27/08/2020, 21:23
19.
“Storen we?”
Severus draaide zich om en keek in de gezichten van enkele van de laatstejaars van Zwadderich.
“Nee, nee…” zei hij afwezig. “Kom binnen.”
Draco, Pansy, Korzel, Kwast en Zabini stapten naar binnen.
“Is het waar wat ze zeggen, professor?” vroeg Draco abrupt.
“Ja,” zei Severus kort terwijl hij een aantal boeken in een koffer legde. “Dus hoef je me ook niet langer professor te noemen.”
De Zwadderaars wisselden duistere blikken met elkaar uit terwijl Severus zijn laatste koffer sloot.
“Gaat Fleur Delacour toverdranken dan overnemen?” vroeg Zabini.
“Ja,” zei Severus weeral kort.
“Maar waarom vraagt u niet of u Verweer mag geven, professor, dat hebt u toch altijd gewild?” zei Pansy verontwaardigd.
“Klopt.”, ging Severus akkoord. “Maar volgens Perkamentus heb ik hier geen verplichtingen meer, dus lijkt me dit het ideale moment om een andere kant uit te gaan met mijn leven. Daarenboven heeft hij besloten de baan weer aan te bieden aan Remus Lupos en ik kan me inbeelden dat hij geen nee zal zeggen als hij volgende week weer bij bewustzijn komt.”
De Zwadderaars keken elkaar weer aan.
“Maar wij dan?” vroeg Draco. “Wat met de Zwadderaars?”
“Jullie vertrekken in welgeteld vijfentwintig minuten van Zweinstein. Als afgestudeerden. Dan zullen jullie zelf je plan moeten trekken.”
“En de jongeren dan?” bracht Draco daartegenin. “De zesdejaars en de kleintjes?”
“Als ik hier afscheid neem, zullen zij niets anders meer zijn dan een herinnering,” zei Severus terwijl hij zijn koffer naar de deur liet zweven. “Een zilvergroene herinnering.”
De Zwadderaars zwegen.
“Dus dat is het?” vroeg Draco depressief.
Severus keek voor het eerst Draco aan.
“Dat is wat?” vroeg hij.
“Nou, we hebben dus niets voor u uitgemaakt? Het kan u niet meer schelen wat ons nu overkomt?”
Ze keken alle vijf Severus aan en hij voelde zich even ongemakkelijk door hun verwachtende blikken. Even bleef hij stil maar daarna zuchtte hij.
“Natuurlijk wel. Maar ik ben een Zwadderaar, dat kan ik toch niet toegeven?”
Ze grijnsden plots allemaal en Korzel en Kwast schudden Severus de hand waarna ze de kamer verlieten.
“Bedankt,” zei Zabini en ook hij verliet de kamer.
“U was altijd de fijnste professor,” grijnsde Pansy en ze gaf Severus een snelle omhelzing alvorens ze vliegensvlug het lokaal uitrende.
Severus keek Pansy even verward na en Draco lachte even. De twee Zwadderaars keken mekaar aan.
“Grote plannen?” vroeg Severus.
Draco haalde nonchalant zijn schouders op.
“Moeder wordt nu opgevangen in Sint-Holisto’s, dus ik vermoed dat ik voorlopig het huis voor mij alleen heb,” zei hij sober. “Bracker is nu de enige thuis, dus ik denk dat ik binnenkort nog eens moet gaan zien of hij er wel goed op let…”
“Binnenkort?”, herhaalde Severus.
“Ja…” zei Draco terwijl hij lichtjes rood werd. “Waar gaat u trouwens heen?”
“Albanië. Ik heb er altijd onderzoek willen doen naar de Zwarte Kunsten,” zei Severus zakelijk. “Waarom?”
“Lijkt me gaaf!” grijnsde Draco. “Mag ik mee?”
“Wat?!” vroeg Severus verschrokken.
“Komaan, u was toch niet van plan alleen te gaan?”
“Toch wel hoor…”
“Maar u had mijn vader beloofd…” Draco zweeg abrupt. “Nou, dan volg ik u toch gewoon!”
Severus kneep zijn ogen bijna dicht en keek Draco onderzoekend aan.
“Het is typisch van je vader om me met zo een probleem op te zadelen,” zei Severus plots met een lichte glimlach. “Liever niet, maar ik heb het gevoel dat mijn karma me dat niet zal toestaan…”
“Fantastisch!” grijnsde Draco. “Ik ga het Pansy meteen zeggen!”
Draco rende snel naar de deur, maar draaide zich nog even om.
“Wat is karma eigenlijk?”
Severus keek Draco vernietigend aan.
“Grapje,” grijnsde die en hij verdween weer snel.
Severus bekeek de lege rekken en een melancholisch gevoel overviel hem. Hij nam zijn twee tassen in zijn hand en wou naar de deur stappen, tot hij zag dat iemand hem in de deuropening aankeek.
“Hallo Severus.”
“Hallo Tonks.”
Tonks keek even rond in het lege lokaal.
“Heb je al alles ingepakt?”
“Lijkt me nogal logisch, aangezien de rekken leeg zijn…” antwoordde Severus ironisch.
“Ik dacht dat ik je misschien wat had kunnen helpen.”
Severus glimlachte lichtjes.
“Ik verkies mijn ingrediënten in hele bokalen, dank je wel.”
Tonks keek Severus even vernietigend aan.
“Albanië, heb ik gehoord?” vroeg ze vervolgens, zo luchtig als ze maar kon.
“Ja.”
“Dat is wel een stukje van Groot-Brittannië,” zei ze aarzelend.
“Inderdaad,” knikte Severus.
Tonks dacht even na over wat ze zou zeggen en de stilte viel Severus op en zorgde ervoor dat hij zich ongemakkelijk voelde.
“En wat dan met de mensen hier?”, vroeg Tonks plots.
Nu was het Severus die even niet wist wat hij moest zeggen. Zou ze? Dat kon hij niet op voorhand weten. De beste manier om geen gezichtsverlies te lijden was…
“Die overleven het wel,” zei hij snel en hij stapte Tonks voorbij, op weg naar de deuropening en zijn enige uitweg uit dit gesprek waarvan hij de kriebels kreeg.
“Overleven wel ja, maar wat voor een leven zou het dan zijn?” reageerde Tonks fel.
Severus slikte plots en hij zette zijn tassen neer terwijl hij zich omdraaide.
“Tonks?” vroeg hij stil.
“Nou, denk je echt dat ik je gewoon zal laten gaan?” vervolgde ze opgejaagd.
Severus keek haar met grote ogen aan terwijl ze hem was gevolgd en voor hem bleef stilstaan.
“Maar, Tonks…” bracht hij er verbaasd uit.
“Ach, hou je kop,” zei ze plots half glimlachend en ze nam hem bij zijn kraag vast en kuste hem lang. Severus legde zijn handen op haar rug en toen de kus verbroken werd, grijnsde hij breed.
“Nou…” zei hij plagend. “Ik ga nog steeds naar Albanië.”
“Zelfs na die onvoorstelbaar verbluffende kus?”
“Inderdaad.”
“Mag ik niet mee?”
“Nee.” grijnsde Severus. “Je hebt geen keuze. Je moet mee.”
Tonks grijnsde breed en nam snel een van de tassen van Severus van de grond terwijl Severus de andere nam.
“Ik wist wel dat je niet zonder me kon,” zei Tonks.
“Nou, dat valt mee… Maar het viel me net binnen dat ik een babysit nodig had.”
“Een babysit?” herhaalde Tonks verward.
“Professor Sneep! Tonks!”, riep Draco luid terwijl hij met zijn tassen de trappen van de kerkers naar beneden spurtte. “Wanneer vertrekken we? En hey... Wanneer gaan jullie nou eigenlijk trouwen?”
THE END
“Storen we?”
Severus draaide zich om en keek in de gezichten van enkele van de laatstejaars van Zwadderich.
“Nee, nee…” zei hij afwezig. “Kom binnen.”
Draco, Pansy, Korzel, Kwast en Zabini stapten naar binnen.
“Is het waar wat ze zeggen, professor?” vroeg Draco abrupt.
“Ja,” zei Severus kort terwijl hij een aantal boeken in een koffer legde. “Dus hoef je me ook niet langer professor te noemen.”
De Zwadderaars wisselden duistere blikken met elkaar uit terwijl Severus zijn laatste koffer sloot.
“Gaat Fleur Delacour toverdranken dan overnemen?” vroeg Zabini.
“Ja,” zei Severus weeral kort.
“Maar waarom vraagt u niet of u Verweer mag geven, professor, dat hebt u toch altijd gewild?” zei Pansy verontwaardigd.
“Klopt.”, ging Severus akkoord. “Maar volgens Perkamentus heb ik hier geen verplichtingen meer, dus lijkt me dit het ideale moment om een andere kant uit te gaan met mijn leven. Daarenboven heeft hij besloten de baan weer aan te bieden aan Remus Lupos en ik kan me inbeelden dat hij geen nee zal zeggen als hij volgende week weer bij bewustzijn komt.”
De Zwadderaars keken elkaar weer aan.
“Maar wij dan?” vroeg Draco. “Wat met de Zwadderaars?”
“Jullie vertrekken in welgeteld vijfentwintig minuten van Zweinstein. Als afgestudeerden. Dan zullen jullie zelf je plan moeten trekken.”
“En de jongeren dan?” bracht Draco daartegenin. “De zesdejaars en de kleintjes?”
“Als ik hier afscheid neem, zullen zij niets anders meer zijn dan een herinnering,” zei Severus terwijl hij zijn koffer naar de deur liet zweven. “Een zilvergroene herinnering.”
De Zwadderaars zwegen.
“Dus dat is het?” vroeg Draco depressief.
Severus keek voor het eerst Draco aan.
“Dat is wat?” vroeg hij.
“Nou, we hebben dus niets voor u uitgemaakt? Het kan u niet meer schelen wat ons nu overkomt?”
Ze keken alle vijf Severus aan en hij voelde zich even ongemakkelijk door hun verwachtende blikken. Even bleef hij stil maar daarna zuchtte hij.
“Natuurlijk wel. Maar ik ben een Zwadderaar, dat kan ik toch niet toegeven?”
Ze grijnsden plots allemaal en Korzel en Kwast schudden Severus de hand waarna ze de kamer verlieten.
“Bedankt,” zei Zabini en ook hij verliet de kamer.
“U was altijd de fijnste professor,” grijnsde Pansy en ze gaf Severus een snelle omhelzing alvorens ze vliegensvlug het lokaal uitrende.
Severus keek Pansy even verward na en Draco lachte even. De twee Zwadderaars keken mekaar aan.
“Grote plannen?” vroeg Severus.
Draco haalde nonchalant zijn schouders op.
“Moeder wordt nu opgevangen in Sint-Holisto’s, dus ik vermoed dat ik voorlopig het huis voor mij alleen heb,” zei hij sober. “Bracker is nu de enige thuis, dus ik denk dat ik binnenkort nog eens moet gaan zien of hij er wel goed op let…”
“Binnenkort?”, herhaalde Severus.
“Ja…” zei Draco terwijl hij lichtjes rood werd. “Waar gaat u trouwens heen?”
“Albanië. Ik heb er altijd onderzoek willen doen naar de Zwarte Kunsten,” zei Severus zakelijk. “Waarom?”
“Lijkt me gaaf!” grijnsde Draco. “Mag ik mee?”
“Wat?!” vroeg Severus verschrokken.
“Komaan, u was toch niet van plan alleen te gaan?”
“Toch wel hoor…”
“Maar u had mijn vader beloofd…” Draco zweeg abrupt. “Nou, dan volg ik u toch gewoon!”
Severus kneep zijn ogen bijna dicht en keek Draco onderzoekend aan.
“Het is typisch van je vader om me met zo een probleem op te zadelen,” zei Severus plots met een lichte glimlach. “Liever niet, maar ik heb het gevoel dat mijn karma me dat niet zal toestaan…”
“Fantastisch!” grijnsde Draco. “Ik ga het Pansy meteen zeggen!”
Draco rende snel naar de deur, maar draaide zich nog even om.
“Wat is karma eigenlijk?”
Severus keek Draco vernietigend aan.
“Grapje,” grijnsde die en hij verdween weer snel.
Severus bekeek de lege rekken en een melancholisch gevoel overviel hem. Hij nam zijn twee tassen in zijn hand en wou naar de deur stappen, tot hij zag dat iemand hem in de deuropening aankeek.
“Hallo Severus.”
“Hallo Tonks.”
Tonks keek even rond in het lege lokaal.
“Heb je al alles ingepakt?”
“Lijkt me nogal logisch, aangezien de rekken leeg zijn…” antwoordde Severus ironisch.
“Ik dacht dat ik je misschien wat had kunnen helpen.”
Severus glimlachte lichtjes.
“Ik verkies mijn ingrediënten in hele bokalen, dank je wel.”
Tonks keek Severus even vernietigend aan.
“Albanië, heb ik gehoord?” vroeg ze vervolgens, zo luchtig als ze maar kon.
“Ja.”
“Dat is wel een stukje van Groot-Brittannië,” zei ze aarzelend.
“Inderdaad,” knikte Severus.
Tonks dacht even na over wat ze zou zeggen en de stilte viel Severus op en zorgde ervoor dat hij zich ongemakkelijk voelde.
“En wat dan met de mensen hier?”, vroeg Tonks plots.
Nu was het Severus die even niet wist wat hij moest zeggen. Zou ze? Dat kon hij niet op voorhand weten. De beste manier om geen gezichtsverlies te lijden was…
“Die overleven het wel,” zei hij snel en hij stapte Tonks voorbij, op weg naar de deuropening en zijn enige uitweg uit dit gesprek waarvan hij de kriebels kreeg.
“Overleven wel ja, maar wat voor een leven zou het dan zijn?” reageerde Tonks fel.
Severus slikte plots en hij zette zijn tassen neer terwijl hij zich omdraaide.
“Tonks?” vroeg hij stil.
“Nou, denk je echt dat ik je gewoon zal laten gaan?” vervolgde ze opgejaagd.
Severus keek haar met grote ogen aan terwijl ze hem was gevolgd en voor hem bleef stilstaan.
“Maar, Tonks…” bracht hij er verbaasd uit.
“Ach, hou je kop,” zei ze plots half glimlachend en ze nam hem bij zijn kraag vast en kuste hem lang. Severus legde zijn handen op haar rug en toen de kus verbroken werd, grijnsde hij breed.
“Nou…” zei hij plagend. “Ik ga nog steeds naar Albanië.”
“Zelfs na die onvoorstelbaar verbluffende kus?”
“Inderdaad.”
“Mag ik niet mee?”
“Nee.” grijnsde Severus. “Je hebt geen keuze. Je moet mee.”
Tonks grijnsde breed en nam snel een van de tassen van Severus van de grond terwijl Severus de andere nam.
“Ik wist wel dat je niet zonder me kon,” zei Tonks.
“Nou, dat valt mee… Maar het viel me net binnen dat ik een babysit nodig had.”
“Een babysit?” herhaalde Tonks verward.
“Professor Sneep! Tonks!”, riep Draco luid terwijl hij met zijn tassen de trappen van de kerkers naar beneden spurtte. “Wanneer vertrekken we? En hey... Wanneer gaan jullie nou eigenlijk trouwen?”
THE END