27/08/2020, 17:58
Hoofdstuk 3: Het Ingrediënt
Nog steeds voelde Hermelien haar hart sneller kloppen telkens als ze merkte dat het spook de huiswerken had verbeterd. Het was al een week geleden sinds ze zijn eerste briefje had gelezen en Hermelien had haar schild wat laten zakken. Ze had dagelijks wat huiswerk laten liggen en vertrok dan zelf vroeger naar de stafkamer. Iedere dag was het huiswerk volledig verbeterd als ze 's avonds terugkwam. Maar Hermelien voelde zich nog steeds gespannen iedere keer dat ze het verbeterde huiswerk door haar handen liet gaan. Ze kon het niet verhelpen dat ze de hele zaak niet vertrouwde...
Er kwamen ook geen briefjes bij de verbeterde huiswerken. Kennelijk had Hermelien, door niet te reageren op het eerste briefje, haar goedkeuring gegeven dat hij haar zou helpen.
Toen Hermelien op een donderdagavond weer een kleine rol perkament bij het huiswerk zag liggen, slikte ze. Ze zette haar tas op de stoel aan het bureau en nam het perkament in haar handen terwijl ze om zich heen keek. Er liep een koude rilling over haar rug en ze had het gevoel dat ze bekeken werd, al kon dat ook te wijten zijn aan haar paranoia wat het spook betrof.
Ze opende haastig de rol perkament en zag een korte boodschap staan.
"Ik kan niet uitdrukken hoezeer ik apprecieer dat u mij de laatste week de kans heeft gegeven om u te helpen bij het verbeteren van de huiswerken. Ik zou graag om een wederdienst vragen. Zou u morgenavond een fles drakenbloed (1 liter; Type 3: Zweedse Stompsnuit; subject ouder dan 70 jaar) kunnen klaarzetten? Ik heb de vrijheid genomen om uw voorraadkamer aan te vullen met enkele zeldzame zwammen en wat barst van Boomtrullen. Hopelijk beschouwt u het als een eerlijke ruil."
Hermelien was met het perkament in haar handen naar de voorraadkamer gewandeld en keek in de rekken. Ze zag dat het doosje met Boomtrul-barst tot aan de deksel toe gevuld was en in het rek met de planten zag ze enkele kleine zwammen blauw gloeien in hun potten.
Hermelien kon het niet ontkennen: het wás een eerlijke ruil. Ze zette zich neer aan haar bureau en begon een brief aan de Apothekerij. Als ze de brief vanavond verstuurde, had ze tegen morgenmiddag het drakenbloed. Maar tegelijkertijd groeide het gevoel dat ze verkeerd bezig was, ook al was er nog niets verkeerd gegaan in haar relatie met het spook. Ze kon hem niet vertrouwen als ze niet wist wie hij was. En om die reden begon ze een tweede brief te schrijven. Om haar idee uit te voeren zou ze eerst hulp moeten krijgen van Harry.
De volgende avond ontving Hermelien twee pakjes. Eerst tikte de uil met de fles drakenbloed op het kleine raam van haar kamer en Hermelien liet de uil onmiddelijk binnen. De uil vloog onmiddelijk weer weg toen Hermelien de fles had losgebonden van zijn poot en ze keek naar haar klok terwijl ze wachtte op een reactie van Harry. Het was zeven uur voorbij. Ze hoopte dat het niet meer te lang zou duren, ze wou zo snel mogelijk het plan in actie zetten.
Hermelien staarde naar het schilderij van de dampende toverdrankflesjes, dat een kalmerend effect op haar had. De gedachte dat ze binnen een aantal uren de identiteit van het spook zou kennen, deed haar zowel glimlachen als fronsen. Ze wist niet zeker of het wel zo'n goed idee was om te proberen het spook te slim af te zijn. Maar ze kon zich niet er niet bij neerleggen dat ze communiceerde met een wildvreemde, misschien zelfs een dooddoener.
Het was bijna negen uur toen een witte sneeuwuil op het raam tikte en Hermelien grijnsde terwijl ze Hedwig binnen liet.
"Jou heb ik al een tijdje niet meer gezien," grijnsde ze tegen Harry's geliefde uil en ze bond het pakje van zijn voet los. Onder het touw dat rond het pakje was gebonden, zat een brief, die ze eerst las.
"Beste Hermelien,
Nogal ongewoon nieuws dat je me nu brengt. Ik denk niet dat je in gevaar bent, zeker niet als het een dooddoenerspook is. Het zit namelijk zo dat 'nieuwe' spoken nog niet in staat zijn hun woede of haat te isoleren om die om te zetten in acties en zeker niet in levensbedreigende acties. Een dooddoenerspook zou nog niet erg lang dood kunnen zijn, dus normaalgezien is er geen gevaar, maar dat weet je zelf waarschijnlijk ook wel allemaal."
Hermelien rolde met haar ogen, maar Harry vergat wel dat dooddoeners ook al als mens hun haat en woede hadden geleerd te isoleren, anders zouden ze geen Onvergeeflijke Vloeken kunnen uitspreken. Het was het feit dat ze niet zeker wist of het dooddoenerspook nu al zulke acties zou kunnen uitvoeren dat haar zo wantrouwend maakte.
"Je plan lijkt me wel veilig en ik hoop dat het slaagt. En als je weet wie dat spook is, laat je het me toch zeker weten?
De groeten,
Harry"
Hermelien legde het stuk perkament opzij en opende het pakje. Ze liet het gladde stof van Harry's Onzichtbaarheidsmantel door haar vingers glijden. Het bracht oude herinneringen bij haar naar boven en ze glimlachte even.
Haar mijmeringen werden verbroken toen de klok op haar kamer opeens negen uur sloeg. Vastberaden nam ze de Onzichtbaarheidsmantel en de fles drakenbloed in haar handen en liep ze naar de deur.
Hedwig kraste even en Hermelien keek naar de uil.
"Oh. Harry heeft zeker gezegd dat je kon blijven tot morgenochtend? Hij heeft gelijk, rust maar wat. En hopelijk tot in een paar uurtjes!"
Hedwig kraste weer toen Hermelien de deur opende en naar buiten stapte.
Hermelien liet de Onzichtbaarheidsmantel vallen om de hoek van de gang naar de kerkers en liep vastberaden het Toverdranklokaal binnen. Ze zette de fles drakenbloed op haar bureau, naast de vele rollen onverbeterd huiswerk die ze opzettelijk had laten liggen. Het spook zou niet snel verdwijnen als hij zag dat er huiswerk was en dat zou haar dan de kans geven hem beter te bestuderen. Ze schoof zo onopvallend mogelijk wat banken recht en doofde de lichten. Amper een minuut later verliet Hermelien de kerkers weer, maar ze liet de deur wijd open, zodat ze onopvallend terug naar binnen kon glippen.
Om de hoek van de gang wierp ze snel de Onzichtbaarheidsmantel over zich heen en ze haastte zich richting het lokaal, tot ze na twee stappen bemerkte dat haar schoenen teveel lawaai maakten. Ze deed ze uit en liet ze achter de hoek op de gang staan, voordat ze terug naar de kerkers ging.
Het was erg donker in het lokaal en Hermelien liep voorzichtig tussen de ketels en banken door naar het bureau. Het was een slecht idee om te blijven staan voor het bureau, als het spook in haar buurt zou komen, zou hij recht door haar heen kunnen zweven en dat wilde ze vermijden. Ze ging in de plaats daarvan rechts van haar bureau zitten, tegen de muur en langs de deur van het voorraadlokaal.
Hermeliens handen trilden, niet enkel van de spanning, maar ook van de kou. Het was erg donker in het lokaal en het enige licht kwam van de gang, waar enkele toortsen brandden. Hermelien hoopte dat ze het spook duidelijk zou kunnen bekijken in dat zachte licht.
Hermelien keek urenlang gefixeerd naar het bureau, totdat opeens de toortsen in de gang bijna volledig uitdoofden. Dat betekende dat middernacht al was gepasseerd. Het spook leek zijn tijd te nemen.
Het licht in het Toverdranklokaal was nu echter zo zwak dat Hermelien betwijfelde of ze het spook zelfs maar zou kunnen zien als hij verscheen. Maar na een paar minuten leken haar ogen weer meer te wennen aan het duister en Hermelien gaf de moed niet op.
Ze rilde van de kou en wreef zo stil mogelijk over haar armen om de kou te verdringen. Misschien had ze beter een deken meegenomen. Of dikkere sokken aangedaan. Haar tenen bevroren.
Het voelde als vele uren aan dat Hermelien naar het bureau en de drakenfles keek en ze geeuwde geluidloos. Ze kon niet in slaap vallen.
Maar na nog een paar uur merkte ze dat haar ogen steeds vaker even dicht gingen, al was het maar voor een paar secondes.
"Wakker blijven, Hermelien," mompelde ze geluidloos tegen zichzelf. "Niet in slaap vallen, Hermelien. Niet in slaap vallen, Hermelien. Niet in slaap vallen..."
Hermelien schrok wakker en sprong recht.
Zonlicht scheen binnen door het kleine raam en verlichtte het bureau, waar geen fles drakenbloed meer te zien was.
"Hermelien, hoe kon je zo stom zijn!" kreunde ze tegen zichzelf en ze probeerde gehaast naar het bureau te lopen, maar merkte dat haar voeten verstrengeld zaten in de deken.
De deken?
Hermelien keek verschrokken naar de zwarte deken die nu kennelijk op haar had gelegen. Waar was in hemelsnaam de Onzichtbaarheidsmantel heen? Haar hart bonsde in haar keel. Het was al erg genoeg dat ze zo stom was geweest om in slaap te vallen, maar het zou duizend maal erger zijn als ze Harry's onzichtbaarheidsmantel nu kwijt zou zijn. Ze zette zich op haar knieën en voelde op de grond om zich heen, misschien kon ze de mantel gewoon niet zien liggen. Maar na een kwartier kwam ze terug recht en besefte ze zich dat de mantel niet meer in de kerkers lag, toch niet op de grond.
Hermelien voelde zich suf en radeloos en slenterde op haar sokken naar het bureau, waar ze nu pas een kleine rol perkament langs de huiswerken zag liggen.
Met een boze frons op haar gezicht greep ze het perkament en trok ze het zwarte lint ervan af. Haar ogen schoten als vuur over de tekst die het spook had geschreven.
"Ten eerste zou ik je graag willen bedanken voor het drakenbloed te bestellen. Ik ben je erg dankbaar. Ten tweede zou ik je willen complimenteren met je vindingrijkheid. Het was zeker een bewonderenswaardig plan dat je tot uitvoering hebt gebracht. Ik vind het jammer dat ik je moet teleurstellen omdat het plan niet is geslaagd.
Ik heb ook de vrijheid genomen om de Onzichtbaarheidsmantel terug te sturen met de witte sneeuwuil die zich in je kamer bevond.
Hopelijk zijn de huiswerken naar wens verbeterd.
PS: Dobby is blij met zijn nieuwe schoenen."
Al had het spook zich in de hoogste Astronomietoren bevonden, dan nog zou hij de gefrustreerde brul die Hermelien een seconde later uitbracht gehoord hebben.
Nog steeds voelde Hermelien haar hart sneller kloppen telkens als ze merkte dat het spook de huiswerken had verbeterd. Het was al een week geleden sinds ze zijn eerste briefje had gelezen en Hermelien had haar schild wat laten zakken. Ze had dagelijks wat huiswerk laten liggen en vertrok dan zelf vroeger naar de stafkamer. Iedere dag was het huiswerk volledig verbeterd als ze 's avonds terugkwam. Maar Hermelien voelde zich nog steeds gespannen iedere keer dat ze het verbeterde huiswerk door haar handen liet gaan. Ze kon het niet verhelpen dat ze de hele zaak niet vertrouwde...
Er kwamen ook geen briefjes bij de verbeterde huiswerken. Kennelijk had Hermelien, door niet te reageren op het eerste briefje, haar goedkeuring gegeven dat hij haar zou helpen.
Toen Hermelien op een donderdagavond weer een kleine rol perkament bij het huiswerk zag liggen, slikte ze. Ze zette haar tas op de stoel aan het bureau en nam het perkament in haar handen terwijl ze om zich heen keek. Er liep een koude rilling over haar rug en ze had het gevoel dat ze bekeken werd, al kon dat ook te wijten zijn aan haar paranoia wat het spook betrof.
Ze opende haastig de rol perkament en zag een korte boodschap staan.
"Ik kan niet uitdrukken hoezeer ik apprecieer dat u mij de laatste week de kans heeft gegeven om u te helpen bij het verbeteren van de huiswerken. Ik zou graag om een wederdienst vragen. Zou u morgenavond een fles drakenbloed (1 liter; Type 3: Zweedse Stompsnuit; subject ouder dan 70 jaar) kunnen klaarzetten? Ik heb de vrijheid genomen om uw voorraadkamer aan te vullen met enkele zeldzame zwammen en wat barst van Boomtrullen. Hopelijk beschouwt u het als een eerlijke ruil."
Hermelien was met het perkament in haar handen naar de voorraadkamer gewandeld en keek in de rekken. Ze zag dat het doosje met Boomtrul-barst tot aan de deksel toe gevuld was en in het rek met de planten zag ze enkele kleine zwammen blauw gloeien in hun potten.
Hermelien kon het niet ontkennen: het wás een eerlijke ruil. Ze zette zich neer aan haar bureau en begon een brief aan de Apothekerij. Als ze de brief vanavond verstuurde, had ze tegen morgenmiddag het drakenbloed. Maar tegelijkertijd groeide het gevoel dat ze verkeerd bezig was, ook al was er nog niets verkeerd gegaan in haar relatie met het spook. Ze kon hem niet vertrouwen als ze niet wist wie hij was. En om die reden begon ze een tweede brief te schrijven. Om haar idee uit te voeren zou ze eerst hulp moeten krijgen van Harry.
De volgende avond ontving Hermelien twee pakjes. Eerst tikte de uil met de fles drakenbloed op het kleine raam van haar kamer en Hermelien liet de uil onmiddelijk binnen. De uil vloog onmiddelijk weer weg toen Hermelien de fles had losgebonden van zijn poot en ze keek naar haar klok terwijl ze wachtte op een reactie van Harry. Het was zeven uur voorbij. Ze hoopte dat het niet meer te lang zou duren, ze wou zo snel mogelijk het plan in actie zetten.
Hermelien staarde naar het schilderij van de dampende toverdrankflesjes, dat een kalmerend effect op haar had. De gedachte dat ze binnen een aantal uren de identiteit van het spook zou kennen, deed haar zowel glimlachen als fronsen. Ze wist niet zeker of het wel zo'n goed idee was om te proberen het spook te slim af te zijn. Maar ze kon zich niet er niet bij neerleggen dat ze communiceerde met een wildvreemde, misschien zelfs een dooddoener.
Het was bijna negen uur toen een witte sneeuwuil op het raam tikte en Hermelien grijnsde terwijl ze Hedwig binnen liet.
"Jou heb ik al een tijdje niet meer gezien," grijnsde ze tegen Harry's geliefde uil en ze bond het pakje van zijn voet los. Onder het touw dat rond het pakje was gebonden, zat een brief, die ze eerst las.
"Beste Hermelien,
Nogal ongewoon nieuws dat je me nu brengt. Ik denk niet dat je in gevaar bent, zeker niet als het een dooddoenerspook is. Het zit namelijk zo dat 'nieuwe' spoken nog niet in staat zijn hun woede of haat te isoleren om die om te zetten in acties en zeker niet in levensbedreigende acties. Een dooddoenerspook zou nog niet erg lang dood kunnen zijn, dus normaalgezien is er geen gevaar, maar dat weet je zelf waarschijnlijk ook wel allemaal."
Hermelien rolde met haar ogen, maar Harry vergat wel dat dooddoeners ook al als mens hun haat en woede hadden geleerd te isoleren, anders zouden ze geen Onvergeeflijke Vloeken kunnen uitspreken. Het was het feit dat ze niet zeker wist of het dooddoenerspook nu al zulke acties zou kunnen uitvoeren dat haar zo wantrouwend maakte.
"Je plan lijkt me wel veilig en ik hoop dat het slaagt. En als je weet wie dat spook is, laat je het me toch zeker weten?
De groeten,
Harry"
Hermelien legde het stuk perkament opzij en opende het pakje. Ze liet het gladde stof van Harry's Onzichtbaarheidsmantel door haar vingers glijden. Het bracht oude herinneringen bij haar naar boven en ze glimlachte even.
Haar mijmeringen werden verbroken toen de klok op haar kamer opeens negen uur sloeg. Vastberaden nam ze de Onzichtbaarheidsmantel en de fles drakenbloed in haar handen en liep ze naar de deur.
Hedwig kraste even en Hermelien keek naar de uil.
"Oh. Harry heeft zeker gezegd dat je kon blijven tot morgenochtend? Hij heeft gelijk, rust maar wat. En hopelijk tot in een paar uurtjes!"
Hedwig kraste weer toen Hermelien de deur opende en naar buiten stapte.
Hermelien liet de Onzichtbaarheidsmantel vallen om de hoek van de gang naar de kerkers en liep vastberaden het Toverdranklokaal binnen. Ze zette de fles drakenbloed op haar bureau, naast de vele rollen onverbeterd huiswerk die ze opzettelijk had laten liggen. Het spook zou niet snel verdwijnen als hij zag dat er huiswerk was en dat zou haar dan de kans geven hem beter te bestuderen. Ze schoof zo onopvallend mogelijk wat banken recht en doofde de lichten. Amper een minuut later verliet Hermelien de kerkers weer, maar ze liet de deur wijd open, zodat ze onopvallend terug naar binnen kon glippen.
Om de hoek van de gang wierp ze snel de Onzichtbaarheidsmantel over zich heen en ze haastte zich richting het lokaal, tot ze na twee stappen bemerkte dat haar schoenen teveel lawaai maakten. Ze deed ze uit en liet ze achter de hoek op de gang staan, voordat ze terug naar de kerkers ging.
Het was erg donker in het lokaal en Hermelien liep voorzichtig tussen de ketels en banken door naar het bureau. Het was een slecht idee om te blijven staan voor het bureau, als het spook in haar buurt zou komen, zou hij recht door haar heen kunnen zweven en dat wilde ze vermijden. Ze ging in de plaats daarvan rechts van haar bureau zitten, tegen de muur en langs de deur van het voorraadlokaal.
Hermeliens handen trilden, niet enkel van de spanning, maar ook van de kou. Het was erg donker in het lokaal en het enige licht kwam van de gang, waar enkele toortsen brandden. Hermelien hoopte dat ze het spook duidelijk zou kunnen bekijken in dat zachte licht.
Hermelien keek urenlang gefixeerd naar het bureau, totdat opeens de toortsen in de gang bijna volledig uitdoofden. Dat betekende dat middernacht al was gepasseerd. Het spook leek zijn tijd te nemen.
Het licht in het Toverdranklokaal was nu echter zo zwak dat Hermelien betwijfelde of ze het spook zelfs maar zou kunnen zien als hij verscheen. Maar na een paar minuten leken haar ogen weer meer te wennen aan het duister en Hermelien gaf de moed niet op.
Ze rilde van de kou en wreef zo stil mogelijk over haar armen om de kou te verdringen. Misschien had ze beter een deken meegenomen. Of dikkere sokken aangedaan. Haar tenen bevroren.
Het voelde als vele uren aan dat Hermelien naar het bureau en de drakenfles keek en ze geeuwde geluidloos. Ze kon niet in slaap vallen.
Maar na nog een paar uur merkte ze dat haar ogen steeds vaker even dicht gingen, al was het maar voor een paar secondes.
"Wakker blijven, Hermelien," mompelde ze geluidloos tegen zichzelf. "Niet in slaap vallen, Hermelien. Niet in slaap vallen, Hermelien. Niet in slaap vallen..."
Hermelien schrok wakker en sprong recht.
Zonlicht scheen binnen door het kleine raam en verlichtte het bureau, waar geen fles drakenbloed meer te zien was.
"Hermelien, hoe kon je zo stom zijn!" kreunde ze tegen zichzelf en ze probeerde gehaast naar het bureau te lopen, maar merkte dat haar voeten verstrengeld zaten in de deken.
De deken?
Hermelien keek verschrokken naar de zwarte deken die nu kennelijk op haar had gelegen. Waar was in hemelsnaam de Onzichtbaarheidsmantel heen? Haar hart bonsde in haar keel. Het was al erg genoeg dat ze zo stom was geweest om in slaap te vallen, maar het zou duizend maal erger zijn als ze Harry's onzichtbaarheidsmantel nu kwijt zou zijn. Ze zette zich op haar knieën en voelde op de grond om zich heen, misschien kon ze de mantel gewoon niet zien liggen. Maar na een kwartier kwam ze terug recht en besefte ze zich dat de mantel niet meer in de kerkers lag, toch niet op de grond.
Hermelien voelde zich suf en radeloos en slenterde op haar sokken naar het bureau, waar ze nu pas een kleine rol perkament langs de huiswerken zag liggen.
Met een boze frons op haar gezicht greep ze het perkament en trok ze het zwarte lint ervan af. Haar ogen schoten als vuur over de tekst die het spook had geschreven.
"Ten eerste zou ik je graag willen bedanken voor het drakenbloed te bestellen. Ik ben je erg dankbaar. Ten tweede zou ik je willen complimenteren met je vindingrijkheid. Het was zeker een bewonderenswaardig plan dat je tot uitvoering hebt gebracht. Ik vind het jammer dat ik je moet teleurstellen omdat het plan niet is geslaagd.
Ik heb ook de vrijheid genomen om de Onzichtbaarheidsmantel terug te sturen met de witte sneeuwuil die zich in je kamer bevond.
Hopelijk zijn de huiswerken naar wens verbeterd.
PS: Dobby is blij met zijn nieuwe schoenen."
Al had het spook zich in de hoogste Astronomietoren bevonden, dan nog zou hij de gefrustreerde brul die Hermelien een seconde later uitbracht gehoord hebben.