27/08/2020, 18:05
Hoofdstuk 11: Een Duik naar het Verleden
Nerveus wachtte Draco op één van de platformen totdat Hermelien zou arriveren. Februari was nog maar net begonnen en de laatste twee weken had Draco iedere avond in het gezelschap van Hermelien doorgebracht.
Het was een vreemde sensatie voor hem. Het voelde alsof hij jaren dood was geweest en nu weer iets had om naar uit te kijken, een reden om te lachen had gevonden.
Als Hermelien 's avonds bij hem was, verbeterden ze vaak samen de huiswerken, maar Draco betrapte zichzelf er steeds vaker op dat hij soms minutenlang naar haar zat te staren terwijl hij eigenlijk huiswerken moest verbeteren.
Hij hield ongelooflijk van die momenten, maar tegelijkertijd herinnerde haar aanwezigheid hem constant aan hetgeen hij nooit zou kunnen hebben: ze zou nooit hetzelfde voelen. Haar aanwezigheid was de reden waarom hij 's ochtends goedgeluimd wist op te staan, maar ook de reden waarom hij 's avonds niet de slaap kon vatten als hij zat te piekeren over hetgeen er zich achter zijn masker schuilhield en waar zij nooit naar zou kunnen kijken zonder te gruwelen.
Zijn hart bonsde in zijn keel, zo zenuwachtig was hij, wetende dat Hermelien ieder moment kon arriveren. Iedere dag werden die gevoelens sterker en iedere dag was hij banger dan de dag ervoren als het laat was en Hermelien besloot om terug te keren naar haar kamer. Als ze dan 'tot morgen' zei, sprong zijn hart op, maar hij wist dat ze niet iedere dag dat zou zeggen. Ooit zou ze hem beu worden en zou ze niet meer zo vaak willen komen. Het was een gedachte die Draco verafschuwde, maar hij kon het haar niet kwalijk nemen.
Soms droomde hij dat ze voor eeuwig bij hem zou blijven in de Geheime Kamer, dat hij dan nooit meer alleen zou zijn, dat ze van hem hield. Maar tegelijkertijd was hij zich er al te goed van bewust dat niemand er ooit in zou slagen Hermelien opgesloten te houden. Ze zou nooit een leven lang op één plek kunnen verblijven. Al zou ze van hem houden, dan zou ze die opoffering nog steeds niet kunnen maken.
Draco schrok op toen hij in de tent van het platform waarop hij zich bevond een belletje hoorde rinkelen. Hermelien was in aantocht! Het was slechts enkele secondes later toen hij een zacht gegil hoorde dat steeds luider werd en hij grijnsde breed. Hermelien moest altijd gillen als ze via die weg kwam, maar nu had hij de weg achter de Kerkers versneld. Ze zou er nu twintig secondes sneller zijn.
Het gegil werd luider totdat hij haar door één van de pijpleidingen zag verschijnen, zwevend op een versteende mantel. De mantel stopte slechts twee meter voor Draco en Hermelien sprong, nog steeds in volle vlucht, gevaarlijk ervanaf en alles wat ze in haar armen had, voornamelijk rollen huiswerk en ingrediënten, liet ze onhandig vallen terwijl ze een rampzalige poging deed om stabiel te landen op het platform. Ze kon een botsing met het tentje vermijden, maar donderde wel achterover en viel geërgerd op de grond.
Verschrokken liep Draco naar haar toe terwijl de rollen perkament nog steeds over het platform rolden.
"De fles!", was het eerste wat Hermelien gilde en ze wees naar een blauwe, ronde fles die ze gevaarlijk dicht naar de rand zag rollen.
Draco rende naar de fles en wilde hem grijpen, maar hij was te laat en de fles viel van het platform, tientallen meters naar beneden, in het water.
Draco draaide zich onmiddelijk terug naar Hermelien, die zich uitgeput op haar rug op het platform liet vallen en hij ging snel naar haar toe en zette zich op zijn knieën bij haar neer.
"Hermelien, gaat het?" vroeg hij voorzichtig.
Hermelien opende haar ogen en keek hem dodelijk aan. Ze kwam half-rechtop en Draco zag hoe haar haren alle richtingen uit staken. De nieuwe snelheid was niet goed geweest voor haar kapsel. En kennelijk ook niet voor haar humeur.
"Hoe kan je nou die verdomde snelheid veranderen zonder iets te laten weten?" siste ze langzaam. "Ik was bijna al in de eerste bocht van het vervloekte ding gevlogen. Hoorde je me niet gillen? Kon je de spreuk niet stiller zetten?"
Draco slikte.
"Maar je gilt altijd als je via die weg komt..."
"Van plezier, Draco, van plezier!" Hermeliens ogen hadden eventjes iets krankzinnigs en ze gromde. Kennelijk was ze serieus uit haar sas. "Dat is een groot verschil! Dit was een gil van angst. Een doodskreet. Helemaal niet zo lollig!"
Hermelien stond recht, maar voelde zich plots wat duizelig en zigzagde even terwijl ze naar enkele rollen perkament liep die op het platform waren gevallen. Draco liep snel naar haar heen en hield haar aan haar arm vast, bang dat ze zou omvallen.
"Het spijt me, Hermelien, ik dacht dat je het leuk zou vinden..."
Hermelien negeerde hem, trok haar arm los en bukte zich om één van de huiswerken op te rapen. Dit was niet gebeurd als hij haar had laten weten dat hij de spreuk sneller zou zetten.
"Laat mij dat doen," zei Draco vlug en hij begon snel de rollen op te rapen.
Hermelien keek hem niet aan en negeerde hem en Draco voelde zich barslecht. Hij had haar enkel willen verrassen. Ze had hem een paar dagen eerder gezegd dat ze begon te wennen aan de snelheid van het ritje en dat de spanning er langzaamaan af was aan het gaan. Hij had haar enkel een nieuwe kick willen geven, het was nooit zijn bedoeling geweest om haar zo boos te maken.
Met de huiswerken in zijn armen liep hij naar Hermelien toe en hij zocht oogcontact met haar. Haar haren staken nog steeds wild in de lucht en haar jurk zat ook schots en scheef.
Hermelien nam de huiswerken over maar ontweek zijn blik terwijl ze zich omdraaide en de tent in liep. Ze liet de huiswerken luid op een tafel vallen en liep naar de spiegel om haar haren fatsoenlijk te doen.
Ze was serieus geïrriteerd. Ze had zich een uurtje geleden zo mooi gemaakt als ze maar kon en ze had zelfs een dure fles elfenwijn uit haar kast genomen om Draco een cadeau te geven, zodat hij ook eens iets lekkers had om te drinken. Maar nu was de fles in het water gevallen (en gezonken, want elfenwijn was zwaarder dan water en er werd geen lucht in de fles gehouden) en ze zag er vreselijk uit. Ze had er zo graag een speciale avond van willen maken, maar nu kon ze dat vergeten.
Draco was haar gevolgd en stond achter haar. Hermelien probeerde hem te negeren terwijl ze in de spiegel keek en haar haren probeerde te fatsoeneren, maar voelde zijn blik branden en ze keek hem een seconde aan.
Ze moest slikken toen ze zijn blik zag. Zo ellendig had ze hem nog nooit gezien. Hij leek niets tegen haar te durven zeggen en Hermelien schrok even van zichzelf.
Wat had ze in hemelsnaam gedacht? Hoe kon ze hem zo behandelen? Ze wist dat hij het niet kwaad had bedoeld en toch had ze niet aardig kunnen doen tegen hem.
Hermelien draaide zich langzaam om en keek hem aan. Hij leek zo gekwetst door de manier waarop ze tegen hem had gedaan. "Het spijt me" zou ook maar erg laf klinken. Voorzichtig stapte ze naar hem toe en omhelsde ze hem. Ze had helemaal niet zo gemeen willen doen.
Draco was verrast, maar tegelijkertijd voelde hij de opluchting dat ze het niet zo kwaad had gemeend en hij sloeg zijn armen ook om haar schouders. Draco leek wel te zweven op die momenten dat hij bijna kon geloven dat ze van hem was. Maar het feit dat het niet de waarheid was, was de reden waarom hij die momenten een halt toe moest roepen en haar langzaamaan los liet.
"Sorry dat ik zo op je tekeer ging," bood Hermelien haar verontschuldigingen aan, maar Draco legde zijn vinger op haar lippen voor ze meer kon zeggen.
"Dat was mijn fout. Ik had je moeten waarschuwen of je moeten opwachten achter het voorraadlokaal. Dan had ik tenminste wat kunnen helpen met spullen dragen en dan had je niet alles laten vallen."
"Nee, je kon ook niet weten dat ik meer zou meenemen dan anders..." zei Hermelien terwijl ze zijn hand voor haar lippen wegdeed en de hand vasthield zodat hij haar niet weer het zwijgen op kon leggen. "Ik vond het gewoon rot van de fles. En van mijn kapsel."
Draco keek haar een beetje vreemd aan. Sinds wanneer gaf Hermelien iets om haar kapsel?
Hermelien moest even blozen toen ze zijn vragende blik zag.
"Het was best mooi, weet je, en ik had er lang aan gewerkt en door die vreselijke wind is er nu niets meer van te zien. Daar werd ik ook boos van."
Hermelien durfde Draco niet goed aan te kijken.
Hij was verward. Waarom had ze zo lang aan haar kapsel gewerkt?
"Wat had je dan met je haren gedaan?" vroeg hij langzaam.
"Gewoon..." Hermelien probeerde nonchalant haar schouders op te halen, maar Draco zag dat ze het niet zo fijn vond om te vertellen. "Ik wilde eens wat anders."
"Waarom?"
Hermeliens hart ging steeds sneller kloppen. Ze kon niet gewoon zeggen dat ze het voor hem had gedaan... Hoe zou hij daarop moeten reageren? Ze zou zich heel ongemakkelijk voelen als hij dat zou weten.
"Daarom," zei Hermelien kort en haar toon liet duidelijk blijken dat ze er niet meer over wilde zeggen. "Maar het geeft niets. Ik vind het vooral rot van die fles elfenwijn. Kunnen we hem niet uit het water halen?"
"Elfenwijn?" Draco keek Hermelien met grote ogen aan. "Waarom had je elfenwijn bij?"
Weeral ging haar hart sneller kloppen en Draco's blik liet haar niet los.
"Ik wilde je gewoon verrassen ermee," gaf ze eerlijk toe. "Maar daar komt nu niets van in."
Draco liet haar hand los en leek even te denken voordat hij naar de huiswerken liep. De stapel was redelijk hoog, maar het was vrijdag en ze zouden niet tot maandag verbeterd hoeven te worden. Ze konden gerust eens iets anders doen dan samen huiswerken verbeteren. Daarenboven was er iets dat hij Hermelien nog nooit had laten zien...
Een vreemde grijns verspreidde zich op zijn gezicht.
"Ik heb een idee!"
Hermelien staarde ongemakkelijk in de spiegel naar haar evenbeeld. Ze voelde zich niet op haar gemak bij de gedachte dat ze kleren aanhad van iemand die al enkele eeuwen dood was. En dan waren het nog geen normale kleren, nee, het was een zwemoutfit die men in de achttiende eeuw had gebruikt tijdens een Toverschooltoernooi. Het zag er vreemd uit. Ze droeg een kort, zwart katoenen broekje met daarboven een mouwloos rood-zwart lang hemdje dat bijna even laag kwam als het broekje. Hermelien wist niet of ze er oké of hartstikke belachelijk uit zag.
"Hermelien, ben je klaar?"
"Een momentje..." riep Hermelien naar Draco, die buiten de tent stond te wachten. Ze legde de kleren die ze had uitgedaan netjes op een stoel neer en liep vervolgens de tent uit.
Draco glimlachte toen hij haar zag en Hermelien was jaloers op het feit dat hij een normale broek kon aanhouden terwijl zij archaïsche kleding moest aantrekken.
"Ik voel me niet op mijn gemak in deze kleren. Zeker aangezien de vorige eigenares tijdens dat toverschooltoernooi is gestorven."
Draco grijnsde.
"Maar dat was bij een andere opdracht... Niet de opdracht waarbij ze die kleren droeg. Daarenboven: we gaan maar gewoon even zwemmen. Er is niets gevaarlijks aan."
"Nou..." Hermelien bleef koppig. "Ik voel me nog steeds niet op mijn gemak in ze."
"Maak je niet druk. Je ziet er prachtig uit."
Hermelien slikte even en keek Draco ongelovend aan, maar hij leek zich amper bewust van wat hij net had gezegd terwijl hij op zijn knieën ging zitten en een fles met een rode vloeistof in het water uitgoot.
Hij stak zijn hand in het water en glimlachte.
"De temperatuur is goed. We hebben een klein uurtje totdat het water begint af te koelen. Je kent toch de Bubbelbolbezwering?"
Hermelien knikte.
"Mooi," glimlachte Draco en zijn hand ging naar zijn masker, maar opeens verdween zijn glimlach.
Hij besefte zich net dat hij, als hij ook de Bubbelbolbezwering moest uitspreken, dat niet kon zonder zijn masker af te nemen... Hij zou haar dan weeral met zijn gruwelijke gezicht moeten confronteren en dat wilde hij absoluut niet. Niet nu hij de laatste weken zoveel aan zelfvertrouwen had gewonnen. Als hij in haar ogen zou lezen hoe gruwelijk ze hem vond, zou het weer weken duren voordat hij zich weer op zijn gemak zou voelen. Wat moest hij nu doen?
"Wat scheelt er, Draco?" vroeg Hermelien terwijl ze haar schoenen aan de kant zette en ze merkte dat hij erg diep in gedachten verzonken was. Ze ging dichter bij hem staan en legde haar hand op zijn schouder.
Zijn onderlip trilde en hij keek Hermelien aan. Ze glimlachte naar hem. Waarschijnlijk zou ze dat niet meer doen eens hij haar vertelde dat hij zijn masker zou moeten uitdoen, dacht hij.
"Ik euh... Ik kan zelf geen Bubbelbolbezwering uitspreken zonder mijn masker af te doen..."
Zijn stem was onzeker en hij zag hoe Hermeliens ogen even groot werden, terwijl ze probeerde te verbergen dat ze liever niet zijn echte gezicht zag.
"Natuurlijk. Natuurlijk, dat begrijp ik," knikte ze en ze stapte dichter naar het water en durfde hem niet aan te kijken terwijl hij zijn masker afdeed.
Hij legde zijn masker bij zijn schoenen neer en keek even naar Hermelien. Ze leek gefascineerd door het water, maar hij wist wel dat ze gewoon probeerde te vermijden om hem aan te kijken. Die gedachte deed hem pijn, maar ze liep tenminste niet weg en hij ging dichter bij haar staan.
Hij had zijn toverstaf in zijn hand en Hermelien haalde de hare uit de zak van het zwarte broekje.
"Klaar?", vroeg hij dan maar en Hermelien knikte zonder hem aan te kijken. Ze sprongen beiden in het water.
Hermelien vond de temperatuur van het water verbazingwekkend aangenaam en sprak snel de Bubbelbolbezwering uit. Ze draaide zich naar Draco en zag dat hij hem ook had uitgesproken. Zijn gezicht was niet anders dan de vorige keer dat ze hem zonder masker had gezien, maar het gevoel dat ze in haar buik kreeg was anders dan de eerste keer dat ze hem zonder masker had gezien. Het was geen gevoel van horror, maar eerder van... Nee, dat kon gewoon niet volgens Hermelien... Maar hoe kwam het dan dat ze hem ditmaal wel kon aankijken?
Zijn blik was onzeker toen hij in Hermeliens ogen keek en ze probeerde lichtjes te glimlachen, als teken dat ze niet bang van hem was, al was het nog steeds geen aangenaam zicht.
"Waarheen?" vroeg ze zo gewoontjes als ze maar kon.
"Volg mij."
Draco verlichtte het uiteinde van zijn toverstaf en Hermelien volgde het felle licht. Ze zwommen naar beneden en Hermelien moest moeite doen om Draco te kunnen bijhouden. Hij leek erg goed te kunnen zwemmen, maar Hermelien was nooit zo sportief geweest. Ze had al jaren niet meer gezwommen.
Draco merkte dit echter al snel en wachtte tot ze bij hem was voordat hij, iets langzamer, verder zwom.
"Wat is nou de verrassing?" vroeg Hermelien nieuwsgierig en Draco glimlachte lichtjes en mysterieus.
"Dat zul je zien."
Ze zwommen steeds dieper en dieper naar beneden. Hermelien keek om zich heen, maar het was erg donker in het diepe water en Hermelien zag niet meer dan schimmen, totdat ze langzaamaan zag dat ze een beeld naderden.
"Wow!" zei Hermelien toen ze zag dat het een beeld was van een reusachtige leeuw. "Wat doet dat hier?"
"Dat is niet alles," grijnsde Draco en hij zwom alweer verder. Slechts tien meter verder stond een beeld van een raaf en iets verderop het beeld van een das. Als laatste zagen ze het beeld van een slang.
"De afdelingsdieren," zei Hermelien en ze zwom over het beeld heen. "Waarom staan deze beelden hier in de Geheime Kamer? Onder water dan ook nog?"
Draco draaide zich naar Hermelien en zijn ogen glinsterden. Hermelien had hem nog niet eerder zo stralend naar haar zien kijken, niet zonder zijn masker en weeral had ze een vreemd gevoel in haar maag.
"Ik heb een theorie... Maar daarvoor moet je eerst nog meer zien. Kom mee."
Ze zwommen verder en opeens zag Hermelien dat er een gat in de bodem was. Draco dook als eerste erdoor en Hermelien volgde. Toen ze eenmaal binnen was, trok ze grote ogen op terwijl ze om zich heen keek. Het was een hele ruimte, een echte kamer. Er stonden houten tafels met houten, ouderwetse banken eromheen en op de ebbenhouten tafels lagen enkele omgevallen kandelaars. Er was zelfs een schaakbord aan één van de tafels, al leken alle pionnen verdwenen. De muren van de kamer waren van dik steen gemaakt en er was een open haard, waarin algen groeiden. Hermelien wist niet wat ze ervan moest denken.
Draco zwom door de kamer heen en Hermelien zag dat er een deur was aan de andere kant van de kamer. Hij duwde de deur langzaam open, de deur leek nogal zwaar te zijn, en liet vervolgens Hermelien als eerste naar binnen zwemmen. Hermelien had ondertussen ook haar toverstaf verlicht en ze keek om zich heen. De muren waren versierd met kleurrijke wandtapijten waarop dassen stonden afgebeeld. De kamer op zich was nogal leeg, maar in een hoek van de kamer stonden veel potten in verschillende groottes. Ook uit de potten groeiden algen en in een hoek stond een lege boekenkast.
Weeral zwom Draco naar een andere deur en Hermelien volgde. De volgende kamer had veel weg van een kleine aula. Er waren tientallen trappen waarop mensen zouden kunnen zitten en beneden stond een houten spreektafel, afgewerkt met ornamenten die verdacht veel op kleine slangen leken. Hermelien zwom dichterbij en bekeek de spreektafel in detail. Het hout was roetzwart en de slangen die waren afgebeeld hadden allen hun bek open, alsof ze van plan waren elkaar te bijten.
Hermelien wist niet goed wat ze ervan moest denken en volgde Draco terwijl hij naar de laatste kamer zwom.
De vierde kamer had lege en kale muren. Er bevond zich slechts één ding in de kamer: een groot standbeeld. Hermelien zwom dichterbij en zag dat het standbeeld een vrouwengezicht had, maar behalve het gezicht en een deel van de haren, was vrijwel niets afgewerkt. De armen en het lichaam waren nogal ruw en het leek alsof het de bedoeling was geweest van de kunstenaar om de vrouw nog iets in haar hand te geven, maar Hermelien herkende niets in de ruwe brok steen die de inhoud van haar hand moest voorstellen.
Draco was ondertussen dichter bij Hermelien gezwommen en keek met haar mee.
"Het is een raaf," zei Draco stil en Hermelien keek hem verrast aan, voordat ze zich terug naar het beeld draaide en de brok inspecteerde.
Draco zwom om het beeld heen en wees naar een klein detail in de steen.
"Zie je, dit is de bek van de vogel. En je ziet ook al een deel van de borst van de vogel. Maar het is duidelijk nooit afgewerkt."
Hermelien zag hetgeen wat Draco haar vertelde, maar ze wist nog steeds niet wat ze ervan moest denken.
"Wat is dit allemaal?" vroeg ze verward, maar Draco keek haar enkel mysterieus aan.
"Wie denk je dat dit is?" vroeg hij op zijn beurt aan haar, terwijl hij zijn hand op het onafgewerkte beeld legde.
Hermelien haalde haar schouders op. Hoe kon zij dat nou weten? Had Draco het beeld misschien willen maken in zijn vrije tijd? Onder water? Het leek Hermelien een vreemde uitdaging om aan te gaan.
"Komaan, Hermelien," zei Draco een tikkeltje ongeduldig toen hij haar verwarde blik zag. "Een raaf... Een vrouw. Aan wie denk je dan?"
"Rowena Ravenklauw?" stelde Hermelien aarzelend voor.
"Bingo!" grijnsde Draco en Hermelien fronste. "Denk nou eens aan de andere drie kamers... Wat heb je gezien?"
Hermelien dacht terug aan de vorige kamer, die op een aula had geleken. Ze herinnerde zich de slangachtige ornamenten op de spreektafel.
"Die vorige kamer had slangen op de spreektafel afgebeeld... En de kamer daarvoor... Daar waren potten. En de kamer daarvoor had... ehm... Tafels."
"En een open haard!" vulde Draco ongeduldig aan.
Hermelien keek hem nog steeds fronsend aan. Wat betekenden die slangen, potten en tafels nou precies en wat had Draco bedacht dat ze zelf niet kon bedenken?
"Oké... Zeg het gewoon. Wat is je theorie?"
Draco leek een beetje teleurgesteld dat ze zo ongeduldig was en zelf niet kon bedenken wat voor een plek dit was. Hij had, toen hij de kamers enkele jaren geleden had ontdekt, veel sneller bedacht op wat voor plek hij was uitgekomen. Het was vreemd dat Hermelien het zelf niet zag.
"Deze vier kamers zijn ieder voor één van de vier afdelingen bedoeld!" zei Draco langzaam, hopend dat het zo meer indruk zou achterlaten op Hermelien.
Maar ze keek enkel nog eens om zich heen en haar frons werd er niet minder op. Ze leek het niet echt te begrijpen.
"Voor de vier afdelingen? Wat hebben ze nou aan een slecht afgewerkte kamer met een onafgewerkt standbeeld? Of aan een lege kamer met potten? Waarom heb je die kamers gemaakt?"
Draco begreep opeens waarom ze niet dezelfde theorie kon bedenken die hij had bedacht.
"Nee, Hermelien! Ik heb deze kamers niet gemaakt... Ik heb ze gewoon ontdekt! Ze waren hier al! De kamers zijn nooit afgewerkt, dat is zeker! Maar denk nou nog eens over waar wij ons precies bevinden?"
"In de Geheime Kamer..." zei Hermelien langzaam.
"Ja, en enkel Zalazar Zwadderich wist waar de Geheime Kamer was. Hij heeft dit deel van het kasteel geschapen."
"Hij heeft deze kamers dus ook gemaakt?" vroeg Hermelien verward.
Draco knikte en langzaamaan werden Hermeliens ogen groot.
"Dus..." zei Hermelien verrast. "Oorspronkelijk wilde Zalazar Zwadderich op deze plek iets maken voor alle afdelingen van Zweinstein?"
"Precies!" grijnsde Draco. "Hij moet dit gemaakt hebben voordat er ruzie kwam tussen hem en de andere stichters. Ik heb altijd vermoed dat het een soort hobbykamers moesten worden, of kamers waarin de leden van de verschillende afdelingen zouden kunnen samenkomen om samen dingen te doen."
"Wat voor dingen dan?" vroeg Hermelien geïnteresseerd.
"Nou, in de kamer van Zwadderich zelf is dat duidelijk: discussiëren. Of misschien dingen voorlezen... Van de andere kamers weet ik het niet, maar als je kijkt naar de kamer van Huffelpuf, met de potten in... Het is alom bekend dat Helga Huffelpuf geweldig was in Kruidenkunde. Misschien wilde hij haar een plek geven om enkele planten in te kweken. De kamer van Griffoendor had veel tafels en dat open haardvuur en veel kandelaars. Misschien was het bedoeld om huiswerk in te maken, of om in te schaken, want er was ook een schaakbord... Het is niet helemaal duidelijk..."
Draco werd even stil en Hermelien zag hoe hij hard zat na te denken. Hij had er precies al vaker zijn hoofd over gebroken.
"Ik begrijp niet waarom hij een beeld van Rowena Ravenklauw wilde maken," zei Hermelien opeens. "Wat heb je nou aan een beeld? Dat houdt toch niemand bezig?"
Draco knikte.
"Daar heb ik ook lang over nagedacht. Maar zoals je kon zien in de vorige kamers, probeerde hij iedere kamer iets van de afdeling mee te geven. In de kamer van Huffelpuf hingen wandtapijten met dassen op. In de kamer van Zwadderich zag je de slangen afgebeeld op de spreektafel. In de kamer van Griffoendor was een grote open haard en waren er veel kandelaars."
"Wat heeft een open haard en een aantal kandelaars met Griffoendor te maken?" vroeg Hermelien, nu helemaal verward omdat Draco kennelijk meer over de afdelingen bleek te weten dan zijzelf.
"Vuur is het element van Griffoendor! Zoals water het element van Zwadderich is."
Zo had Hermelien het nog nooit bekeken, maar hij moest wel gelijk hebben.
"Hij wilde de kamer van Ravenklauw ook iets meegeven dat van Ravenklauw was. Een beeld van Rowena."
Draco keek nog steeds naar het beeld en Hermelien keek nogmaals rond in de kamer voordat ze weer het gebeeldhouwde vrouwengezicht bekeek.
"Misschien waren de kamers cadeaus..." zei Hermelien langzaam. "Misschien wilde hij ieder afdelingshoofd een kamer cadeau geven waarvan ze verrast zouden zijn. Iets wat ze leuk zouden vinden."
Draco knikte.
"Dat kan zijn. Misschien was Rowena Ravenklauw geïnteresseerd in beeldhouwkunst."
Hermelien liet haar vingers over het gezicht van het beeld lopen en dacht diep na.
"Of misschien was Zalazar Zwadderich gewoon geïnteresseerd in Rowena..." mompelde ze stil.
"Hoe bedoel je?"
Hermelien bloosde even toen ze Draco aankeek.
"Het is erg knap van Zalazar dat hij zo een beeldhouwwerk kon maken... Hij kende Rowena duidelijk heel erg goed... Maar het is vreemd dat hij bij haar zoveel inzet toonde om zoiets moeilijks te geven... Ik durf te wedden dat Rowena ook al blij was geweest met een bibliotheek aan boeken of zo... Ik denk dat hij haar iets uitzonderlijks wilde geven omdat zij dat ook voor hem was."
"Wat was ze?"
"Uitzonderlijk."
Draco trok grote ogen op.
"Je denkt dat hij iets voor haar voelde?"
Hermelien schudde langzaam haar hoofd en bloosde nog steeds.
"Ik weet het niet... Maar het zou me tegelijkertijd ook niet verbazen. De vier stichters waren nu eenmaal goede vrienden..."
"Maar ze zijn dat niet altijd gebleven. Op een bepaald moment moet Zwadderich de ruimte onder water hebben laten zetten met het water uit het Grote Meer. En toen heeft hij de échte Geheime Kamer gemaakt, het huis van het monster van Zwadderich."
Hermelien knikte.
"De basilisk."
Ze werden allebei even stil en leken diep in gedachten verzonken. Uiteindelijk was het Draco die als eerste iets zei.
"Kom, laten we op zoek gaan naar die fles elfenwijn, voordat het water terug kouder wordt."
Ze zwommen terug door de vier kamers heen, uit de opening die naar de kamers leidde en langs de vier beelden van de afdelingsdieren.
Het was een doolhof voor Hermelien, maar Draco wist exact waar hij heen moest om bij de fles te geraken. Na een vijftal minuten kwamen ze aan bij een plek waar enkele wieren groeiden en Draco keek zoekend om zich heen.
"Hier moet de fles ergens liggen," zei hij stil en hij en Hermelien begonnen onmiddelijk te zoeken.
Hermelien had meteen de fles in haar zicht en zwom erheen.
"Hier is hij al!"
Ze nam met haar hand de fles beet en trok hem los, want hij leek vast te zitten in de wieren. De fles was nog maar net vrijgemaakt, of enkele wieren leken als slangen naar haar hand te grijpen en trokken haar naar beneden. Hermelien gilde terwijl ze zag hoe enkele wieren haar andere hand probeerden te grijpen en één wier zich rond haar nek bond. Het wier spande zich zo snel aan dat Hermelien onmiddelijk geen lucht meer kreeg en ze hoorde Draco nog haar naam roepen voordat ze de kracht verloor om bij haar bewustzijn te blijven en het werd zwart voor haar ogen.
"Hermelien! Hermelien!"
Draco's stem klonk als een echo in haar hoofd en met barstende hoofdpijn deed ze haar ogen open. Ze waren terug boven water, op één van de platformen en Hermelien voelde de warmte van enkele brandende toortsen om haar heen.
Ze zag Draco's gezicht opeens voor haar verschijnen en hij had zijn masker kennelijk niet terug aangetrokken. Hij leek helemaal ongerust en van streek, maar tegelijkertijd ook opgelucht dat ze terug bij bewustzijn was.
Zijn bezorgde blik wist haar te ontroeren en ze glimlachte terwijl zijn hand de hare greep.
"Draco," fluisterde ze en ze had het gevoel dat ze veel water had ingeslikt. "Wat was dat?"
"Waterstrikwier. Het onderwaterbroertje van Duivelsstrik. Ik dacht even dat je er geweest was, het ging zo snel!"
Draco leek nog steeds enorm van streek en Hermelien bedacht zich dat ze nog niet lang boven water zouden kunnen zijn, ze was nog helemaal nat en Draco ook. Ze wilde met haar vrije hand zichzelf recht duwen, maar voelde onmiddellijk een hevige pijnsteek toen ze die hand bewoog.
Draco zag haar gezicht vertrekken en nam voorzichtig de gewonde hand vast. Het waterstrikwier had zich zo om haar hand vastgeklemd dat ze was beginnen bloeden en twee dikke snedes had, zowel in de palm als op de rug van haar hand. Draco bewoog zijn toverstaf over de snedes en een rode straal genas langzaamaan de wondes terwijl hij stil steeds dezelfde spreuk herhaalde.
"Ik wist helemaal niet dat er waterstrikwier in het water groeide," zei Draco verontschuldigend. "Als ik dat had geweten, was ik nooit met je het water in gegaan. Ik wilde je niet in gevaar brengen."
Hermelien kneep zachtjes in zijn hand en glimlachte nog steeds, al had ze pijn in haar nek en was de hoofdpijn niet minder.
"Het is niet jouw schuld," fluisterde ze. "Ik ben blij dat we zijn gegaan."
Draco trok een ongelovend gezicht, maar Hermelien glimlachte geruststellend.
"Echt waar. Heb je mijn toverstaf?"
Snel haalde Draco haar toverstaf uit zijn broekzak en gaf hij die aan Hermelien. Ze probeerde recht te komen, maar haar nek en rug deden te zeer pijn en ze bleef gewoon liggen.
"Is het goed als we hier gewoon even blijven zitten?", stelde ze voor met een pijnlijke uitdrukking op haar gezicht en Draco knikte snel.
"Zal ik anders wat kussens halen?"
"Goed idee," glimlachte Hermelien en Draco stak onmiddelijk zijn toverstaf in de lucht en riep: "Accio kussens!"
Uit de dichtstbijzijnde tent schoten onmiddelijk twee kussens en Draco ving ze handig op, maar opeens hoorden ze meer lakens van tenten wapperen en Hermelien zag hoe uit de tientallen tenten overal kussens verschenen: kleine kussens die in zetels hoorden vlogen van het verste platform aan, alsook grote kussens die Hermelien eerder had gezien op Draco's bed... Zelfs de reusachtig grote kussens die in een oude houten sofa zaten vlogen snel hun richting uit.
Voordat Draco bedolven werd onder de tientallen kussens, wist hij er enkel een kort "Uh oh" uit te brengen en Hermelien kon niet anders dan grinniken toen Draco door een dik kussen dat in zijn rug duwde op de grond viel, alvorens hij enkele kleine kussentjes in zijn gezicht had gekregen.
Tien secondes later landde het laatste kussentje op de ondertussen immense stapel kussens en Draco kwam als een vis die hapte naar adem terug boven. Hermelien probeerde niet te proesten van het lachen, maar dat kon ze ook niet want ze had pijn in haar zij als ze dat deed.
Draco zag er ongelooflijk suf uit en kon er niet mee lachen.
"Dat gaat nogal een werk zijn om die allemaal terug naar de juiste tent te brengen," zuchtte hij.
Hermelien wilde er weer mee lachen, maar stak met haar hand in haar zij om de pijn tegen te gaan.
Draco zag dat onmiddellijk en nam niet de tijd om Hermelien te bekeuren omdat ze hem zat uit te lachen. Hij nam haar onder haar schouders en knieën vast en tilde haar op de berg kussens, die heel wat comfortabeler aanvoelden dan de harde houten vloer van het platform.
Draco gaf een geluidloos zwiepje aan zijn toverstaf en Hermelien was opeens weer helemaal droog. Daarna droogde hij ook zichzelf met dezelfde spreuk en hij bloosde toen hij zag dat Hermelien hem glimlachend aankeek.
"Zal ik even naar je nek kijken?" vroeg hij voorzichtig. "Ik zie dat je er enkele rode striemen hebt."
"Graag," zei Hermelien stil en Draco voelde even met zijn hand aan haar nek, waardoor Hermelien even siste.
"Sorry," zei hij snel en Hermelien maakte een gebaar dat het niet zo erg was.
Ditmaal liet Draco blauwe stralen uit zijn toverstaf komen en de striemen waren slechts enkele secondes later verdwenen.
Draco voelde even met zijn hand in haar nek, totdat haar hand de zijne greep en ze hem blozend aankeek.
"Dat kietelt."
Draco kon niet anders dan glimlachen en ze lieten elkaars hand niet los.
"Verder alles in orde?" vroeg hij bezorgd.
"Hoofdpijn," zei ze stil. "En ik voel me nogal moe."
Draco liet één hand met haar haren spelen voordat hij de krullende lok haar achter haar oor deed.
"Doe je ogen dan maar dicht," fluisterde hij. "En probeer te slapen."
Ze glimlachte nog steeds naar hem en er was nog steeds een rode blos op haar wangen terwijl ze haar ogen dichtdeed. Ze trok zijn hand dichter tegen haar aan en viel al snel in slaap. Draco liet haar niet los en keek glimlachend toe hoe ze steeds dieper in slaap leek weg te zinken.
Draco schrok wakker toen hij opeens merkte dat haar hand lichtjes trilde in de zijne. De meeste toortsen waren gedoofd in de Kamer en het was aanzienlijk kouder. Hij zag in het zwakke licht dat ze van kop tot teen trilde en hij greep naar zijn toverstaf en concentreerde zich ditmaal wél zoals het moest terwijl hij "Accio deken" fluisterde. Uit de dichtstbijzijnde tent zweefde een deken dichterbij en Draco legde deze met één hand voorzichtig op Hermelien. Ze leek niet veel ervan te merken en sliep door, terwijl ze nog steeds zijn hand stevig vasthield.
Hij draaide zich meer naar haar toe en keek haar glimlachend aan. Opeens merkte hij dat hij zijn eigen masker niet op had. Voor een seconde voelde hij paniek, totdat hij zich bedacht dat hij zijn masker niet meer had opgehad sinds hij in het water was gedoken... Hij had niet één keer in haar ogen walging of verschrikking gezien en de verrassing die hij daardoor voelde deed zijn maag samenkrimpen, maar het was geen onaangenaam gevoel. Misschien was er nog hoop voor hem...
En voorzichtig boog hij zich naar Hermelien en gaf hij haar een kus op haar voorhoofd.
"Verlaat me alsjeblieft nooit..." fluisterde hij zacht in haar oor voordat hij zich terug neerlegde en zijn ogen weer sloot.
Hermeliens ogen waren nog steeds gesloten, maar enkele secondes later drupte een traan op het kussen. Dat was een belofte die zij hem nooit zou kunnen maken.
Nerveus wachtte Draco op één van de platformen totdat Hermelien zou arriveren. Februari was nog maar net begonnen en de laatste twee weken had Draco iedere avond in het gezelschap van Hermelien doorgebracht.
Het was een vreemde sensatie voor hem. Het voelde alsof hij jaren dood was geweest en nu weer iets had om naar uit te kijken, een reden om te lachen had gevonden.
Als Hermelien 's avonds bij hem was, verbeterden ze vaak samen de huiswerken, maar Draco betrapte zichzelf er steeds vaker op dat hij soms minutenlang naar haar zat te staren terwijl hij eigenlijk huiswerken moest verbeteren.
Hij hield ongelooflijk van die momenten, maar tegelijkertijd herinnerde haar aanwezigheid hem constant aan hetgeen hij nooit zou kunnen hebben: ze zou nooit hetzelfde voelen. Haar aanwezigheid was de reden waarom hij 's ochtends goedgeluimd wist op te staan, maar ook de reden waarom hij 's avonds niet de slaap kon vatten als hij zat te piekeren over hetgeen er zich achter zijn masker schuilhield en waar zij nooit naar zou kunnen kijken zonder te gruwelen.
Zijn hart bonsde in zijn keel, zo zenuwachtig was hij, wetende dat Hermelien ieder moment kon arriveren. Iedere dag werden die gevoelens sterker en iedere dag was hij banger dan de dag ervoren als het laat was en Hermelien besloot om terug te keren naar haar kamer. Als ze dan 'tot morgen' zei, sprong zijn hart op, maar hij wist dat ze niet iedere dag dat zou zeggen. Ooit zou ze hem beu worden en zou ze niet meer zo vaak willen komen. Het was een gedachte die Draco verafschuwde, maar hij kon het haar niet kwalijk nemen.
Soms droomde hij dat ze voor eeuwig bij hem zou blijven in de Geheime Kamer, dat hij dan nooit meer alleen zou zijn, dat ze van hem hield. Maar tegelijkertijd was hij zich er al te goed van bewust dat niemand er ooit in zou slagen Hermelien opgesloten te houden. Ze zou nooit een leven lang op één plek kunnen verblijven. Al zou ze van hem houden, dan zou ze die opoffering nog steeds niet kunnen maken.
Draco schrok op toen hij in de tent van het platform waarop hij zich bevond een belletje hoorde rinkelen. Hermelien was in aantocht! Het was slechts enkele secondes later toen hij een zacht gegil hoorde dat steeds luider werd en hij grijnsde breed. Hermelien moest altijd gillen als ze via die weg kwam, maar nu had hij de weg achter de Kerkers versneld. Ze zou er nu twintig secondes sneller zijn.
Het gegil werd luider totdat hij haar door één van de pijpleidingen zag verschijnen, zwevend op een versteende mantel. De mantel stopte slechts twee meter voor Draco en Hermelien sprong, nog steeds in volle vlucht, gevaarlijk ervanaf en alles wat ze in haar armen had, voornamelijk rollen huiswerk en ingrediënten, liet ze onhandig vallen terwijl ze een rampzalige poging deed om stabiel te landen op het platform. Ze kon een botsing met het tentje vermijden, maar donderde wel achterover en viel geërgerd op de grond.
Verschrokken liep Draco naar haar toe terwijl de rollen perkament nog steeds over het platform rolden.
"De fles!", was het eerste wat Hermelien gilde en ze wees naar een blauwe, ronde fles die ze gevaarlijk dicht naar de rand zag rollen.
Draco rende naar de fles en wilde hem grijpen, maar hij was te laat en de fles viel van het platform, tientallen meters naar beneden, in het water.
Draco draaide zich onmiddelijk terug naar Hermelien, die zich uitgeput op haar rug op het platform liet vallen en hij ging snel naar haar toe en zette zich op zijn knieën bij haar neer.
"Hermelien, gaat het?" vroeg hij voorzichtig.
Hermelien opende haar ogen en keek hem dodelijk aan. Ze kwam half-rechtop en Draco zag hoe haar haren alle richtingen uit staken. De nieuwe snelheid was niet goed geweest voor haar kapsel. En kennelijk ook niet voor haar humeur.
"Hoe kan je nou die verdomde snelheid veranderen zonder iets te laten weten?" siste ze langzaam. "Ik was bijna al in de eerste bocht van het vervloekte ding gevlogen. Hoorde je me niet gillen? Kon je de spreuk niet stiller zetten?"
Draco slikte.
"Maar je gilt altijd als je via die weg komt..."
"Van plezier, Draco, van plezier!" Hermeliens ogen hadden eventjes iets krankzinnigs en ze gromde. Kennelijk was ze serieus uit haar sas. "Dat is een groot verschil! Dit was een gil van angst. Een doodskreet. Helemaal niet zo lollig!"
Hermelien stond recht, maar voelde zich plots wat duizelig en zigzagde even terwijl ze naar enkele rollen perkament liep die op het platform waren gevallen. Draco liep snel naar haar heen en hield haar aan haar arm vast, bang dat ze zou omvallen.
"Het spijt me, Hermelien, ik dacht dat je het leuk zou vinden..."
Hermelien negeerde hem, trok haar arm los en bukte zich om één van de huiswerken op te rapen. Dit was niet gebeurd als hij haar had laten weten dat hij de spreuk sneller zou zetten.
"Laat mij dat doen," zei Draco vlug en hij begon snel de rollen op te rapen.
Hermelien keek hem niet aan en negeerde hem en Draco voelde zich barslecht. Hij had haar enkel willen verrassen. Ze had hem een paar dagen eerder gezegd dat ze begon te wennen aan de snelheid van het ritje en dat de spanning er langzaamaan af was aan het gaan. Hij had haar enkel een nieuwe kick willen geven, het was nooit zijn bedoeling geweest om haar zo boos te maken.
Met de huiswerken in zijn armen liep hij naar Hermelien toe en hij zocht oogcontact met haar. Haar haren staken nog steeds wild in de lucht en haar jurk zat ook schots en scheef.
Hermelien nam de huiswerken over maar ontweek zijn blik terwijl ze zich omdraaide en de tent in liep. Ze liet de huiswerken luid op een tafel vallen en liep naar de spiegel om haar haren fatsoenlijk te doen.
Ze was serieus geïrriteerd. Ze had zich een uurtje geleden zo mooi gemaakt als ze maar kon en ze had zelfs een dure fles elfenwijn uit haar kast genomen om Draco een cadeau te geven, zodat hij ook eens iets lekkers had om te drinken. Maar nu was de fles in het water gevallen (en gezonken, want elfenwijn was zwaarder dan water en er werd geen lucht in de fles gehouden) en ze zag er vreselijk uit. Ze had er zo graag een speciale avond van willen maken, maar nu kon ze dat vergeten.
Draco was haar gevolgd en stond achter haar. Hermelien probeerde hem te negeren terwijl ze in de spiegel keek en haar haren probeerde te fatsoeneren, maar voelde zijn blik branden en ze keek hem een seconde aan.
Ze moest slikken toen ze zijn blik zag. Zo ellendig had ze hem nog nooit gezien. Hij leek niets tegen haar te durven zeggen en Hermelien schrok even van zichzelf.
Wat had ze in hemelsnaam gedacht? Hoe kon ze hem zo behandelen? Ze wist dat hij het niet kwaad had bedoeld en toch had ze niet aardig kunnen doen tegen hem.
Hermelien draaide zich langzaam om en keek hem aan. Hij leek zo gekwetst door de manier waarop ze tegen hem had gedaan. "Het spijt me" zou ook maar erg laf klinken. Voorzichtig stapte ze naar hem toe en omhelsde ze hem. Ze had helemaal niet zo gemeen willen doen.
Draco was verrast, maar tegelijkertijd voelde hij de opluchting dat ze het niet zo kwaad had gemeend en hij sloeg zijn armen ook om haar schouders. Draco leek wel te zweven op die momenten dat hij bijna kon geloven dat ze van hem was. Maar het feit dat het niet de waarheid was, was de reden waarom hij die momenten een halt toe moest roepen en haar langzaamaan los liet.
"Sorry dat ik zo op je tekeer ging," bood Hermelien haar verontschuldigingen aan, maar Draco legde zijn vinger op haar lippen voor ze meer kon zeggen.
"Dat was mijn fout. Ik had je moeten waarschuwen of je moeten opwachten achter het voorraadlokaal. Dan had ik tenminste wat kunnen helpen met spullen dragen en dan had je niet alles laten vallen."
"Nee, je kon ook niet weten dat ik meer zou meenemen dan anders..." zei Hermelien terwijl ze zijn hand voor haar lippen wegdeed en de hand vasthield zodat hij haar niet weer het zwijgen op kon leggen. "Ik vond het gewoon rot van de fles. En van mijn kapsel."
Draco keek haar een beetje vreemd aan. Sinds wanneer gaf Hermelien iets om haar kapsel?
Hermelien moest even blozen toen ze zijn vragende blik zag.
"Het was best mooi, weet je, en ik had er lang aan gewerkt en door die vreselijke wind is er nu niets meer van te zien. Daar werd ik ook boos van."
Hermelien durfde Draco niet goed aan te kijken.
Hij was verward. Waarom had ze zo lang aan haar kapsel gewerkt?
"Wat had je dan met je haren gedaan?" vroeg hij langzaam.
"Gewoon..." Hermelien probeerde nonchalant haar schouders op te halen, maar Draco zag dat ze het niet zo fijn vond om te vertellen. "Ik wilde eens wat anders."
"Waarom?"
Hermeliens hart ging steeds sneller kloppen. Ze kon niet gewoon zeggen dat ze het voor hem had gedaan... Hoe zou hij daarop moeten reageren? Ze zou zich heel ongemakkelijk voelen als hij dat zou weten.
"Daarom," zei Hermelien kort en haar toon liet duidelijk blijken dat ze er niet meer over wilde zeggen. "Maar het geeft niets. Ik vind het vooral rot van die fles elfenwijn. Kunnen we hem niet uit het water halen?"
"Elfenwijn?" Draco keek Hermelien met grote ogen aan. "Waarom had je elfenwijn bij?"
Weeral ging haar hart sneller kloppen en Draco's blik liet haar niet los.
"Ik wilde je gewoon verrassen ermee," gaf ze eerlijk toe. "Maar daar komt nu niets van in."
Draco liet haar hand los en leek even te denken voordat hij naar de huiswerken liep. De stapel was redelijk hoog, maar het was vrijdag en ze zouden niet tot maandag verbeterd hoeven te worden. Ze konden gerust eens iets anders doen dan samen huiswerken verbeteren. Daarenboven was er iets dat hij Hermelien nog nooit had laten zien...
Een vreemde grijns verspreidde zich op zijn gezicht.
"Ik heb een idee!"
Hermelien staarde ongemakkelijk in de spiegel naar haar evenbeeld. Ze voelde zich niet op haar gemak bij de gedachte dat ze kleren aanhad van iemand die al enkele eeuwen dood was. En dan waren het nog geen normale kleren, nee, het was een zwemoutfit die men in de achttiende eeuw had gebruikt tijdens een Toverschooltoernooi. Het zag er vreemd uit. Ze droeg een kort, zwart katoenen broekje met daarboven een mouwloos rood-zwart lang hemdje dat bijna even laag kwam als het broekje. Hermelien wist niet of ze er oké of hartstikke belachelijk uit zag.
"Hermelien, ben je klaar?"
"Een momentje..." riep Hermelien naar Draco, die buiten de tent stond te wachten. Ze legde de kleren die ze had uitgedaan netjes op een stoel neer en liep vervolgens de tent uit.
Draco glimlachte toen hij haar zag en Hermelien was jaloers op het feit dat hij een normale broek kon aanhouden terwijl zij archaïsche kleding moest aantrekken.
"Ik voel me niet op mijn gemak in deze kleren. Zeker aangezien de vorige eigenares tijdens dat toverschooltoernooi is gestorven."
Draco grijnsde.
"Maar dat was bij een andere opdracht... Niet de opdracht waarbij ze die kleren droeg. Daarenboven: we gaan maar gewoon even zwemmen. Er is niets gevaarlijks aan."
"Nou..." Hermelien bleef koppig. "Ik voel me nog steeds niet op mijn gemak in ze."
"Maak je niet druk. Je ziet er prachtig uit."
Hermelien slikte even en keek Draco ongelovend aan, maar hij leek zich amper bewust van wat hij net had gezegd terwijl hij op zijn knieën ging zitten en een fles met een rode vloeistof in het water uitgoot.
Hij stak zijn hand in het water en glimlachte.
"De temperatuur is goed. We hebben een klein uurtje totdat het water begint af te koelen. Je kent toch de Bubbelbolbezwering?"
Hermelien knikte.
"Mooi," glimlachte Draco en zijn hand ging naar zijn masker, maar opeens verdween zijn glimlach.
Hij besefte zich net dat hij, als hij ook de Bubbelbolbezwering moest uitspreken, dat niet kon zonder zijn masker af te nemen... Hij zou haar dan weeral met zijn gruwelijke gezicht moeten confronteren en dat wilde hij absoluut niet. Niet nu hij de laatste weken zoveel aan zelfvertrouwen had gewonnen. Als hij in haar ogen zou lezen hoe gruwelijk ze hem vond, zou het weer weken duren voordat hij zich weer op zijn gemak zou voelen. Wat moest hij nu doen?
"Wat scheelt er, Draco?" vroeg Hermelien terwijl ze haar schoenen aan de kant zette en ze merkte dat hij erg diep in gedachten verzonken was. Ze ging dichter bij hem staan en legde haar hand op zijn schouder.
Zijn onderlip trilde en hij keek Hermelien aan. Ze glimlachte naar hem. Waarschijnlijk zou ze dat niet meer doen eens hij haar vertelde dat hij zijn masker zou moeten uitdoen, dacht hij.
"Ik euh... Ik kan zelf geen Bubbelbolbezwering uitspreken zonder mijn masker af te doen..."
Zijn stem was onzeker en hij zag hoe Hermeliens ogen even groot werden, terwijl ze probeerde te verbergen dat ze liever niet zijn echte gezicht zag.
"Natuurlijk. Natuurlijk, dat begrijp ik," knikte ze en ze stapte dichter naar het water en durfde hem niet aan te kijken terwijl hij zijn masker afdeed.
Hij legde zijn masker bij zijn schoenen neer en keek even naar Hermelien. Ze leek gefascineerd door het water, maar hij wist wel dat ze gewoon probeerde te vermijden om hem aan te kijken. Die gedachte deed hem pijn, maar ze liep tenminste niet weg en hij ging dichter bij haar staan.
Hij had zijn toverstaf in zijn hand en Hermelien haalde de hare uit de zak van het zwarte broekje.
"Klaar?", vroeg hij dan maar en Hermelien knikte zonder hem aan te kijken. Ze sprongen beiden in het water.
Hermelien vond de temperatuur van het water verbazingwekkend aangenaam en sprak snel de Bubbelbolbezwering uit. Ze draaide zich naar Draco en zag dat hij hem ook had uitgesproken. Zijn gezicht was niet anders dan de vorige keer dat ze hem zonder masker had gezien, maar het gevoel dat ze in haar buik kreeg was anders dan de eerste keer dat ze hem zonder masker had gezien. Het was geen gevoel van horror, maar eerder van... Nee, dat kon gewoon niet volgens Hermelien... Maar hoe kwam het dan dat ze hem ditmaal wel kon aankijken?
Zijn blik was onzeker toen hij in Hermeliens ogen keek en ze probeerde lichtjes te glimlachen, als teken dat ze niet bang van hem was, al was het nog steeds geen aangenaam zicht.
"Waarheen?" vroeg ze zo gewoontjes als ze maar kon.
"Volg mij."
Draco verlichtte het uiteinde van zijn toverstaf en Hermelien volgde het felle licht. Ze zwommen naar beneden en Hermelien moest moeite doen om Draco te kunnen bijhouden. Hij leek erg goed te kunnen zwemmen, maar Hermelien was nooit zo sportief geweest. Ze had al jaren niet meer gezwommen.
Draco merkte dit echter al snel en wachtte tot ze bij hem was voordat hij, iets langzamer, verder zwom.
"Wat is nou de verrassing?" vroeg Hermelien nieuwsgierig en Draco glimlachte lichtjes en mysterieus.
"Dat zul je zien."
Ze zwommen steeds dieper en dieper naar beneden. Hermelien keek om zich heen, maar het was erg donker in het diepe water en Hermelien zag niet meer dan schimmen, totdat ze langzaamaan zag dat ze een beeld naderden.
"Wow!" zei Hermelien toen ze zag dat het een beeld was van een reusachtige leeuw. "Wat doet dat hier?"
"Dat is niet alles," grijnsde Draco en hij zwom alweer verder. Slechts tien meter verder stond een beeld van een raaf en iets verderop het beeld van een das. Als laatste zagen ze het beeld van een slang.
"De afdelingsdieren," zei Hermelien en ze zwom over het beeld heen. "Waarom staan deze beelden hier in de Geheime Kamer? Onder water dan ook nog?"
Draco draaide zich naar Hermelien en zijn ogen glinsterden. Hermelien had hem nog niet eerder zo stralend naar haar zien kijken, niet zonder zijn masker en weeral had ze een vreemd gevoel in haar maag.
"Ik heb een theorie... Maar daarvoor moet je eerst nog meer zien. Kom mee."
Ze zwommen verder en opeens zag Hermelien dat er een gat in de bodem was. Draco dook als eerste erdoor en Hermelien volgde. Toen ze eenmaal binnen was, trok ze grote ogen op terwijl ze om zich heen keek. Het was een hele ruimte, een echte kamer. Er stonden houten tafels met houten, ouderwetse banken eromheen en op de ebbenhouten tafels lagen enkele omgevallen kandelaars. Er was zelfs een schaakbord aan één van de tafels, al leken alle pionnen verdwenen. De muren van de kamer waren van dik steen gemaakt en er was een open haard, waarin algen groeiden. Hermelien wist niet wat ze ervan moest denken.
Draco zwom door de kamer heen en Hermelien zag dat er een deur was aan de andere kant van de kamer. Hij duwde de deur langzaam open, de deur leek nogal zwaar te zijn, en liet vervolgens Hermelien als eerste naar binnen zwemmen. Hermelien had ondertussen ook haar toverstaf verlicht en ze keek om zich heen. De muren waren versierd met kleurrijke wandtapijten waarop dassen stonden afgebeeld. De kamer op zich was nogal leeg, maar in een hoek van de kamer stonden veel potten in verschillende groottes. Ook uit de potten groeiden algen en in een hoek stond een lege boekenkast.
Weeral zwom Draco naar een andere deur en Hermelien volgde. De volgende kamer had veel weg van een kleine aula. Er waren tientallen trappen waarop mensen zouden kunnen zitten en beneden stond een houten spreektafel, afgewerkt met ornamenten die verdacht veel op kleine slangen leken. Hermelien zwom dichterbij en bekeek de spreektafel in detail. Het hout was roetzwart en de slangen die waren afgebeeld hadden allen hun bek open, alsof ze van plan waren elkaar te bijten.
Hermelien wist niet goed wat ze ervan moest denken en volgde Draco terwijl hij naar de laatste kamer zwom.
De vierde kamer had lege en kale muren. Er bevond zich slechts één ding in de kamer: een groot standbeeld. Hermelien zwom dichterbij en zag dat het standbeeld een vrouwengezicht had, maar behalve het gezicht en een deel van de haren, was vrijwel niets afgewerkt. De armen en het lichaam waren nogal ruw en het leek alsof het de bedoeling was geweest van de kunstenaar om de vrouw nog iets in haar hand te geven, maar Hermelien herkende niets in de ruwe brok steen die de inhoud van haar hand moest voorstellen.
Draco was ondertussen dichter bij Hermelien gezwommen en keek met haar mee.
"Het is een raaf," zei Draco stil en Hermelien keek hem verrast aan, voordat ze zich terug naar het beeld draaide en de brok inspecteerde.
Draco zwom om het beeld heen en wees naar een klein detail in de steen.
"Zie je, dit is de bek van de vogel. En je ziet ook al een deel van de borst van de vogel. Maar het is duidelijk nooit afgewerkt."
Hermelien zag hetgeen wat Draco haar vertelde, maar ze wist nog steeds niet wat ze ervan moest denken.
"Wat is dit allemaal?" vroeg ze verward, maar Draco keek haar enkel mysterieus aan.
"Wie denk je dat dit is?" vroeg hij op zijn beurt aan haar, terwijl hij zijn hand op het onafgewerkte beeld legde.
Hermelien haalde haar schouders op. Hoe kon zij dat nou weten? Had Draco het beeld misschien willen maken in zijn vrije tijd? Onder water? Het leek Hermelien een vreemde uitdaging om aan te gaan.
"Komaan, Hermelien," zei Draco een tikkeltje ongeduldig toen hij haar verwarde blik zag. "Een raaf... Een vrouw. Aan wie denk je dan?"
"Rowena Ravenklauw?" stelde Hermelien aarzelend voor.
"Bingo!" grijnsde Draco en Hermelien fronste. "Denk nou eens aan de andere drie kamers... Wat heb je gezien?"
Hermelien dacht terug aan de vorige kamer, die op een aula had geleken. Ze herinnerde zich de slangachtige ornamenten op de spreektafel.
"Die vorige kamer had slangen op de spreektafel afgebeeld... En de kamer daarvoor... Daar waren potten. En de kamer daarvoor had... ehm... Tafels."
"En een open haard!" vulde Draco ongeduldig aan.
Hermelien keek hem nog steeds fronsend aan. Wat betekenden die slangen, potten en tafels nou precies en wat had Draco bedacht dat ze zelf niet kon bedenken?
"Oké... Zeg het gewoon. Wat is je theorie?"
Draco leek een beetje teleurgesteld dat ze zo ongeduldig was en zelf niet kon bedenken wat voor een plek dit was. Hij had, toen hij de kamers enkele jaren geleden had ontdekt, veel sneller bedacht op wat voor plek hij was uitgekomen. Het was vreemd dat Hermelien het zelf niet zag.
"Deze vier kamers zijn ieder voor één van de vier afdelingen bedoeld!" zei Draco langzaam, hopend dat het zo meer indruk zou achterlaten op Hermelien.
Maar ze keek enkel nog eens om zich heen en haar frons werd er niet minder op. Ze leek het niet echt te begrijpen.
"Voor de vier afdelingen? Wat hebben ze nou aan een slecht afgewerkte kamer met een onafgewerkt standbeeld? Of aan een lege kamer met potten? Waarom heb je die kamers gemaakt?"
Draco begreep opeens waarom ze niet dezelfde theorie kon bedenken die hij had bedacht.
"Nee, Hermelien! Ik heb deze kamers niet gemaakt... Ik heb ze gewoon ontdekt! Ze waren hier al! De kamers zijn nooit afgewerkt, dat is zeker! Maar denk nou nog eens over waar wij ons precies bevinden?"
"In de Geheime Kamer..." zei Hermelien langzaam.
"Ja, en enkel Zalazar Zwadderich wist waar de Geheime Kamer was. Hij heeft dit deel van het kasteel geschapen."
"Hij heeft deze kamers dus ook gemaakt?" vroeg Hermelien verward.
Draco knikte en langzaamaan werden Hermeliens ogen groot.
"Dus..." zei Hermelien verrast. "Oorspronkelijk wilde Zalazar Zwadderich op deze plek iets maken voor alle afdelingen van Zweinstein?"
"Precies!" grijnsde Draco. "Hij moet dit gemaakt hebben voordat er ruzie kwam tussen hem en de andere stichters. Ik heb altijd vermoed dat het een soort hobbykamers moesten worden, of kamers waarin de leden van de verschillende afdelingen zouden kunnen samenkomen om samen dingen te doen."
"Wat voor dingen dan?" vroeg Hermelien geïnteresseerd.
"Nou, in de kamer van Zwadderich zelf is dat duidelijk: discussiëren. Of misschien dingen voorlezen... Van de andere kamers weet ik het niet, maar als je kijkt naar de kamer van Huffelpuf, met de potten in... Het is alom bekend dat Helga Huffelpuf geweldig was in Kruidenkunde. Misschien wilde hij haar een plek geven om enkele planten in te kweken. De kamer van Griffoendor had veel tafels en dat open haardvuur en veel kandelaars. Misschien was het bedoeld om huiswerk in te maken, of om in te schaken, want er was ook een schaakbord... Het is niet helemaal duidelijk..."
Draco werd even stil en Hermelien zag hoe hij hard zat na te denken. Hij had er precies al vaker zijn hoofd over gebroken.
"Ik begrijp niet waarom hij een beeld van Rowena Ravenklauw wilde maken," zei Hermelien opeens. "Wat heb je nou aan een beeld? Dat houdt toch niemand bezig?"
Draco knikte.
"Daar heb ik ook lang over nagedacht. Maar zoals je kon zien in de vorige kamers, probeerde hij iedere kamer iets van de afdeling mee te geven. In de kamer van Huffelpuf hingen wandtapijten met dassen op. In de kamer van Zwadderich zag je de slangen afgebeeld op de spreektafel. In de kamer van Griffoendor was een grote open haard en waren er veel kandelaars."
"Wat heeft een open haard en een aantal kandelaars met Griffoendor te maken?" vroeg Hermelien, nu helemaal verward omdat Draco kennelijk meer over de afdelingen bleek te weten dan zijzelf.
"Vuur is het element van Griffoendor! Zoals water het element van Zwadderich is."
Zo had Hermelien het nog nooit bekeken, maar hij moest wel gelijk hebben.
"Hij wilde de kamer van Ravenklauw ook iets meegeven dat van Ravenklauw was. Een beeld van Rowena."
Draco keek nog steeds naar het beeld en Hermelien keek nogmaals rond in de kamer voordat ze weer het gebeeldhouwde vrouwengezicht bekeek.
"Misschien waren de kamers cadeaus..." zei Hermelien langzaam. "Misschien wilde hij ieder afdelingshoofd een kamer cadeau geven waarvan ze verrast zouden zijn. Iets wat ze leuk zouden vinden."
Draco knikte.
"Dat kan zijn. Misschien was Rowena Ravenklauw geïnteresseerd in beeldhouwkunst."
Hermelien liet haar vingers over het gezicht van het beeld lopen en dacht diep na.
"Of misschien was Zalazar Zwadderich gewoon geïnteresseerd in Rowena..." mompelde ze stil.
"Hoe bedoel je?"
Hermelien bloosde even toen ze Draco aankeek.
"Het is erg knap van Zalazar dat hij zo een beeldhouwwerk kon maken... Hij kende Rowena duidelijk heel erg goed... Maar het is vreemd dat hij bij haar zoveel inzet toonde om zoiets moeilijks te geven... Ik durf te wedden dat Rowena ook al blij was geweest met een bibliotheek aan boeken of zo... Ik denk dat hij haar iets uitzonderlijks wilde geven omdat zij dat ook voor hem was."
"Wat was ze?"
"Uitzonderlijk."
Draco trok grote ogen op.
"Je denkt dat hij iets voor haar voelde?"
Hermelien schudde langzaam haar hoofd en bloosde nog steeds.
"Ik weet het niet... Maar het zou me tegelijkertijd ook niet verbazen. De vier stichters waren nu eenmaal goede vrienden..."
"Maar ze zijn dat niet altijd gebleven. Op een bepaald moment moet Zwadderich de ruimte onder water hebben laten zetten met het water uit het Grote Meer. En toen heeft hij de échte Geheime Kamer gemaakt, het huis van het monster van Zwadderich."
Hermelien knikte.
"De basilisk."
Ze werden allebei even stil en leken diep in gedachten verzonken. Uiteindelijk was het Draco die als eerste iets zei.
"Kom, laten we op zoek gaan naar die fles elfenwijn, voordat het water terug kouder wordt."
Ze zwommen terug door de vier kamers heen, uit de opening die naar de kamers leidde en langs de vier beelden van de afdelingsdieren.
Het was een doolhof voor Hermelien, maar Draco wist exact waar hij heen moest om bij de fles te geraken. Na een vijftal minuten kwamen ze aan bij een plek waar enkele wieren groeiden en Draco keek zoekend om zich heen.
"Hier moet de fles ergens liggen," zei hij stil en hij en Hermelien begonnen onmiddelijk te zoeken.
Hermelien had meteen de fles in haar zicht en zwom erheen.
"Hier is hij al!"
Ze nam met haar hand de fles beet en trok hem los, want hij leek vast te zitten in de wieren. De fles was nog maar net vrijgemaakt, of enkele wieren leken als slangen naar haar hand te grijpen en trokken haar naar beneden. Hermelien gilde terwijl ze zag hoe enkele wieren haar andere hand probeerden te grijpen en één wier zich rond haar nek bond. Het wier spande zich zo snel aan dat Hermelien onmiddelijk geen lucht meer kreeg en ze hoorde Draco nog haar naam roepen voordat ze de kracht verloor om bij haar bewustzijn te blijven en het werd zwart voor haar ogen.
"Hermelien! Hermelien!"
Draco's stem klonk als een echo in haar hoofd en met barstende hoofdpijn deed ze haar ogen open. Ze waren terug boven water, op één van de platformen en Hermelien voelde de warmte van enkele brandende toortsen om haar heen.
Ze zag Draco's gezicht opeens voor haar verschijnen en hij had zijn masker kennelijk niet terug aangetrokken. Hij leek helemaal ongerust en van streek, maar tegelijkertijd ook opgelucht dat ze terug bij bewustzijn was.
Zijn bezorgde blik wist haar te ontroeren en ze glimlachte terwijl zijn hand de hare greep.
"Draco," fluisterde ze en ze had het gevoel dat ze veel water had ingeslikt. "Wat was dat?"
"Waterstrikwier. Het onderwaterbroertje van Duivelsstrik. Ik dacht even dat je er geweest was, het ging zo snel!"
Draco leek nog steeds enorm van streek en Hermelien bedacht zich dat ze nog niet lang boven water zouden kunnen zijn, ze was nog helemaal nat en Draco ook. Ze wilde met haar vrije hand zichzelf recht duwen, maar voelde onmiddellijk een hevige pijnsteek toen ze die hand bewoog.
Draco zag haar gezicht vertrekken en nam voorzichtig de gewonde hand vast. Het waterstrikwier had zich zo om haar hand vastgeklemd dat ze was beginnen bloeden en twee dikke snedes had, zowel in de palm als op de rug van haar hand. Draco bewoog zijn toverstaf over de snedes en een rode straal genas langzaamaan de wondes terwijl hij stil steeds dezelfde spreuk herhaalde.
"Ik wist helemaal niet dat er waterstrikwier in het water groeide," zei Draco verontschuldigend. "Als ik dat had geweten, was ik nooit met je het water in gegaan. Ik wilde je niet in gevaar brengen."
Hermelien kneep zachtjes in zijn hand en glimlachte nog steeds, al had ze pijn in haar nek en was de hoofdpijn niet minder.
"Het is niet jouw schuld," fluisterde ze. "Ik ben blij dat we zijn gegaan."
Draco trok een ongelovend gezicht, maar Hermelien glimlachte geruststellend.
"Echt waar. Heb je mijn toverstaf?"
Snel haalde Draco haar toverstaf uit zijn broekzak en gaf hij die aan Hermelien. Ze probeerde recht te komen, maar haar nek en rug deden te zeer pijn en ze bleef gewoon liggen.
"Is het goed als we hier gewoon even blijven zitten?", stelde ze voor met een pijnlijke uitdrukking op haar gezicht en Draco knikte snel.
"Zal ik anders wat kussens halen?"
"Goed idee," glimlachte Hermelien en Draco stak onmiddelijk zijn toverstaf in de lucht en riep: "Accio kussens!"
Uit de dichtstbijzijnde tent schoten onmiddelijk twee kussens en Draco ving ze handig op, maar opeens hoorden ze meer lakens van tenten wapperen en Hermelien zag hoe uit de tientallen tenten overal kussens verschenen: kleine kussens die in zetels hoorden vlogen van het verste platform aan, alsook grote kussens die Hermelien eerder had gezien op Draco's bed... Zelfs de reusachtig grote kussens die in een oude houten sofa zaten vlogen snel hun richting uit.
Voordat Draco bedolven werd onder de tientallen kussens, wist hij er enkel een kort "Uh oh" uit te brengen en Hermelien kon niet anders dan grinniken toen Draco door een dik kussen dat in zijn rug duwde op de grond viel, alvorens hij enkele kleine kussentjes in zijn gezicht had gekregen.
Tien secondes later landde het laatste kussentje op de ondertussen immense stapel kussens en Draco kwam als een vis die hapte naar adem terug boven. Hermelien probeerde niet te proesten van het lachen, maar dat kon ze ook niet want ze had pijn in haar zij als ze dat deed.
Draco zag er ongelooflijk suf uit en kon er niet mee lachen.
"Dat gaat nogal een werk zijn om die allemaal terug naar de juiste tent te brengen," zuchtte hij.
Hermelien wilde er weer mee lachen, maar stak met haar hand in haar zij om de pijn tegen te gaan.
Draco zag dat onmiddellijk en nam niet de tijd om Hermelien te bekeuren omdat ze hem zat uit te lachen. Hij nam haar onder haar schouders en knieën vast en tilde haar op de berg kussens, die heel wat comfortabeler aanvoelden dan de harde houten vloer van het platform.
Draco gaf een geluidloos zwiepje aan zijn toverstaf en Hermelien was opeens weer helemaal droog. Daarna droogde hij ook zichzelf met dezelfde spreuk en hij bloosde toen hij zag dat Hermelien hem glimlachend aankeek.
"Zal ik even naar je nek kijken?" vroeg hij voorzichtig. "Ik zie dat je er enkele rode striemen hebt."
"Graag," zei Hermelien stil en Draco voelde even met zijn hand aan haar nek, waardoor Hermelien even siste.
"Sorry," zei hij snel en Hermelien maakte een gebaar dat het niet zo erg was.
Ditmaal liet Draco blauwe stralen uit zijn toverstaf komen en de striemen waren slechts enkele secondes later verdwenen.
Draco voelde even met zijn hand in haar nek, totdat haar hand de zijne greep en ze hem blozend aankeek.
"Dat kietelt."
Draco kon niet anders dan glimlachen en ze lieten elkaars hand niet los.
"Verder alles in orde?" vroeg hij bezorgd.
"Hoofdpijn," zei ze stil. "En ik voel me nogal moe."
Draco liet één hand met haar haren spelen voordat hij de krullende lok haar achter haar oor deed.
"Doe je ogen dan maar dicht," fluisterde hij. "En probeer te slapen."
Ze glimlachte nog steeds naar hem en er was nog steeds een rode blos op haar wangen terwijl ze haar ogen dichtdeed. Ze trok zijn hand dichter tegen haar aan en viel al snel in slaap. Draco liet haar niet los en keek glimlachend toe hoe ze steeds dieper in slaap leek weg te zinken.
Draco schrok wakker toen hij opeens merkte dat haar hand lichtjes trilde in de zijne. De meeste toortsen waren gedoofd in de Kamer en het was aanzienlijk kouder. Hij zag in het zwakke licht dat ze van kop tot teen trilde en hij greep naar zijn toverstaf en concentreerde zich ditmaal wél zoals het moest terwijl hij "Accio deken" fluisterde. Uit de dichtstbijzijnde tent zweefde een deken dichterbij en Draco legde deze met één hand voorzichtig op Hermelien. Ze leek niet veel ervan te merken en sliep door, terwijl ze nog steeds zijn hand stevig vasthield.
Hij draaide zich meer naar haar toe en keek haar glimlachend aan. Opeens merkte hij dat hij zijn eigen masker niet op had. Voor een seconde voelde hij paniek, totdat hij zich bedacht dat hij zijn masker niet meer had opgehad sinds hij in het water was gedoken... Hij had niet één keer in haar ogen walging of verschrikking gezien en de verrassing die hij daardoor voelde deed zijn maag samenkrimpen, maar het was geen onaangenaam gevoel. Misschien was er nog hoop voor hem...
En voorzichtig boog hij zich naar Hermelien en gaf hij haar een kus op haar voorhoofd.
"Verlaat me alsjeblieft nooit..." fluisterde hij zacht in haar oor voordat hij zich terug neerlegde en zijn ogen weer sloot.
Hermeliens ogen waren nog steeds gesloten, maar enkele secondes later drupte een traan op het kussen. Dat was een belofte die zij hem nooit zou kunnen maken.