stonden, ‘heb je toverstok altijd bij je en zorg dat hij op een plaats zit waar je er makkelijk bij kan maar toch zó dat hij niet gestolen kan worden.’ Isa stopte de stok in haar broekzak.
‘Boeken kopen we bij Klieder & Vlek.’ Patrick wees naar een winkel in het midden van de straat.
‘Maar ik eh… ga eerst even naar het Zwerkbalpaleis,’ zei hij snel, ‘bij Madame Mallekin kun je je gewaden laten maken, ik zie je daar wel.’ Hij liet haar alleen achter voor de gewadenwinkel en sprintte weg naar de Zwerkbalzaak.
Isa keek hem hoofdschuddend na en stapte de winkel binnen. Ze moest op een krukje gaan staan zodat een automatisch metend lint weer haar maten opnam. De verkoopster achter de balie las een tijdschrift waar Isa geïnteresseerd naar keek, de foto’s bewogen!
Terwijl de naaister met een paar stokbewegingen de andere gewaden afstikte, trok Isa er meteen eentje aan, het zat als gegoten. Zichzelf bewonderend keek ze in de spiegel, nu begon ze eruit te zien als een echte heks!
Toen Patrick binnenkwam kreeg ze net de rest van haar pakket kleding overhandigd.
‘Was het leuk bij je bezemstelen?’ vroeg ze spottend.
‘Ja, ik had gehoord dat er een nieuwe Nimbus uit was, hij is heel erg mooi.’ Patrick keek dromerig voor zich uit.
‘Wakker worden,’ grinnikte Isa, ‘we gaan boeken kopen.’ Ze trok hem mee naar de boekwinkel.
‘Eerstejaars boeken alstublieft.’ De vrouw achter de toonbank keek haar vreemd aan maar verzamelde met een paar spreuken de juiste boeken op een stapel waarna Isa betaalde en ze de winkel weer verlieten. Patrick kende gelukkig een simpele spreuk om het zaakje wat minder zwaar te maken, zodat ze na een toverdrankketel plus ingrediënten nog niet bezweek onder het gewicht van haar gloednieuwe schoolspullen.
‘We houden te veel tijd over,’ grapte Patrick, die de boeken droeg, ‘zullen we een ijsje gaan eten? Fanielje is echt een goede ijszaak, daar moet je gewoon een keertje geweest zijn…’
Isa keek bedenkelijk. ‘Ik doe aan de lijn,’ mompelde ze.
‘Jij?’ vroeg Patrick lachend, ‘Doe normaal!’
‘Oké dan,’ gaf Isa toe, ‘maar wel zonder slagroom alsjeblieft.’
Ze ploften neer op het terrasje voor de ijswinkel en bestelden twee sorbets, zonder slagroom.
Terug in De Lekke Ketel bewonderde Isa de veren die ze had gekocht om mee te schrijven en probeerde ze allemaal uit. Het viel haar niet tegen, het leek op een kroontjespen die ze vaak gebruikte samen met Oost-Indische inkt bij zwart-wit tekeningen.
Een uil tikte nijdig op het raam. Patrick keek op van zijn Zwerkbaltijdschrift en haalde hem naar binnen.
'Mag ik u voorstellen aan Fluimel, mijn uil,' zei hij plechtig. Fluimel ging op zijn schouder zitten en Isa krabbelde het lichtbruine beest over zijn kop. Ze zag Patricks gezicht betrekken.
'Ik kan niet met je mee naar Zweinstein,' zei hij, 'sorry.'
'En daar kom je nu mee?' riep Isa geërgerd.
Patrick wapperde met het stukje perkament. 'Opdracht van de baas.'
Isa zweeg verongelijkt en klikte de koffer dicht.
'Morgenochtend tien uur hè?'
Ze knikte.
'Ik kom je uitzwaaien,' beloofde hij, 'je neemt een Viavia neem ik aan?' Isa knikte en ze werd spontaan misselijk bij het idee.
'Sorry,' herhaalde hij, 'ik had echt graag meegewild, ik ben er zelf ook al best lang niet meer geweest.'
Isa haalde haar schouders op.
'Jij kunt er ook niet zo veel aan doen.'
Fluimel schudde met zijn veren en knabbelde aan Patricks oor.
'Ja, je wilt antwoord hè?' Hij pakte een veer en krabbelde snel iets op de achterkant van het briefje. De uil wachtte geduldig tot Patrick het aan zijn poot had gebonden en wiekte het raam uit.
'Ik ga slapen,' zuchtte Isa.
'Je hebt er de pest over in,' zei Patrick, 'dat je in je eentje moet.'
'Ja, wat dacht jij dan?' riep Isa boos, 'Ik ken de toverwereld net een paar weken en ik ga in mijn eentje met een toververvoermiddel naar een toverschool. Ik weet echt niet wat ik moet verwachten hoor, het is allemaal zo nieuw!'
'Ze weten dat je komt,' suste Patrick haar, 'en die Viavia brengt je tot voor het hek. Waarom zou je verdwalen?'
'Niet verdwalen als in 'de weg kwijt raken', idioot,' gromde Isa, 'ik ben gewoon bang voor alle nieuwe mensen.'
'Misschien kun je inderdaad beter gaan slapen,' zei Patrick somber.
'Hoezo dat nou weer?' vroeg Isa fel.
'Ja, daarom,' zei Patrick, 'ik zie je morgenochtend bij het eten, laten we zeggen om negen uur.' Hij sloot de deur achter zich.
Isa plofte neer op haar bed, ze kon zichzelf wel vervloeken. Waarom deed ze nou zo onaardig tegen Patrick, hij was de enige die ze kende in de toverwereld, hij kon er ook niks aan doen en had haar wel mooi wegwijs gemaakt. Ze had er inderdaad de pest in dat hij niet meeging. Hij had het beloofd! Opdracht van de baas, het zou Perkamentus wel weer zijn. Isa wreef over haar ogen, morgen was de dag...