27/08/2020, 21:23
18.
Tonks sloeg één van de vier gangen in die zich op dat niveau van de grot bevonden. Ze hoorde stemmen en spreuken uit de opening van de gang komen en hoopte vurig dat ze de juiste gang had gekozen.
“Lumos!”
Het uiteinde van haar toverstaf brandde fel en ze hief de staf hoog boven haar hoofd.
Rennend haastte ze zich verder in de gang. De andere Dooddoeners lustten Severus rauw en ze was niet van plan Severus het alleen te laten opnemen tegen hen. De geluiden in de gang verdwenen voor enkele secondes, maar Tonks stapte op haar hoede verder.
“Expelliarmus!”
Tonks haar toverstaf vloog door de gang van de grot en ze verstarde. Een toverstaf lichtte op.
“Tonks!”
“Severus!” zei Tonks opgelucht. “Doe me nooit meer zo verschieten!”
Tonks raapte snel haar staf op.
“Hetzelfde kan ik tegen jou zeggen. Nu stil zijn, ze zijn deze kant opgegaan.”
Severus doofde zijn toverstaf en er was zo goed als niets te zien in de gang.
“Ik zie niets!” fluisterde Tonks.
“Dat is de bedoeling,” reageerde Severus droogjes. “Vrees niet, ik ben hier al eens geweest.”
Zijn hand nam de hare vast en hij leidde haar in stilte mee.
“Ik moet je nog steeds bedanken…” fluisterde Tonks.
Severus had liever dat ze zweeg nu dat ze op jacht waren naar enkele van de meest kunnende dooddoeners, maar de manier waarop ze het zei fascineerde hem te zeer.
“Voor wat dan?” fluisterde hij terug.
“Nou, jij was het toch? Degene die me zonet opving met die zweefspreuk?”
“Eh, ja.”
“Nou, bedankt daarvoor.”
“Ik kon je niet gewoon naar beneden laten donderen…”
“Eigenlijk wel.”
“Nou, dat laat ik liever niet gebeuren mijn enige mede-Zwadderaar uit de Orde.”
Eventjes waren ze beiden weer stil en stapten ze verder.
“Bedankt,” zei Tonks kort.
“Geeft niets.”
“Oh, toch wel hoor!”, zei een bekende stem luid.
Severus en Tonks schrokken zich een hoedje terwijl Bellatrix plots voor hen opdoemde en haar toverstaf oplichtte.
“Stoor ik?” vroeg ze met een kwaadaardige grijns.
Vliegensvlug probeerde Bellatrix Severus te vervloeken, maar Tonks riep snel “Protego!” en de spreuk kaatste tegen de muur af.
“Ga, Severus!” zei Tonks snel. “Ik handel dit wel af!”
Severus liep Bellatrix voorbij, zijn staf verdedigend getrokken en Bellatrix keek Severus op haar hoede aan, maar liet hem passeren.
“Nu is het jou en mij, Bella,” zei Tonks.
“Gezellig. Krijg ik eindelijk eens de kans om van de rest van het gespuis van mijn familie af te geraken. Net als met Sirius, weet je nog?” zei Bellatrix poeslief.
Tonks keek Bellatrix dreigend aan, voordat ze de ene vervloeking na de andere afvuurde.
Severus hoorde de vervloekingen en hoopte dat Tonks zich niet zou laten doen. Bellatrix was een goede duellist, hij was niet zeker of Tonks haar zou aankunnen.
Haastig liep Severus verder, hij gaf er niet meer om dat zijn toverstaf nu brandde. Hij zou zich niet laten verrassen zoals Tonks zich had laten verrassen door hem.
In minder dan een minuut zag hij licht aan het einde van de gang en hij doofde zijn staf. Voorzichtig stapte hij verder tot hij in een van de dunne schaduwen bij de opening het gevecht kon observeren. Severus liet zijn blik door het tafereel zoeken. Voldemort en Potter leken beiden onaangeroerd terwijl ze duelleerden, maar Perkamentus lag op de grond, enkele meters achter de plaats waar Harry stond. Severus schrok van dit zicht. Hij had Perkamentus nog nooit verslagen weten te zijn. Had Voldemort dit gedaan?
Severus wou Perkamentus te hulp snellen, maar zag dat de kust niet veilig was. Lucius stond aan de zijde van het gevecht toe te kijken. Hoe kon Severus Perkamentus helpen als hij eerst voorbij Lucius moest weten te geraken? Hij kon Lucius ook niet gewoon vervloeken… Nou, dat kon hij eigenlijk wel… Maar dit was Lucius.
Hij had dit amper kunnen denken, of plots leek het alsof één hand van Perkamentus bewoog. Beter nog, het volgende moment zag hij dat Perkamentus terug bij bewustzijn was en zijn toverstaf, die naast hem had gelegen, in zijn hand nam en langzaam probeerde recht te komen.
Opeens zag Severus Lucius dichterbij stappen, zijn toverstaf voor zich uit en hij riep luid: “Avada Ke-…”
“Lucius!”, riep Severus snel terwijl hij naar voren stapte en verschrokken draaide Lucius zich om, maar door een luide knal viel de toverstaf plots uit zijn hand en rolde die weg. Lucius keek verschrokken naar Severus en Severus staarde niet-begrijpend terug, totdat Lucius plots op zijn knieën zakte en zijn hand tegen een bloedende schouder hield. Severus keek zoekend om zich heen en zag dat één van de dreuzels uitgeput zijn wapen liet zakken.
Snel rende Severus naar Lucius toe, net als Perkamentus.
“Lucius…” zei Severus stil en hij ondersteunde Lucius’ rug.
“Wat… ?” vroeg Lucius verward terwijl hij aan het bloed voelde dat op zijn zwarte gewaad glom. Hij wist niet wat hem had geraakt.
“Een kogel,” zei Perkamentus kort. “Een dreuzelwapen.”
Lucius grijnsde terwijl hij zijn hoofd schudde tegen Perkamentus, maar Perkamentus keek alles behalve grijnzend.
“Vader? Vader!”
Draco kwam uit een andere gang gerend en haastte zich naar de plek waar Severus en Perkamentus bij Lucius zaten. Draco keek slechts even naar Voldemort en Harry terwijl hun gevecht heviger werd en liet zich op zijn knieën vallen naast Severus.
“Vader, wat?”
“Kunt u niets doen, Perkamentus?” vroeg Severus terwijl hij het oude schoolhoofd smekend aankeek.
“Nee,” zei Lucius voordat Perkamentus kon antwoorden. “Het zal zo zijn.”
Lucius keek Perkamentus aan en beiden knikten.
Severus merkte dat hij steeds meer en meer het gewicht van Lucius moest ondersteunen en hij slikte.
“Maar… Ik ben je nog één verschuldigd…”, zei Severus terwijl een onaangename krop zijn keel niet wou verlaten.
“Dan… Dan blijft dat maar zo,” zei Lucius afwezig. “Nu dan… Nu ben je die aan hém verschuldigd…”
Draco nam de hand van zijn vader vast en merkte amper op dat de klamheid van Lucius’ hand veroorzaakt werd door het bloed dat eraan zat.
“Vader, het spijt me…” snikte Draco.
“Jullie hebben mij… mij verraden,” zei Lucius moeilijk. “Maar nu… Nu is het te laat… Severus…”
Severus knikte.
“Let op hem,” zei Lucius langzaam en Severus knikte weeral. “Dit wordt dan niet de… de begraafplaats van… de laatste Malfidussen.”
Lucius sloot zijn ogen en Draco keek zijn vader verschrokken aan. Severus wist niet wat te zeggen of doen, maar bleef Lucius aankijken in een soort van afschuw en verdriet tegelijk.
Perkamentus wilde net rechtkomen toen een luide schreeuw te horen was. Severus en Draco keken verschrokken om en zagen hoe zowel Harry als Voldemort op hun knieën gingen, hun toverstaffen nog steeds in hun handen en een groene straal ontsnappend aan beide toverstaffen. De stralen raakten de ander, maar wilden niet doven.
“NEE!”
Hermelien was kennelijk terug bij bewustzijn en was met Ron, Ginny en Loena net binnengestormd. Ron en Ginny hielden haar vast om te voorkomen dat ze het gevecht verstoorde en ze smoorde haar kreet.
Tonks kwam ook verschrokken uit de gang gestrompeld en keek met open mond naar het tafereel terwijl ze snel naar Draco en Severus liep. Haar blik rustte even op Lucius en ging toen weer naar Draco, maar die leek even te verward door alle gebeurtenissen om te reageren.
Plots ging Harry volledig door zijn knieën en zakte hij tegen de grond. Zijn toverstaf rolde weg. Voor even grijnsde Voldemort breed en hij verbrak ook de straal die hij naar Harry had gestuurd, maar opeens slaakte hij een kreet en met zijn handen tegen de grond leek hij abrupt in niets op te gaan.
Iedereen keek verschrokken toe hoe de Heer van het Duister in het niets verdween. Geen as of schaduw bleef van hem over.
Perkamentus snelde zich naar Harry en draaide de jongen op zijn rug, maar er volgde geen reactie.
Severus en Draco kwamen recht en gingen met de anderen dichterbij staan. Severus keek met halfopen mond toe naar de jongen die zoveel op zijn vader leek. Zijn ogen waren toe en vreemd genoeg…
“Zijn litteken.”, mompelde Tonks.
“Het is weg…”, vulde Loena aan terwijl ze met gefronst voorhoofd naar hem keek.
“Harry?”, vroeg Ron met schorre stem.
Perkamentus keek op en schudde in een trieste blik zijn hoofd.
Ginny snikte en Hermelien drukte haar hoofd in Rons gewaad, terwijl de Griffoendor zelf ook stille tranen weende. Draco was stil, maar weende ook geluidsloze tranen, hoewel dit meer kwam door de dood van zijn vader dan door de dood van Harry. Tonks ging tegen Severus staan en ook zij liet tranen vloeien, zowel tranen van geluk als tranen van verdriet.
“Het is gedaan,” fluisterde ze meerdere malen. “Het is gedaan...”
Severus knikte terwijl hij zijn arm om haar schouders sloeg en keek met halfopen mond naar het oude schoolhoofd. Perkamentus droeg Harry in zijn armen en had het schoolhoofd nog nooit zo zien kijken.
Het was gedaan.
Tonks sloeg één van de vier gangen in die zich op dat niveau van de grot bevonden. Ze hoorde stemmen en spreuken uit de opening van de gang komen en hoopte vurig dat ze de juiste gang had gekozen.
“Lumos!”
Het uiteinde van haar toverstaf brandde fel en ze hief de staf hoog boven haar hoofd.
Rennend haastte ze zich verder in de gang. De andere Dooddoeners lustten Severus rauw en ze was niet van plan Severus het alleen te laten opnemen tegen hen. De geluiden in de gang verdwenen voor enkele secondes, maar Tonks stapte op haar hoede verder.
“Expelliarmus!”
Tonks haar toverstaf vloog door de gang van de grot en ze verstarde. Een toverstaf lichtte op.
“Tonks!”
“Severus!” zei Tonks opgelucht. “Doe me nooit meer zo verschieten!”
Tonks raapte snel haar staf op.
“Hetzelfde kan ik tegen jou zeggen. Nu stil zijn, ze zijn deze kant opgegaan.”
Severus doofde zijn toverstaf en er was zo goed als niets te zien in de gang.
“Ik zie niets!” fluisterde Tonks.
“Dat is de bedoeling,” reageerde Severus droogjes. “Vrees niet, ik ben hier al eens geweest.”
Zijn hand nam de hare vast en hij leidde haar in stilte mee.
“Ik moet je nog steeds bedanken…” fluisterde Tonks.
Severus had liever dat ze zweeg nu dat ze op jacht waren naar enkele van de meest kunnende dooddoeners, maar de manier waarop ze het zei fascineerde hem te zeer.
“Voor wat dan?” fluisterde hij terug.
“Nou, jij was het toch? Degene die me zonet opving met die zweefspreuk?”
“Eh, ja.”
“Nou, bedankt daarvoor.”
“Ik kon je niet gewoon naar beneden laten donderen…”
“Eigenlijk wel.”
“Nou, dat laat ik liever niet gebeuren mijn enige mede-Zwadderaar uit de Orde.”
Eventjes waren ze beiden weer stil en stapten ze verder.
“Bedankt,” zei Tonks kort.
“Geeft niets.”
“Oh, toch wel hoor!”, zei een bekende stem luid.
Severus en Tonks schrokken zich een hoedje terwijl Bellatrix plots voor hen opdoemde en haar toverstaf oplichtte.
“Stoor ik?” vroeg ze met een kwaadaardige grijns.
Vliegensvlug probeerde Bellatrix Severus te vervloeken, maar Tonks riep snel “Protego!” en de spreuk kaatste tegen de muur af.
“Ga, Severus!” zei Tonks snel. “Ik handel dit wel af!”
Severus liep Bellatrix voorbij, zijn staf verdedigend getrokken en Bellatrix keek Severus op haar hoede aan, maar liet hem passeren.
“Nu is het jou en mij, Bella,” zei Tonks.
“Gezellig. Krijg ik eindelijk eens de kans om van de rest van het gespuis van mijn familie af te geraken. Net als met Sirius, weet je nog?” zei Bellatrix poeslief.
Tonks keek Bellatrix dreigend aan, voordat ze de ene vervloeking na de andere afvuurde.
Severus hoorde de vervloekingen en hoopte dat Tonks zich niet zou laten doen. Bellatrix was een goede duellist, hij was niet zeker of Tonks haar zou aankunnen.
Haastig liep Severus verder, hij gaf er niet meer om dat zijn toverstaf nu brandde. Hij zou zich niet laten verrassen zoals Tonks zich had laten verrassen door hem.
In minder dan een minuut zag hij licht aan het einde van de gang en hij doofde zijn staf. Voorzichtig stapte hij verder tot hij in een van de dunne schaduwen bij de opening het gevecht kon observeren. Severus liet zijn blik door het tafereel zoeken. Voldemort en Potter leken beiden onaangeroerd terwijl ze duelleerden, maar Perkamentus lag op de grond, enkele meters achter de plaats waar Harry stond. Severus schrok van dit zicht. Hij had Perkamentus nog nooit verslagen weten te zijn. Had Voldemort dit gedaan?
Severus wou Perkamentus te hulp snellen, maar zag dat de kust niet veilig was. Lucius stond aan de zijde van het gevecht toe te kijken. Hoe kon Severus Perkamentus helpen als hij eerst voorbij Lucius moest weten te geraken? Hij kon Lucius ook niet gewoon vervloeken… Nou, dat kon hij eigenlijk wel… Maar dit was Lucius.
Hij had dit amper kunnen denken, of plots leek het alsof één hand van Perkamentus bewoog. Beter nog, het volgende moment zag hij dat Perkamentus terug bij bewustzijn was en zijn toverstaf, die naast hem had gelegen, in zijn hand nam en langzaam probeerde recht te komen.
Opeens zag Severus Lucius dichterbij stappen, zijn toverstaf voor zich uit en hij riep luid: “Avada Ke-…”
“Lucius!”, riep Severus snel terwijl hij naar voren stapte en verschrokken draaide Lucius zich om, maar door een luide knal viel de toverstaf plots uit zijn hand en rolde die weg. Lucius keek verschrokken naar Severus en Severus staarde niet-begrijpend terug, totdat Lucius plots op zijn knieën zakte en zijn hand tegen een bloedende schouder hield. Severus keek zoekend om zich heen en zag dat één van de dreuzels uitgeput zijn wapen liet zakken.
Snel rende Severus naar Lucius toe, net als Perkamentus.
“Lucius…” zei Severus stil en hij ondersteunde Lucius’ rug.
“Wat… ?” vroeg Lucius verward terwijl hij aan het bloed voelde dat op zijn zwarte gewaad glom. Hij wist niet wat hem had geraakt.
“Een kogel,” zei Perkamentus kort. “Een dreuzelwapen.”
Lucius grijnsde terwijl hij zijn hoofd schudde tegen Perkamentus, maar Perkamentus keek alles behalve grijnzend.
“Vader? Vader!”
Draco kwam uit een andere gang gerend en haastte zich naar de plek waar Severus en Perkamentus bij Lucius zaten. Draco keek slechts even naar Voldemort en Harry terwijl hun gevecht heviger werd en liet zich op zijn knieën vallen naast Severus.
“Vader, wat?”
“Kunt u niets doen, Perkamentus?” vroeg Severus terwijl hij het oude schoolhoofd smekend aankeek.
“Nee,” zei Lucius voordat Perkamentus kon antwoorden. “Het zal zo zijn.”
Lucius keek Perkamentus aan en beiden knikten.
Severus merkte dat hij steeds meer en meer het gewicht van Lucius moest ondersteunen en hij slikte.
“Maar… Ik ben je nog één verschuldigd…”, zei Severus terwijl een onaangename krop zijn keel niet wou verlaten.
“Dan… Dan blijft dat maar zo,” zei Lucius afwezig. “Nu dan… Nu ben je die aan hém verschuldigd…”
Draco nam de hand van zijn vader vast en merkte amper op dat de klamheid van Lucius’ hand veroorzaakt werd door het bloed dat eraan zat.
“Vader, het spijt me…” snikte Draco.
“Jullie hebben mij… mij verraden,” zei Lucius moeilijk. “Maar nu… Nu is het te laat… Severus…”
Severus knikte.
“Let op hem,” zei Lucius langzaam en Severus knikte weeral. “Dit wordt dan niet de… de begraafplaats van… de laatste Malfidussen.”
Lucius sloot zijn ogen en Draco keek zijn vader verschrokken aan. Severus wist niet wat te zeggen of doen, maar bleef Lucius aankijken in een soort van afschuw en verdriet tegelijk.
Perkamentus wilde net rechtkomen toen een luide schreeuw te horen was. Severus en Draco keken verschrokken om en zagen hoe zowel Harry als Voldemort op hun knieën gingen, hun toverstaffen nog steeds in hun handen en een groene straal ontsnappend aan beide toverstaffen. De stralen raakten de ander, maar wilden niet doven.
“NEE!”
Hermelien was kennelijk terug bij bewustzijn en was met Ron, Ginny en Loena net binnengestormd. Ron en Ginny hielden haar vast om te voorkomen dat ze het gevecht verstoorde en ze smoorde haar kreet.
Tonks kwam ook verschrokken uit de gang gestrompeld en keek met open mond naar het tafereel terwijl ze snel naar Draco en Severus liep. Haar blik rustte even op Lucius en ging toen weer naar Draco, maar die leek even te verward door alle gebeurtenissen om te reageren.
Plots ging Harry volledig door zijn knieën en zakte hij tegen de grond. Zijn toverstaf rolde weg. Voor even grijnsde Voldemort breed en hij verbrak ook de straal die hij naar Harry had gestuurd, maar opeens slaakte hij een kreet en met zijn handen tegen de grond leek hij abrupt in niets op te gaan.
Iedereen keek verschrokken toe hoe de Heer van het Duister in het niets verdween. Geen as of schaduw bleef van hem over.
Perkamentus snelde zich naar Harry en draaide de jongen op zijn rug, maar er volgde geen reactie.
Severus en Draco kwamen recht en gingen met de anderen dichterbij staan. Severus keek met halfopen mond toe naar de jongen die zoveel op zijn vader leek. Zijn ogen waren toe en vreemd genoeg…
“Zijn litteken.”, mompelde Tonks.
“Het is weg…”, vulde Loena aan terwijl ze met gefronst voorhoofd naar hem keek.
“Harry?”, vroeg Ron met schorre stem.
Perkamentus keek op en schudde in een trieste blik zijn hoofd.
Ginny snikte en Hermelien drukte haar hoofd in Rons gewaad, terwijl de Griffoendor zelf ook stille tranen weende. Draco was stil, maar weende ook geluidsloze tranen, hoewel dit meer kwam door de dood van zijn vader dan door de dood van Harry. Tonks ging tegen Severus staan en ook zij liet tranen vloeien, zowel tranen van geluk als tranen van verdriet.
“Het is gedaan,” fluisterde ze meerdere malen. “Het is gedaan...”
Severus knikte terwijl hij zijn arm om haar schouders sloeg en keek met halfopen mond naar het oude schoolhoofd. Perkamentus droeg Harry in zijn armen en had het schoolhoofd nog nooit zo zien kijken.
Het was gedaan.