27/08/2020, 21:18
4.
Het enige wat Tonks wakker hield, was het gebrabbel van Knijster in zijn kast. Geeuwend dronk ze van haar thee, maar ze besefte zich dat ze misschien beter koffie had genomen om wakker te blijven.
De laatste weken werden de Schouwers op het Ministerie niet gespaard. Ze moesten dubbele diensten draaien op de meest onmogelijke uren… En dan had zij ook nog genoeg werk voor de Orde te doen. Als dit nog lang zou doorgaan, zou ze oververmoeid geraken. Misschien dat ze Sneep eens kon vragen haar een drankje te brouwen waardoor ze er weer tegenaan kon voor een paar weken.
Ze haalde een klein spiegeltje uit haar tas en bekeek zichzelf eens. Misschien dat ze zich beter wat bezig kon houden om wakker te blijven. Ze veranderde haar haren een aantal keren in alle mogelijke lengtes, kleuren en vormen.Haar haren waren net felgroen gekleurd toen de vlammen in de haard hoog opschoten en een hoofd onder een zwarte kap erin te voorschijn kwam.
Tonks gilde kort en stootte haar tas thee om, die in veel scherven op de grond vloog. Snel sprong ze recht.
“Severus!” riep ze plots luid.
“Heb ik je verschrokken?”, vroeg hij kil.
“Ja! Ik dacht dat ik een Dooddoener zag!”, zuchtte ze terwijl ze dichter naar het vuur liep en ervoor ging zitten.
“Nee, echt?” vroeg Sneep sarcastisch.
“Ja, euh, met die kap en zo…”, mompelde Tonks verontschuldigend.
“Ik kan niet blijven praten. Ik moet naar de Heer van het Duister toe. Ik contacteer jullie zodra ik terug ben.”
“Vergeet het Veritaserum niet,” zei Tonks snel.
“Natuurlijk niet,” beet Sneep haar toe. Hij had haar niet nodig om geheugensteuntjes te geven.
Tonks zuchtte.
“En verander iets aan je haar. Het ziet er niet uit. Veel te Zwadderaars voor jou.”
Tonks voelde aan haar haar en herinnerde zich dat het groen was.
“Ik ben Zwadderaar!” zei Tonks verdedigend.
“Dat was ik vergeten,” zei Sneep kort. “Ik ga.”
Van het ene moment op het andere was hij weer verdwenen en Tonks zuchtte nogmaals. Ze nam haar toverstaf uit haar zak en ruimde de scherven en de thee weer op terwijl ze Knijster in zijn kast hoorde vloeken.
Iedereen vergat het altijd. Een Zwadderaar die schouwer werd, was even zeldzaam als een Glamorgana zonder aanbidders. Of dat dacht men althans. Ze was niet de eerste Schouwer uit Zwadderich en ook niet de laatste. Veel Zwadderaars hielden van de Duistere Kunsten, zij ook, en de schouwerstudies waren vreselijk interessant geweest wat dat betrof. Daarenboven vond ze dat de Dooddoeners gestopt moesten worden, en zij was ook niet de eerste of laatste Zwadderaar geweest met die overtuiging.
Iedereen had altijd de neiging om te veralgemenen. Alle Dooddoeners waren Zwadderaars. Fout. Er waren ook Griffoendors, Huffelpuffers en Ravenklauwers in Azkaban beland doordat ze Dooddoeners waren geweest. En alle Zwadderaars waren Dooddoeners. Ook fout. Geen haar op haar hoofd dacht eraan zich bij Voldemort te vervoegen.
Tonks fronste haar gezicht en het volgende moment was haar haar weer kort en zwart.
Ze kon beter nog niet gaan slapen. Als Severus nu bij Voldemort was, kon ze beter wachten tot hij een teken gaf dat hij nog leefde. Tonks was blij dat zij niet degene was die iedere keer opnieuw voor Voldemort moest verschijnen. Geen wonder dat Sneep altijd zo lastig was. Hij had de moeilijkste taak van hen allemaal.
Het enige wat Tonks wakker hield, was het gebrabbel van Knijster in zijn kast. Geeuwend dronk ze van haar thee, maar ze besefte zich dat ze misschien beter koffie had genomen om wakker te blijven.
De laatste weken werden de Schouwers op het Ministerie niet gespaard. Ze moesten dubbele diensten draaien op de meest onmogelijke uren… En dan had zij ook nog genoeg werk voor de Orde te doen. Als dit nog lang zou doorgaan, zou ze oververmoeid geraken. Misschien dat ze Sneep eens kon vragen haar een drankje te brouwen waardoor ze er weer tegenaan kon voor een paar weken.
Ze haalde een klein spiegeltje uit haar tas en bekeek zichzelf eens. Misschien dat ze zich beter wat bezig kon houden om wakker te blijven. Ze veranderde haar haren een aantal keren in alle mogelijke lengtes, kleuren en vormen.Haar haren waren net felgroen gekleurd toen de vlammen in de haard hoog opschoten en een hoofd onder een zwarte kap erin te voorschijn kwam.
Tonks gilde kort en stootte haar tas thee om, die in veel scherven op de grond vloog. Snel sprong ze recht.
“Severus!” riep ze plots luid.
“Heb ik je verschrokken?”, vroeg hij kil.
“Ja! Ik dacht dat ik een Dooddoener zag!”, zuchtte ze terwijl ze dichter naar het vuur liep en ervoor ging zitten.
“Nee, echt?” vroeg Sneep sarcastisch.
“Ja, euh, met die kap en zo…”, mompelde Tonks verontschuldigend.
“Ik kan niet blijven praten. Ik moet naar de Heer van het Duister toe. Ik contacteer jullie zodra ik terug ben.”
“Vergeet het Veritaserum niet,” zei Tonks snel.
“Natuurlijk niet,” beet Sneep haar toe. Hij had haar niet nodig om geheugensteuntjes te geven.
Tonks zuchtte.
“En verander iets aan je haar. Het ziet er niet uit. Veel te Zwadderaars voor jou.”
Tonks voelde aan haar haar en herinnerde zich dat het groen was.
“Ik ben Zwadderaar!” zei Tonks verdedigend.
“Dat was ik vergeten,” zei Sneep kort. “Ik ga.”
Van het ene moment op het andere was hij weer verdwenen en Tonks zuchtte nogmaals. Ze nam haar toverstaf uit haar zak en ruimde de scherven en de thee weer op terwijl ze Knijster in zijn kast hoorde vloeken.
Iedereen vergat het altijd. Een Zwadderaar die schouwer werd, was even zeldzaam als een Glamorgana zonder aanbidders. Of dat dacht men althans. Ze was niet de eerste Schouwer uit Zwadderich en ook niet de laatste. Veel Zwadderaars hielden van de Duistere Kunsten, zij ook, en de schouwerstudies waren vreselijk interessant geweest wat dat betrof. Daarenboven vond ze dat de Dooddoeners gestopt moesten worden, en zij was ook niet de eerste of laatste Zwadderaar geweest met die overtuiging.
Iedereen had altijd de neiging om te veralgemenen. Alle Dooddoeners waren Zwadderaars. Fout. Er waren ook Griffoendors, Huffelpuffers en Ravenklauwers in Azkaban beland doordat ze Dooddoeners waren geweest. En alle Zwadderaars waren Dooddoeners. Ook fout. Geen haar op haar hoofd dacht eraan zich bij Voldemort te vervoegen.
Tonks fronste haar gezicht en het volgende moment was haar haar weer kort en zwart.
Ze kon beter nog niet gaan slapen. Als Severus nu bij Voldemort was, kon ze beter wachten tot hij een teken gaf dat hij nog leefde. Tonks was blij dat zij niet degene was die iedere keer opnieuw voor Voldemort moest verschijnen. Geen wonder dat Sneep altijd zo lastig was. Hij had de moeilijkste taak van hen allemaal.