28/08/2020, 12:26
Hoofdstuk 25: Opwindend en Beangstigend
Die nacht kon Loena de slaap niet meer vatten. Ze kon de woorden van de draak maar niet uit haar hoofd zetten. Haar hart openen... Om zo nog meer te voelen dan ze nu al deed... Angst... Opwinding...
Maar voelde ze nu dan nog niet genoeg? Ze was bijna ten onder gegaan aan haar hervonden emoties en nou wilde de draak dat ze haar hart opende voor nog meer gevoelens? Loena vond het maar gevaarlijk klinken. Net nu ze eindelijk weer kon lachen en kon wenen, verwachtte de draak dat ze haar eigen hart opende en nog meer vreemde en nieuwe emoties zou binnenlaten? Had ze er dan nog niet genoeg?
Ze bleef de hele ochtend op haar kamer en kon door haar raam zien dat de draak nog steeds op het eiland was. Al had ze geen direct zicht op de draak, ze kon zijn schaduw tegen de muren zien en hoorde hem geregeld neuriën.
De hele voormiddag verbleef ze in de buurt van het raam en spitste ze haar oren en toen ze in de namiddag stemmen hoorde, sprong ze meteen op en keek ze uit het raam. Ze herkende de schaduw van Severus en dacht ook zijn diepe stem te horen en ze vroeg zich af over wat ze aan het praten waren. Ze kon helaas geen enkel woord verstaan – maar toch wachtte ze al die tijd – hopende dat ze zou horen wat de draak aan Severus voor raad zou geven.
Maar zelfs na al die uren wachten, was ze nog steeds niet wijzer en de draak verdween uiteindelijk weer, een dik uurtje voordat de avond begon te vallen. Loena besefte dat ze Severus de hele dag nog niet gezien had en verschrok toen Winky in haar kamer Verschijnselde.
Toen Winky Loena’s uitdrukking op haar gezicht zag, schoten haar handen voor haar mond. “Meesteres Loena! Winky excuseert zich! Het was niet Winky’s bedoeling om de meesteres te verschrikken!”
Loena nam een diepe adem en kalmeerde voordat ze naar de huiself liep. “Het geeft niet Winky – het gaat weer. Het lag aan mezelf. Ik had je helemaal niet verwacht.”
Winky boog diep en keek toen Loena weer aan met haar grote ogen. “Meester Severus had u graag uitgenodigd voor een etentje.”
Loena aarzelde. Waarom had hij het haar niet gewoon de dag ervoren gevraagd dan? Waarom moest dit nu zo formeel? Loena durfde het niet te vertrouwen. Zat de draak hiertussen? Ze was er haast zeker van...
“Ik weet het niet, Winky... Ik dacht dat ik... Misschien... Liever een boek zou lezen!” Een echte leugen was het niet. Ze wilde inderdaad Severus vermijden op dit moment. Alles leek haar op dit moment leuker dan Severus vergezellen bij het avondeten – zelfs Dobby een voetmassage geven!
Winky’s oren vielen teleurgesteld naar beneden en haar ogen werden vochtig. De jammerende blik in haar ogen brak Loena’s hart.
“Maar meester Severus heeft Winky en Dobby al de hele dag doen zwoegen in de keuken! Hij heeft Winky en Dobby gevraagd om het allerlekkerste van het allerlekkerste te bereiden!”
Dit bracht Loena nog meer aan het twijfelen – was er dan een speciale gelegenheid die Severus wilde vieren? Ze dacht dat het een beter idee was om op haar kamer te blijven, maar ze kon het niet over haar hart krijgen om de huiselven teleur te stellen. Ze zou toch moeten eten vanavond... Dat moest ze sowieso. En dan kon ze daarna nog steeds terugkeren naar haar kamer om te lezen.
Ze knikte langzaam en bemoedigend naar Winky. “Ok, laat Severus weten dat ik er zodadelijk aankom.”
Winky knikte enthousiast en verdween weer onmiddellijk.
Loena werd zich er pas op dat moment van bewust dat ze al de hele dag in haar nachtkleed rondliep. Ze vroeg zich af hoe het kwam dat ze dat niet erg had gevonden. Meestal trok ze redelijk vroeg op de ochtend haar kleren aan – maar nu was ze zo van streek geweest dat ze het haast helemaal was vergeten.
Snel liep ze naar haar koffer en graaide ze er een van haar kleden uit. De jurk was van een warme, groene stof en was afgewerkt met groene blaadjes in haar taille – alsof het een riem moest voorstellen. Ze gooide haar nachtkleed uit en kroop in de jurk. Ze kon zich niet de laatste keer herinneren dat ze die had gedragen. Ze had de jurk ooit voor Kerstmis gekregen van haar vader, maar nooit aangehad. Zou hij dat erg hebben gevonden?
Ze wilde er echter niet te lang over nadenken, bang dat ze er verdrietig van zou worden, en ze bond haar haren in een lage en brede staart samen met een pluizig, groen lint en keek even naar haar eigen reflectie in de spiegel. Haar wangen zagen rood en ze voelde zich nerveus, maar ze had geen flauw idee waarom. Haar handen waren ook al zo klam – haast alsof ze angstzweet had. Maar voor wat moest ze dan in hemelsnaam bang zijn?
Ze besloot dat ze er niet te lang mocht bij stilstaan en haastte zich haar kamer uit.
Severus keek snel op toen hij geklop aan zijn deur hoorde. Hij sprong haastig op van zijn stoel – waar hij al een uur wachtte – en opende de deur. In zijn ogen zag Loena er prachtig uit, maar hij durfde er niets van te zeggen omdat ze zo een ongemakkelijke blik had.
“Kom binnen,” zei hij vriendelijk en Loena stapte hem snel voorbij en liep naar haar stoel. Severus had geen tijd om haar stoel naar achteren te schuiven, want ze zette zich al neer voordat hij de deur had kunnen sluiten.
Severus wilde vragen of er iets was, maar ze was hem voor. “Is de draak weg?”
Haar toon klonk niet bezorgd of medelevend, maar eerder gespannen. Severus knikte langzaam ja en zag dat Loena een tikje ontspande van dat antwoord.
“Heeft de draak iets gezegd?” vroeg ze vervolgens en Severus keek haar verward aan. Waarom vroeg ze dat?
“Ik heb vandaag met de draak gesproken – als dat is wat je wil weten...” gaf Severus toe. “Waarom vraag je dat?”
Loena haalde haar schouders op alsof er geen reden was, maar Severus kon zien dat ze loog. Hij wilde haar daar echter niet mee confronteren – het zou haar vast ongemakkelijk doen voelen – en begon in een gemoedelijke toon te praten.
“We hebben gebabbeld over zijn avonturen. Hij heeft nogal wat beleefd de afgelopen week. Is tot aan Noord-Amerika en Afrika gevlogen – en heeft enorm genoten van zijn vrijheid. Daar mag ik toch zeker over praten met hem?”
Loena knikte, maar ze vertrouwde de draak nog steeds niet.
“Het was ook zijn idee dat we vanavond zouden dineren,” gaf Severus toe. “Hij vond dat een week vrijheid wel een reden was om te feesten...”
Severus keek hoopvol naar Loena. Hij hoopte dat ze het eindelijk zou snappen. Vrijheid – zou ze hem eindelijk vragen hoe hij ontsnapt was aan de vloek? Zou hij haar eindelijk kunnen zeggen dat het zijn liefde was voor haar die hem had bevrijd?
Loena keek Severus echter niet aan, maar keek naar het lege bord voor haar neus. De draak had haar ook iets gezegd over die vrijheid... Namelijk dat Severus ook vrij was en zij dat had genegeerd. En ze wist het nu wel en zou met hem misschien wel willen praten erover... Maar de draak had zo een wantrouwen in haar gewekt dat ze er niet naar durfde vragen. Ze voelde overduidelijk angst – al wist ze niet meteen waarom.
“Goed, laten we dan feesten,” zei Loena kort, maar niet erg overtuigend. “Wat eten we?”
Severus keek Loena aan met open mond. Wat was er mis met haar? Severus stapte op haar af en ging voor haar op zijn hurken zitten – hierdoor werd Loena haast gedwongen om hem aan te kijken.
“Loena, wat is er met je? Je lijkt echt jezelf niet te zijn vandaag!”
Loena vermeed zijn ogen zo lang ze kon, maar hield het niet lang vol. Toen ze dan uiteindelijk toch naar hem keek, sprongen de tranen in haar ogen.
“Ik weet niet wat er precies is!” snikte ze eerlijk en ze probeerde haar tranen weg te vegen met haar lange mouwen. “Ik voel al de hele dag een soortement angst op me zitten – sinds ik met de draak heb gesproken – en ik kan het niet verklaren!”
Severus keek medelevend naar Loena. Hij had geen flauw idee waarover ze met elkaar hadden gesproken – maar hij zou niet rusten totdat hij Loena gerust had gesteld. “Wat heeft de draak dan gezegd dat je zo van streek bent?”
“Ik weet het niet!” snikte Loena terwijl ze haar handen voor haar ogen hield. “Van alles! Over dat je vrij bent en dat ik mijn hart moet openen!”
Severus was lichtjes van zijn stuk gebracht hierdoor. Tot zonet had hij niet eens geweten dat de draak Loena had gesproken... En nu hoorde hij dat de draak Loena had gesproken over zijn vrijheid? Wat voerde het oude dier dan in zijn schild?
“Hij zei dat je was aan het wachten om mijn gevoelens te horen! Maar – ik weet niet eens wat ik voel! Ik ben vandaag de hele dag angstig geweest – en ik weet niet eens waarom!”
“Hoe voel je je nu dan?”
“Verward,” reageerde Loena snel en ze schoof haar stoel naar achteren en stond op. Ze begon te ijsberen en ook Severus kwam weer recht, maar hij hield zich stil.
“Misschien ben ik bang voor iets waar ik niets van weet... Maar is het iets wat ik enkel voel... Klinkt dat logisch?” Ze stelde die vraag eerder aan zichzelf dan aan Severus. “Ik voel angst, maar er is geen logische reden om bang te zijn. Niet voor mijn hoofd, in ieder geval. Maar misschien weet mijn hart het beter en ben ik daarom bang? Maar ik heb geen flauw idee voor wat! En dat is zo frustrerend!”
Loena vouwde nors haar armen over elkaar en Severus bleef staan waar hij stond. Hij observeerde haar – maar kon ook niet onmiddellijk uitmaken wat haar dwars zat.
“Winky zei me dat je eerst niet wilde komen vanavond...” Severus glimlachte verontschuldigend – al vond Loena niet dat hij degene was die er spijt van moest hebben. “Misschien ben je bang voor... mij?”
Loena schudde haar hoofd nog voordat ze er zelfs over had nagedacht. “Nee! Nee, dat kan gewoon niet... Ik ben toch niet bang van jou!”
“Nou, ik denk van wel,” mijmerde Severus, maar hij leek niet van streek. Sterker: de radartjes in zijn hoofd draaiden volle toeren. Hij wist dat dit geen slecht teken was. “Er zit iets in je vast... Daarom zei de draak dat je niet open was... En ergens weet je dat ik de enige ben die je ermee kan helpen – daarom ben je bang voor me! Hetgeen er in je vast zit, is nieuw en beangstigend – en het is gelinkt aan mij!” Severus draaide zich naar Loena en keek haar uitdagend aan. Hij wist wat het was. “Heb ik gelijk of niet?”
Loena staarde hem verbouwereerd aan. Ze had geen flauw idee! “Ik weet het niet,” jammerde ze. “Ik weet het echt niet!”
Maar Severus leek het wel te weten. Hij was er haast zeker van – want ook hij had angst gevoeld voor Loena die week. Hij stapte vastberaden naar haar toe en nam haar beide handen vast.
Loena keek hem verward aan, maar Severus glimlachte.
“Vertrouw je me?”
Loena keek hem aan alsof hij gek was, maar Severus’ glimlach verdween niet. Ze had hem nog nooit zo zelfzeker gezien.
“Geloof je me dan als ik zeg dat ik ook bang ben?”
Nu was Loena helemaal haar kluts kwijt. Waar had hij het toch maar over?
“Loena, ik weet waar je angst vandaan komt! Als je me vertrouwt, dan sluit je nu je ogen.”
Loena wist niet wat te doen. Vertrouwen? Ja, ok, ze vertrouwde hem wel, ergens besefte ze dat maar al te goed, maar de angst die ze op dat moment voelde vulde haar zodanig dat geen haar op haar hoofd eraan dacht om haar ogen te sluiten. Ze staarde hem met wijdopen ogen aan en Severus zuchtte even moedeloos, voordat hij haar speels aankeek.
“Loena Leeflang, jij gekke muts...” mompelde hij en hij plaatste haar handen in zijn nek.
Loena staarde hem nog steeds aan alsof hij zijn verstand kwijt was en voelde behalve angst nu ook vreemde kriebels in haar buik – kriebels die leken aan te duiden dat dit ofwel heel goed was – ofwel hartstikke slecht. Maar ze wist niet of die kriebels nu eerder naar het goede of eerder naar het slechte neigden.
“Wat ben je aan het doen?” vroeg ze met een hint van paniek in haar stem toen hij zijn handen in haar zij plaatste.
“Ik probeer je te doen inzien waarvoor jij nodeloos bang bent!”
Loena keek hem vragend aan, maar Severus zou niet antwoorden. Toch niet met woorden.
Hij trok haar zacht tegen zich aan en kuste haar. Loena keek hem voor een seconde met doodsangst aan toen hun lippen elkaar raakten, totdat ze zich terug bewust werd van haar ambigueuze kriebels – ze leken opeens een pak minder ambigue en Loena werd zich in een seconde bewust van de opwinding. De kriebels waren helemaal niet slecht! Ze durfde het voor even aan zijn voorbeeld te volgen en sloot haar ogen.
Langzaam, maar zeker, werd ze zich van een warm gevoel gewaar in het diepste van haar hart. Ze leek het opeens te beseffen: deze kus was niet zomaar een kus! Haar hart was aan het openbreken! Het gevoel leek zich steeds meer en meer te verspreiden en Loena voelde hoe haar knieën haast week leken te worden.
Toen Severus na enkele secondes de kus verbrak om te kijken wat Loena’s reactie was – al gaf hij eerlijk toe dat het voor hem niet gemakkelijk was geweest om uit die kus te breken – verbaasde hij zich toen Loena’s handen hem bij zijn kraag grepen en ze hem in slechts een seconde weer volledig naar haar toe trok.
Hij besloot dat hij mocht vaststellen dat hij zijn doel niet had gemist en moest moeite doen om zijn brede grijns te onderdrukken terwijl ze kusten.
Toen Loena hem opeens van zich af duwde, leek het voor een moment alsof hij een koude douche kreeg, totdat hij Loena’s gezicht zag.
Ze keek met een versufte, halve glimlach naar de grond en haar wangen leken wel te gloeien – zo rood waren ze. Haar knieën waren even suf als haar glimlach en ze liep naar haar stoel, waar ze zich aan de leuning vasthield – ze geloofde echt dat ze anders tegen de grond zou kieperen. Ze leek alles even op een rij te zetten en opeens draaide ze zich met een stralende glimlach naar Severus. Ze vond het vreselijk om hem daar alleen te zien staan en stapte snel weer naar hem toe en omhelsde hem zo hard ze kon.
“Hoe wist je in hemelsnaam dat ik dat nodig had?” vroeg ze stil in zijn oor en Severus glimlachte. Hij verbrak voorzichtig de omhelzing, zodat hij haar in haar ogen kon kijken.
“Omdat ik diezelfde angst voelde toen ik me realiseerde wat mijn ware gevoelens voor jou waren.” Hij haalde een krullende lok voor haar gezicht weg en kon zijn glimlach niet behelpen. “Ik hou van je, Loena.”
Loena voelde weeral het diepe en warme gevoel in haar hart en de rest van haar lichaam en ze ging op de tippen van haar tenen staan, totdat haar neus de zijne raakte. “En ik hou van jou, Severus. Zoveel dat ik er bang van was!”
Met deze woorden te zeggen, wist ze dat het ook de waarheid was. Het klopte gewoon – er was geen twijfel meer mogelijk. Het leek nu alsof haar hart en haar hoofd eindelijk hetzelfde vertelden. Severus was er speciaal voor haar – en hij zou er altijd voor haar zijn. De rust die ze in die kennis vond, maakte haar gelukkiger dan ooit.
Ze omhelsden elkaar lang en Loena legde haar hoofd tegen zijn schouder terwijl ze vredig rondkeek in de kamer. Severus wist één ding: als hij ooit een keuze zou moeten maken tussen zijn vrijheid of een leven met Loena Leeflang, dan zou die vrijheid – net zoals Loena’s bevroren hart voor haar was – een ware vloek voor hem zijn. Maar hij vertrouwde erin dat hij door zijn liefde voor Loena, iedere vloek die hem nu nog raakte zou overkomen.
Die nacht kon Loena de slaap niet meer vatten. Ze kon de woorden van de draak maar niet uit haar hoofd zetten. Haar hart openen... Om zo nog meer te voelen dan ze nu al deed... Angst... Opwinding...
Maar voelde ze nu dan nog niet genoeg? Ze was bijna ten onder gegaan aan haar hervonden emoties en nou wilde de draak dat ze haar hart opende voor nog meer gevoelens? Loena vond het maar gevaarlijk klinken. Net nu ze eindelijk weer kon lachen en kon wenen, verwachtte de draak dat ze haar eigen hart opende en nog meer vreemde en nieuwe emoties zou binnenlaten? Had ze er dan nog niet genoeg?
Ze bleef de hele ochtend op haar kamer en kon door haar raam zien dat de draak nog steeds op het eiland was. Al had ze geen direct zicht op de draak, ze kon zijn schaduw tegen de muren zien en hoorde hem geregeld neuriën.
De hele voormiddag verbleef ze in de buurt van het raam en spitste ze haar oren en toen ze in de namiddag stemmen hoorde, sprong ze meteen op en keek ze uit het raam. Ze herkende de schaduw van Severus en dacht ook zijn diepe stem te horen en ze vroeg zich af over wat ze aan het praten waren. Ze kon helaas geen enkel woord verstaan – maar toch wachtte ze al die tijd – hopende dat ze zou horen wat de draak aan Severus voor raad zou geven.
Maar zelfs na al die uren wachten, was ze nog steeds niet wijzer en de draak verdween uiteindelijk weer, een dik uurtje voordat de avond begon te vallen. Loena besefte dat ze Severus de hele dag nog niet gezien had en verschrok toen Winky in haar kamer Verschijnselde.
Toen Winky Loena’s uitdrukking op haar gezicht zag, schoten haar handen voor haar mond. “Meesteres Loena! Winky excuseert zich! Het was niet Winky’s bedoeling om de meesteres te verschrikken!”
Loena nam een diepe adem en kalmeerde voordat ze naar de huiself liep. “Het geeft niet Winky – het gaat weer. Het lag aan mezelf. Ik had je helemaal niet verwacht.”
Winky boog diep en keek toen Loena weer aan met haar grote ogen. “Meester Severus had u graag uitgenodigd voor een etentje.”
Loena aarzelde. Waarom had hij het haar niet gewoon de dag ervoren gevraagd dan? Waarom moest dit nu zo formeel? Loena durfde het niet te vertrouwen. Zat de draak hiertussen? Ze was er haast zeker van...
“Ik weet het niet, Winky... Ik dacht dat ik... Misschien... Liever een boek zou lezen!” Een echte leugen was het niet. Ze wilde inderdaad Severus vermijden op dit moment. Alles leek haar op dit moment leuker dan Severus vergezellen bij het avondeten – zelfs Dobby een voetmassage geven!
Winky’s oren vielen teleurgesteld naar beneden en haar ogen werden vochtig. De jammerende blik in haar ogen brak Loena’s hart.
“Maar meester Severus heeft Winky en Dobby al de hele dag doen zwoegen in de keuken! Hij heeft Winky en Dobby gevraagd om het allerlekkerste van het allerlekkerste te bereiden!”
Dit bracht Loena nog meer aan het twijfelen – was er dan een speciale gelegenheid die Severus wilde vieren? Ze dacht dat het een beter idee was om op haar kamer te blijven, maar ze kon het niet over haar hart krijgen om de huiselven teleur te stellen. Ze zou toch moeten eten vanavond... Dat moest ze sowieso. En dan kon ze daarna nog steeds terugkeren naar haar kamer om te lezen.
Ze knikte langzaam en bemoedigend naar Winky. “Ok, laat Severus weten dat ik er zodadelijk aankom.”
Winky knikte enthousiast en verdween weer onmiddellijk.
Loena werd zich er pas op dat moment van bewust dat ze al de hele dag in haar nachtkleed rondliep. Ze vroeg zich af hoe het kwam dat ze dat niet erg had gevonden. Meestal trok ze redelijk vroeg op de ochtend haar kleren aan – maar nu was ze zo van streek geweest dat ze het haast helemaal was vergeten.
Snel liep ze naar haar koffer en graaide ze er een van haar kleden uit. De jurk was van een warme, groene stof en was afgewerkt met groene blaadjes in haar taille – alsof het een riem moest voorstellen. Ze gooide haar nachtkleed uit en kroop in de jurk. Ze kon zich niet de laatste keer herinneren dat ze die had gedragen. Ze had de jurk ooit voor Kerstmis gekregen van haar vader, maar nooit aangehad. Zou hij dat erg hebben gevonden?
Ze wilde er echter niet te lang over nadenken, bang dat ze er verdrietig van zou worden, en ze bond haar haren in een lage en brede staart samen met een pluizig, groen lint en keek even naar haar eigen reflectie in de spiegel. Haar wangen zagen rood en ze voelde zich nerveus, maar ze had geen flauw idee waarom. Haar handen waren ook al zo klam – haast alsof ze angstzweet had. Maar voor wat moest ze dan in hemelsnaam bang zijn?
Ze besloot dat ze er niet te lang mocht bij stilstaan en haastte zich haar kamer uit.
Severus keek snel op toen hij geklop aan zijn deur hoorde. Hij sprong haastig op van zijn stoel – waar hij al een uur wachtte – en opende de deur. In zijn ogen zag Loena er prachtig uit, maar hij durfde er niets van te zeggen omdat ze zo een ongemakkelijke blik had.
“Kom binnen,” zei hij vriendelijk en Loena stapte hem snel voorbij en liep naar haar stoel. Severus had geen tijd om haar stoel naar achteren te schuiven, want ze zette zich al neer voordat hij de deur had kunnen sluiten.
Severus wilde vragen of er iets was, maar ze was hem voor. “Is de draak weg?”
Haar toon klonk niet bezorgd of medelevend, maar eerder gespannen. Severus knikte langzaam ja en zag dat Loena een tikje ontspande van dat antwoord.
“Heeft de draak iets gezegd?” vroeg ze vervolgens en Severus keek haar verward aan. Waarom vroeg ze dat?
“Ik heb vandaag met de draak gesproken – als dat is wat je wil weten...” gaf Severus toe. “Waarom vraag je dat?”
Loena haalde haar schouders op alsof er geen reden was, maar Severus kon zien dat ze loog. Hij wilde haar daar echter niet mee confronteren – het zou haar vast ongemakkelijk doen voelen – en begon in een gemoedelijke toon te praten.
“We hebben gebabbeld over zijn avonturen. Hij heeft nogal wat beleefd de afgelopen week. Is tot aan Noord-Amerika en Afrika gevlogen – en heeft enorm genoten van zijn vrijheid. Daar mag ik toch zeker over praten met hem?”
Loena knikte, maar ze vertrouwde de draak nog steeds niet.
“Het was ook zijn idee dat we vanavond zouden dineren,” gaf Severus toe. “Hij vond dat een week vrijheid wel een reden was om te feesten...”
Severus keek hoopvol naar Loena. Hij hoopte dat ze het eindelijk zou snappen. Vrijheid – zou ze hem eindelijk vragen hoe hij ontsnapt was aan de vloek? Zou hij haar eindelijk kunnen zeggen dat het zijn liefde was voor haar die hem had bevrijd?
Loena keek Severus echter niet aan, maar keek naar het lege bord voor haar neus. De draak had haar ook iets gezegd over die vrijheid... Namelijk dat Severus ook vrij was en zij dat had genegeerd. En ze wist het nu wel en zou met hem misschien wel willen praten erover... Maar de draak had zo een wantrouwen in haar gewekt dat ze er niet naar durfde vragen. Ze voelde overduidelijk angst – al wist ze niet meteen waarom.
“Goed, laten we dan feesten,” zei Loena kort, maar niet erg overtuigend. “Wat eten we?”
Severus keek Loena aan met open mond. Wat was er mis met haar? Severus stapte op haar af en ging voor haar op zijn hurken zitten – hierdoor werd Loena haast gedwongen om hem aan te kijken.
“Loena, wat is er met je? Je lijkt echt jezelf niet te zijn vandaag!”
Loena vermeed zijn ogen zo lang ze kon, maar hield het niet lang vol. Toen ze dan uiteindelijk toch naar hem keek, sprongen de tranen in haar ogen.
“Ik weet niet wat er precies is!” snikte ze eerlijk en ze probeerde haar tranen weg te vegen met haar lange mouwen. “Ik voel al de hele dag een soortement angst op me zitten – sinds ik met de draak heb gesproken – en ik kan het niet verklaren!”
Severus keek medelevend naar Loena. Hij had geen flauw idee waarover ze met elkaar hadden gesproken – maar hij zou niet rusten totdat hij Loena gerust had gesteld. “Wat heeft de draak dan gezegd dat je zo van streek bent?”
“Ik weet het niet!” snikte Loena terwijl ze haar handen voor haar ogen hield. “Van alles! Over dat je vrij bent en dat ik mijn hart moet openen!”
Severus was lichtjes van zijn stuk gebracht hierdoor. Tot zonet had hij niet eens geweten dat de draak Loena had gesproken... En nu hoorde hij dat de draak Loena had gesproken over zijn vrijheid? Wat voerde het oude dier dan in zijn schild?
“Hij zei dat je was aan het wachten om mijn gevoelens te horen! Maar – ik weet niet eens wat ik voel! Ik ben vandaag de hele dag angstig geweest – en ik weet niet eens waarom!”
“Hoe voel je je nu dan?”
“Verward,” reageerde Loena snel en ze schoof haar stoel naar achteren en stond op. Ze begon te ijsberen en ook Severus kwam weer recht, maar hij hield zich stil.
“Misschien ben ik bang voor iets waar ik niets van weet... Maar is het iets wat ik enkel voel... Klinkt dat logisch?” Ze stelde die vraag eerder aan zichzelf dan aan Severus. “Ik voel angst, maar er is geen logische reden om bang te zijn. Niet voor mijn hoofd, in ieder geval. Maar misschien weet mijn hart het beter en ben ik daarom bang? Maar ik heb geen flauw idee voor wat! En dat is zo frustrerend!”
Loena vouwde nors haar armen over elkaar en Severus bleef staan waar hij stond. Hij observeerde haar – maar kon ook niet onmiddellijk uitmaken wat haar dwars zat.
“Winky zei me dat je eerst niet wilde komen vanavond...” Severus glimlachte verontschuldigend – al vond Loena niet dat hij degene was die er spijt van moest hebben. “Misschien ben je bang voor... mij?”
Loena schudde haar hoofd nog voordat ze er zelfs over had nagedacht. “Nee! Nee, dat kan gewoon niet... Ik ben toch niet bang van jou!”
“Nou, ik denk van wel,” mijmerde Severus, maar hij leek niet van streek. Sterker: de radartjes in zijn hoofd draaiden volle toeren. Hij wist dat dit geen slecht teken was. “Er zit iets in je vast... Daarom zei de draak dat je niet open was... En ergens weet je dat ik de enige ben die je ermee kan helpen – daarom ben je bang voor me! Hetgeen er in je vast zit, is nieuw en beangstigend – en het is gelinkt aan mij!” Severus draaide zich naar Loena en keek haar uitdagend aan. Hij wist wat het was. “Heb ik gelijk of niet?”
Loena staarde hem verbouwereerd aan. Ze had geen flauw idee! “Ik weet het niet,” jammerde ze. “Ik weet het echt niet!”
Maar Severus leek het wel te weten. Hij was er haast zeker van – want ook hij had angst gevoeld voor Loena die week. Hij stapte vastberaden naar haar toe en nam haar beide handen vast.
Loena keek hem verward aan, maar Severus glimlachte.
“Vertrouw je me?”
Loena keek hem aan alsof hij gek was, maar Severus’ glimlach verdween niet. Ze had hem nog nooit zo zelfzeker gezien.
“Geloof je me dan als ik zeg dat ik ook bang ben?”
Nu was Loena helemaal haar kluts kwijt. Waar had hij het toch maar over?
“Loena, ik weet waar je angst vandaan komt! Als je me vertrouwt, dan sluit je nu je ogen.”
Loena wist niet wat te doen. Vertrouwen? Ja, ok, ze vertrouwde hem wel, ergens besefte ze dat maar al te goed, maar de angst die ze op dat moment voelde vulde haar zodanig dat geen haar op haar hoofd eraan dacht om haar ogen te sluiten. Ze staarde hem met wijdopen ogen aan en Severus zuchtte even moedeloos, voordat hij haar speels aankeek.
“Loena Leeflang, jij gekke muts...” mompelde hij en hij plaatste haar handen in zijn nek.
Loena staarde hem nog steeds aan alsof hij zijn verstand kwijt was en voelde behalve angst nu ook vreemde kriebels in haar buik – kriebels die leken aan te duiden dat dit ofwel heel goed was – ofwel hartstikke slecht. Maar ze wist niet of die kriebels nu eerder naar het goede of eerder naar het slechte neigden.
“Wat ben je aan het doen?” vroeg ze met een hint van paniek in haar stem toen hij zijn handen in haar zij plaatste.
“Ik probeer je te doen inzien waarvoor jij nodeloos bang bent!”
Loena keek hem vragend aan, maar Severus zou niet antwoorden. Toch niet met woorden.
Hij trok haar zacht tegen zich aan en kuste haar. Loena keek hem voor een seconde met doodsangst aan toen hun lippen elkaar raakten, totdat ze zich terug bewust werd van haar ambigueuze kriebels – ze leken opeens een pak minder ambigue en Loena werd zich in een seconde bewust van de opwinding. De kriebels waren helemaal niet slecht! Ze durfde het voor even aan zijn voorbeeld te volgen en sloot haar ogen.
Langzaam, maar zeker, werd ze zich van een warm gevoel gewaar in het diepste van haar hart. Ze leek het opeens te beseffen: deze kus was niet zomaar een kus! Haar hart was aan het openbreken! Het gevoel leek zich steeds meer en meer te verspreiden en Loena voelde hoe haar knieën haast week leken te worden.
Toen Severus na enkele secondes de kus verbrak om te kijken wat Loena’s reactie was – al gaf hij eerlijk toe dat het voor hem niet gemakkelijk was geweest om uit die kus te breken – verbaasde hij zich toen Loena’s handen hem bij zijn kraag grepen en ze hem in slechts een seconde weer volledig naar haar toe trok.
Hij besloot dat hij mocht vaststellen dat hij zijn doel niet had gemist en moest moeite doen om zijn brede grijns te onderdrukken terwijl ze kusten.
Toen Loena hem opeens van zich af duwde, leek het voor een moment alsof hij een koude douche kreeg, totdat hij Loena’s gezicht zag.
Ze keek met een versufte, halve glimlach naar de grond en haar wangen leken wel te gloeien – zo rood waren ze. Haar knieën waren even suf als haar glimlach en ze liep naar haar stoel, waar ze zich aan de leuning vasthield – ze geloofde echt dat ze anders tegen de grond zou kieperen. Ze leek alles even op een rij te zetten en opeens draaide ze zich met een stralende glimlach naar Severus. Ze vond het vreselijk om hem daar alleen te zien staan en stapte snel weer naar hem toe en omhelsde hem zo hard ze kon.
“Hoe wist je in hemelsnaam dat ik dat nodig had?” vroeg ze stil in zijn oor en Severus glimlachte. Hij verbrak voorzichtig de omhelzing, zodat hij haar in haar ogen kon kijken.
“Omdat ik diezelfde angst voelde toen ik me realiseerde wat mijn ware gevoelens voor jou waren.” Hij haalde een krullende lok voor haar gezicht weg en kon zijn glimlach niet behelpen. “Ik hou van je, Loena.”
Loena voelde weeral het diepe en warme gevoel in haar hart en de rest van haar lichaam en ze ging op de tippen van haar tenen staan, totdat haar neus de zijne raakte. “En ik hou van jou, Severus. Zoveel dat ik er bang van was!”
Met deze woorden te zeggen, wist ze dat het ook de waarheid was. Het klopte gewoon – er was geen twijfel meer mogelijk. Het leek nu alsof haar hart en haar hoofd eindelijk hetzelfde vertelden. Severus was er speciaal voor haar – en hij zou er altijd voor haar zijn. De rust die ze in die kennis vond, maakte haar gelukkiger dan ooit.
Ze omhelsden elkaar lang en Loena legde haar hoofd tegen zijn schouder terwijl ze vredig rondkeek in de kamer. Severus wist één ding: als hij ooit een keuze zou moeten maken tussen zijn vrijheid of een leven met Loena Leeflang, dan zou die vrijheid – net zoals Loena’s bevroren hart voor haar was – een ware vloek voor hem zijn. Maar hij vertrouwde erin dat hij door zijn liefde voor Loena, iedere vloek die hem nu nog raakte zou overkomen.