27/08/2020, 18:08
Hoofdstuk 12: Het Gemaskerd Bal
Dromend staarde Hermelien in het vuur dat brandde in de haard van de stafkamer. De veer die ze in haar hand had, drupte inkt op het huiswerk van een derdejaars, maar ze had het niet door.
Om haar heen voerden enkele leerkrachten een discussie. Professor Anderling probeerde professor Sinistra te wijzen op de ongelukkige uren dat sommige vierdejaars Astronomielessen volgden. Professor Banning had al enkele keren geklaagd dat sommige vierdejaars in de lessen die de ochtend erop volgden, gewoon in slaap vielen en daardoor amper de tijd hadden om hun bezweringen te oefenen. Anderling hield stug vol dat dit kwam doordat professor Sinistra haar lessen niet op tijd afrondde en de lessen geregeld een halfuur langer duurden dan normaal.
Hermelien hoorde er echter niets van. Het kon haar ook niet echt schelen. Onverstoord dacht ze terug aan de avond ervoor. Ze was weeral met Draco gaan zwemmen, ditmaal om het Waterstrikwier uit te roeien. Dat was aardig gelukt en nu had ze een mooie voorraad droge Waterstrikwieren in haar voorraadlokaal. Het toffe aan het omgaan met een Zwadderaar als Draco, was dat ze zich helemaal niet hoefde te excuseren voor haar wraakgevoelens tegenover het verraderlijke Waterstrikwier. Draco had ongelooflijk moeten lachen om de ijverige en licht sadistische manier waarop Hermelien de wieren had uitgetrokken nadat ze ze verlamd hadden.
Toen ze daarna uit het water waren gekomen, had Draco haar iets vreemds gevraagd. Of ze wilde of hij zijn masker terug opzette. Hermelien was zo van haar stuk geweest, dat ze geen duidelijk antwoord had gegeven.
"Dat is je eigen keuze," had ze gezegd en Draco had zijn masker terug opgezet. Hermelien wist niet wat ze ervan denken moest. Ze wist ook niet wat Draco eigenlijk wilde. Zelf had ze er geen problemen mee als hij zijn masker niet op had, maar misschien voelde hij zichzelf meer op zijn gemak als hij het masker droeg. Ze hadden er nog niet met elkaar over gesproken.
"Hermelien, je bent aan het knoeien."
Hermelien schrok toen ze de stem van professor Lupos hoorde en keek snel op. Hij zette zich glimlachend in de zetel naast haar neer en nam zijn krant erbij.
"Wat?" vroeg Hermelien verward, want ze had het niet echt gehoord.
Lupos wees naar het huiswerk dat ze op haar schoot had en Hermelien verschrok zich nogmaals toen ze zag dat ze een enorme inktvlek had geknoeid op het huiswerk. Met een zwaai van haar toverstaf veegde ze het snel op.
"Je lijkt er niet met je gedachten bij..." merkte Lupos op.
Hermelien glimlachte zwakjes en besloot voor een keer om het niet te verbergen.
"Neen, ik was aan het denken."
"Zijn het gedachtes die je wil delen?"
Hermelien slikte en keek onzeker naar de grond.
"Nee, ik bedacht me gewoon dat ik mijn inventaris van ingrediënten nog eens moest vernieuwen... Dat kan ik het beste nu doen..."
Hermelien stond op en nam de huiswerken mee. Haar inventaris klopte helemaal, maar ze had zin om terug naar Draco te gaan. Dat was zoveel fijner dan in de stafkamer rond te hangen.
"Tot ziens," zei ze tegen Lupos en ze verliet de stafkamer.
Lupos keek haar fronsend na terwijl ze de kamer verliet. Hermelien was nogal veranderd. Ze was de laatste tijd erg teruggetrokken, zei amper een woord tegen haar collega's en als er een discussie was, nam ze er niet in deel. Ze isoleerde zichzelf voortdurend en verliet amper de kerkers. Lupos kon zich niet herinneren wanneer ze de laatste keer Zweinstein had verlaten. Ze was in al die maanden dat ze leerkracht was slechts één keer weggeweest: naar het Kerstfeest in het Nest. Dat was niet normaal, vond Lupos. Hij was een weerwolf, maar zelfs hij isoleerde zich niet in zo'n grote mate.
Lupos bedacht iets en liep de stafkamer uit, Hermelien achterna.
Het was in de Grote Hal dat hij Hermelien weer richting de kerkers zag lopen en hij riep haar naam. Hermelien draaide zich verrast om en wachtte.
"Hermelien," zei Lupos snel. "Ik wilde je nog wat vragen."
Hij stapte naar haar toe en Hermelien keek hem nerveus aan. Zou hij iets gemerkt hebben aan haar?
"Komende zaterdag is er in de Drie Bezemstelen een Bal. Tonks en ik zullen er zijn. Ik vind dat je ook moet komen."
Hermelien haalde haar wenkbrauwen op en keek Lupos verrast aan. Dat was vreemd. Lupos had nog nooit zo een voorstel gedaan.
"Je zit anders altijd maar op Zweinstein... Ook met Nieuwjaar ben je hier gebleven. De Witte Wieven komen trouwens optreden. En het kan nooit kwaad, misschien leer je nog eens iemand kennen."
Hermelien was geraakt door de bezorgdheid van Lupos, maar voelde zich ook ongemakkelijk. Ze wilde niemand anders leren kennen. Ze had Draco al. En ze kon niet een avondje uitgaan, wetende dat Draco in zijn eentje in de Geheime Kamer zou zitten.
"Ik weet het niet," zei Hermelien aarzelend. "Ik hou niet zo van die feestjes..."
"Je moet het eens proberen!" zei Lupos en hij glimlachte vriendelijk. "Tonks en ik gaan al jaren na elkaar. Of toch die jaren dat het geen volle maan is... Het is een jaarlijkse traditie in de Drie Bezemstelen: de week voor Valentijn is er dan telkens een Gemaskerd Bal."
Hermeliens hart maakte opeens een sprong.
"Gemaskerd?" herhaalde ze en haar ogen werden groot.
"Ja," knikte Lupos. "En ze versieren de Drie Bezemstelen en iedereen is in Galagewaad. Heel gezellig. En niet te duur ook niet!"
Hermelien glimlachte en ze bedacht een plan.
"Klinkt wel leuk! Misschien kom ik wel, met een vriend of zo..."
"Ja, dat zou tof zijn. Nu, je ziet maar... Maar het zou fijn zijn als je ook zou komen."
Hermelien knikte en ze kon een glimlach niet onderdrukken.
"In orde. Bedankt om het voor te stellen."
Lupos lachte.
"Graag gedaan. Ik hoop dat je komt!"
"Ik ook..." zei Hermelien stil. "Ik ook."
Hermelien landde met een sprong op het platform en keek om zich heen. Was ze misschien te vroeg? Meestal stond Draco al op haar te wachten, maar alle platformen leken leeg. Er brandden ook maar een drietal toortsen in de Kamer. Zo duister had Hermelien het nog niet vaak meegemaakt.
Behalve de toorts die op het platform brandde waar ze was geland, brandden er nog twee toortsen op een hoger gelegen platform. Hermelien was er nog nooit geweest. Ze ging op een houten schijf staan die niet groter was dan een bord en zich op de hoek van haar platform bevond en nam haar toverstaf in de hand. Ze maakte een zweepachtige beweging naar het platform waar de twee toortsen brandden en de schijf bewoog zich erheen.
Draco had haar geleerd hoe ze zelf die spreuken kon gebruiken. Hij vertrouwde haar ermee. Een vreemde tovenaar zou niet van platform tot platform weten te geraken zonder een bezem te gebruiken.
Hermelien voelde zich nog steeds vereerd door de manier waarop Draco haar in vertrouwen nam en met haar zijn geheimen deelde. Hermelien vond het heerlijk als hij de tijd nam om haar iets nieuws aan te leren en volgens haar vond Draco het ook fijn om haar aandacht te krijgen. Ze vroeg zich enkel af hoe lang het nog zou duren voordat hij haar niets nieuws meer zou kunnen aanleren. En ze vroeg zich af of ze wel iets anders te bieden had dan haar aandacht.
Hermelien stapte op het platform af en liep naar de zwarte tent. Ze deed de doeken voor de ingang opzij en stapte langzaam naar binnen.
"Draco?" vroeg ze stil en haar ogen keken rond in de duistere ruimte.
Draco zat op zijn knieën voor een laag tafeltje, met zijn rug naar haar toe. Hij had een wit hemd aan over zijn zwarte broek en zijn haren waren, uitzonderlijk, in een staart gebonden met een zwart lint.
Op het tafeltje stonden enkele witte kaarsen en een witte roos lag in het midden.
"Hermelien," zei Draco schor, alsof ze hem net wakker had gemaakt. "Is het al zo laat?"
"Niet later dan anders..." reageerde ze stil, niet zeker welk ritueel ze hier had verstoord.
Draco draaide zich even om en keek haar aan, onzeker wat hij nu moest doen. "Zet je er even bij," stelde hij voor en hij schoof een beetje op. Hermelien ging op haar knieën naast hem zitten en keek naar de kaarsen en de roos. Ze wilde hem vragen wat hij was aan het doen, maar hij was haar voor.
"Het is vandaag exact tien jaar geleden dat mijn moeder is gestorven," zei hij rustig, zijn blik gefixeerd op de roos. "Ik probeer haar te herdenken."
Hermelien knikte. Ze kon zich Narcissa Malfidus herinneren. Ze had haar enkele keren gezien op de Wegisweg en op Perron 9 3/4e. Hermelien had haar nooit gemogen, want Narcissa had Hermelien altijd even vuil aangekeken. Maar daar wilde ze Draco momenteel niet aan herinneren.
"Ik weet dat ze niet bepaald tolerant was tegenover modderbloedjes," zei Draco op een verontschuldigende toon. "Maar ze was niet slecht. Ze heeft nooit iemand wat misdaan, niet zoals mijn vader... Ze hield erg veel van me en heeft altijd geprobeerd me te beschermen. Ik had enkel gewild dat ik dat had beseft voor ze stierf."
Draco zag er ellendig uit en Hermelien had met hem te doen.
"Weet je hoe ze gestorven is?" vroeg hij, maar hij wachtte niet op Hermeliens antwoord. "Ze is gestorven in Wick, waar ze zich had schuilgehouden nadat ze had gehoord dat ik was gevlucht... Ik denk dat Sneep haar op de hoogte had gebracht, de avond dat ik was gevlucht. Ze heeft zich maandenlang van dorp naar dorp verplaatst en uiteindelijk hebben ze haar gevonden in een oude schuur in Wick. Voldemort is in eigen persoon erheen verdwijnseld en heeft haar zolang gecruciod tot ze lam was van de pijn en haar brein zodanig beschadigd was dat ze niet meer kon denken. De Dooddoeners die erbij waren, waren tegen die tijd zo verveeld dat Voldemort ze toestond het dorp in te trekken en daar hebben ze toen vierendertig Dreuzels afgemaakt. Toen Voldemort merkte dat ze geen besef meer had en niet wist wat er gebeurde, niet wist dat ze gefolterd werd door de Duistere Heer, heeft hij haar vermoord en haar lichaam achtergelaten, waarna hij de schuur in brand heeft gestoken en het Duistere Teken erboven heeft nagelaten."
Draco zweeg abrupt en toen Hermelien hem aankeek zag ze de tranen in zijn ogen.
"Als ik niet was gevlucht, had zij niet moeten boeten," snikte hij opeens. "Ze is gestorven door mijn schuld."
Draco schokte terwijl hij stille tranen weende en zijn handen voor zijn ogen sloeg en Hermelien omhelsde hem snel, terwijl er vreemdgenoeg ook tranen in haar ogen kwamen. Het was de eerste keer dat hij die gedachtengang met iemand kon delen en hij schaamde zich voor zijn laffe gedrag.
"Ze is niet gestorven door jouw schuld," zei Hermelien even schor als dat hij zijn verhaal tegen haar had gedaan. "Ze is gestorven door Voldemorts schuld. Niet door jouw schuld."
"Als ik niet had..." begon Draco terwijl hij de omhelzing met Hermelien brak, maar ze stopte hem onmiddellijk.
"Mijn ouders zijn vermoord geworden door Dooddoeners," zei ze hard en Draco zweeg. "Ze zijn vermoord geworden omdat Voldemort wist dat hij me zo kon treffen. En dat is Voldemorts schuld. Niet mijn schuld. Door hem niet te helpen, heb ik meegeholpen aan zijn val. En dat geldt ook voor jou. Jij hebt Voldemort ook niet geholpen. Als straf heeft hij van ons beiden wezen gemaakt."
Haar stem klonk bitter terwijl ze die laatste zin zei en Draco keek haar lang aan.
"Het is niet onze schuld dat ze vermoord zijn geworden," zei ze met een stem die zelfzeker klonk, maar met een trillende onderlip en ogen die verraadden dat ze zich niet zo zeker voelde. "Hij probeerde ons enkel een schuldgevoel te geven."
Draco omhelsde ditmaal Hermelien en hij voelde haar snikken tegen zijn schouder.
"Volgens mij is hij daarin geslaagd," fluisterde Draco bitter en zijn blik werd harder en zijn tranen bleven weg.
Hermelien kwam los uit zijn omhelzing en keek hem in zijn ogen aan. Ze stonden weer redelijk kil en Hermelien kon niet anders dan denken aan Lucius Malfidus, zeker door de manier waarop Draco's haren nu ook waren samengebonden.
"Je vader is gestorven in Azkaban, toen de Dooddoeners probeerden Azkaban over te nemen?"
Draco knikte.
"Dat was enkele maanden voordat mijn moeder stierf. Als Voldemort had voorzien dat het Ministerie bereid was geweest hun eigen gevangenis op te blazen, had hij het niet geprobeerd. Dat was een harde klap voor hem. Hij is enkele van zijn trouwste Dooddoeners verloren in dat incident. Kennelijk had hij nadien niet meer dan een handvol Dooddoeners over."
Draco dacht even aan Sneep, die ook zijn leven had gelaten in datzelfde incident. Hij voelde even met zijn hand in zijn zak en de zwarte onyxsteen die Sneep hem had gegeven voelde koud aan.
Als Sneep die steen had gehad, had hij misschien het incident overleefd... Maar het was Sneeps keuze geweest om Draco de steen te geven. Niets had hem nog kunnen redden.
"Het maakte de strijd tegen Voldemort, een paar maanden later, voor ons wel gemakkelijker..." zuchtte Hermelien, "Maar ook onschuldige tovenaars lieten hun leven in Azkaban. Het was gewoon een harde tijd..."
"Een te harde tijd," verzuchtte Draco en hij stond recht en veegde even door zijn ogen. "We waren te jong om te begrijpen wat er allemaal gebeurde."
"Niet te jong," sprak Hermelien hem tegen terwijl ze ook rechtstond en haar tranen droogde. "Te onschuldig. Het was allemaal te duister. Het overtrof onze ergste nachtmerries."
Draco nam de kaarsen van het tafeltje af en blies ze één voor één uit.
"Gelukkig is die tijd voorbij," zuchtte Hermelien terwijl ze Draco bekeek. Hij zag er nog steeds ellendig uit terwijl hij voor haar op de tent uitliep.
Hermelien volgde hem en vroeg zich af of het nu een goed moment was om over het Gemaskerd Bal te praten. Maar door het gesprek van net had ze daar opeens helemaal geen zin meer in.
"Soms zou ik gewoon willen dat ik hier weg kon," zuchtte Draco terwijl hij de toortsen in de Geheime Kamer aandeed met zijn toverstaf.
Hermelien was even verrast van die opmerking, aangezien dit bijna klonk alsof Draco een uitnodiging naar een Gemaskerd Bal zou verwelkomen.
"Wat zou je dan willen doen?"
"Ik weet het niet," zei hij terwijl hij zijn schouders ophaalde. "Wat gaan wandelen... Of ergens gaan eten... Gewoon, weggaan. Al was het maar voor even. Om eens ergens anders aan te denken."
Draco zette zich op de rand van het platform en Hermelien ging snel naast hem zitten, wetende dat dit de ideale gelegenheid was om hem haar voorstel te doen.
"Mag ik je wat vragen?" vroeg Hermelien direct en Draco keek haar even vreemd aan.
"Natuurlijk," zei hij, een beetje beledigd dat ze het hem niet onmiddelijk durfde te vragen.
Hermelien glimlachte verontschuldigend.
"Zaterdag is een Gemaskerd Bal in de Drie Bezemstelen. Zou je met me mee willen gaan?"
Even leek het alsof iemand Draco met een hamer op zijn hoofd sloeg, maar na een paar secondes realiseerde hij zich dat ze geen grap zat te maken. Hij staarde haar met grote ogen aan.
"Wat?!" vroeg hij verschrokken en Hermelien zag de angst in zijn ogen.
"Het is gemaskerd, iedereen draagt er een masker en je zou er echt niet opvallen. Ik zou heel graag met je willen gaan, dan ben je ook eens weg en het is niet onveilig voor je."
"Maar... Wat als er Schouwers zijn?" bracht Draco er snel tegenin.
"Die zijn er dan ook enkel om te feesten," probeerde Hermelien hem snel gerust te stellen. "Ik weet dat Tops er zal zijn, maar zij gaat met Lupos mee. En ik ben ook een Schouwer, ze zullen je heus niet wantrouwen."
Draco schoof ongemakkelijk een beetje naar achteren. Hij kreeg al spijt dat hij had gezegd dat hij eens weg wilde. Misschien wilde hij dat wel, maar de gedachte alleen al joeg hem schrik aan. "Ik ga enkel als jij meegaat," voegde Hermelien er stil aan toe.
Draco slikte en keek Hermelien aan. Haar ogen keken hem haast smekend aan en hij realiseerde zich dat Hermelien, doordat ze altijd bij hem was, nooit Zweinstein verliet.
"Als je wil gaan, hou ik je niet tegen," zei Draco. "Maar ik kan het niet riskeren."
"Helemaal alleen naar het Bal? Ik wil net met jou gaan!" drong Hermelien aan.
"Dan vraag je maar iemand anders," reageerde Draco afwijzend. "Iemand die niet gezocht wordt door het Ministerie en iemand die aan het eind van de avond zijn masker kan afzetten zonder dat de menigte flauwvalt."
"Ik wil niet iemand anders vragen!" reageerde Hermelien geïrriteerd. "Ik wil met jou gaan. Alleen met jou!"
Draco zweeg even en keek Hermelien wantrouwend aan.
"Waarom alleen met mij?"
Hermelien wendde snel haar blik af.
"Die vraag is niet eerlijk," zei ze stil.
"Hoezo niet?"
Hermelien keek Draco aan, maar ze kon hem niet zeggen wat ze dacht. Ze wist eindelijk zeker wat ze voor hem voelde, maar ze zou geen leven lang opgesloten kunnen blijven in Zweinstein. Tegelijkertijd kon ze hem geen schuldgevoel aanpraten. Omdat hij Zweinstein niet kon verlaten, kon zij net niets met hem beginnen. Dat hoefde hij niet te weten.
Hermelien stond recht, draaide zich om en wandelde naar de versteende mantel waarop ze naar de Kamer gekomen was.
"Ik had het je niet moeten vragen," zei ze versuft. "Ik ga naar mijn kamer."
Draco sprong opeens recht en rende haar achterna, hij nam haar bij haar hand en draaide haar naar zich toe. Zijn hart leek wel te kloppen in zijn keel en hij hield haar polsen stevig vast, maar ze verzette zich niet al wilde ze in feite niets liever dan de Kamer verlaten.
"Waarom wil je alleen met mij naar het Bal gaan?" vroeg Draco met een verschrokken uitdrukking op zijn gezicht.
Waarom had ze dat gezegd? Enkel hem... Wilde ze daarmee zeggen dat ze iets voor hem voelde? Of deed ze het voorstel enkel omdat ze dacht hem zo te kunnen plezieren?
Hermelien ontweek zijn blik en zei niets.
"Waarom zei je dat, Hermelien?" vroeg hij en nu was het zijn stem die bijna smeekte.
Het maakte niets uit, wist Hermelien. Haar antwoord op die vraag zou niets veranderen en zou hem enkel aan haar binden.
"Het is beter als je het antwoord niet weet," zei Hermelien stil en Draco's greep om haar polsen werd zwakker.
Hij keek haar met een zwak hoofd na hoe ze de Geheime Kamer verliet.
Draco kon die nacht niet slapen. Er spookten zoveel vragen door zijn hoofd. Was Hermelien misschien verliefd op hem? Had hij ja moeten zeggen toen ze hem vroeg naar het Gemaskerd Bal te gaan? Zou ze nog ooit terugkomen of hadden ze door die ruzie in feite vaarwel gezegd?
Draco had zich al vele jaren niet meer zo ellendig gevoeld. Het was alsof iemand zijn keel dichtkneep.
Maar tegelijkertijd voelde hij ook een vreemde sensatie in zijn maag, een hoop die enkel leek te groeien en al snel kwamen droombeelden in zijn hoofd van Hermelien die hem alleen haar aandacht gaf, te midden van alle mensen in de Drie Bezemstelen. Hermelien die met hem aan een hand liep. Hermelien die hem kuste.
Draco sprong uit zijn bed en zocht een stuk perkament en een veer. Hij wist dat hij nooit voor altijd de Geheime Kamer zou kunnen verlaten, maar als hij door één keer de Kamer te verlaten Hermelien gelukkig zou maken, moest hij het risico nemen gevangen te worden. Eén mooie avond met Hermelien was meer waard dan een leven alleen in de Geheime Kamer.
Hij wilde geen tijd aan veel woorden verspillen, bang dat ze verkeerd zouden zijn en Hermelien zouden afschrikken of het verkeerde beeld van zijn gevoelens voor haar zouden weerspiegelen. Bondig schreef hij op het briefje:
"Zaterdag verwacht ik je na zonsondergang aan het Meer, waar we de laatste keer hadden gesproken. Ik hoop je daar te zien."
Hij rolde het stukje perkament op en haastte zich naar de Kerkers.
Onzeker sloeg Hermelien haar mantel om zich heen voordat ze haar kamer verliet. Ze had er een vreemd gevoel bij gehad toen ze zich had klaargemaakt voor het Gemaskerd Bal. Nadat ze Draco's briefje had gelezen, was ze een beetje verrast geweest door de beknoptheid ervan. Ze wist niet eens zeker of Draco wel naar het Gemaskerd Bal wilde gaan, al vermoedde ze van wel, anders zou hij niet met haar hebben afgesproken op zaterdagavond, bij het Meer.
Toch hoopte ze dat hij het niet enkel voor haar deed. Maar ze vreesde een beetje dat ze hem geen andere keuze had gelaten en nu voelde ze zich schuldig.
Ze controleerde of haar masker in haar tas zat en deed de deur van haar kamer dicht. Op haar weg naar buiten kwam ze niemand tegen. De meeste studenten zaten in hun leerlingenkamers, zeker nu dat er gisteren een behoorlijke portie sneeuw was gevallen. De hele dag waren er sneeuwballengevechten geweest bij het Grote Meer, maar nu zaten de studenten zich te warmen bij het vuur in hun leerlingenkamers.
Er waaide een koude wind rondom het meer en Hermelien deed haar handen onder haar mantel en trok de mantel wat hoger, zodat ze het niet te koud kreeg rond haar nek.
Het duurde even voordat ze op de afgesproken plek was en ze zag de zon langzaam tot achter de bergen bij het meer dalen. Ze was nog wat te vroeg en keek onwennig om zich heen.
Opeens verschrok ze zich terwijl iemand met een plof naast haar landde en ze sprong achteruit. Draco kwam snel terug recht en streek zijn donkerblauwe mantel weer glad. Hermelien zag dat hij onder zijn mantel een even blauw kostuum aan had, afgewerkt met zilveren kant.
"Hoi," zei Draco zwakjes, niet zeker wat hij Hermelien moest zeggen.
"Je ziet er knap uit," glimlachte Hermelien en Draco was even zo van zijn stuk dat hij enkel dom kon knikken daarop.
"Euh, jij ook," reageerde hij snel.
"Zullen we dan maar vertrekken?" stelde Hermelien voor.
Draco knikte weeral en voordat hij naar het pad kon wandelen, dat een tiental meter verderop in het bos lag, voelde hij opeens hoe Hermelien haar hand op zijn arm legde. Hij bedacht zich dat hij haar zijn arm had moeten aanbieden en werd er even pijnlijk aan herinnerd hoezeer hij had verleerd om rekening te houden met anderen en hoffelijk te zijn. Hij hoopte dat er niet meer van die momenten zouden volgen die avond.
Het was koud op het pad naar Zweinsveld en de sneeuw kraakte onder hun voeten. Draco's handen trilden, al was het buiten niet zoveel kouder dan het was in de Geheime Kamer en hij realiseerde zich dat ze trilden omdat hij zenuwachtig en angstig was nu hij voor het eerst in vele jaren naar een groot feest ging. Hij moest wel erg stom zijn geweest toen hij had besloten de Kamer te verlaten, maar hij besefte zich met een blik op Hermelien dat hij het voor haar had gedaan. Ze had haar haren mooi opgestoken en ze zag er beeldschoon uit. Draco voelde even kriebels in zijn maag en probeerde zich te concentreren op het pad dat ze volgden tot Zweinsveld.
Aan de poorten waar ze het terrein van Zweinstein achter zich zouden laten, bleven ze even staan.
"Ben je hier helemaal zeker van?" vroeg Hermelien voorzichtig.
Draco knikte. Zijn knieën knikten ook. Zijn hand gleed in zijn zak en hij voelde aan een gladde, zwarte steen, die hij jaren geleden van Sneep had gekregen. Hij bad dat de steen zijn werk zou doen en hem zou beschermen, maar de steen voelde enkel ijskoud aan en hij glimlachte zwakjes bij de onwaarschijnlijke gedachte dat hij nu écht in zo'n bijgeloof vertrouwde.
Hermelien deed haar tas open en haalde er een maskertje uit en deed dit aan.
"Het is beter als ik je niet bij je naam noem. Als iemand vraagt hoe ik je ken, laat mij dan het woord doen. Ik zal vertellen dat je een buitenlandse toverdrankexpert bent waarmee ik al enkele maanden correspondeer."
Draco knikte.
"Kan ik niet beter een valse naam nemen?"
Hermelien dacht even na.
"Wat vind je zelf leuk?"
Draco grijnsde opeens terwijl hij zich een naam bedacht.
"Pino."
Hermelien trok haar wenkbrauw op en begon te lachen toen ze Draco's grijnzende gezicht zag.
"Is dat niet een Italiaanse naam?"
"Ik denk het."
"Maar je ziet er helemaal niet Italiaans uit, met je witte haren!"
"Ik kan nog steeds zeggen dat het van een mislukt experiment komt," bedacht Draco.
"Goed," knikte Hermelien. "Maar laat mij het woord doen. Jij hoort Italiaans te zijn en weinig Engels te spreken."
"Si," glimlachte Draco en Hermelien duwde hem plagend voordat ze weer zijn arm nam.
Ze wandelden de straten van Zweinsveld door en Draco keek om zich heen.
"Is Pluimplukker niet meer?" vroeg Draco terwijl hij naar een lege etalage keek waarin het krioelde van de spinnenwebben en een oude omgevallen vogelkooi het huis was van een spin zo groot als Draco's vuist.
"Nee, hij is verhuisd naar de Wegisweg. Enkele Franse tovenaars hebben enkele jaren geleden de winkel overgekocht, maar kennelijk zaten ze zodanig in de schulden met hun winkel in Marseille dat ze hier nog niet konden beginnen. De zaak staat al leeg van het eerste jaar dat ik voor Schouwer studeerde."
Draco knikte en keek nog meer om zich heen. Toen ze een Zwerkbalzaak passeerden keek Draco met grote ogen naar de bezemstelen die er tentoon gesteld waren en Hermelien voelde rillingen over haar rug lopen. Hij had zoveel gemist in die tien jaar dat hij in de Kamer had gezeten en Hermelien kon zich niet voorstellen hoe het was om dan opeens terug over de straten van Zweinsveld te lopen en allerlei voorwerpen en meer te zien in de etalages waarvan hij niet eens wist dat ze ondertussen waren uitgevonden.
Een oude, kleine tovenaar passeerde hen en glimlachte en Hermelien voelde hoe Draco gespannen haar hand in zijn arm knelde. Naarmate ze de Drie Bezemstelen naderden, passeerden er meer mensen, sommigen gemaskerd en anderen niet en de muziek die ze vanuit de Drie Bezemstelen hoorden komen werd steeds luider.
"Maak je niet ongerust, ik ben bij je," zei Hermelien zacht terwijl ze de deur van de Drie Bezemstelen naderden en Draco glimlachte, al voelde hij tegelijkertijd alle zenuwen door zijn lichaam razen.
Draco en Hermelien stapten de Drie Bezemstelen binnen en kwamen terecht in een klein halletje, dat er normaalgezien nooit was maar was bijgebouwd voor het Bal. Een jonge tovenaar in een keurig zwart galagewaad boog toen ze binnen kwamen en bood aan om hun mantels te nemen. Hermelien liet haar mantel aan de jongen over en zag hoe Draco daarna met trillende hand zijn mantel aan de jongen gaf.
Zonder mantel voelde Draco zich onbeschermd en was hij bang dat hij nog gemakkelijker te herkennen zou zijn. Hermelien nam zijn trillende hand vast en kneep er zachtjes in. Draco keek haar aan en zag nu pas wat een prachtige jurk ze aan had. De jurk was gebroken rose van kleur en was van het elegantste satijn gemaakt. De jurk kwam tot net boven haar schoenen en viel los en soepel rond haar benen, maar was strakker rond haar middel en werd met een dun lint rond haar nek bijeen gehouden.
Voor één keer was het voor Draco overduidelijk wat hij moest zeggen.
"Je ziet er beeldschoon uit," fluisterde hij en Hermelien moest blozen onder haar masker.
"Zullen we?" vroeg Hermelien en ze nam zijn arm en wandelden samen naar binnen. Er was een aardige menigte verzameld en allen droegen ze maskers en prachtige gewaden en jurken. Draco had het gevoel dat hij aangekeken werd, maar was tegelijkertijd gerustgesteld dat hij niet opviel omdat hij een masker droeg.
Ook Hermelien keek om zich heen, maar leek niet echt iemand te herkennen, totdat ze op de dansvloer een vrouw met knalrose haren zag dansen op een waltz, in de armen van een man met een donkerrood gewaad die grijze stroeven haar in zijn bruine haren had.
Hermelien grijnsde en porde Draco even voordat ze wees.
"Tops en Lupos," glimlachte ze en voordat Draco iets zei draaide hij zich snel met hun rug naar hen om.
"Hebben ze mij gezien?" fluisterde hij en er was een beetje paniek in zijn stem te horen.
Hermelien fronste.
"Ze zullen je niet herkennen! Ze zouden mij niet eens herkennen met een masker!"
"Maar ze kennen mij!" sputterde Draco tegen. "Ik heb bij Lupos in de klas gezeten en Tops is familie!"
"Familie die je zelden hebt gezien," bracht Hermelien ertegenin.
"Maar toch, familie, Hermelien! Wie weet herkent ze mij!"
Draco leek iedere minuut meer gespannen te worden en Hermelien wilde hem geruststellen, maar merkte dat het haar niet zou lukken met enkel haar woorden.
Zonder te aarzelen greep ze hem na de waltz bij zijn pols en trok ze hem met haar mee. Ze voelde hoe hij zich niet durfde te verzetten en haar volgde. Ze zag hoe Tops en Lupos een glas punch namen en tikte hen beiden op de schouders.
Ze draaiden zich om en Hermelien glimlachte.
"Jullie weten toch dat het op een gemaskerd bal de bedoeling is onherkenbaar te blijven? Of wil je beweren dat je dacht dat iedereen met rose haren zou rondlopen, Tops?"
Tops begon te grijnzen toen ze Hermeliens stem herkende en Lupos grinnikte.
"Nou ja, het paste bij mijn jurk," verontschuldigde Tops zich terwijl ze wees op haar knalrose jurk die tot aan haar knieën kwam en waaronder ze iets donkerder rose laarzen droeg.
Lupos keek nieuwsgierig van Hermelien naar Draco, die gespannen achter haar stond en oogcontact vermeed.
"Ik ben blij dat je bent gekomen, Hermelien," zei Lupos vriendelijk. "Wil je ons voorstellen?"
Draco vond dat Hermelien opmerkelijk kalm bleef terwijl ze met Lupos en Tops sprak.
"Natuurlijk. Dit is Pino, een goede vriend van me. Hij is een Italiaanse toverdrankmeester en ik correspondeer al een hele tijd met hem. Dit zijn Lupos en Tops."
Draco had ontzag voor de Zwadderaarse manier waarop Hermelien wist kalm te blijven terwijl ze die leugens vertelde. Ze had vast en zeker zitten oefenen. Hij knikte vriendelijk tegen Lupos en Tops, al wist hij niet of het wel natuurlijk overkwam.
"Italië?" vroeg Tops geïnteresseerd aan Draco. "Waar precies in Italië?"
Draco antwoordde abnormaal snel, uit angst dat hij niet vlot zou lijken.
"Venetië."
Lupos knikte vol ontzag.
"Een mooie stad, van wat ik heb gehoord. Je zal wel geen moeite hebben gehad om aan een masker te komen."
Draco fronste even omdat hij niet meteen de referentie snapte, maar bedacht zich toen dat Venetië bekend stond om de Venetiaanse maskers en hij probeerde kalm en intelligent te knikken.
Hermelien onderbrak het gesprek voordat Lupos weer een vraag kon stellen.
"Als jullie me willen excuseren, het is niet iedere dag dat Pino in Zweinsveld is en ik zou graag zijn danskunsten op de proef willen stellen voordat hij terugkeert naar Venetië."
Hermelien glimlachte vriendelijk en Lupos en Tops knikten begrijpend terwijl Hermelien Draco op de dansvloer sleepte.
Lupos nipte bedenkelijk van zijn glas punch en Tops leek ook hard na te denken.
"Hij ziet er knap uit," gaf Tops toe en Lupos keek haar met een opgetrokken wenkbrauw aan.
"Hij draagt een masker," merkte Lupos een beetje overbodig op.
"Ja, oké, inderdaad. Maar hij ziet er sterk uit. Brede schouders, slanke taille... Hermelien mag van geluk spreken als ze hem kan strikken..."
"Ben je er zeker van dat ze hem nog niet heeft gestrikt?" mompelde Lupos stil terwijl hij zag hoe de jongen onwennig zijn hand op haar heup legde en Hermelien zonder te aarzelen haar hoofd op zijn borst legde terwijl de band een slow foxtrot begon te spelen.
Tops keek hem vragend aan, maar Lupos durfde zijn idee niet weg te wuiven.
"Ze zag er zo zelfzeker uit. Ik heb haar al lang niet meer zo gezien... Ze leek zo trots dat ze hem aan ons kon tonen..."
Tops keek Lupos met een glimlach aan en nam zijn hand vast.
"Ontwikkel je vadergevoelens, Remus?"
Remus keek Tops snel aan en glimlachte. Hij bracht haar hand naar zijn mond en gaf haar een snelle kus.
"Ik hoop gewoon dat het haar lukt om bij hem geluk te vinden. Je weet dat ik mijn vrienden graag gelukkig zie, Tops."
"Weet ik," glimlachte ze. "Daarom heb ik je zo graag."
De muziek leidde Draco van de éne lang vergeten dans naar de andere en zoals Hermelien hem had gerustgesteld had hij ze nog niet allemaal verleerd, maar toch kostte het hem veel moeite om niet te struikelen of op Hermeliens voeten te staan. Hij werd constant afgeleid door de geluiden om hem heen, het lawaai dat de andere genodigden maken, het geschuifel van voeten, de valse noot die onvermijdelijk nu en dan door de band werd gespeeld. Maar ook de kleurrijke versiering, de uitdagende gewaden die om hem heen draaiden en de vele ogen die achter hun maskers Draco leken aan te staren brachten hem lichtjes van slag en hij sloot zijn ogen om zoveel mogelijk prikkels buiten te sluiten.
Hermelien keek naar hem op en zag dat hij het moeilijk had. Ze hielden op met dansen en zonder iets te zeggen gingen ze beiden aan de kant zitten.
Een magisch dienblad zweefde rond en Hermelien nam twee glazen punch eraf en bood Draco eentje aan. Dankbaar dronk hij een slokje en het leek hem iets te kalmeren.
"Je doet het goed," glimlachte Hermelien. "Ik ben erg trots op je."
Draco glimlachte voorzichtig terug en dronk daarna nog een slokje van zijn glas.
De band hield opeens op met spelen en Rosmerta baande zich het kleine podium op. Ze was de enige persoon die geen masker droeg.
Draco keek haar met grote ogen aan. Ze had meer rimpels dan de laatste keer dat hij nog in Zweinsveld was geweest en ze begon grijze haren te krijgen.
"Ze is ouder geworden," merkte hij op.
"Wij allemaal," grijnsde Hermelien.
Met een elegante buiging groette madame Rosmerta het publiek.
"Welkom allemaal bij het vierendertigste jaarlijkse Gemaskerde Bal! Ook dit jaar kunnen we jullie entertainment van de bovenste plank bieden! Onze genodigden zijn ondertussen vaste klant aan huis... Ik introduceer met plezier... De Witte Wieven!"
Het publiek applaudisseerde luid en de zevenkoppige tovenaarsrockband Verschijnselde opeens met instrumenten en alles op het podium terwijl Rosmerta de trapjes voor het podium afliep en terug naar haar vaste plek achter de bar verdween.
De Witte Wieven gooiden meteen alle remmen los en begonnen hun optreden met hun nieuwste hit "Kleuren van het Fenikslied". De dansvloer werd zo mogelijk nog drukker dan voorheen en Draco en Hermelien bleven aan de kant zitten om het werk van de Witte Wieven te bewonderen.
Af en toe gaven ze een opmerking over een goede gitaarsolo of een knappe actie van de lead-zanger, die ondanks de vele jaren nog steeds één van de lenigste tovenaars in de Britse gemeenschap was en dit demonstreerde door flips te maken in het midden van het podium of op anatomisch onmogelijke manieren de microfoon vast te nemen, maar ze bleven aan de kant van de zaal toekijken in plaats van zich tussen het volk te mengen en mee te dansen.
Een uur passeerde en Hermelien en Draco keken vanaf de kant toe, totdat Hermelien opeens de eerste noten herkende van "Magic Works".
"Weet je nog hoe ze dat speelden in ons vierde jaar?" vroeg ze glimlachend en Draco knikte, maar voordat hij iets kon zeggen stond Hermelien al voor hem en trok ze hem aan zijn handen mee.
"Eén dans," fluisterde Hermelien in zijn oor en hij knikte zwakjes terwijl hij zijn handen in haar zij legde en ze met haar handen op zijn schouders haar hoofd onder het zijne liet rusten.
Draco slikte.
"Wees dapper," dacht hij in zichzelf. Dit moment was te speciaal om te verbreken. Hij durfde het aan om met gesloten ogen verder te dansen en voor even de rest van de wereld te vergeten.
Hermelien kon het gevoel niet beschrijven, maar dat maakte het net zo magisch...
Toen het liedje na enkele minuten gedaan was, keken ze elkaar even aan, waarna Hermelien opeens nerveus wegkeek.
"Ik zal anders wat drinken halen, oké?" En met die woorden ging ze op zoek naar een zwevend plateau met drankjes.
Draco wilde terug gaan zitten, maar voelde zich even duizelig worden. Hij botste tegen iemand op, een man met een groot zwart masker.
"Kijk uit waar je loopt!" zei de man lastig en de stem echode in Draco's hoofd.
"Niet zo grof zijn, Tom," echode een hoge vrouwenstem nu in zijn hoofd. Alle stemmen om hem heen leken luider te worden en toen het volgende lied begon, leek het alsof Draco's hoofd kon exploderen.
Hij liep naar een tafeltje en hield zich vast, want het leek alsof de hele ruimte begon te draaien. De maskers namen vreemde vormen aan en de kleurrijke gewaden maakten hem misselijk. Hij had het idee dat hij geen lucht kreeg en zijn hoofd werd zwaarder en zwaarder. Snel haastte hij zich de Drie Bezemstelen uit, voor hij zou flauwvallen of erger.
Toen Hermelien even later terug arriveerde op de plek waar ze eerder hadden gestaan, keek ze verschrokken rond. Waar was Draco?
Met een luid kloppend hart zocht ze rond, maar na drie minuten stelde ze vast dat Draco écht weg was. Ze vroeg haar mantel en die van Draco terug aan de ingang en liep daarna de Drie Bezemstelen uit.
Het sneeuwde en Hermelien deed de kap van haar mantel op. Ze keek op de grond en zag dat er verse sporen richting Zweinstein gingen, sporen die eruit zagen alsof iemand had zitten rennen in plaats van wandelen.
Gehaast volgde Hermelien deze sporen, Zweinsveld uit, en toen ze slechts enkele meters van de terreinen van Zweinstein was, zag ze Draco tussen enkele bomen zitten op een hoge steen, zijn hoofd in zijn handen, terwijl de sneeuw zacht naar beneden viel.
"Draco..." zei Hermelien stil terwijl ze hem naderde.
Draco keek langzaam op en gleed de zwarte steen die hij vroeger van Sneep had gekregen uit zijn handen terug in zijn broekzak. Hij hoopte dat het hem zou beschermen zolang hij niet terug in de Geheime Kamer was... Hij had niet durven terugkeren zonder Hermelien, maar had ook niet durven blijven in Zweinsveld. Hier was hij tenminste alleen en hier was het rustig.
Hermelien schudde stil haar hoofd terwijl ze dichterbij stapte. Hij had zelfs de bovenste knopen van zijn hemd open gedaan... Vast omdat hij het idee had gehad geen lucht meer te krijgen...
Ze ging voor hem staan en deed liefdevol zijn mantel om zijn nek. Ze wilde niet dat hij in deze sneeuw een verkoudheid zou oplopen.
"Het spijt me echt dat ik je hierin heb willen betrekken," zei ze langzaam. "Ik had moeten weten dat het een hele aanpassing voor je zou zijn om je in zo'n drukte en in zo'n menigte te begeven."
"Het was een slecht idee," zei Draco kort en met een stille stem.
Ze schudde ruw haar hoofd. "Ik dacht dat ik je wat zou kunnen helpen door je aan meer sociale contacten of zo te helpen... Nu zie ik pas in hoe idioot dat idee was." Hermelien's stem klonk hard tegenover haarzelf.
Draco keek Hermelien aan en liet zijn handen naar haar masker gaan en nam het langzaam van haar gezicht af.
"Je moet niet zo hard voor jezelf zijn," fluisterde Draco haar toe.
"Het is gewoon oneerlijk!" ging Hermelien verder, ongestoord door het feit dat Draco haar masker had afgedaan. "Jij verdient evenzeer een normaal leven als wie dan ook!"
"Sssst..." suste Draco haar langzaam terwijl hij zijn vinger op haar lippen legde en haar met warme ogen aankeek. Ze was écht beeldschoon. "Je bent wondermooi," fluisterde hij.
Hermelien bloosde, maar keek hem tegelijkertijd gekwetst aan. Ze was gekwetst omdat ze wist dat hij nooit haar wereld met haar zou kunnen delen.
Draco leek dat ook te beseffen en ging kalm verder. "Ik zal nooit meer normaal zijn... Niet met dit masker op mijn hoofd... Niet zonder dat masker... Zelfs als ik ooit de effecten van de verminkingsdrank ongedaan kon maken... Blijf ik wie ik ben. Ik leef niet meer in jouw wereld. De tijden zijn veranderd."
Die laatste zinnen verlieten triestig zijn mond en Hermelien schudde nogmaals haar hoofd. Nu legde zij haar handen om zijn masker en nam ze het af. Ze keek van zijn ogen naar de rest van zijn gezicht en terug en liet haar koude vingers over zijn verminkte littekens gaan.
Draco hield zijn adem in terwijl hij in haar ogen keek. Er was geen afkeer te lezen, enkel, misschien... verdriet.
"Je bént mijn wereld, Draco," fluisterde Hermelien liefdevol terwijl ze haar gezicht dichter naar het zijne bracht en voor Draco het zag gebeuren, kuste ze hem.
Voor even leek het alsof Draco's hart stopte met kloppen en vergat hij zijn ogen te sluiten of te erkennen dat ze deze kus daadwerkelijk met hem deelde, maar het volgende moment realiseerde hij zich dat ze hetzelfde voelde als hem en sloeg hij zijn armen dicht om haar heen en liet hij zich opgaan in hun eerste kus. Hij durfde zich niet af te vragen waaraan hij dit had verdiend, maar hij was dankbaar.
Vanop een afstand zag hij hoe Draco, de gevallen Dooddoener, na die lange kus zijn masker terug wilde opzetten, maar Hermelien hem met een kleine, dappere glimlach stopte. Hand in hand liepen ze door de bomen terug naar Zweinstein, terug naar waar de verschoppeling zich al die tijd had schuilgehouden.
Een briljante schuilplaats... En hij had zich lang kunnen verstoppen... Maar nu niet meer. Spoedig zouden ze oog tot oog komen.
Dromend staarde Hermelien in het vuur dat brandde in de haard van de stafkamer. De veer die ze in haar hand had, drupte inkt op het huiswerk van een derdejaars, maar ze had het niet door.
Om haar heen voerden enkele leerkrachten een discussie. Professor Anderling probeerde professor Sinistra te wijzen op de ongelukkige uren dat sommige vierdejaars Astronomielessen volgden. Professor Banning had al enkele keren geklaagd dat sommige vierdejaars in de lessen die de ochtend erop volgden, gewoon in slaap vielen en daardoor amper de tijd hadden om hun bezweringen te oefenen. Anderling hield stug vol dat dit kwam doordat professor Sinistra haar lessen niet op tijd afrondde en de lessen geregeld een halfuur langer duurden dan normaal.
Hermelien hoorde er echter niets van. Het kon haar ook niet echt schelen. Onverstoord dacht ze terug aan de avond ervoor. Ze was weeral met Draco gaan zwemmen, ditmaal om het Waterstrikwier uit te roeien. Dat was aardig gelukt en nu had ze een mooie voorraad droge Waterstrikwieren in haar voorraadlokaal. Het toffe aan het omgaan met een Zwadderaar als Draco, was dat ze zich helemaal niet hoefde te excuseren voor haar wraakgevoelens tegenover het verraderlijke Waterstrikwier. Draco had ongelooflijk moeten lachen om de ijverige en licht sadistische manier waarop Hermelien de wieren had uitgetrokken nadat ze ze verlamd hadden.
Toen ze daarna uit het water waren gekomen, had Draco haar iets vreemds gevraagd. Of ze wilde of hij zijn masker terug opzette. Hermelien was zo van haar stuk geweest, dat ze geen duidelijk antwoord had gegeven.
"Dat is je eigen keuze," had ze gezegd en Draco had zijn masker terug opgezet. Hermelien wist niet wat ze ervan denken moest. Ze wist ook niet wat Draco eigenlijk wilde. Zelf had ze er geen problemen mee als hij zijn masker niet op had, maar misschien voelde hij zichzelf meer op zijn gemak als hij het masker droeg. Ze hadden er nog niet met elkaar over gesproken.
"Hermelien, je bent aan het knoeien."
Hermelien schrok toen ze de stem van professor Lupos hoorde en keek snel op. Hij zette zich glimlachend in de zetel naast haar neer en nam zijn krant erbij.
"Wat?" vroeg Hermelien verward, want ze had het niet echt gehoord.
Lupos wees naar het huiswerk dat ze op haar schoot had en Hermelien verschrok zich nogmaals toen ze zag dat ze een enorme inktvlek had geknoeid op het huiswerk. Met een zwaai van haar toverstaf veegde ze het snel op.
"Je lijkt er niet met je gedachten bij..." merkte Lupos op.
Hermelien glimlachte zwakjes en besloot voor een keer om het niet te verbergen.
"Neen, ik was aan het denken."
"Zijn het gedachtes die je wil delen?"
Hermelien slikte en keek onzeker naar de grond.
"Nee, ik bedacht me gewoon dat ik mijn inventaris van ingrediënten nog eens moest vernieuwen... Dat kan ik het beste nu doen..."
Hermelien stond op en nam de huiswerken mee. Haar inventaris klopte helemaal, maar ze had zin om terug naar Draco te gaan. Dat was zoveel fijner dan in de stafkamer rond te hangen.
"Tot ziens," zei ze tegen Lupos en ze verliet de stafkamer.
Lupos keek haar fronsend na terwijl ze de kamer verliet. Hermelien was nogal veranderd. Ze was de laatste tijd erg teruggetrokken, zei amper een woord tegen haar collega's en als er een discussie was, nam ze er niet in deel. Ze isoleerde zichzelf voortdurend en verliet amper de kerkers. Lupos kon zich niet herinneren wanneer ze de laatste keer Zweinstein had verlaten. Ze was in al die maanden dat ze leerkracht was slechts één keer weggeweest: naar het Kerstfeest in het Nest. Dat was niet normaal, vond Lupos. Hij was een weerwolf, maar zelfs hij isoleerde zich niet in zo'n grote mate.
Lupos bedacht iets en liep de stafkamer uit, Hermelien achterna.
Het was in de Grote Hal dat hij Hermelien weer richting de kerkers zag lopen en hij riep haar naam. Hermelien draaide zich verrast om en wachtte.
"Hermelien," zei Lupos snel. "Ik wilde je nog wat vragen."
Hij stapte naar haar toe en Hermelien keek hem nerveus aan. Zou hij iets gemerkt hebben aan haar?
"Komende zaterdag is er in de Drie Bezemstelen een Bal. Tonks en ik zullen er zijn. Ik vind dat je ook moet komen."
Hermelien haalde haar wenkbrauwen op en keek Lupos verrast aan. Dat was vreemd. Lupos had nog nooit zo een voorstel gedaan.
"Je zit anders altijd maar op Zweinstein... Ook met Nieuwjaar ben je hier gebleven. De Witte Wieven komen trouwens optreden. En het kan nooit kwaad, misschien leer je nog eens iemand kennen."
Hermelien was geraakt door de bezorgdheid van Lupos, maar voelde zich ook ongemakkelijk. Ze wilde niemand anders leren kennen. Ze had Draco al. En ze kon niet een avondje uitgaan, wetende dat Draco in zijn eentje in de Geheime Kamer zou zitten.
"Ik weet het niet," zei Hermelien aarzelend. "Ik hou niet zo van die feestjes..."
"Je moet het eens proberen!" zei Lupos en hij glimlachte vriendelijk. "Tonks en ik gaan al jaren na elkaar. Of toch die jaren dat het geen volle maan is... Het is een jaarlijkse traditie in de Drie Bezemstelen: de week voor Valentijn is er dan telkens een Gemaskerd Bal."
Hermeliens hart maakte opeens een sprong.
"Gemaskerd?" herhaalde ze en haar ogen werden groot.
"Ja," knikte Lupos. "En ze versieren de Drie Bezemstelen en iedereen is in Galagewaad. Heel gezellig. En niet te duur ook niet!"
Hermelien glimlachte en ze bedacht een plan.
"Klinkt wel leuk! Misschien kom ik wel, met een vriend of zo..."
"Ja, dat zou tof zijn. Nu, je ziet maar... Maar het zou fijn zijn als je ook zou komen."
Hermelien knikte en ze kon een glimlach niet onderdrukken.
"In orde. Bedankt om het voor te stellen."
Lupos lachte.
"Graag gedaan. Ik hoop dat je komt!"
"Ik ook..." zei Hermelien stil. "Ik ook."
Hermelien landde met een sprong op het platform en keek om zich heen. Was ze misschien te vroeg? Meestal stond Draco al op haar te wachten, maar alle platformen leken leeg. Er brandden ook maar een drietal toortsen in de Kamer. Zo duister had Hermelien het nog niet vaak meegemaakt.
Behalve de toorts die op het platform brandde waar ze was geland, brandden er nog twee toortsen op een hoger gelegen platform. Hermelien was er nog nooit geweest. Ze ging op een houten schijf staan die niet groter was dan een bord en zich op de hoek van haar platform bevond en nam haar toverstaf in de hand. Ze maakte een zweepachtige beweging naar het platform waar de twee toortsen brandden en de schijf bewoog zich erheen.
Draco had haar geleerd hoe ze zelf die spreuken kon gebruiken. Hij vertrouwde haar ermee. Een vreemde tovenaar zou niet van platform tot platform weten te geraken zonder een bezem te gebruiken.
Hermelien voelde zich nog steeds vereerd door de manier waarop Draco haar in vertrouwen nam en met haar zijn geheimen deelde. Hermelien vond het heerlijk als hij de tijd nam om haar iets nieuws aan te leren en volgens haar vond Draco het ook fijn om haar aandacht te krijgen. Ze vroeg zich enkel af hoe lang het nog zou duren voordat hij haar niets nieuws meer zou kunnen aanleren. En ze vroeg zich af of ze wel iets anders te bieden had dan haar aandacht.
Hermelien stapte op het platform af en liep naar de zwarte tent. Ze deed de doeken voor de ingang opzij en stapte langzaam naar binnen.
"Draco?" vroeg ze stil en haar ogen keken rond in de duistere ruimte.
Draco zat op zijn knieën voor een laag tafeltje, met zijn rug naar haar toe. Hij had een wit hemd aan over zijn zwarte broek en zijn haren waren, uitzonderlijk, in een staart gebonden met een zwart lint.
Op het tafeltje stonden enkele witte kaarsen en een witte roos lag in het midden.
"Hermelien," zei Draco schor, alsof ze hem net wakker had gemaakt. "Is het al zo laat?"
"Niet later dan anders..." reageerde ze stil, niet zeker welk ritueel ze hier had verstoord.
Draco draaide zich even om en keek haar aan, onzeker wat hij nu moest doen. "Zet je er even bij," stelde hij voor en hij schoof een beetje op. Hermelien ging op haar knieën naast hem zitten en keek naar de kaarsen en de roos. Ze wilde hem vragen wat hij was aan het doen, maar hij was haar voor.
"Het is vandaag exact tien jaar geleden dat mijn moeder is gestorven," zei hij rustig, zijn blik gefixeerd op de roos. "Ik probeer haar te herdenken."
Hermelien knikte. Ze kon zich Narcissa Malfidus herinneren. Ze had haar enkele keren gezien op de Wegisweg en op Perron 9 3/4e. Hermelien had haar nooit gemogen, want Narcissa had Hermelien altijd even vuil aangekeken. Maar daar wilde ze Draco momenteel niet aan herinneren.
"Ik weet dat ze niet bepaald tolerant was tegenover modderbloedjes," zei Draco op een verontschuldigende toon. "Maar ze was niet slecht. Ze heeft nooit iemand wat misdaan, niet zoals mijn vader... Ze hield erg veel van me en heeft altijd geprobeerd me te beschermen. Ik had enkel gewild dat ik dat had beseft voor ze stierf."
Draco zag er ellendig uit en Hermelien had met hem te doen.
"Weet je hoe ze gestorven is?" vroeg hij, maar hij wachtte niet op Hermeliens antwoord. "Ze is gestorven in Wick, waar ze zich had schuilgehouden nadat ze had gehoord dat ik was gevlucht... Ik denk dat Sneep haar op de hoogte had gebracht, de avond dat ik was gevlucht. Ze heeft zich maandenlang van dorp naar dorp verplaatst en uiteindelijk hebben ze haar gevonden in een oude schuur in Wick. Voldemort is in eigen persoon erheen verdwijnseld en heeft haar zolang gecruciod tot ze lam was van de pijn en haar brein zodanig beschadigd was dat ze niet meer kon denken. De Dooddoeners die erbij waren, waren tegen die tijd zo verveeld dat Voldemort ze toestond het dorp in te trekken en daar hebben ze toen vierendertig Dreuzels afgemaakt. Toen Voldemort merkte dat ze geen besef meer had en niet wist wat er gebeurde, niet wist dat ze gefolterd werd door de Duistere Heer, heeft hij haar vermoord en haar lichaam achtergelaten, waarna hij de schuur in brand heeft gestoken en het Duistere Teken erboven heeft nagelaten."
Draco zweeg abrupt en toen Hermelien hem aankeek zag ze de tranen in zijn ogen.
"Als ik niet was gevlucht, had zij niet moeten boeten," snikte hij opeens. "Ze is gestorven door mijn schuld."
Draco schokte terwijl hij stille tranen weende en zijn handen voor zijn ogen sloeg en Hermelien omhelsde hem snel, terwijl er vreemdgenoeg ook tranen in haar ogen kwamen. Het was de eerste keer dat hij die gedachtengang met iemand kon delen en hij schaamde zich voor zijn laffe gedrag.
"Ze is niet gestorven door jouw schuld," zei Hermelien even schor als dat hij zijn verhaal tegen haar had gedaan. "Ze is gestorven door Voldemorts schuld. Niet door jouw schuld."
"Als ik niet had..." begon Draco terwijl hij de omhelzing met Hermelien brak, maar ze stopte hem onmiddellijk.
"Mijn ouders zijn vermoord geworden door Dooddoeners," zei ze hard en Draco zweeg. "Ze zijn vermoord geworden omdat Voldemort wist dat hij me zo kon treffen. En dat is Voldemorts schuld. Niet mijn schuld. Door hem niet te helpen, heb ik meegeholpen aan zijn val. En dat geldt ook voor jou. Jij hebt Voldemort ook niet geholpen. Als straf heeft hij van ons beiden wezen gemaakt."
Haar stem klonk bitter terwijl ze die laatste zin zei en Draco keek haar lang aan.
"Het is niet onze schuld dat ze vermoord zijn geworden," zei ze met een stem die zelfzeker klonk, maar met een trillende onderlip en ogen die verraadden dat ze zich niet zo zeker voelde. "Hij probeerde ons enkel een schuldgevoel te geven."
Draco omhelsde ditmaal Hermelien en hij voelde haar snikken tegen zijn schouder.
"Volgens mij is hij daarin geslaagd," fluisterde Draco bitter en zijn blik werd harder en zijn tranen bleven weg.
Hermelien kwam los uit zijn omhelzing en keek hem in zijn ogen aan. Ze stonden weer redelijk kil en Hermelien kon niet anders dan denken aan Lucius Malfidus, zeker door de manier waarop Draco's haren nu ook waren samengebonden.
"Je vader is gestorven in Azkaban, toen de Dooddoeners probeerden Azkaban over te nemen?"
Draco knikte.
"Dat was enkele maanden voordat mijn moeder stierf. Als Voldemort had voorzien dat het Ministerie bereid was geweest hun eigen gevangenis op te blazen, had hij het niet geprobeerd. Dat was een harde klap voor hem. Hij is enkele van zijn trouwste Dooddoeners verloren in dat incident. Kennelijk had hij nadien niet meer dan een handvol Dooddoeners over."
Draco dacht even aan Sneep, die ook zijn leven had gelaten in datzelfde incident. Hij voelde even met zijn hand in zijn zak en de zwarte onyxsteen die Sneep hem had gegeven voelde koud aan.
Als Sneep die steen had gehad, had hij misschien het incident overleefd... Maar het was Sneeps keuze geweest om Draco de steen te geven. Niets had hem nog kunnen redden.
"Het maakte de strijd tegen Voldemort, een paar maanden later, voor ons wel gemakkelijker..." zuchtte Hermelien, "Maar ook onschuldige tovenaars lieten hun leven in Azkaban. Het was gewoon een harde tijd..."
"Een te harde tijd," verzuchtte Draco en hij stond recht en veegde even door zijn ogen. "We waren te jong om te begrijpen wat er allemaal gebeurde."
"Niet te jong," sprak Hermelien hem tegen terwijl ze ook rechtstond en haar tranen droogde. "Te onschuldig. Het was allemaal te duister. Het overtrof onze ergste nachtmerries."
Draco nam de kaarsen van het tafeltje af en blies ze één voor één uit.
"Gelukkig is die tijd voorbij," zuchtte Hermelien terwijl ze Draco bekeek. Hij zag er nog steeds ellendig uit terwijl hij voor haar op de tent uitliep.
Hermelien volgde hem en vroeg zich af of het nu een goed moment was om over het Gemaskerd Bal te praten. Maar door het gesprek van net had ze daar opeens helemaal geen zin meer in.
"Soms zou ik gewoon willen dat ik hier weg kon," zuchtte Draco terwijl hij de toortsen in de Geheime Kamer aandeed met zijn toverstaf.
Hermelien was even verrast van die opmerking, aangezien dit bijna klonk alsof Draco een uitnodiging naar een Gemaskerd Bal zou verwelkomen.
"Wat zou je dan willen doen?"
"Ik weet het niet," zei hij terwijl hij zijn schouders ophaalde. "Wat gaan wandelen... Of ergens gaan eten... Gewoon, weggaan. Al was het maar voor even. Om eens ergens anders aan te denken."
Draco zette zich op de rand van het platform en Hermelien ging snel naast hem zitten, wetende dat dit de ideale gelegenheid was om hem haar voorstel te doen.
"Mag ik je wat vragen?" vroeg Hermelien direct en Draco keek haar even vreemd aan.
"Natuurlijk," zei hij, een beetje beledigd dat ze het hem niet onmiddelijk durfde te vragen.
Hermelien glimlachte verontschuldigend.
"Zaterdag is een Gemaskerd Bal in de Drie Bezemstelen. Zou je met me mee willen gaan?"
Even leek het alsof iemand Draco met een hamer op zijn hoofd sloeg, maar na een paar secondes realiseerde hij zich dat ze geen grap zat te maken. Hij staarde haar met grote ogen aan.
"Wat?!" vroeg hij verschrokken en Hermelien zag de angst in zijn ogen.
"Het is gemaskerd, iedereen draagt er een masker en je zou er echt niet opvallen. Ik zou heel graag met je willen gaan, dan ben je ook eens weg en het is niet onveilig voor je."
"Maar... Wat als er Schouwers zijn?" bracht Draco er snel tegenin.
"Die zijn er dan ook enkel om te feesten," probeerde Hermelien hem snel gerust te stellen. "Ik weet dat Tops er zal zijn, maar zij gaat met Lupos mee. En ik ben ook een Schouwer, ze zullen je heus niet wantrouwen."
Draco schoof ongemakkelijk een beetje naar achteren. Hij kreeg al spijt dat hij had gezegd dat hij eens weg wilde. Misschien wilde hij dat wel, maar de gedachte alleen al joeg hem schrik aan. "Ik ga enkel als jij meegaat," voegde Hermelien er stil aan toe.
Draco slikte en keek Hermelien aan. Haar ogen keken hem haast smekend aan en hij realiseerde zich dat Hermelien, doordat ze altijd bij hem was, nooit Zweinstein verliet.
"Als je wil gaan, hou ik je niet tegen," zei Draco. "Maar ik kan het niet riskeren."
"Helemaal alleen naar het Bal? Ik wil net met jou gaan!" drong Hermelien aan.
"Dan vraag je maar iemand anders," reageerde Draco afwijzend. "Iemand die niet gezocht wordt door het Ministerie en iemand die aan het eind van de avond zijn masker kan afzetten zonder dat de menigte flauwvalt."
"Ik wil niet iemand anders vragen!" reageerde Hermelien geïrriteerd. "Ik wil met jou gaan. Alleen met jou!"
Draco zweeg even en keek Hermelien wantrouwend aan.
"Waarom alleen met mij?"
Hermelien wendde snel haar blik af.
"Die vraag is niet eerlijk," zei ze stil.
"Hoezo niet?"
Hermelien keek Draco aan, maar ze kon hem niet zeggen wat ze dacht. Ze wist eindelijk zeker wat ze voor hem voelde, maar ze zou geen leven lang opgesloten kunnen blijven in Zweinstein. Tegelijkertijd kon ze hem geen schuldgevoel aanpraten. Omdat hij Zweinstein niet kon verlaten, kon zij net niets met hem beginnen. Dat hoefde hij niet te weten.
Hermelien stond recht, draaide zich om en wandelde naar de versteende mantel waarop ze naar de Kamer gekomen was.
"Ik had het je niet moeten vragen," zei ze versuft. "Ik ga naar mijn kamer."
Draco sprong opeens recht en rende haar achterna, hij nam haar bij haar hand en draaide haar naar zich toe. Zijn hart leek wel te kloppen in zijn keel en hij hield haar polsen stevig vast, maar ze verzette zich niet al wilde ze in feite niets liever dan de Kamer verlaten.
"Waarom wil je alleen met mij naar het Bal gaan?" vroeg Draco met een verschrokken uitdrukking op zijn gezicht.
Waarom had ze dat gezegd? Enkel hem... Wilde ze daarmee zeggen dat ze iets voor hem voelde? Of deed ze het voorstel enkel omdat ze dacht hem zo te kunnen plezieren?
Hermelien ontweek zijn blik en zei niets.
"Waarom zei je dat, Hermelien?" vroeg hij en nu was het zijn stem die bijna smeekte.
Het maakte niets uit, wist Hermelien. Haar antwoord op die vraag zou niets veranderen en zou hem enkel aan haar binden.
"Het is beter als je het antwoord niet weet," zei Hermelien stil en Draco's greep om haar polsen werd zwakker.
Hij keek haar met een zwak hoofd na hoe ze de Geheime Kamer verliet.
Draco kon die nacht niet slapen. Er spookten zoveel vragen door zijn hoofd. Was Hermelien misschien verliefd op hem? Had hij ja moeten zeggen toen ze hem vroeg naar het Gemaskerd Bal te gaan? Zou ze nog ooit terugkomen of hadden ze door die ruzie in feite vaarwel gezegd?
Draco had zich al vele jaren niet meer zo ellendig gevoeld. Het was alsof iemand zijn keel dichtkneep.
Maar tegelijkertijd voelde hij ook een vreemde sensatie in zijn maag, een hoop die enkel leek te groeien en al snel kwamen droombeelden in zijn hoofd van Hermelien die hem alleen haar aandacht gaf, te midden van alle mensen in de Drie Bezemstelen. Hermelien die met hem aan een hand liep. Hermelien die hem kuste.
Draco sprong uit zijn bed en zocht een stuk perkament en een veer. Hij wist dat hij nooit voor altijd de Geheime Kamer zou kunnen verlaten, maar als hij door één keer de Kamer te verlaten Hermelien gelukkig zou maken, moest hij het risico nemen gevangen te worden. Eén mooie avond met Hermelien was meer waard dan een leven alleen in de Geheime Kamer.
Hij wilde geen tijd aan veel woorden verspillen, bang dat ze verkeerd zouden zijn en Hermelien zouden afschrikken of het verkeerde beeld van zijn gevoelens voor haar zouden weerspiegelen. Bondig schreef hij op het briefje:
"Zaterdag verwacht ik je na zonsondergang aan het Meer, waar we de laatste keer hadden gesproken. Ik hoop je daar te zien."
Hij rolde het stukje perkament op en haastte zich naar de Kerkers.
Onzeker sloeg Hermelien haar mantel om zich heen voordat ze haar kamer verliet. Ze had er een vreemd gevoel bij gehad toen ze zich had klaargemaakt voor het Gemaskerd Bal. Nadat ze Draco's briefje had gelezen, was ze een beetje verrast geweest door de beknoptheid ervan. Ze wist niet eens zeker of Draco wel naar het Gemaskerd Bal wilde gaan, al vermoedde ze van wel, anders zou hij niet met haar hebben afgesproken op zaterdagavond, bij het Meer.
Toch hoopte ze dat hij het niet enkel voor haar deed. Maar ze vreesde een beetje dat ze hem geen andere keuze had gelaten en nu voelde ze zich schuldig.
Ze controleerde of haar masker in haar tas zat en deed de deur van haar kamer dicht. Op haar weg naar buiten kwam ze niemand tegen. De meeste studenten zaten in hun leerlingenkamers, zeker nu dat er gisteren een behoorlijke portie sneeuw was gevallen. De hele dag waren er sneeuwballengevechten geweest bij het Grote Meer, maar nu zaten de studenten zich te warmen bij het vuur in hun leerlingenkamers.
Er waaide een koude wind rondom het meer en Hermelien deed haar handen onder haar mantel en trok de mantel wat hoger, zodat ze het niet te koud kreeg rond haar nek.
Het duurde even voordat ze op de afgesproken plek was en ze zag de zon langzaam tot achter de bergen bij het meer dalen. Ze was nog wat te vroeg en keek onwennig om zich heen.
Opeens verschrok ze zich terwijl iemand met een plof naast haar landde en ze sprong achteruit. Draco kwam snel terug recht en streek zijn donkerblauwe mantel weer glad. Hermelien zag dat hij onder zijn mantel een even blauw kostuum aan had, afgewerkt met zilveren kant.
"Hoi," zei Draco zwakjes, niet zeker wat hij Hermelien moest zeggen.
"Je ziet er knap uit," glimlachte Hermelien en Draco was even zo van zijn stuk dat hij enkel dom kon knikken daarop.
"Euh, jij ook," reageerde hij snel.
"Zullen we dan maar vertrekken?" stelde Hermelien voor.
Draco knikte weeral en voordat hij naar het pad kon wandelen, dat een tiental meter verderop in het bos lag, voelde hij opeens hoe Hermelien haar hand op zijn arm legde. Hij bedacht zich dat hij haar zijn arm had moeten aanbieden en werd er even pijnlijk aan herinnerd hoezeer hij had verleerd om rekening te houden met anderen en hoffelijk te zijn. Hij hoopte dat er niet meer van die momenten zouden volgen die avond.
Het was koud op het pad naar Zweinsveld en de sneeuw kraakte onder hun voeten. Draco's handen trilden, al was het buiten niet zoveel kouder dan het was in de Geheime Kamer en hij realiseerde zich dat ze trilden omdat hij zenuwachtig en angstig was nu hij voor het eerst in vele jaren naar een groot feest ging. Hij moest wel erg stom zijn geweest toen hij had besloten de Kamer te verlaten, maar hij besefte zich met een blik op Hermelien dat hij het voor haar had gedaan. Ze had haar haren mooi opgestoken en ze zag er beeldschoon uit. Draco voelde even kriebels in zijn maag en probeerde zich te concentreren op het pad dat ze volgden tot Zweinsveld.
Aan de poorten waar ze het terrein van Zweinstein achter zich zouden laten, bleven ze even staan.
"Ben je hier helemaal zeker van?" vroeg Hermelien voorzichtig.
Draco knikte. Zijn knieën knikten ook. Zijn hand gleed in zijn zak en hij voelde aan een gladde, zwarte steen, die hij jaren geleden van Sneep had gekregen. Hij bad dat de steen zijn werk zou doen en hem zou beschermen, maar de steen voelde enkel ijskoud aan en hij glimlachte zwakjes bij de onwaarschijnlijke gedachte dat hij nu écht in zo'n bijgeloof vertrouwde.
Hermelien deed haar tas open en haalde er een maskertje uit en deed dit aan.
"Het is beter als ik je niet bij je naam noem. Als iemand vraagt hoe ik je ken, laat mij dan het woord doen. Ik zal vertellen dat je een buitenlandse toverdrankexpert bent waarmee ik al enkele maanden correspondeer."
Draco knikte.
"Kan ik niet beter een valse naam nemen?"
Hermelien dacht even na.
"Wat vind je zelf leuk?"
Draco grijnsde opeens terwijl hij zich een naam bedacht.
"Pino."
Hermelien trok haar wenkbrauw op en begon te lachen toen ze Draco's grijnzende gezicht zag.
"Is dat niet een Italiaanse naam?"
"Ik denk het."
"Maar je ziet er helemaal niet Italiaans uit, met je witte haren!"
"Ik kan nog steeds zeggen dat het van een mislukt experiment komt," bedacht Draco.
"Goed," knikte Hermelien. "Maar laat mij het woord doen. Jij hoort Italiaans te zijn en weinig Engels te spreken."
"Si," glimlachte Draco en Hermelien duwde hem plagend voordat ze weer zijn arm nam.
Ze wandelden de straten van Zweinsveld door en Draco keek om zich heen.
"Is Pluimplukker niet meer?" vroeg Draco terwijl hij naar een lege etalage keek waarin het krioelde van de spinnenwebben en een oude omgevallen vogelkooi het huis was van een spin zo groot als Draco's vuist.
"Nee, hij is verhuisd naar de Wegisweg. Enkele Franse tovenaars hebben enkele jaren geleden de winkel overgekocht, maar kennelijk zaten ze zodanig in de schulden met hun winkel in Marseille dat ze hier nog niet konden beginnen. De zaak staat al leeg van het eerste jaar dat ik voor Schouwer studeerde."
Draco knikte en keek nog meer om zich heen. Toen ze een Zwerkbalzaak passeerden keek Draco met grote ogen naar de bezemstelen die er tentoon gesteld waren en Hermelien voelde rillingen over haar rug lopen. Hij had zoveel gemist in die tien jaar dat hij in de Kamer had gezeten en Hermelien kon zich niet voorstellen hoe het was om dan opeens terug over de straten van Zweinsveld te lopen en allerlei voorwerpen en meer te zien in de etalages waarvan hij niet eens wist dat ze ondertussen waren uitgevonden.
Een oude, kleine tovenaar passeerde hen en glimlachte en Hermelien voelde hoe Draco gespannen haar hand in zijn arm knelde. Naarmate ze de Drie Bezemstelen naderden, passeerden er meer mensen, sommigen gemaskerd en anderen niet en de muziek die ze vanuit de Drie Bezemstelen hoorden komen werd steeds luider.
"Maak je niet ongerust, ik ben bij je," zei Hermelien zacht terwijl ze de deur van de Drie Bezemstelen naderden en Draco glimlachte, al voelde hij tegelijkertijd alle zenuwen door zijn lichaam razen.
Draco en Hermelien stapten de Drie Bezemstelen binnen en kwamen terecht in een klein halletje, dat er normaalgezien nooit was maar was bijgebouwd voor het Bal. Een jonge tovenaar in een keurig zwart galagewaad boog toen ze binnen kwamen en bood aan om hun mantels te nemen. Hermelien liet haar mantel aan de jongen over en zag hoe Draco daarna met trillende hand zijn mantel aan de jongen gaf.
Zonder mantel voelde Draco zich onbeschermd en was hij bang dat hij nog gemakkelijker te herkennen zou zijn. Hermelien nam zijn trillende hand vast en kneep er zachtjes in. Draco keek haar aan en zag nu pas wat een prachtige jurk ze aan had. De jurk was gebroken rose van kleur en was van het elegantste satijn gemaakt. De jurk kwam tot net boven haar schoenen en viel los en soepel rond haar benen, maar was strakker rond haar middel en werd met een dun lint rond haar nek bijeen gehouden.
Voor één keer was het voor Draco overduidelijk wat hij moest zeggen.
"Je ziet er beeldschoon uit," fluisterde hij en Hermelien moest blozen onder haar masker.
"Zullen we?" vroeg Hermelien en ze nam zijn arm en wandelden samen naar binnen. Er was een aardige menigte verzameld en allen droegen ze maskers en prachtige gewaden en jurken. Draco had het gevoel dat hij aangekeken werd, maar was tegelijkertijd gerustgesteld dat hij niet opviel omdat hij een masker droeg.
Ook Hermelien keek om zich heen, maar leek niet echt iemand te herkennen, totdat ze op de dansvloer een vrouw met knalrose haren zag dansen op een waltz, in de armen van een man met een donkerrood gewaad die grijze stroeven haar in zijn bruine haren had.
Hermelien grijnsde en porde Draco even voordat ze wees.
"Tops en Lupos," glimlachte ze en voordat Draco iets zei draaide hij zich snel met hun rug naar hen om.
"Hebben ze mij gezien?" fluisterde hij en er was een beetje paniek in zijn stem te horen.
Hermelien fronste.
"Ze zullen je niet herkennen! Ze zouden mij niet eens herkennen met een masker!"
"Maar ze kennen mij!" sputterde Draco tegen. "Ik heb bij Lupos in de klas gezeten en Tops is familie!"
"Familie die je zelden hebt gezien," bracht Hermelien ertegenin.
"Maar toch, familie, Hermelien! Wie weet herkent ze mij!"
Draco leek iedere minuut meer gespannen te worden en Hermelien wilde hem geruststellen, maar merkte dat het haar niet zou lukken met enkel haar woorden.
Zonder te aarzelen greep ze hem na de waltz bij zijn pols en trok ze hem met haar mee. Ze voelde hoe hij zich niet durfde te verzetten en haar volgde. Ze zag hoe Tops en Lupos een glas punch namen en tikte hen beiden op de schouders.
Ze draaiden zich om en Hermelien glimlachte.
"Jullie weten toch dat het op een gemaskerd bal de bedoeling is onherkenbaar te blijven? Of wil je beweren dat je dacht dat iedereen met rose haren zou rondlopen, Tops?"
Tops begon te grijnzen toen ze Hermeliens stem herkende en Lupos grinnikte.
"Nou ja, het paste bij mijn jurk," verontschuldigde Tops zich terwijl ze wees op haar knalrose jurk die tot aan haar knieën kwam en waaronder ze iets donkerder rose laarzen droeg.
Lupos keek nieuwsgierig van Hermelien naar Draco, die gespannen achter haar stond en oogcontact vermeed.
"Ik ben blij dat je bent gekomen, Hermelien," zei Lupos vriendelijk. "Wil je ons voorstellen?"
Draco vond dat Hermelien opmerkelijk kalm bleef terwijl ze met Lupos en Tops sprak.
"Natuurlijk. Dit is Pino, een goede vriend van me. Hij is een Italiaanse toverdrankmeester en ik correspondeer al een hele tijd met hem. Dit zijn Lupos en Tops."
Draco had ontzag voor de Zwadderaarse manier waarop Hermelien wist kalm te blijven terwijl ze die leugens vertelde. Ze had vast en zeker zitten oefenen. Hij knikte vriendelijk tegen Lupos en Tops, al wist hij niet of het wel natuurlijk overkwam.
"Italië?" vroeg Tops geïnteresseerd aan Draco. "Waar precies in Italië?"
Draco antwoordde abnormaal snel, uit angst dat hij niet vlot zou lijken.
"Venetië."
Lupos knikte vol ontzag.
"Een mooie stad, van wat ik heb gehoord. Je zal wel geen moeite hebben gehad om aan een masker te komen."
Draco fronste even omdat hij niet meteen de referentie snapte, maar bedacht zich toen dat Venetië bekend stond om de Venetiaanse maskers en hij probeerde kalm en intelligent te knikken.
Hermelien onderbrak het gesprek voordat Lupos weer een vraag kon stellen.
"Als jullie me willen excuseren, het is niet iedere dag dat Pino in Zweinsveld is en ik zou graag zijn danskunsten op de proef willen stellen voordat hij terugkeert naar Venetië."
Hermelien glimlachte vriendelijk en Lupos en Tops knikten begrijpend terwijl Hermelien Draco op de dansvloer sleepte.
Lupos nipte bedenkelijk van zijn glas punch en Tops leek ook hard na te denken.
"Hij ziet er knap uit," gaf Tops toe en Lupos keek haar met een opgetrokken wenkbrauw aan.
"Hij draagt een masker," merkte Lupos een beetje overbodig op.
"Ja, oké, inderdaad. Maar hij ziet er sterk uit. Brede schouders, slanke taille... Hermelien mag van geluk spreken als ze hem kan strikken..."
"Ben je er zeker van dat ze hem nog niet heeft gestrikt?" mompelde Lupos stil terwijl hij zag hoe de jongen onwennig zijn hand op haar heup legde en Hermelien zonder te aarzelen haar hoofd op zijn borst legde terwijl de band een slow foxtrot begon te spelen.
Tops keek hem vragend aan, maar Lupos durfde zijn idee niet weg te wuiven.
"Ze zag er zo zelfzeker uit. Ik heb haar al lang niet meer zo gezien... Ze leek zo trots dat ze hem aan ons kon tonen..."
Tops keek Lupos met een glimlach aan en nam zijn hand vast.
"Ontwikkel je vadergevoelens, Remus?"
Remus keek Tops snel aan en glimlachte. Hij bracht haar hand naar zijn mond en gaf haar een snelle kus.
"Ik hoop gewoon dat het haar lukt om bij hem geluk te vinden. Je weet dat ik mijn vrienden graag gelukkig zie, Tops."
"Weet ik," glimlachte ze. "Daarom heb ik je zo graag."
De muziek leidde Draco van de éne lang vergeten dans naar de andere en zoals Hermelien hem had gerustgesteld had hij ze nog niet allemaal verleerd, maar toch kostte het hem veel moeite om niet te struikelen of op Hermeliens voeten te staan. Hij werd constant afgeleid door de geluiden om hem heen, het lawaai dat de andere genodigden maken, het geschuifel van voeten, de valse noot die onvermijdelijk nu en dan door de band werd gespeeld. Maar ook de kleurrijke versiering, de uitdagende gewaden die om hem heen draaiden en de vele ogen die achter hun maskers Draco leken aan te staren brachten hem lichtjes van slag en hij sloot zijn ogen om zoveel mogelijk prikkels buiten te sluiten.
Hermelien keek naar hem op en zag dat hij het moeilijk had. Ze hielden op met dansen en zonder iets te zeggen gingen ze beiden aan de kant zitten.
Een magisch dienblad zweefde rond en Hermelien nam twee glazen punch eraf en bood Draco eentje aan. Dankbaar dronk hij een slokje en het leek hem iets te kalmeren.
"Je doet het goed," glimlachte Hermelien. "Ik ben erg trots op je."
Draco glimlachte voorzichtig terug en dronk daarna nog een slokje van zijn glas.
De band hield opeens op met spelen en Rosmerta baande zich het kleine podium op. Ze was de enige persoon die geen masker droeg.
Draco keek haar met grote ogen aan. Ze had meer rimpels dan de laatste keer dat hij nog in Zweinsveld was geweest en ze begon grijze haren te krijgen.
"Ze is ouder geworden," merkte hij op.
"Wij allemaal," grijnsde Hermelien.
Met een elegante buiging groette madame Rosmerta het publiek.
"Welkom allemaal bij het vierendertigste jaarlijkse Gemaskerde Bal! Ook dit jaar kunnen we jullie entertainment van de bovenste plank bieden! Onze genodigden zijn ondertussen vaste klant aan huis... Ik introduceer met plezier... De Witte Wieven!"
Het publiek applaudisseerde luid en de zevenkoppige tovenaarsrockband Verschijnselde opeens met instrumenten en alles op het podium terwijl Rosmerta de trapjes voor het podium afliep en terug naar haar vaste plek achter de bar verdween.
De Witte Wieven gooiden meteen alle remmen los en begonnen hun optreden met hun nieuwste hit "Kleuren van het Fenikslied". De dansvloer werd zo mogelijk nog drukker dan voorheen en Draco en Hermelien bleven aan de kant zitten om het werk van de Witte Wieven te bewonderen.
Af en toe gaven ze een opmerking over een goede gitaarsolo of een knappe actie van de lead-zanger, die ondanks de vele jaren nog steeds één van de lenigste tovenaars in de Britse gemeenschap was en dit demonstreerde door flips te maken in het midden van het podium of op anatomisch onmogelijke manieren de microfoon vast te nemen, maar ze bleven aan de kant van de zaal toekijken in plaats van zich tussen het volk te mengen en mee te dansen.
Een uur passeerde en Hermelien en Draco keken vanaf de kant toe, totdat Hermelien opeens de eerste noten herkende van "Magic Works".
"Weet je nog hoe ze dat speelden in ons vierde jaar?" vroeg ze glimlachend en Draco knikte, maar voordat hij iets kon zeggen stond Hermelien al voor hem en trok ze hem aan zijn handen mee.
"Eén dans," fluisterde Hermelien in zijn oor en hij knikte zwakjes terwijl hij zijn handen in haar zij legde en ze met haar handen op zijn schouders haar hoofd onder het zijne liet rusten.
Draco slikte.
"Wees dapper," dacht hij in zichzelf. Dit moment was te speciaal om te verbreken. Hij durfde het aan om met gesloten ogen verder te dansen en voor even de rest van de wereld te vergeten.
Hermelien kon het gevoel niet beschrijven, maar dat maakte het net zo magisch...
Toen het liedje na enkele minuten gedaan was, keken ze elkaar even aan, waarna Hermelien opeens nerveus wegkeek.
"Ik zal anders wat drinken halen, oké?" En met die woorden ging ze op zoek naar een zwevend plateau met drankjes.
Draco wilde terug gaan zitten, maar voelde zich even duizelig worden. Hij botste tegen iemand op, een man met een groot zwart masker.
"Kijk uit waar je loopt!" zei de man lastig en de stem echode in Draco's hoofd.
"Niet zo grof zijn, Tom," echode een hoge vrouwenstem nu in zijn hoofd. Alle stemmen om hem heen leken luider te worden en toen het volgende lied begon, leek het alsof Draco's hoofd kon exploderen.
Hij liep naar een tafeltje en hield zich vast, want het leek alsof de hele ruimte begon te draaien. De maskers namen vreemde vormen aan en de kleurrijke gewaden maakten hem misselijk. Hij had het idee dat hij geen lucht kreeg en zijn hoofd werd zwaarder en zwaarder. Snel haastte hij zich de Drie Bezemstelen uit, voor hij zou flauwvallen of erger.
Toen Hermelien even later terug arriveerde op de plek waar ze eerder hadden gestaan, keek ze verschrokken rond. Waar was Draco?
Met een luid kloppend hart zocht ze rond, maar na drie minuten stelde ze vast dat Draco écht weg was. Ze vroeg haar mantel en die van Draco terug aan de ingang en liep daarna de Drie Bezemstelen uit.
Het sneeuwde en Hermelien deed de kap van haar mantel op. Ze keek op de grond en zag dat er verse sporen richting Zweinstein gingen, sporen die eruit zagen alsof iemand had zitten rennen in plaats van wandelen.
Gehaast volgde Hermelien deze sporen, Zweinsveld uit, en toen ze slechts enkele meters van de terreinen van Zweinstein was, zag ze Draco tussen enkele bomen zitten op een hoge steen, zijn hoofd in zijn handen, terwijl de sneeuw zacht naar beneden viel.
"Draco..." zei Hermelien stil terwijl ze hem naderde.
Draco keek langzaam op en gleed de zwarte steen die hij vroeger van Sneep had gekregen uit zijn handen terug in zijn broekzak. Hij hoopte dat het hem zou beschermen zolang hij niet terug in de Geheime Kamer was... Hij had niet durven terugkeren zonder Hermelien, maar had ook niet durven blijven in Zweinsveld. Hier was hij tenminste alleen en hier was het rustig.
Hermelien schudde stil haar hoofd terwijl ze dichterbij stapte. Hij had zelfs de bovenste knopen van zijn hemd open gedaan... Vast omdat hij het idee had gehad geen lucht meer te krijgen...
Ze ging voor hem staan en deed liefdevol zijn mantel om zijn nek. Ze wilde niet dat hij in deze sneeuw een verkoudheid zou oplopen.
"Het spijt me echt dat ik je hierin heb willen betrekken," zei ze langzaam. "Ik had moeten weten dat het een hele aanpassing voor je zou zijn om je in zo'n drukte en in zo'n menigte te begeven."
"Het was een slecht idee," zei Draco kort en met een stille stem.
Ze schudde ruw haar hoofd. "Ik dacht dat ik je wat zou kunnen helpen door je aan meer sociale contacten of zo te helpen... Nu zie ik pas in hoe idioot dat idee was." Hermelien's stem klonk hard tegenover haarzelf.
Draco keek Hermelien aan en liet zijn handen naar haar masker gaan en nam het langzaam van haar gezicht af.
"Je moet niet zo hard voor jezelf zijn," fluisterde Draco haar toe.
"Het is gewoon oneerlijk!" ging Hermelien verder, ongestoord door het feit dat Draco haar masker had afgedaan. "Jij verdient evenzeer een normaal leven als wie dan ook!"
"Sssst..." suste Draco haar langzaam terwijl hij zijn vinger op haar lippen legde en haar met warme ogen aankeek. Ze was écht beeldschoon. "Je bent wondermooi," fluisterde hij.
Hermelien bloosde, maar keek hem tegelijkertijd gekwetst aan. Ze was gekwetst omdat ze wist dat hij nooit haar wereld met haar zou kunnen delen.
Draco leek dat ook te beseffen en ging kalm verder. "Ik zal nooit meer normaal zijn... Niet met dit masker op mijn hoofd... Niet zonder dat masker... Zelfs als ik ooit de effecten van de verminkingsdrank ongedaan kon maken... Blijf ik wie ik ben. Ik leef niet meer in jouw wereld. De tijden zijn veranderd."
Die laatste zinnen verlieten triestig zijn mond en Hermelien schudde nogmaals haar hoofd. Nu legde zij haar handen om zijn masker en nam ze het af. Ze keek van zijn ogen naar de rest van zijn gezicht en terug en liet haar koude vingers over zijn verminkte littekens gaan.
Draco hield zijn adem in terwijl hij in haar ogen keek. Er was geen afkeer te lezen, enkel, misschien... verdriet.
"Je bént mijn wereld, Draco," fluisterde Hermelien liefdevol terwijl ze haar gezicht dichter naar het zijne bracht en voor Draco het zag gebeuren, kuste ze hem.
Voor even leek het alsof Draco's hart stopte met kloppen en vergat hij zijn ogen te sluiten of te erkennen dat ze deze kus daadwerkelijk met hem deelde, maar het volgende moment realiseerde hij zich dat ze hetzelfde voelde als hem en sloeg hij zijn armen dicht om haar heen en liet hij zich opgaan in hun eerste kus. Hij durfde zich niet af te vragen waaraan hij dit had verdiend, maar hij was dankbaar.
Vanop een afstand zag hij hoe Draco, de gevallen Dooddoener, na die lange kus zijn masker terug wilde opzetten, maar Hermelien hem met een kleine, dappere glimlach stopte. Hand in hand liepen ze door de bomen terug naar Zweinstein, terug naar waar de verschoppeling zich al die tijd had schuilgehouden.
Een briljante schuilplaats... En hij had zich lang kunnen verstoppen... Maar nu niet meer. Spoedig zouden ze oog tot oog komen.