28/08/2020, 12:24
Hoofdstuk 21: De Wens
Dobby en Severus verschijnselden in de reusachtige grot. Severus keek zoekend om zich heen, maar kon de draak nergens zien.
“Draak?” riep Severus door de grot.
Dobby en Severus sprongen achteruit toen de draak opeens enkele meters voor hen het water uit schoot. Met open mond keken ze toe hoe het gigantische dier enkele meters boven hen bleef zweven, en door de zwaarte waarmee hij met zijn vleugels klapte, werden ze voorzien van een plaatselijke regenbui.
Nadat hij de druppels uit zijn gezicht had geveegd, trok Severus snel zijn huiself mee naar achteren om de draak genoeg plaats te geven om te landen op het eiland.
“Je bent vroeg,” merkte de draak op.
“Dat klopt,” zei Severus. “En ik heb een besluit genomen.”
De draak knikte en een mysterieuze glimlach verscheen op het gezicht van de draak.
“Ik geef mijn wens door. Ik kan niet wensen voor mijn vrijheid.” Severus keek even naar Dobby en knikte. “Zo een wens is enkel voor een heel dapper iemand weggelegd. Ik durf de buitenwereld niet langer aan.”
Dobby’s mond viel wagenwijd open en hij maakte hoge, protesterende piep-geluidjes.
“Geef mijn wens anders maar aan Dobby,” stelde Severus voor en daardoor viel Dobby helemaal achterover.
Severus en de draak keerden zich naar Dobby, die nu bewusteloos op de grond lag.
“Misschien had je hem beter kunnen vertellen van je verrassing?” stelde de draak voor. “Je huiself leek er niet echt klaar voor.”
Severus keerde zich naar de draak. “Ik wil graag dat hij de wens mag maken.”
De draak keek Severus met een oog half-dichtgeknepen aan. “Ben je daar zeker van?”
Severus knikte. “U zou me niet kunnen geven wat ik echt zou willen...”
De draak keek naar Severus en schudde zijn hoofd. De man was zo onzeker van zichzelf – zo vreselijk onzeker over zijn dromen. “Als het Loena Leeflang is die je wilt...”
Severus keek op naar de draak maar schudde zijn hoofd. “Ik kan niet wensen dat u zorgt dat ze verliefd op me wordt. Dat kan ik gewoon niet. Ik wil haar enkel als ze zelf haar gevoelens voor mij kan ontdekken – niet door commando.”
De draak schudde nog steeds zijn hoofd. “Severus... Mijn beste Severus... Je bent wijs en slim – maar je vindingrijkheid heeft duidelijk zijn grenzen.”
Severus keek verward naar de draak en de draak blies hard tegen Dobby aan, zodat de huiself weer bij bewustzijn kwam.
“Wa-wat?” mompelde Dobby afwezig en hij verschrok zich een hoedje toen hij de draak boven zich zag.
“Huiself Dobby,” sprak de draak plechtig. “Help je meester eens. Je meester wil Loena’s liefde, maar wil niet wensen dat zij verliefd op hem wordt. Wat zijn zijn alternatieven?”
Dobby keek aarzelend naar zijn meester voordat hij zich weer naar de draak keerde. “Euh...” Dobby dacht lang en diep na. “Anders moet de meester wensen dat Loena haar gevoelens weer echt kan voelen? Misschien dat Loena niet verliefd is op de meester... Maar dan weet de meester het zeker?”
Severus slikte bij het horen van dat voorstel en hij keek de draak met een strakke blik aan. De draak keek Severus indringend aan en knikte. “Heb je dat gehoord, Severus?”
Severus aarzelde. “U kan... U kan Loena’s hart... Haar gevoelens... teruggeven?”
De draak knikte wijs. “Loena is ze nooit kwijt geweest, Severus. Ze heeft al die tijd haar hart en haar gevoelens behouden. Haar emoties heeft ze al die tijd gehad – maar nooit kunnen ervaren. Haar hart is bevroren door het trauma dat ze al die jaren geleden heeft opgelopen en iedere onaangename ervaring die volgde, iedere pesterij, iedere keer dat ze niet de aandacht kreeg die ze verdiende, heeft een laag ijs boven op haar hart aangebracht. Als gevolg konden de gevoelens niet meer weg. Af en toe kwam er nog een gevoel door. Haar reusachtige angst die ze voelde toen wij elkaar ontmoetten, was zo enorm dat ze angst voelde voor jouw welzijn. Toen je haar neus brak na je laffe daden, voelde ze zoveel onmacht en verwardheid dat iets eruit moest komen. De pijn die ze voelde, was zo overheersend in haar lichaam dat ze het kleine gaatje naar haar hart niet meteen kon dichten en er kwamen meer emoties uit dan ooit ervoren. En toen jullie dansten... voelde ze iets wat ze nog nooit had ervaren. Voor een fractie van een seconde – zo kort – dat ze niet eens tijd had te beseffen welk gevoel het was. Ik kan haar bevroren hart ontdooien, Severus. Als dat is waarvoor je wenst.”
Severus werd overdonderd door dat voorstel en keek naar Dobby. Hij had zonet de wens doorgegeven aan Dobby, hij kon niet verwachten dat de huiself de wens teruggaf!
Dobby glimlachte enkel en knikte bemoedigend. “Meester, de wens is van u, niet van Dobby. Dobby heeft alles al. De beste meester in de wereld... En gauw ook de mooiste huiself om vast te houden wanneer Dobby dat maar wil!”
Severus voelde hoe de hoop tot hem terugkeerde bij Dobby’s woorden en hij draaide zich naar de draak. “Dan weet je mijn wens,” zei Severus vastberaden. “Laat haar terug haar gevoelens ervaren.”
De draak knikte, maar keek toen waarschuwend naar Severus. “Het is nog niet ochtend. En ik had je beloofd om je wens te innen op de volgende dag – en dat is dus niet deze nacht. Je zult dus geduld moeten hebben.”
Severus knikte en glimlachte. “Geen probleem! Ik heb al zo lang gewacht en geprobeerd haar gevoelens los te krijgen... Als ik nu weet dat ze morgenvroeg al haar gevoelens zal terughebben... Dan is het die ene nacht wachten wel waard!”
De draak knikte. “Dan wens ik je veel succes, Severus. En vergeet me niet. Ik geef je je wens – maar vergeet de mijne niet.”
“Je vrijheid,” knikte Severus en hij dacht diep na. “Ik weet niet meteen hoe ik je die kan geven, maar ik zal erover nadenken! Wie weet kan Loena nog helpen ook!”
De draak knikte langzaam en mysterieus. “Wie weet...”
Dobby en Severus verdwijnselden weer, maar de draak wist wat zou volgen. Hij zou wachten tot de ochtend om de wens te innen. Maar daarna zouden de dingen in een reusachtig tempo veranderen... en dan hij zou eindelijk weer vrij zijn.
Severus liet zich door Dobby naar de keukens brengen, waar hij alsnog aan zijn avondeten begon. Hij had honger en wist niet wat hij anders moest doen in afwachting van de ochtend. Hij keek zijlings toe hoe Dobby en Winky met elkaar omgingen, maar Winky leek zich van niets bewust en Dobby’s gestuntel leek bij Winky niet te verraden dat er iets mis was. Misschien was Dobby altijd zo lomp bij het afwassen van de borden?
Severus liet na een uur de twee huiselven alleen en knipoogde naar Dobby voor hij vertrok. Dobby werd zo paars dat Severus er zeker van was dat Winky nu wel iets zou doorhebben, maar hij vermoedde dat hij nooit zou te weten komen wat er tussen de twee huiselven zou afspelen die avond.
Hij liep naar de stal van Abraxis en het vliegende paard hinnikte tevreden bij het weerzien van Severus. “Hey Abraxis,” zei Severus zacht. “Bereid je alvast voor... De volgende keer dat je Loena zal zien... zal ze heel anders zijn.”
Abraxis keek niet-begrijpend naar Severus. Hij verstond dan ook niets van mensentaal.
Severus aaide het dier door zijn manen en keerde zich toen om om de ruïnes van Azkaban in zich op te nemen. Dit was nu zijn thuis. Het had tien jaren geduurd, maar eindelijk zag hij in dat hij hier behoorde. En hij had tien jaar gewacht om terug in actie te schieten – om vrij te zijn en avontuur te beleven – maar nu besefte hij zich dat hij in Azkaban zelf ook veel had beleefd. Misschien zelfs nog meer dan als hij vrij was geweest. Wie wist wat er nog allemaal in het verschiet lag?
De lucht boven Azkaban was helder die nacht. Zo helder had Severus het niet gezien in tien jaar en Severus staarde lang naar de volle maan boven hem. Middernacht passeerde en Severus wachtte de ochtend af. Hij wilde er zijn voor Loena – als haar hart zou ontdooien. Tegen drie uur ’s nachts maakte hij langzaamaan zijn weg naar binnen en hij ging Loena’s kamer binnen. Ze sliep vredig en Severus liep even naar haar bed om te kijken hoe het met haar was. Hij haalde een haar voor haar gezicht uit en voelde zich tevreden – maar tegelijkertijd was het ook ontzettend spannend. Hij wachtte voor het raam tot het eerste licht zou verschijnen.
Toen het eerste rode licht aan de horizon verscheen, wist Severus dat het zou gebeuren. Hij wandelde naar Loena’s bed en keek hoe ze sliep. Enkele minuten verstreken en Loena leek niet meteen anders – tot haar wenkbrauwen opeens lichtjes fronsten – voor slechts een fractie van een seconde.
Severus keek ademloos toe hoe ze opeens wakkerschrok en haar ogen wagenwijd openvlogen.
“Severus!” zei ze verward en ze wist niet wat te zeggen.
Severus glimlachte terwijl hij naar Loena keek. Haar verdwaasde blik was zo nieuw voor hem – zo anders – en overduidelijk bewijs dat zijn wens was uitgekomen. Zijn hart zwelde op en hij kon haar wel omhelzen – maar toch hield hij zijn afstand. Ze leek... anders...
“Ik...” Loena sloeg opeens de lakens van haar bed en stond gejaagd op. Ze begon te ijsberen in haar nachtkleed en ging met haar handen door haar haren. “Ik... Ik voel!” Loena hield haar adem in nadat ze dit had gezegd en ze keek wachtend om zich heen – alsof iemand haar gevoelens weer zou terugnemen. Maar dit gebeurde niet en Loena herhaalde: “Ik voel!”
Loena’s stem klonk nogal paniekerig, maar Severus moest hierom glimlachen.
Loena keek opeens met grote ogen naar Severus terwijl ze zich iets herinnerde. “Je wens! Je mag een wens doen! Je vrijheid! De draak! Dat is vandaag!”
Severus glimlach werd iets minder en hij keek enkel met een tevreden blik naar Loena. “Ik heb niet voor mijn vrijheid gewenst, Loena... Maar mijn wens is wel uitgekomen...”
Loena keek Severus verward aan, maar opeens sloeg ze haar hand verschrokken voor haar mond. “Nee! Severus, nee!” Loena leek lastig terwijl ze op hem afstapte. “Je hebt mijn gevoelens teruggewenst, is het niet? Oh nee...” Severus kreeg medelijden met Loena terwijl ze jammerend door de kamer liep. “Nee, nee, nee! Dit is helemaal fout, Severus! Je zou nu vrij moeten zijn en ik... Ik zou er zelf moeten uitkomen! Jij gaat nooit meer vrij zijn en nu is het mijn schuld!” Loena kon haar tranen niet bedwingen en huilde schokkerig. Severus had dit niet verwacht, maar reageerde snel door naar haar te lopen en haar in zijn armen te nemen.
“Rustig maar, Loena... Het is prima zo. Vrijheid wordt overschat... Ik help liever jou.”
Loena weende even in stilte, tot ze Severus hard van zich af duwde en een paar stappen achteruit deed. Haar ogen waren wazig en haar blik stond pijnlijk. “Dit had je moeten zeggen, Severus!”
“Ik kon het niet zeggen,” verdedigde Severus zichzelf snel. “Ik wist dat je niet zou willen dat ik mijn vrijheid opgaf voor jouw gevoelens...”
Loena schudde ongelovend haar hoofd. “Ik kan niet geloven dat je dat hebt gedaan!” Tranen stroomden over haar wangen. “Ik wil niet jouw gevangenschap op mijn geweten hebben.” Ze huilde opeens nog harder. “Ik heb al genoeg op mijn geweten!”
Severus hield niet van waar dit heen leek te gaan en hij probeerde zo kalm mogelijk te klinken. “Loena, ik wil niet dat je jezelf de schuld geeft. Dit was mijn eigen keuze – ik vond dat dit het beste was.”
Loena schudde haar hoofd terwijl ze hem aankeek door haar tranende ogen. “Ik kan dit niet aan...” mompelde ze wazig. “Dit is teveel... Mijn hart...” Loena liep naar haar bureau en hield zich vast. Haar knieën knikten terwijl wel duizend emoties door haar lijf leken te racen. “Ik heb hier niet om gevraagd, Severus!” zei ze geëmotioneerd. “Dit is niet goed...” Haar stem werd zwakker. “Het is meer dan ik aan kan...”
Severus keek in horror toe hoe Loena’s ogen wegdraaiden en ze in een hoopje ineenviel op de grond. Verschrokken rende hij naar haar toe en raapte hij haar op. Hulpeloos keek hij om zich heen. Hij voelde aan haar voorhoofd. Ze leek wel te gloeien.
Hij herinnerde zich hoe hij Loena nog al eens had aangetroffen terwijl ze ziek was – maar toen was het slechts haar lichaam geweest... Nu leek het... alsof haar eigen ziel op instorten stond.
“Wat heb ik gedaan?” vroeg Severus zich af terwijl hij zag hoe Loena onrustig leek te mompelen in haar bewusteloosheid. “Dobby! Winky!”
Dobby en Winky verschenen tegelijkertijd en hadden geen tijd om hun meester te groeten, zo snel beval Severus hen. “Breng me naar de draak. NU!”
Dobby en Winky aarzelden geen moment en Verschijnselden hem naar het eilandje in de reusachtige grot. De draak zat rechtop – alsof hij hen aanwezigheid had verwacht en hen had zitten opwachten.
“Draak!” riep Severus. “Wat is er aan de hand? Wat stelt dit voor?”
De draak leek zich niet op te jutten aan Severus’ eisende toon. In tegendeel – de draak bleef kalm terwijl hij Severus aansprak. “Loena’s hart is ontdooid en eindelijk heeft ze de tijd om alle emoties die ze zeventien jaar lang heeft onderdrukt te verwerken. Denk jij niet dat jij er even niet goed van zou zijn als je zoveel emoties zou moeten verwerken?”
Severus leek geënerveerd. “Dat had je wel mogen zeggen, Draak! Hoe lang gaat ze nodig hebben om dit te verwerken? Toch geen zeventien jaar, hoop ik?! Je hebt me beetgenomen!”
De draak schudde zijn hoofd. “Een beetje minder wantrouwend mag ook, Severus. Ik heb je niet beetgenomen. Loena haar gevoelens zijn terug open voor haar, maar ze moet inderdaad eerst haar oude gevoelens verwerken. Daar zal een aantal dagen duren. Geef haar die tijd, totdat ze zelf weet welke emoties er in haar leven. Rome is ook niet in één dag gebouwd.”
Severus leek nog steeds lastig omwille van het feit dat de draak niet had gezegd dat Loena er ziek van zou kunnen worden en hij keek bezorgd naar haar. Ze gloeide nog steeds.
“Ik ben nog niet met jou klaar!” zei Severus dreigend tegen de draak en de draak knikte kort voordat Severus tegen Winky en Dobby gebaarde dat ze hem terug mee mochten nemen.
Eenmaal terug in Loena’s kamer, legde Severus haar terug in haar bed neer. Er zat niets anders op dan wachten. Ze zou weer bij bewustzijn komen – en dan zou hij voor haar klaarstaan. Dat beloofde hij.
Dobby en Severus verschijnselden in de reusachtige grot. Severus keek zoekend om zich heen, maar kon de draak nergens zien.
“Draak?” riep Severus door de grot.
Dobby en Severus sprongen achteruit toen de draak opeens enkele meters voor hen het water uit schoot. Met open mond keken ze toe hoe het gigantische dier enkele meters boven hen bleef zweven, en door de zwaarte waarmee hij met zijn vleugels klapte, werden ze voorzien van een plaatselijke regenbui.
Nadat hij de druppels uit zijn gezicht had geveegd, trok Severus snel zijn huiself mee naar achteren om de draak genoeg plaats te geven om te landen op het eiland.
“Je bent vroeg,” merkte de draak op.
“Dat klopt,” zei Severus. “En ik heb een besluit genomen.”
De draak knikte en een mysterieuze glimlach verscheen op het gezicht van de draak.
“Ik geef mijn wens door. Ik kan niet wensen voor mijn vrijheid.” Severus keek even naar Dobby en knikte. “Zo een wens is enkel voor een heel dapper iemand weggelegd. Ik durf de buitenwereld niet langer aan.”
Dobby’s mond viel wagenwijd open en hij maakte hoge, protesterende piep-geluidjes.
“Geef mijn wens anders maar aan Dobby,” stelde Severus voor en daardoor viel Dobby helemaal achterover.
Severus en de draak keerden zich naar Dobby, die nu bewusteloos op de grond lag.
“Misschien had je hem beter kunnen vertellen van je verrassing?” stelde de draak voor. “Je huiself leek er niet echt klaar voor.”
Severus keerde zich naar de draak. “Ik wil graag dat hij de wens mag maken.”
De draak keek Severus met een oog half-dichtgeknepen aan. “Ben je daar zeker van?”
Severus knikte. “U zou me niet kunnen geven wat ik echt zou willen...”
De draak keek naar Severus en schudde zijn hoofd. De man was zo onzeker van zichzelf – zo vreselijk onzeker over zijn dromen. “Als het Loena Leeflang is die je wilt...”
Severus keek op naar de draak maar schudde zijn hoofd. “Ik kan niet wensen dat u zorgt dat ze verliefd op me wordt. Dat kan ik gewoon niet. Ik wil haar enkel als ze zelf haar gevoelens voor mij kan ontdekken – niet door commando.”
De draak schudde nog steeds zijn hoofd. “Severus... Mijn beste Severus... Je bent wijs en slim – maar je vindingrijkheid heeft duidelijk zijn grenzen.”
Severus keek verward naar de draak en de draak blies hard tegen Dobby aan, zodat de huiself weer bij bewustzijn kwam.
“Wa-wat?” mompelde Dobby afwezig en hij verschrok zich een hoedje toen hij de draak boven zich zag.
“Huiself Dobby,” sprak de draak plechtig. “Help je meester eens. Je meester wil Loena’s liefde, maar wil niet wensen dat zij verliefd op hem wordt. Wat zijn zijn alternatieven?”
Dobby keek aarzelend naar zijn meester voordat hij zich weer naar de draak keerde. “Euh...” Dobby dacht lang en diep na. “Anders moet de meester wensen dat Loena haar gevoelens weer echt kan voelen? Misschien dat Loena niet verliefd is op de meester... Maar dan weet de meester het zeker?”
Severus slikte bij het horen van dat voorstel en hij keek de draak met een strakke blik aan. De draak keek Severus indringend aan en knikte. “Heb je dat gehoord, Severus?”
Severus aarzelde. “U kan... U kan Loena’s hart... Haar gevoelens... teruggeven?”
De draak knikte wijs. “Loena is ze nooit kwijt geweest, Severus. Ze heeft al die tijd haar hart en haar gevoelens behouden. Haar emoties heeft ze al die tijd gehad – maar nooit kunnen ervaren. Haar hart is bevroren door het trauma dat ze al die jaren geleden heeft opgelopen en iedere onaangename ervaring die volgde, iedere pesterij, iedere keer dat ze niet de aandacht kreeg die ze verdiende, heeft een laag ijs boven op haar hart aangebracht. Als gevolg konden de gevoelens niet meer weg. Af en toe kwam er nog een gevoel door. Haar reusachtige angst die ze voelde toen wij elkaar ontmoetten, was zo enorm dat ze angst voelde voor jouw welzijn. Toen je haar neus brak na je laffe daden, voelde ze zoveel onmacht en verwardheid dat iets eruit moest komen. De pijn die ze voelde, was zo overheersend in haar lichaam dat ze het kleine gaatje naar haar hart niet meteen kon dichten en er kwamen meer emoties uit dan ooit ervoren. En toen jullie dansten... voelde ze iets wat ze nog nooit had ervaren. Voor een fractie van een seconde – zo kort – dat ze niet eens tijd had te beseffen welk gevoel het was. Ik kan haar bevroren hart ontdooien, Severus. Als dat is waarvoor je wenst.”
Severus werd overdonderd door dat voorstel en keek naar Dobby. Hij had zonet de wens doorgegeven aan Dobby, hij kon niet verwachten dat de huiself de wens teruggaf!
Dobby glimlachte enkel en knikte bemoedigend. “Meester, de wens is van u, niet van Dobby. Dobby heeft alles al. De beste meester in de wereld... En gauw ook de mooiste huiself om vast te houden wanneer Dobby dat maar wil!”
Severus voelde hoe de hoop tot hem terugkeerde bij Dobby’s woorden en hij draaide zich naar de draak. “Dan weet je mijn wens,” zei Severus vastberaden. “Laat haar terug haar gevoelens ervaren.”
De draak knikte, maar keek toen waarschuwend naar Severus. “Het is nog niet ochtend. En ik had je beloofd om je wens te innen op de volgende dag – en dat is dus niet deze nacht. Je zult dus geduld moeten hebben.”
Severus knikte en glimlachte. “Geen probleem! Ik heb al zo lang gewacht en geprobeerd haar gevoelens los te krijgen... Als ik nu weet dat ze morgenvroeg al haar gevoelens zal terughebben... Dan is het die ene nacht wachten wel waard!”
De draak knikte. “Dan wens ik je veel succes, Severus. En vergeet me niet. Ik geef je je wens – maar vergeet de mijne niet.”
“Je vrijheid,” knikte Severus en hij dacht diep na. “Ik weet niet meteen hoe ik je die kan geven, maar ik zal erover nadenken! Wie weet kan Loena nog helpen ook!”
De draak knikte langzaam en mysterieus. “Wie weet...”
Dobby en Severus verdwijnselden weer, maar de draak wist wat zou volgen. Hij zou wachten tot de ochtend om de wens te innen. Maar daarna zouden de dingen in een reusachtig tempo veranderen... en dan hij zou eindelijk weer vrij zijn.
Severus liet zich door Dobby naar de keukens brengen, waar hij alsnog aan zijn avondeten begon. Hij had honger en wist niet wat hij anders moest doen in afwachting van de ochtend. Hij keek zijlings toe hoe Dobby en Winky met elkaar omgingen, maar Winky leek zich van niets bewust en Dobby’s gestuntel leek bij Winky niet te verraden dat er iets mis was. Misschien was Dobby altijd zo lomp bij het afwassen van de borden?
Severus liet na een uur de twee huiselven alleen en knipoogde naar Dobby voor hij vertrok. Dobby werd zo paars dat Severus er zeker van was dat Winky nu wel iets zou doorhebben, maar hij vermoedde dat hij nooit zou te weten komen wat er tussen de twee huiselven zou afspelen die avond.
Hij liep naar de stal van Abraxis en het vliegende paard hinnikte tevreden bij het weerzien van Severus. “Hey Abraxis,” zei Severus zacht. “Bereid je alvast voor... De volgende keer dat je Loena zal zien... zal ze heel anders zijn.”
Abraxis keek niet-begrijpend naar Severus. Hij verstond dan ook niets van mensentaal.
Severus aaide het dier door zijn manen en keerde zich toen om om de ruïnes van Azkaban in zich op te nemen. Dit was nu zijn thuis. Het had tien jaren geduurd, maar eindelijk zag hij in dat hij hier behoorde. En hij had tien jaar gewacht om terug in actie te schieten – om vrij te zijn en avontuur te beleven – maar nu besefte hij zich dat hij in Azkaban zelf ook veel had beleefd. Misschien zelfs nog meer dan als hij vrij was geweest. Wie wist wat er nog allemaal in het verschiet lag?
De lucht boven Azkaban was helder die nacht. Zo helder had Severus het niet gezien in tien jaar en Severus staarde lang naar de volle maan boven hem. Middernacht passeerde en Severus wachtte de ochtend af. Hij wilde er zijn voor Loena – als haar hart zou ontdooien. Tegen drie uur ’s nachts maakte hij langzaamaan zijn weg naar binnen en hij ging Loena’s kamer binnen. Ze sliep vredig en Severus liep even naar haar bed om te kijken hoe het met haar was. Hij haalde een haar voor haar gezicht uit en voelde zich tevreden – maar tegelijkertijd was het ook ontzettend spannend. Hij wachtte voor het raam tot het eerste licht zou verschijnen.
Toen het eerste rode licht aan de horizon verscheen, wist Severus dat het zou gebeuren. Hij wandelde naar Loena’s bed en keek hoe ze sliep. Enkele minuten verstreken en Loena leek niet meteen anders – tot haar wenkbrauwen opeens lichtjes fronsten – voor slechts een fractie van een seconde.
Severus keek ademloos toe hoe ze opeens wakkerschrok en haar ogen wagenwijd openvlogen.
“Severus!” zei ze verward en ze wist niet wat te zeggen.
Severus glimlachte terwijl hij naar Loena keek. Haar verdwaasde blik was zo nieuw voor hem – zo anders – en overduidelijk bewijs dat zijn wens was uitgekomen. Zijn hart zwelde op en hij kon haar wel omhelzen – maar toch hield hij zijn afstand. Ze leek... anders...
“Ik...” Loena sloeg opeens de lakens van haar bed en stond gejaagd op. Ze begon te ijsberen in haar nachtkleed en ging met haar handen door haar haren. “Ik... Ik voel!” Loena hield haar adem in nadat ze dit had gezegd en ze keek wachtend om zich heen – alsof iemand haar gevoelens weer zou terugnemen. Maar dit gebeurde niet en Loena herhaalde: “Ik voel!”
Loena’s stem klonk nogal paniekerig, maar Severus moest hierom glimlachen.
Loena keek opeens met grote ogen naar Severus terwijl ze zich iets herinnerde. “Je wens! Je mag een wens doen! Je vrijheid! De draak! Dat is vandaag!”
Severus glimlach werd iets minder en hij keek enkel met een tevreden blik naar Loena. “Ik heb niet voor mijn vrijheid gewenst, Loena... Maar mijn wens is wel uitgekomen...”
Loena keek Severus verward aan, maar opeens sloeg ze haar hand verschrokken voor haar mond. “Nee! Severus, nee!” Loena leek lastig terwijl ze op hem afstapte. “Je hebt mijn gevoelens teruggewenst, is het niet? Oh nee...” Severus kreeg medelijden met Loena terwijl ze jammerend door de kamer liep. “Nee, nee, nee! Dit is helemaal fout, Severus! Je zou nu vrij moeten zijn en ik... Ik zou er zelf moeten uitkomen! Jij gaat nooit meer vrij zijn en nu is het mijn schuld!” Loena kon haar tranen niet bedwingen en huilde schokkerig. Severus had dit niet verwacht, maar reageerde snel door naar haar te lopen en haar in zijn armen te nemen.
“Rustig maar, Loena... Het is prima zo. Vrijheid wordt overschat... Ik help liever jou.”
Loena weende even in stilte, tot ze Severus hard van zich af duwde en een paar stappen achteruit deed. Haar ogen waren wazig en haar blik stond pijnlijk. “Dit had je moeten zeggen, Severus!”
“Ik kon het niet zeggen,” verdedigde Severus zichzelf snel. “Ik wist dat je niet zou willen dat ik mijn vrijheid opgaf voor jouw gevoelens...”
Loena schudde ongelovend haar hoofd. “Ik kan niet geloven dat je dat hebt gedaan!” Tranen stroomden over haar wangen. “Ik wil niet jouw gevangenschap op mijn geweten hebben.” Ze huilde opeens nog harder. “Ik heb al genoeg op mijn geweten!”
Severus hield niet van waar dit heen leek te gaan en hij probeerde zo kalm mogelijk te klinken. “Loena, ik wil niet dat je jezelf de schuld geeft. Dit was mijn eigen keuze – ik vond dat dit het beste was.”
Loena schudde haar hoofd terwijl ze hem aankeek door haar tranende ogen. “Ik kan dit niet aan...” mompelde ze wazig. “Dit is teveel... Mijn hart...” Loena liep naar haar bureau en hield zich vast. Haar knieën knikten terwijl wel duizend emoties door haar lijf leken te racen. “Ik heb hier niet om gevraagd, Severus!” zei ze geëmotioneerd. “Dit is niet goed...” Haar stem werd zwakker. “Het is meer dan ik aan kan...”
Severus keek in horror toe hoe Loena’s ogen wegdraaiden en ze in een hoopje ineenviel op de grond. Verschrokken rende hij naar haar toe en raapte hij haar op. Hulpeloos keek hij om zich heen. Hij voelde aan haar voorhoofd. Ze leek wel te gloeien.
Hij herinnerde zich hoe hij Loena nog al eens had aangetroffen terwijl ze ziek was – maar toen was het slechts haar lichaam geweest... Nu leek het... alsof haar eigen ziel op instorten stond.
“Wat heb ik gedaan?” vroeg Severus zich af terwijl hij zag hoe Loena onrustig leek te mompelen in haar bewusteloosheid. “Dobby! Winky!”
Dobby en Winky verschenen tegelijkertijd en hadden geen tijd om hun meester te groeten, zo snel beval Severus hen. “Breng me naar de draak. NU!”
Dobby en Winky aarzelden geen moment en Verschijnselden hem naar het eilandje in de reusachtige grot. De draak zat rechtop – alsof hij hen aanwezigheid had verwacht en hen had zitten opwachten.
“Draak!” riep Severus. “Wat is er aan de hand? Wat stelt dit voor?”
De draak leek zich niet op te jutten aan Severus’ eisende toon. In tegendeel – de draak bleef kalm terwijl hij Severus aansprak. “Loena’s hart is ontdooid en eindelijk heeft ze de tijd om alle emoties die ze zeventien jaar lang heeft onderdrukt te verwerken. Denk jij niet dat jij er even niet goed van zou zijn als je zoveel emoties zou moeten verwerken?”
Severus leek geënerveerd. “Dat had je wel mogen zeggen, Draak! Hoe lang gaat ze nodig hebben om dit te verwerken? Toch geen zeventien jaar, hoop ik?! Je hebt me beetgenomen!”
De draak schudde zijn hoofd. “Een beetje minder wantrouwend mag ook, Severus. Ik heb je niet beetgenomen. Loena haar gevoelens zijn terug open voor haar, maar ze moet inderdaad eerst haar oude gevoelens verwerken. Daar zal een aantal dagen duren. Geef haar die tijd, totdat ze zelf weet welke emoties er in haar leven. Rome is ook niet in één dag gebouwd.”
Severus leek nog steeds lastig omwille van het feit dat de draak niet had gezegd dat Loena er ziek van zou kunnen worden en hij keek bezorgd naar haar. Ze gloeide nog steeds.
“Ik ben nog niet met jou klaar!” zei Severus dreigend tegen de draak en de draak knikte kort voordat Severus tegen Winky en Dobby gebaarde dat ze hem terug mee mochten nemen.
Eenmaal terug in Loena’s kamer, legde Severus haar terug in haar bed neer. Er zat niets anders op dan wachten. Ze zou weer bij bewustzijn komen – en dan zou hij voor haar klaarstaan. Dat beloofde hij.