28/08/2020, 12:23
Hoofdstuk 17: Dansend door het Verleden
Weken verstreken en december brak aan. De maand was ijzig koud en buiten sneeuwde het. Voor eenmaal leek het niet door toedoen van Severus’ humeur – zijn humeur was zodanig opgeklaard dat er amper nog wolken boven Azkaban hingen. De sneeuw die uit de lucht viel, was afkomstig van de wolken die nog veel hoger boven de oude ruïnes hingen.
Al weken aan een stuk doorpluisde Severus – met Loena’s toestemming – haar geheugen. Dagelijks leerde hij nieuwe zaken bij en ergens – al zou Severus het nooit toegeven – was het fijn voor hem. Hij zag nog eens plaatsen die hij kende – plaatsen waar hij nooit meer zou geraken. Al zou hij nog steeds alles geven om vrij te kunnen zijn, hij legde zijn prioriteit nu anders. Loena was belangrijker. Als hij haar kon helpen, zou zij misschien die dienst terugbetalen.
Severus bevond zich die dag in een erg oude herinnering. Loena liet hem geregeld beelden zien van hoe ze was als kind, maar deze herinnering was wel heel oud. Loena was nog maar een kleuter en stond dansend in de woonkamer. Severus keek echter meer geïnteresseerd naar Xenophilius, die met een van zijn snuisterijen speelde. Het leek een gouden hoorn te zijn, maar als hij deze vulde met water, scheen er een prachtig stralend licht uit. Het effect was slechts van korte duur, en iedere vijf minuten moest Xenophilius de hoorn weer vullen, waarna hij ijverig notities begon te nemen op het perkament, terwijl hij af en toe bezinnend opkeek naar het licht dat de kamer vulde.
De waltz die speelde, kwam Severus bekend voor. Het was van een dreuzelcomponist, maar hij wist niet zeker welke.
Kleine Loena danste met dramatische bewegingen over het leeggemaakte tapijt. Het gewoonlijke salontafeltje was aan de kant geschoven en Loena ging helemaal op in de muziek.
De deur ging open en Alexia wandelde binnen, met een zwaar boek onder haar arm. Loena keek niet op en danste met gesloten ogen verder. Alexia glimlachte en legde het boek neer aan de tafel bij Xenophilius en gaf hem een kus op zijn voorhoofd. Hij glimlachte ook en Alexia liep tot bij Loena en zwaaide haar in de lucht. Loena opende haar ogen en gierde van de pret.
“Je danst heel mooi, liefje, als een echte prinses!” Alexia zwaaide haar nog een keertje rond en zette haar toen op de grond.
“Toe mama, nog eens dansen!” drong de kleine Loena aan.
Alexia tilde haar weer op en nam haar rechterhand vast. Loena kon niet anders dan lachen toen haar moeder met haar de waltz inzette.
Xenophilius keek glimlachend toe van zijn plek aan tafel en vulde de hoorn met water. Het mooie licht verspreidde zich weer door de kamer.
Severus voelde dat de herinnering tot een einde kwam en sprong eruit. Hij kwam terecht in de Obscura-grot en voordat hij iets kon zeggen, begon Loena al te vertellen.
“Moeder heeft me leren waltzen. Ze hield erg veel van dansen.” Loena’s stem klonk dromerig. “Vader heb ik nooit zien dansen met haar, maar ze zei me altijd dat hij nog beter kon dansen dan zij. Hij was er enkel erg verlegen voor.”
Severus glimlachte terwijl Loena verder vertelde.
“Voor ik geboren was, gingen ze ieder jaar naar een tovenaarsbal in Zweinsveld. De laatste keer dat ze zijn gegaan, was moeder al zes maanden zwanger van me. Eens ik geboren was, vonden ze mij belangrijker en ze hebben me nooit alleen gelaten voor zolang ik weet. Moeder grapte altijd dat als ik op Zweinstein zou zitten, ze weer ieder jaar naar het tovenaarsbal zouden gaan en zo hard zouden dansen dat ze alle verloren schade zouden inhalen.” Loena zweeg en keek naar het water in het meer.
Severus raakte haar schouder aan. “Voel je niet slecht of schuldig hierom, Loena.”
Loena schudde haar hoofd en ging mijmerend verder. “Dat is het hem net. Ik voel nog steeds niets. Al weken aan een stuk, dag in, dag uit, laat ik je mijn meest dierbare herinneringen zien. Je observeert ze allemaal, we praten erover, maar nooit voel ik wat. Wat als praten niet genoeg is?”
Severus liet schuldig zijn hoofd hangen. Ze had een punt. Wekenlang drong hij haar gedachten binnen en kon hij zien wat hij wilde, maar Loena was nog steeds niet verder geholpen. Praten had inderdaad geen effect.
“Ik snap wat je bedoelt en het spijt me dat we nog geen vooruitgang hebben geboekt...” verontschuldigde Severus zich. “Als je het niet erg vindt, wil ik naar mijn kamer om deze herinnering te noteren. Mogelijk zijn er elementen die van belang zijn.”
Loena knikte en Severus stond recht. “Als je mij wilt excuseren...”
Loena stond ook recht. “Geen probleem. Dan duik ik het water in.”
Ze deed haar mantel uit en Severus draaide zich om en liep de Obscura-grot uit. Hij snapte niet hoe Loena de temperatuur van het water kon verdragen. Het was best koud in de grot – te koud voor Severus, in ieder geval.
Hij maakte zijn weg naar buiten en stapte door de sneeuw. Ondanks de kou, moest hij glimlachen. Hij had al lang geen plezier meer gezien in sneeuw, maar iets was zo gezellig deze keer, hij wist enkel niet wat. Toen hij eenmaal aan zijn deur kwam, hoorde hij gegniffel en hij spitste zijn oren. Dobby en Winky waren met iets bezig, maar Severus kon niet verstaan wat ze tegen elkaar waren aan het fluisteren.
Met een klap gooide hij de deur open en Dobby – die boven op tafel had gestaan – vloog ervanaf, middenin een doos slingers.
“Wat is dat nu?!” vroeg Severus verward, maar streng terwijl hij binnenstapte.
Winky ging voor een klein kerstboompje staan en verborg snel een kerstbal achter haar rug.
Dobby probeerde uit de doos te geraken, maar zat helemaal vast. Met grote ogen keek Severus rond in zijn kamer. De boekenkasten waren versierd met groene, schitterende slingers, waaraan Dobby en Winky kerstballen, suikerstokken en kerstsokken hadden gehangen. Severus kon zijn ogen niet geloven toen hij het kleine kerstboompje zag dat Winky probeerde te verbergen en hij keek verward naar zijn huiselven.
“Wel, wat wil dit zeggen?”
“Meester, het is overmorgen Kerstmis...” begon Winky langzaam. “En Dobby en Winky dachten dat de meester dit jaar misschien Kerstmis zou willen vieren... Met meesteres Loena.”
Severus wist niet of hij boos moest zijn of niet en staarde met een lege blik naar Winky. Toen hij werd opgeschrokken door het gemompel van Dobby, liep hij snel naar de hulpeloze huiself en trok hij deze uit de doos recht.
“Dank u, meester!” piepte Dobby dankbaar en hij vervolgde voorzichtig: “Is meester nu boos?”
Severus schudde zijn hoofd. “Neen, ik ben niet boos...” zuchtte hij. “Enkel verward. Is het alweer bijna Kerstmis? Ik... ik heb in geen tien jaar Kerst gevierd... Ik had er niet op gerekend dat dit jaar wel te doen... Het komt zo onverwacht!”
Dobby en Winky glimlachten naar elkaar en Winky nam het woord. “Meester kan een leuke Kerst gebruiken. Het zal goed zijn voor het gemoed, meester! Dobby en Winky brengen heerlijk eten mee uit Zweinstein. Pudding! Veenbessensaus! Lekker Kerst-eten!”
“En Dobby wil gerust cadeaus kopen! Dobby heeft veel loon gespaard de afgelopen jaren. Dobby kan er veel cadeaus mee kopen!”
Severus vond het allemaal wat te overweldigend en sprak Dobby snel tegen. “Nee, Dobby, niet doen. Dat is jouw loon, jouw eerlijk verdiende loon. Het zou fout zijn om dat op te maken aan mij of Loena.”
Dobby keek teleurgesteld naar zijn sokken en Severus nam Dobby bij zijn schouder.
“Ik ben heel blij met je geleverde werk, Dobby, en je bent een prima huiself, maar ik heb liever dat je wat voor jezelf koopt deze Kerst, ok?”
Dobby leek niet ongevoelig voor die complimentjes en knikte snel en tevreden.
Severus keek nog eens om zich heen en keek naar het kleine kerstboompje. Hij kon niet anders dan glimlachen om de moeite die zijn twee huiselven hadden genomen.
“Allebei bedankt, jij ook Winky!”
Winky glimlachte en keek met grote, hoopvolle ogen naar Severus.
“Ik kijk alvast uit naar die veenbessensaus! Maarreuh... doe er ook wat vlees bij, als jullie willen, ok?”
Dobby en Winky knikten enthousiast.
“Ik zou nu graag willen verder werken... Ik heb nog wat zaken... uit te pluizen.” Severus zette zich op zijn bed neer en nam enkele schriften erbij.
Dobby en Winky ruimden stilletjes weer op en verdwenen daarna. Severus nam inkt en een veer en begon te noteren wat hij had gezien in Loena’s herinnering. Toen hij daarmee klaar was, bladerde hij terug in de eerste schriften en begon hij te lezen.
Er moest iets zijn – iets anders dan praten met Loena – wat hij moest proberen. Het was toen hij een passage over een bepaalde herinnering tegenkwam, dat iets in hem alarm sloeg.
“In de trein verzekerde ze Harry ervan dat zij het niet erg had gevonden als ze met hem naar het Kerstbal was gegaan. Ze zei dat ze toch niet zo van dansen hield.” Severus las dit luidop voor en staarde voor zich uit. Ze had gezegd dat ze niet van dansen hield maar... dat was in volledige tegenstrijd met wat Severus had gezien van haar jongere ik. In de herinnering van vandaag had hij haar zien dansen met haar moeder, maar in andere herinneringen zat ze ook geregeld te neuriën of te wiegen op muziek. Maar waarom zei ze dan tegen Harry dat ze niet van dansen hield? Had ze dat enkel gezegd om zich interessant te maken? Hij durfde het niet met zekerheid zeggen. Maar Loena leek hem ook weer niet het type dat zou liegen om zich interessant te maken – integendeel – dat type was ze zeker niet. Ze was altijd eerlijk.
Mijmerend schreef hij die observatie neer in zijn schrift en hij bleef die avond diep in gedachten verzonken. Hij had een nieuw plan.
De ochtend daarop werd Loena met een luide geeuw wakker. Toen ze zich rechtzette en om zich heen keek in haar bed, verwachtte ze Severus te zien. De laatste week was hij vaak nog voor haar wakker geweest en had hij tegen haar bureau gestaan, wachtend, glimlachend.
Maar vandaag niet. In de plaats daarvan zat Dobby op haar bureau en Loena glimlachte. “Goedemorgen Dobby!”
“Goedemorgen, meesteres Loena,” groette Dobby haar en hij sprong op de grond en maakte een diepe buiging. “Dobby brengt de verontschuldigingen van meester Sneep. De meester kan vandaag niet komen. Dobby moet meesteres Loena zeggen dat ze vanavond verwacht wordt op een Kerstdiner.”
“Is het Kerstmis?” vroeg Loena geïnteresseerd. Ze was de tijd uit het oog verloren. Ze had geen flauw idee gehad dat het al tijd voor Kerstmis was.
Dobby aarzelde. “Het is Kerstavond, meesteres Loena. Morgen is het Kerstmis.” Dobby liep naar het salontafeltje en Loena zag een grote, mooi ingepakte doos. De verpakking was donkerblauw en schitterde. De lichtblauwe strik eromheen was van glanzend satijn. “De meester vroeg aan Dobby om dit te geven.”
Dobby nam de doos en bracht deze naar Loena.
“Mag ik het nu al openen of moet ik wachten tot vanavond?” vroeg Loena.
“De meester zei dat meesteres Loena dit moest dragen voor vanavond. De meester heeft het zelf getransfigureerd.”
Loena opende de doos en haalde er een mooie, lichtblauwe jurk uit, van hetzelfde satijn als de strik die om de doos had gezeten.
“Ik vind het mooi,” mijmerde Loena.
“Meester zei dat als het niet zou passen, meesteres Loena zelf de maat mocht aanpassen.”
“Dat zal ik zeker doen. Dank je, Dobby. Om hoe laat verwacht Severus me?”
“Dobby komt meesteres Loena halen.”
Loena knikte. “Dank je Dobby, je mag gaan.”
Dobby verdween en Loena liet het zachte stof van de jurk door haar vingers gaan. Het was heel lief van Severus dat hij haar een cadeau gaf, maar nog steeds voelde Loena zich leeg. Toch besefte ze dat niet iedereen zich leeg zou voelen bij zo een mooi cadeau. Ze wilde dan ook graag Severus bedanken voor alle tijd en moeite die hij in haar investeerde. Ze zou een perfect cadeau moeten bedenken voor hem... en er dan nog aan moeten kunnen geraken. Maar met wat zou hij blij zijn? Hoe langer ze erover nadacht, hoe minder ze wist wat hij leuk zou vinden. Hij wist zoveel van haar nu, maar zij wist nog steeds niet veel meer van hem dan toen ze een van zijn studenten was. Het zou moeilijk zijn om hem een gepast cadeau te geven.
Severus ijsbeerde in zijn kamer heen en weer. Hij had de helft van zijn kamer laten leeghalen, zodat er meer ruimte was, en deze ruimte had hij door Dobby en Winky verder laten versieren. Aan de andere kant van zijn kamer had hij zijn bed, boekenkasten en tafel en stoel laten staan. De tafel was aangekleed met een mooi tafellakentje en er stonden zilveren borden op.
Nerveus wierp hij een blik op het kleine klokje dat in zijn kast stond. Bijna zes uur. Dobby zou zodadelijk Loena halen en haar meenemen. Nog snel nam hij een spiegel en keek hij erin. Hij zag er bloednerveus uit en hoopte dat het niet te hard zou opvallen. Speciaal voor deze gelegenheid had hij enkele oude kleren getransfigureerd in een net, zwart gewaad – niet veel anders dan de kleren die hij vroeger op Zweinstein droeg. Zijn schoenen waren opgeblonken en hij had zijn haren wel zo vaak gekamd dat hij er bijna zeker van was dat hij nu wel bijna kaal moest zijn.
De kristallen bol had nog nooit zo raar uitgezien. De kleur leek haast iedere minuut te veranderen. Blauw – paars – rood. Steeds die drie kleuren. Severus had het al lang opgegeven om over de kristallen bol na te denken. Hij wist enkel dat als er drie kleuren zichzelf afwisselden op zo een snel tempo – hij wel een ware achtbaan van emoties voelde.
Hij zag de kleine wijzer van zijn klok op zes springen en liep gehaast naar het raam. Door de sneeuw zag hij Dobby naderen met Loena achter zich aan. Ze droeg haar donkerblauwe mantel om zich heen, en Severus kon zien dat ze haar haren had bijeengebonden in een lange vlecht.
Nerveus ging hij voor bij de tafel in zijn kamer staan, wachtend op Loena... Maar dat zou ook maar raar uitzien, niet? Er moest iets beters zijn... Snel haastte hij zich naar de deur en opende hij deze. Hij stapte naar buiten en voor de deur bleef hij bloednerveus wachten totdat hij Loena’s voetstappen de trappen op hoorde komen.
Hij hield zich gespannen recht terwijl ze de trappen op wandelde en kon het niet laten te glimlachen.
Loena leek echter zijn spanning te kunnen lezen en gaf hem een knuffel alvorens ze iets tegen hem zei. Dit leek hem iets te ontspannen en ze liet hem weer los en keek hem aan. Hij had zich echt wel voorbereid op een feest. Hij zag er zo keurig uit.
“Het is een heel mooi idee om samen Kerst te vieren, Severus. Ik was het anders helemaal vergeten.”
“Ik ook,” reageerde hij nerveus. “Ik bedoel, ik was het ook vergeten... Maar Dobby en Winky hebben me eraan herinnerd. Kom binnen!”
Severus liet Loena voor zich naar binnen stappen en Loena keek geïnteresseerd om zich heen. De kerstversieringen bevielen haar wel en op de raambanken lag nog wat sneeuw. In de kamer was het echter aangenaam warm en Loena liet Severus toe haar mantel af te nemen.
Severus op zijn beurt gaf de blauwe mantel weer aan Dobby, die zowat volledig leek op te gaan in de stof toen hij ermee Verdwijnselde. Severus keek Loena aan en kreeg het warm vanbinnen. Hij wist niet goed hoe hij het kon zeggen, maar hij wilde het toch eruit krijgen en dus stotterde hij: “J-je ziet er b-beeldschoon uit, Loena.”
Loena draaide zich naar hem om en zag onmiddellijk hoe hij zijn blik weer afwendde. Hij leek nog steeds nerveus, maar Loena snapte niet goed waardoor dat zou komen. “U ziet er zelf ook heel knap uit, Severus. Dat gewaad is veel mooier dan wat u vroeger op Zweinstein droeg. Al lijkt het er wel op.”
Severus kon niet anders dan blozen van die eerlijkheid en schoof snel haar stoel naar achteren. “Zet je,” bood hij haar beleefd aan. “Dobby en Winky brengen zodadelijk het eten. Wil je wat te drinken? We hebben rode wijn voor de gelegenheid.”
Loena knikte. “Natuurlijk.”
Severus schonk haar glas in, maar kon niet verbergen dat zijn handen trilden. Ook dat ontging Loena niet, maar ze zweeg. Als er echt iets mis was, zou Severus het haar wel zeggen en dan zou ze hem kunnen helpen.
Dobby en Winky verschenen, zoals Severus al had voorspeld, met het eten. Ze begonnen de avond met een heet tomatensoepje en Dobby en Winky brachten nadien het hoofdgerecht – kalkoen met veenbessensaus en heerlijke aardappelgratin. Loena en Severus aten doorgaans in stilte en gaven enkel opmerkingen over hoe heerlijk het eten was. Severus stelde voor om een kleine pauze in te lassen voor het dessert en Loena maakte van dit moment gebruik om Winky bij haar te roepen.
“Winky, je weet wat je hoort te doen,” zei Loena en Winky knikte en verdween weer.
Severus keek Loena verrast aan en Loena glimlachte. “Ik heb een cadeau voor u.”
Severus was zodanig verrast dat hij niet wist wat te zeggen. “Loena, dat had je niet moeten doen... Ik had toch ook niets voor jou?”
“Deze jurk toch?” reageerde Loena snel. “En zelfs zonder die jurk cadeau te doen, zou u het nog verdienen. U investeert zoveel tijd in mij, om mij te helpen. U moet weten dat ik dat apprecieer.”
Winky verscheen opeens met twee doosjes van middelmatige grootte. Ze waren beiden in groen kerstpapier ingepakt en ze hadden een grote, rode strik.
Severus nam de twee cadeaus van Winky over en keek aarzelend naar Loena. Winky verdween weer en Severus en Loena bleven alleen achter in de kamer.
“Open maar,” knikte ze hem bemoedigend toe en hij glimlachte terwijl hij de cadeaus op tafel legde en ze opende. Uit de eerste doos haalde hij een fles rode wijn en hij was aangenaam verrast.
“Een bordeaux-wijn,” zei Severus goedkeurend en hij lachte. “Hier zal ik van genieten!”
Loena keek toe hoe hij de tweede doos opende en licht verward het boek uit de doos nam en de titel ervan las. “Het Duistere Verleden van de Duistere Magie.” Severus draaide onmiddellijk het boek om om de achterflap te lezen. “Dit boek is gloednieuw!” merkte Severus op. “Dit jaar nog maar uitgegeven!”
Severus leek niet te weten wat te zeggen. Al die jaren had hij steeds opnieuw dezelfde boeken doornomen en nu kreeg hij – voor het eerst in tien jaar – een nieuw boek.
“Hoe...” Zijn stem klonk schor van emotie. “Hoe ben je hieraan geraakt?”
Loena glimlachte. “Ik heb Winky naar mijn vader gestuurd en hem gevraagd om dit voor u mee te nemen. Vader drinkt ook graag rode wijn nu en dan en ik wist dat we dat boek zouden krijgen. Katy Magenta, de schrijfster, is een vriend van mijn vader. Ze hebben vroeger samen op school gezeten en aangezien ze beiden schrijvers zijn, onderhouden ze nog steeds nauw contact. Ik wist dat ze haar nieuwe boek naar vader zou sturen, dat had ze in de zomer beloofd. Maar vader is niet zo voor Duistere Magie te vinden – dus ik wist zeker dat hij het niet erg zou vinden het boek af te staan.”
Severus luisterde met open mond toe. Hij was zo dankbaar, dat hij niet wist hoe te reageren. “Hoe... hoe kan ik je ooit bedanken?”
Loena glimlachte. “Dat hoeft niet. Ik ben blij als u blij bent.”
Severus keek raar op van die woorden. “Loena, ben je... blij? Voel je dan iets?” Hij keek haar hoopvol aan, maar Loena schudde haar hoofd.
“Neen, ik voel niets maar... ik weet dat als ik gevoelens zou hebben, ik blij zou zijn als u dat ook was.”
Het was licht teleurstellend voor Severus om dit te horen. Hij had gehoopt dat ze net wel iets zou voelen deze avond. Maar zijn plan was nog niet in werking gezet. Hij stond recht van zijn plaats en liep naar de muziekspeler. Hij had de juiste plaat al klaargezet en zette enkel de naald gereed. Het geluid van violen en andere strijkinstrumenten vulde de kamer en Severus stapte naar Loena en hield zijn hand uit.
“Loena, zou je voor de gelegenheid met me willen... dansen?”
Loena keek naar de hand die hij voor haar uithield en daarna naar zijn gezicht. Zijn gezicht stond gespannen, maar zijn ogen had ze nog nooit zo vastberaden gezien. Ze aarzelde, maar reageerde daarna in een zachte stem: “Liever niet, Severus... Ik hou niet zo van dansen. Ik ben er niet zo goed in.”
Dat was exact wat Severus had verwacht en hij voelde zich kalmer worden. Ergens zat iets juist in zijn redenering en nu stak hij zijn beide handen naar haar uit.
“Loena, neem mijn handen vast.”
Loena wist niet meteen wat hij van plan was, maar deed wat hij vroeg. Hij leidde haar mee naar de open plek in zijn kamer en liet haar handen niet los.
“Loena, je houdt wel van dansen. Ik heb het gezien. Als kind deed je amper iets anders. En je was er goed in. Ben je dat vergeten dan?”
Loena staarde in zijn ogen, maar reageerde niet.
“Het was deze muziek waarop je danste, kan je je dat herinneren?”
Loena luisterde naar de grootse melodie – ze herkende het liedje inderdaad – en ze knikte langzaam. “De Schone Slaapster...” mijmerde ze.
“Tchaikovsky,” vulde Severus aan en hij legde haar rechterhand op zijn schouder terwijl hij haar bij haar middel vastnam. “Mag ik?”
Zijn stem klonk zacht en Loena keek hem met een dromerige blik aan en knikte. Hij deed een stap dichter naar haar totdat ze bijna tegen elkaar aanstonden en ze keken elkaar beiden met grote ogen aan tot Severus de eerste stap zette. Hij leidde haar waltzend de kamer rond. Hij was nerveus maar probeerde dit zo min mogelijk te laten blijken. Loena volgde al zijn passen moeiteloos en haar blik leek steeds verder en verder weg te drijven. Severus wist niet waardoor ze opeens zo ver weg leek en besloot iets te zeggen om haar aandacht erbij te houden.
“Je danst uitstekend, Loena.”
“Dank je,” zei Loena afwezig.
“Waar denk je aan?”
Dit leek Loena lichtjes uit haar droom te halen en haar blik werd alerter. “Ik was niet aan het denken,” reageerde ze.
Vreemdgenoeg had Severus niet het gevoel dat ze loog. Het leek enkel alsof ze was beginnen dromen van het moment dat hij de waltz had ingezet. Severus vermoedde dat ze dit onbewust had gedaan.
“Voel je iets in je loskomen?” vroeg Severus terwijl hij haar verderleidde. Hij keek haar observerend aan terwijl ze haar gevoelens leek af te zoeken.
“Ik denk het niet,” mijmerde ze en haar blik werd weer dromerig.
“Loena, blijf hier bij me,” zei Severus haar terwijl hij haar zachtjes in haar hand kneep. “Concentreer je op dit. Op ons. Wij, die hier dansen. Droom niet weg.”
Loena keek hem aan en knikte. Eindelijk snapte ze het – waarom hij had willen dansen. Hij had naar haar geluisterd! Zij had gezegd dat enkel praten niet leek te lukken – dat haar gevoelens er niet van terugkwamen – en nu – nu dansten ze. Hij hoopte hiermee haar gevoelens los te krijgen, nu snapte ze het.
Ze concentreerde zich met al haar macht op Severus en op het dansen. Ze keek hem zo diep in de ogen, dat hij zich opeens ongemakkellijk voelde. Hij herinnerde zich eraan dat ze naar hem luisterde, dat ze zich was aan het concentreren, maar dat maakte hem enkel meer zelfbewust.
“Scheelt er iets?” vroeg Loena opeens. “Je lijkt nerveus.”
Severus lachte nerveus ter bevestiging. “Dat mag je wel zeggen ja...”
“Hoe komt het?” vroeg Loena terwijl ze samen verderwaltzten.
Was het omdat ze beeldschoon was en zich nu in zijn armen bevond? Niet enkel daarom, wist Severus. “In tegenstelling tot jou heb ik niet zoveel ervaring met dansen.”
“Zoveel ervaring heb ik ook weer niet, enkel als kind,” probeerde Loena hem gerust te stellen.
“Zelfs die ervaring heb ik niet,” glimlachte Severus nerveus. “Ik heb ooit een aantal lessen gehad voor een Kerstbal, meer niet.”
“En het Kerstbal zelf?”
“In de leerlingenkamer van Zwadderich doorgebracht.”
“Oh.”
Loena keek Severus aan en realiseerde zich dat ze misschien wel eens de eerste persoon op aarde was die met hem danste... Mogelijk was zij ook de eerste persoon op aarde die hij ooit had gevraagd om mee te dansen. “Ik hoop...” begon Loena in een stille stem. “Dat je dit niet alleen voor mij doet maar er zelf ook wat plezier uit haalt?”
Loena glimlachte naar hem en Severus voelde een hartverwarmend gevoel door zijn lichaam verspreiden. “Natuurlijk,” glimlachte Severus. “Het is me een eer met zo een getalenteerde danseres te mogen waltzen.”
Loena leek een seconde iets te voelen, maar het gevoel was weg voordat ze het had kunnen omschrijven. “Ik voelde iets!” merkte Loena op. “Maar het is alweer weg!”
Severus’ hart kon wel uit zijn borst kloppen. Had het dan toch gewerkt?
“Wat voelde je?” vroeg hij geinteresseerd, maar Loena schudde al haar hoofd.
“Ik weet het echt niet... Het was zo snel weer weg.”
De muziek eindigde en Severus liet Loena terug los.
Loena vouwde haar handen en keek diep denkend naar de grond.
Severus wist niet wat hij kon doen, maar Loena onderbrak zijn gedachten opeens.
“Laten we nog eens dansen. En nog eens – en dan nog eens – als het moet. Misschien dat het gevoel dan terugkeert. Ik wil het nog niet opgeven.”
Loena keek Severus met goede moed aan en Severus knikte. “Dan zullen we dansen.”
Dobby en Winky hadden wel zeker anderhalf uur gewacht voor de pudding op te dienen, maar noch Severus, noch Loena, had hen geroepen. Nieuwsgierig als ze waren, waren ze tot voor de deur van hun meesters kamer Verschijnseld en openden ze muisstil de deur. Ze deden deze op een kier open en piepten binnen.
Ze waren op zijn minst verrast om hetgene wat ze aantroffen. Loena leunde tegen hem aan tijdens een rustige waltz en had haar ogen gesloten terwijl haar hoofd rustte op zijn borstkas. Severus liet zijn hoofd dan weer rusten op het hare en ook zijn ogen waren gesloten.
Dobby en Winky keken elkaar met grote ogen aan voordat ze weer door de kier piepten. Severus en Loena leken zich echter niet bewust te zijn van de tijd die verstreek. In de ogen van de twee huiselven had Severus er nooit kalmer en vrediger uitgezien dan op dat moment – toen hij waltzte met Loena. Het was voor hen allen duidelijk dat dit een Kerst was die ze niet snel zouden vergeten.
Weken verstreken en december brak aan. De maand was ijzig koud en buiten sneeuwde het. Voor eenmaal leek het niet door toedoen van Severus’ humeur – zijn humeur was zodanig opgeklaard dat er amper nog wolken boven Azkaban hingen. De sneeuw die uit de lucht viel, was afkomstig van de wolken die nog veel hoger boven de oude ruïnes hingen.
Al weken aan een stuk doorpluisde Severus – met Loena’s toestemming – haar geheugen. Dagelijks leerde hij nieuwe zaken bij en ergens – al zou Severus het nooit toegeven – was het fijn voor hem. Hij zag nog eens plaatsen die hij kende – plaatsen waar hij nooit meer zou geraken. Al zou hij nog steeds alles geven om vrij te kunnen zijn, hij legde zijn prioriteit nu anders. Loena was belangrijker. Als hij haar kon helpen, zou zij misschien die dienst terugbetalen.
Severus bevond zich die dag in een erg oude herinnering. Loena liet hem geregeld beelden zien van hoe ze was als kind, maar deze herinnering was wel heel oud. Loena was nog maar een kleuter en stond dansend in de woonkamer. Severus keek echter meer geïnteresseerd naar Xenophilius, die met een van zijn snuisterijen speelde. Het leek een gouden hoorn te zijn, maar als hij deze vulde met water, scheen er een prachtig stralend licht uit. Het effect was slechts van korte duur, en iedere vijf minuten moest Xenophilius de hoorn weer vullen, waarna hij ijverig notities begon te nemen op het perkament, terwijl hij af en toe bezinnend opkeek naar het licht dat de kamer vulde.
De waltz die speelde, kwam Severus bekend voor. Het was van een dreuzelcomponist, maar hij wist niet zeker welke.
Kleine Loena danste met dramatische bewegingen over het leeggemaakte tapijt. Het gewoonlijke salontafeltje was aan de kant geschoven en Loena ging helemaal op in de muziek.
De deur ging open en Alexia wandelde binnen, met een zwaar boek onder haar arm. Loena keek niet op en danste met gesloten ogen verder. Alexia glimlachte en legde het boek neer aan de tafel bij Xenophilius en gaf hem een kus op zijn voorhoofd. Hij glimlachte ook en Alexia liep tot bij Loena en zwaaide haar in de lucht. Loena opende haar ogen en gierde van de pret.
“Je danst heel mooi, liefje, als een echte prinses!” Alexia zwaaide haar nog een keertje rond en zette haar toen op de grond.
“Toe mama, nog eens dansen!” drong de kleine Loena aan.
Alexia tilde haar weer op en nam haar rechterhand vast. Loena kon niet anders dan lachen toen haar moeder met haar de waltz inzette.
Xenophilius keek glimlachend toe van zijn plek aan tafel en vulde de hoorn met water. Het mooie licht verspreidde zich weer door de kamer.
Severus voelde dat de herinnering tot een einde kwam en sprong eruit. Hij kwam terecht in de Obscura-grot en voordat hij iets kon zeggen, begon Loena al te vertellen.
“Moeder heeft me leren waltzen. Ze hield erg veel van dansen.” Loena’s stem klonk dromerig. “Vader heb ik nooit zien dansen met haar, maar ze zei me altijd dat hij nog beter kon dansen dan zij. Hij was er enkel erg verlegen voor.”
Severus glimlachte terwijl Loena verder vertelde.
“Voor ik geboren was, gingen ze ieder jaar naar een tovenaarsbal in Zweinsveld. De laatste keer dat ze zijn gegaan, was moeder al zes maanden zwanger van me. Eens ik geboren was, vonden ze mij belangrijker en ze hebben me nooit alleen gelaten voor zolang ik weet. Moeder grapte altijd dat als ik op Zweinstein zou zitten, ze weer ieder jaar naar het tovenaarsbal zouden gaan en zo hard zouden dansen dat ze alle verloren schade zouden inhalen.” Loena zweeg en keek naar het water in het meer.
Severus raakte haar schouder aan. “Voel je niet slecht of schuldig hierom, Loena.”
Loena schudde haar hoofd en ging mijmerend verder. “Dat is het hem net. Ik voel nog steeds niets. Al weken aan een stuk, dag in, dag uit, laat ik je mijn meest dierbare herinneringen zien. Je observeert ze allemaal, we praten erover, maar nooit voel ik wat. Wat als praten niet genoeg is?”
Severus liet schuldig zijn hoofd hangen. Ze had een punt. Wekenlang drong hij haar gedachten binnen en kon hij zien wat hij wilde, maar Loena was nog steeds niet verder geholpen. Praten had inderdaad geen effect.
“Ik snap wat je bedoelt en het spijt me dat we nog geen vooruitgang hebben geboekt...” verontschuldigde Severus zich. “Als je het niet erg vindt, wil ik naar mijn kamer om deze herinnering te noteren. Mogelijk zijn er elementen die van belang zijn.”
Loena knikte en Severus stond recht. “Als je mij wilt excuseren...”
Loena stond ook recht. “Geen probleem. Dan duik ik het water in.”
Ze deed haar mantel uit en Severus draaide zich om en liep de Obscura-grot uit. Hij snapte niet hoe Loena de temperatuur van het water kon verdragen. Het was best koud in de grot – te koud voor Severus, in ieder geval.
Hij maakte zijn weg naar buiten en stapte door de sneeuw. Ondanks de kou, moest hij glimlachen. Hij had al lang geen plezier meer gezien in sneeuw, maar iets was zo gezellig deze keer, hij wist enkel niet wat. Toen hij eenmaal aan zijn deur kwam, hoorde hij gegniffel en hij spitste zijn oren. Dobby en Winky waren met iets bezig, maar Severus kon niet verstaan wat ze tegen elkaar waren aan het fluisteren.
Met een klap gooide hij de deur open en Dobby – die boven op tafel had gestaan – vloog ervanaf, middenin een doos slingers.
“Wat is dat nu?!” vroeg Severus verward, maar streng terwijl hij binnenstapte.
Winky ging voor een klein kerstboompje staan en verborg snel een kerstbal achter haar rug.
Dobby probeerde uit de doos te geraken, maar zat helemaal vast. Met grote ogen keek Severus rond in zijn kamer. De boekenkasten waren versierd met groene, schitterende slingers, waaraan Dobby en Winky kerstballen, suikerstokken en kerstsokken hadden gehangen. Severus kon zijn ogen niet geloven toen hij het kleine kerstboompje zag dat Winky probeerde te verbergen en hij keek verward naar zijn huiselven.
“Wel, wat wil dit zeggen?”
“Meester, het is overmorgen Kerstmis...” begon Winky langzaam. “En Dobby en Winky dachten dat de meester dit jaar misschien Kerstmis zou willen vieren... Met meesteres Loena.”
Severus wist niet of hij boos moest zijn of niet en staarde met een lege blik naar Winky. Toen hij werd opgeschrokken door het gemompel van Dobby, liep hij snel naar de hulpeloze huiself en trok hij deze uit de doos recht.
“Dank u, meester!” piepte Dobby dankbaar en hij vervolgde voorzichtig: “Is meester nu boos?”
Severus schudde zijn hoofd. “Neen, ik ben niet boos...” zuchtte hij. “Enkel verward. Is het alweer bijna Kerstmis? Ik... ik heb in geen tien jaar Kerst gevierd... Ik had er niet op gerekend dat dit jaar wel te doen... Het komt zo onverwacht!”
Dobby en Winky glimlachten naar elkaar en Winky nam het woord. “Meester kan een leuke Kerst gebruiken. Het zal goed zijn voor het gemoed, meester! Dobby en Winky brengen heerlijk eten mee uit Zweinstein. Pudding! Veenbessensaus! Lekker Kerst-eten!”
“En Dobby wil gerust cadeaus kopen! Dobby heeft veel loon gespaard de afgelopen jaren. Dobby kan er veel cadeaus mee kopen!”
Severus vond het allemaal wat te overweldigend en sprak Dobby snel tegen. “Nee, Dobby, niet doen. Dat is jouw loon, jouw eerlijk verdiende loon. Het zou fout zijn om dat op te maken aan mij of Loena.”
Dobby keek teleurgesteld naar zijn sokken en Severus nam Dobby bij zijn schouder.
“Ik ben heel blij met je geleverde werk, Dobby, en je bent een prima huiself, maar ik heb liever dat je wat voor jezelf koopt deze Kerst, ok?”
Dobby leek niet ongevoelig voor die complimentjes en knikte snel en tevreden.
Severus keek nog eens om zich heen en keek naar het kleine kerstboompje. Hij kon niet anders dan glimlachen om de moeite die zijn twee huiselven hadden genomen.
“Allebei bedankt, jij ook Winky!”
Winky glimlachte en keek met grote, hoopvolle ogen naar Severus.
“Ik kijk alvast uit naar die veenbessensaus! Maarreuh... doe er ook wat vlees bij, als jullie willen, ok?”
Dobby en Winky knikten enthousiast.
“Ik zou nu graag willen verder werken... Ik heb nog wat zaken... uit te pluizen.” Severus zette zich op zijn bed neer en nam enkele schriften erbij.
Dobby en Winky ruimden stilletjes weer op en verdwenen daarna. Severus nam inkt en een veer en begon te noteren wat hij had gezien in Loena’s herinnering. Toen hij daarmee klaar was, bladerde hij terug in de eerste schriften en begon hij te lezen.
Er moest iets zijn – iets anders dan praten met Loena – wat hij moest proberen. Het was toen hij een passage over een bepaalde herinnering tegenkwam, dat iets in hem alarm sloeg.
“In de trein verzekerde ze Harry ervan dat zij het niet erg had gevonden als ze met hem naar het Kerstbal was gegaan. Ze zei dat ze toch niet zo van dansen hield.” Severus las dit luidop voor en staarde voor zich uit. Ze had gezegd dat ze niet van dansen hield maar... dat was in volledige tegenstrijd met wat Severus had gezien van haar jongere ik. In de herinnering van vandaag had hij haar zien dansen met haar moeder, maar in andere herinneringen zat ze ook geregeld te neuriën of te wiegen op muziek. Maar waarom zei ze dan tegen Harry dat ze niet van dansen hield? Had ze dat enkel gezegd om zich interessant te maken? Hij durfde het niet met zekerheid zeggen. Maar Loena leek hem ook weer niet het type dat zou liegen om zich interessant te maken – integendeel – dat type was ze zeker niet. Ze was altijd eerlijk.
Mijmerend schreef hij die observatie neer in zijn schrift en hij bleef die avond diep in gedachten verzonken. Hij had een nieuw plan.
De ochtend daarop werd Loena met een luide geeuw wakker. Toen ze zich rechtzette en om zich heen keek in haar bed, verwachtte ze Severus te zien. De laatste week was hij vaak nog voor haar wakker geweest en had hij tegen haar bureau gestaan, wachtend, glimlachend.
Maar vandaag niet. In de plaats daarvan zat Dobby op haar bureau en Loena glimlachte. “Goedemorgen Dobby!”
“Goedemorgen, meesteres Loena,” groette Dobby haar en hij sprong op de grond en maakte een diepe buiging. “Dobby brengt de verontschuldigingen van meester Sneep. De meester kan vandaag niet komen. Dobby moet meesteres Loena zeggen dat ze vanavond verwacht wordt op een Kerstdiner.”
“Is het Kerstmis?” vroeg Loena geïnteresseerd. Ze was de tijd uit het oog verloren. Ze had geen flauw idee gehad dat het al tijd voor Kerstmis was.
Dobby aarzelde. “Het is Kerstavond, meesteres Loena. Morgen is het Kerstmis.” Dobby liep naar het salontafeltje en Loena zag een grote, mooi ingepakte doos. De verpakking was donkerblauw en schitterde. De lichtblauwe strik eromheen was van glanzend satijn. “De meester vroeg aan Dobby om dit te geven.”
Dobby nam de doos en bracht deze naar Loena.
“Mag ik het nu al openen of moet ik wachten tot vanavond?” vroeg Loena.
“De meester zei dat meesteres Loena dit moest dragen voor vanavond. De meester heeft het zelf getransfigureerd.”
Loena opende de doos en haalde er een mooie, lichtblauwe jurk uit, van hetzelfde satijn als de strik die om de doos had gezeten.
“Ik vind het mooi,” mijmerde Loena.
“Meester zei dat als het niet zou passen, meesteres Loena zelf de maat mocht aanpassen.”
“Dat zal ik zeker doen. Dank je, Dobby. Om hoe laat verwacht Severus me?”
“Dobby komt meesteres Loena halen.”
Loena knikte. “Dank je Dobby, je mag gaan.”
Dobby verdween en Loena liet het zachte stof van de jurk door haar vingers gaan. Het was heel lief van Severus dat hij haar een cadeau gaf, maar nog steeds voelde Loena zich leeg. Toch besefte ze dat niet iedereen zich leeg zou voelen bij zo een mooi cadeau. Ze wilde dan ook graag Severus bedanken voor alle tijd en moeite die hij in haar investeerde. Ze zou een perfect cadeau moeten bedenken voor hem... en er dan nog aan moeten kunnen geraken. Maar met wat zou hij blij zijn? Hoe langer ze erover nadacht, hoe minder ze wist wat hij leuk zou vinden. Hij wist zoveel van haar nu, maar zij wist nog steeds niet veel meer van hem dan toen ze een van zijn studenten was. Het zou moeilijk zijn om hem een gepast cadeau te geven.
Severus ijsbeerde in zijn kamer heen en weer. Hij had de helft van zijn kamer laten leeghalen, zodat er meer ruimte was, en deze ruimte had hij door Dobby en Winky verder laten versieren. Aan de andere kant van zijn kamer had hij zijn bed, boekenkasten en tafel en stoel laten staan. De tafel was aangekleed met een mooi tafellakentje en er stonden zilveren borden op.
Nerveus wierp hij een blik op het kleine klokje dat in zijn kast stond. Bijna zes uur. Dobby zou zodadelijk Loena halen en haar meenemen. Nog snel nam hij een spiegel en keek hij erin. Hij zag er bloednerveus uit en hoopte dat het niet te hard zou opvallen. Speciaal voor deze gelegenheid had hij enkele oude kleren getransfigureerd in een net, zwart gewaad – niet veel anders dan de kleren die hij vroeger op Zweinstein droeg. Zijn schoenen waren opgeblonken en hij had zijn haren wel zo vaak gekamd dat hij er bijna zeker van was dat hij nu wel bijna kaal moest zijn.
De kristallen bol had nog nooit zo raar uitgezien. De kleur leek haast iedere minuut te veranderen. Blauw – paars – rood. Steeds die drie kleuren. Severus had het al lang opgegeven om over de kristallen bol na te denken. Hij wist enkel dat als er drie kleuren zichzelf afwisselden op zo een snel tempo – hij wel een ware achtbaan van emoties voelde.
Hij zag de kleine wijzer van zijn klok op zes springen en liep gehaast naar het raam. Door de sneeuw zag hij Dobby naderen met Loena achter zich aan. Ze droeg haar donkerblauwe mantel om zich heen, en Severus kon zien dat ze haar haren had bijeengebonden in een lange vlecht.
Nerveus ging hij voor bij de tafel in zijn kamer staan, wachtend op Loena... Maar dat zou ook maar raar uitzien, niet? Er moest iets beters zijn... Snel haastte hij zich naar de deur en opende hij deze. Hij stapte naar buiten en voor de deur bleef hij bloednerveus wachten totdat hij Loena’s voetstappen de trappen op hoorde komen.
Hij hield zich gespannen recht terwijl ze de trappen op wandelde en kon het niet laten te glimlachen.
Loena leek echter zijn spanning te kunnen lezen en gaf hem een knuffel alvorens ze iets tegen hem zei. Dit leek hem iets te ontspannen en ze liet hem weer los en keek hem aan. Hij had zich echt wel voorbereid op een feest. Hij zag er zo keurig uit.
“Het is een heel mooi idee om samen Kerst te vieren, Severus. Ik was het anders helemaal vergeten.”
“Ik ook,” reageerde hij nerveus. “Ik bedoel, ik was het ook vergeten... Maar Dobby en Winky hebben me eraan herinnerd. Kom binnen!”
Severus liet Loena voor zich naar binnen stappen en Loena keek geïnteresseerd om zich heen. De kerstversieringen bevielen haar wel en op de raambanken lag nog wat sneeuw. In de kamer was het echter aangenaam warm en Loena liet Severus toe haar mantel af te nemen.
Severus op zijn beurt gaf de blauwe mantel weer aan Dobby, die zowat volledig leek op te gaan in de stof toen hij ermee Verdwijnselde. Severus keek Loena aan en kreeg het warm vanbinnen. Hij wist niet goed hoe hij het kon zeggen, maar hij wilde het toch eruit krijgen en dus stotterde hij: “J-je ziet er b-beeldschoon uit, Loena.”
Loena draaide zich naar hem om en zag onmiddellijk hoe hij zijn blik weer afwendde. Hij leek nog steeds nerveus, maar Loena snapte niet goed waardoor dat zou komen. “U ziet er zelf ook heel knap uit, Severus. Dat gewaad is veel mooier dan wat u vroeger op Zweinstein droeg. Al lijkt het er wel op.”
Severus kon niet anders dan blozen van die eerlijkheid en schoof snel haar stoel naar achteren. “Zet je,” bood hij haar beleefd aan. “Dobby en Winky brengen zodadelijk het eten. Wil je wat te drinken? We hebben rode wijn voor de gelegenheid.”
Loena knikte. “Natuurlijk.”
Severus schonk haar glas in, maar kon niet verbergen dat zijn handen trilden. Ook dat ontging Loena niet, maar ze zweeg. Als er echt iets mis was, zou Severus het haar wel zeggen en dan zou ze hem kunnen helpen.
Dobby en Winky verschenen, zoals Severus al had voorspeld, met het eten. Ze begonnen de avond met een heet tomatensoepje en Dobby en Winky brachten nadien het hoofdgerecht – kalkoen met veenbessensaus en heerlijke aardappelgratin. Loena en Severus aten doorgaans in stilte en gaven enkel opmerkingen over hoe heerlijk het eten was. Severus stelde voor om een kleine pauze in te lassen voor het dessert en Loena maakte van dit moment gebruik om Winky bij haar te roepen.
“Winky, je weet wat je hoort te doen,” zei Loena en Winky knikte en verdween weer.
Severus keek Loena verrast aan en Loena glimlachte. “Ik heb een cadeau voor u.”
Severus was zodanig verrast dat hij niet wist wat te zeggen. “Loena, dat had je niet moeten doen... Ik had toch ook niets voor jou?”
“Deze jurk toch?” reageerde Loena snel. “En zelfs zonder die jurk cadeau te doen, zou u het nog verdienen. U investeert zoveel tijd in mij, om mij te helpen. U moet weten dat ik dat apprecieer.”
Winky verscheen opeens met twee doosjes van middelmatige grootte. Ze waren beiden in groen kerstpapier ingepakt en ze hadden een grote, rode strik.
Severus nam de twee cadeaus van Winky over en keek aarzelend naar Loena. Winky verdween weer en Severus en Loena bleven alleen achter in de kamer.
“Open maar,” knikte ze hem bemoedigend toe en hij glimlachte terwijl hij de cadeaus op tafel legde en ze opende. Uit de eerste doos haalde hij een fles rode wijn en hij was aangenaam verrast.
“Een bordeaux-wijn,” zei Severus goedkeurend en hij lachte. “Hier zal ik van genieten!”
Loena keek toe hoe hij de tweede doos opende en licht verward het boek uit de doos nam en de titel ervan las. “Het Duistere Verleden van de Duistere Magie.” Severus draaide onmiddellijk het boek om om de achterflap te lezen. “Dit boek is gloednieuw!” merkte Severus op. “Dit jaar nog maar uitgegeven!”
Severus leek niet te weten wat te zeggen. Al die jaren had hij steeds opnieuw dezelfde boeken doornomen en nu kreeg hij – voor het eerst in tien jaar – een nieuw boek.
“Hoe...” Zijn stem klonk schor van emotie. “Hoe ben je hieraan geraakt?”
Loena glimlachte. “Ik heb Winky naar mijn vader gestuurd en hem gevraagd om dit voor u mee te nemen. Vader drinkt ook graag rode wijn nu en dan en ik wist dat we dat boek zouden krijgen. Katy Magenta, de schrijfster, is een vriend van mijn vader. Ze hebben vroeger samen op school gezeten en aangezien ze beiden schrijvers zijn, onderhouden ze nog steeds nauw contact. Ik wist dat ze haar nieuwe boek naar vader zou sturen, dat had ze in de zomer beloofd. Maar vader is niet zo voor Duistere Magie te vinden – dus ik wist zeker dat hij het niet erg zou vinden het boek af te staan.”
Severus luisterde met open mond toe. Hij was zo dankbaar, dat hij niet wist hoe te reageren. “Hoe... hoe kan ik je ooit bedanken?”
Loena glimlachte. “Dat hoeft niet. Ik ben blij als u blij bent.”
Severus keek raar op van die woorden. “Loena, ben je... blij? Voel je dan iets?” Hij keek haar hoopvol aan, maar Loena schudde haar hoofd.
“Neen, ik voel niets maar... ik weet dat als ik gevoelens zou hebben, ik blij zou zijn als u dat ook was.”
Het was licht teleurstellend voor Severus om dit te horen. Hij had gehoopt dat ze net wel iets zou voelen deze avond. Maar zijn plan was nog niet in werking gezet. Hij stond recht van zijn plaats en liep naar de muziekspeler. Hij had de juiste plaat al klaargezet en zette enkel de naald gereed. Het geluid van violen en andere strijkinstrumenten vulde de kamer en Severus stapte naar Loena en hield zijn hand uit.
“Loena, zou je voor de gelegenheid met me willen... dansen?”
Loena keek naar de hand die hij voor haar uithield en daarna naar zijn gezicht. Zijn gezicht stond gespannen, maar zijn ogen had ze nog nooit zo vastberaden gezien. Ze aarzelde, maar reageerde daarna in een zachte stem: “Liever niet, Severus... Ik hou niet zo van dansen. Ik ben er niet zo goed in.”
Dat was exact wat Severus had verwacht en hij voelde zich kalmer worden. Ergens zat iets juist in zijn redenering en nu stak hij zijn beide handen naar haar uit.
“Loena, neem mijn handen vast.”
Loena wist niet meteen wat hij van plan was, maar deed wat hij vroeg. Hij leidde haar mee naar de open plek in zijn kamer en liet haar handen niet los.
“Loena, je houdt wel van dansen. Ik heb het gezien. Als kind deed je amper iets anders. En je was er goed in. Ben je dat vergeten dan?”
Loena staarde in zijn ogen, maar reageerde niet.
“Het was deze muziek waarop je danste, kan je je dat herinneren?”
Loena luisterde naar de grootse melodie – ze herkende het liedje inderdaad – en ze knikte langzaam. “De Schone Slaapster...” mijmerde ze.
“Tchaikovsky,” vulde Severus aan en hij legde haar rechterhand op zijn schouder terwijl hij haar bij haar middel vastnam. “Mag ik?”
Zijn stem klonk zacht en Loena keek hem met een dromerige blik aan en knikte. Hij deed een stap dichter naar haar totdat ze bijna tegen elkaar aanstonden en ze keken elkaar beiden met grote ogen aan tot Severus de eerste stap zette. Hij leidde haar waltzend de kamer rond. Hij was nerveus maar probeerde dit zo min mogelijk te laten blijken. Loena volgde al zijn passen moeiteloos en haar blik leek steeds verder en verder weg te drijven. Severus wist niet waardoor ze opeens zo ver weg leek en besloot iets te zeggen om haar aandacht erbij te houden.
“Je danst uitstekend, Loena.”
“Dank je,” zei Loena afwezig.
“Waar denk je aan?”
Dit leek Loena lichtjes uit haar droom te halen en haar blik werd alerter. “Ik was niet aan het denken,” reageerde ze.
Vreemdgenoeg had Severus niet het gevoel dat ze loog. Het leek enkel alsof ze was beginnen dromen van het moment dat hij de waltz had ingezet. Severus vermoedde dat ze dit onbewust had gedaan.
“Voel je iets in je loskomen?” vroeg Severus terwijl hij haar verderleidde. Hij keek haar observerend aan terwijl ze haar gevoelens leek af te zoeken.
“Ik denk het niet,” mijmerde ze en haar blik werd weer dromerig.
“Loena, blijf hier bij me,” zei Severus haar terwijl hij haar zachtjes in haar hand kneep. “Concentreer je op dit. Op ons. Wij, die hier dansen. Droom niet weg.”
Loena keek hem aan en knikte. Eindelijk snapte ze het – waarom hij had willen dansen. Hij had naar haar geluisterd! Zij had gezegd dat enkel praten niet leek te lukken – dat haar gevoelens er niet van terugkwamen – en nu – nu dansten ze. Hij hoopte hiermee haar gevoelens los te krijgen, nu snapte ze het.
Ze concentreerde zich met al haar macht op Severus en op het dansen. Ze keek hem zo diep in de ogen, dat hij zich opeens ongemakkellijk voelde. Hij herinnerde zich eraan dat ze naar hem luisterde, dat ze zich was aan het concentreren, maar dat maakte hem enkel meer zelfbewust.
“Scheelt er iets?” vroeg Loena opeens. “Je lijkt nerveus.”
Severus lachte nerveus ter bevestiging. “Dat mag je wel zeggen ja...”
“Hoe komt het?” vroeg Loena terwijl ze samen verderwaltzten.
Was het omdat ze beeldschoon was en zich nu in zijn armen bevond? Niet enkel daarom, wist Severus. “In tegenstelling tot jou heb ik niet zoveel ervaring met dansen.”
“Zoveel ervaring heb ik ook weer niet, enkel als kind,” probeerde Loena hem gerust te stellen.
“Zelfs die ervaring heb ik niet,” glimlachte Severus nerveus. “Ik heb ooit een aantal lessen gehad voor een Kerstbal, meer niet.”
“En het Kerstbal zelf?”
“In de leerlingenkamer van Zwadderich doorgebracht.”
“Oh.”
Loena keek Severus aan en realiseerde zich dat ze misschien wel eens de eerste persoon op aarde was die met hem danste... Mogelijk was zij ook de eerste persoon op aarde die hij ooit had gevraagd om mee te dansen. “Ik hoop...” begon Loena in een stille stem. “Dat je dit niet alleen voor mij doet maar er zelf ook wat plezier uit haalt?”
Loena glimlachte naar hem en Severus voelde een hartverwarmend gevoel door zijn lichaam verspreiden. “Natuurlijk,” glimlachte Severus. “Het is me een eer met zo een getalenteerde danseres te mogen waltzen.”
Loena leek een seconde iets te voelen, maar het gevoel was weg voordat ze het had kunnen omschrijven. “Ik voelde iets!” merkte Loena op. “Maar het is alweer weg!”
Severus’ hart kon wel uit zijn borst kloppen. Had het dan toch gewerkt?
“Wat voelde je?” vroeg hij geinteresseerd, maar Loena schudde al haar hoofd.
“Ik weet het echt niet... Het was zo snel weer weg.”
De muziek eindigde en Severus liet Loena terug los.
Loena vouwde haar handen en keek diep denkend naar de grond.
Severus wist niet wat hij kon doen, maar Loena onderbrak zijn gedachten opeens.
“Laten we nog eens dansen. En nog eens – en dan nog eens – als het moet. Misschien dat het gevoel dan terugkeert. Ik wil het nog niet opgeven.”
Loena keek Severus met goede moed aan en Severus knikte. “Dan zullen we dansen.”
Dobby en Winky hadden wel zeker anderhalf uur gewacht voor de pudding op te dienen, maar noch Severus, noch Loena, had hen geroepen. Nieuwsgierig als ze waren, waren ze tot voor de deur van hun meesters kamer Verschijnseld en openden ze muisstil de deur. Ze deden deze op een kier open en piepten binnen.
Ze waren op zijn minst verrast om hetgene wat ze aantroffen. Loena leunde tegen hem aan tijdens een rustige waltz en had haar ogen gesloten terwijl haar hoofd rustte op zijn borstkas. Severus liet zijn hoofd dan weer rusten op het hare en ook zijn ogen waren gesloten.
Dobby en Winky keken elkaar met grote ogen aan voordat ze weer door de kier piepten. Severus en Loena leken zich echter niet bewust te zijn van de tijd die verstreek. In de ogen van de twee huiselven had Severus er nooit kalmer en vrediger uitgezien dan op dat moment – toen hij waltzte met Loena. Het was voor hen allen duidelijk dat dit een Kerst was die ze niet snel zouden vergeten.