27/08/2020, 17:56
Hoofdstuk 1: De Nieuwe Professor
Vele jaren waren verstreken en de tovenaarswereld was veranderd. Tien jaar geleden had Harry Potter op achttienjarige leeftijd Voldemort weten te verslaan en zowat alle duistere tovenaars waren in die strijd gestorven of door Schouwers overmeesterd en naar Azkaban gestuurd.
De vrede was teruggekeerd in de tovenaarswereld en Zweinstein was na een jaar heropend en vele leerkrachten hadden hun baan na een jaar helse strijd met de Duistere machten van Voldemort terug opgenomen.
De jaren waren goed geweest voor de jonge tovenaars en Harry Potter had zijn profetie vervuld en genoot van een 'simpel' leven als schouwer, met Ginny Wemel aan zijn zijde. Ron Wemel was enkele jaren geleden getrouwd met de persoon waarvan hij het nooit gedacht zou hebben: Loena Leeflang. Nadat hij en Hermelien jarenlang heimelijk verliefd op elkaar waren geweest, hadden ze het na de val van Voldemort aangedurfd om een relatie te beginnen, maar al na enkele maanden was het duidelijk dat ze beiden te verschillend waren en ze besloten om als vrienden uit elkaar te gaan en verder te zoeken naar wat ze beiden wilden in het leven.
Maar dat Ron met Loena Leeflang zou eindigen, had geen kat kunnen raden. Harry, Hermelien en Ginny konden er wel eens goed mee lachen. Het bewees maar weer eens hoe weinig je van je eigen leven in handen had en hoezeer mensen konden veranderen, want als tieners hadden ze dit nooit kunnen raden.
Hermelien gebruikte de jaren na Voldemort's val om zoveel mogelijk diploma's te verzamelen als ze kon. Niet enkel was ze bevoegd om als Heler te werken, ze behaalde ook het certificaat van Toverdrankmeester en het diploma van Schouwer, al studeerde ze van dat vak enkele jaren later af dan Harry en Ron.
Op haar achtentwintigste kreeg ze op een novemberavond de vraag van een oude, bekende professor of ze het zou zien zitten om les te geven op Zweinstein. Zonder aarzelen aanvaardde ze het aanbod. Ook al was ze overgekwalificeerd voor de job, de gedachte om terug te keren naar Zweinstein om daar les te geven aan de nieuwe generatie griffoendors was meer opwindend dan ieder ander aanbod dat ze tot dan had gekregen. En ze zou het niet voor de rest van haar leven hoeven te doen. Ze kon gerust na een paar jaar opstappen als ze dat wou.
Toen ze de avond van één december de wandeling maakte van Zweinsveld naar Zweinstein, langs het pad van het Verboden Bos, moest ze zich bedwingen om niet te springen van enthousiasme en toen ze door professor Anderling en professor Banning verwelkomd werd in de Grote Hal, vond ze haar eigen stem abnormaal opgewonden klinken.
Nadat ze kort hadden bijgepraat over Harry en Ron, lieten Anderling en Banning Hermelien haar weg naar de kerkers verderzetten. De kille weg naar de kerkers vervulde Hermelien met een gevoel van nostalgie dat ze moeilijk kon verklaren. Ze kon zich herinneren hoe ze wekelijks met een mokkende Harry en Ron naar de lessen van Sneep afzakte en de vuile blikken van Draco Malfidus en zijn vrienden probeerde te ontwijken.
"De tijden zijn veranderd," zuchtte ze in zichzelf toen ze het oude kantoortje van Sneep passeerde.
Sneep en Draco waren beiden dood en veel van de andere zwadderaars hadden in Azkaban gezeten en waren nadien vertrokken naar plekken waar Duistere Kunsten niet zozeer geband werden als in Groot-Brittannië. Natuurlijk waren er ook nog steeds goede zwadderaars te vinden en professor Slakhoorn was één van hen.
Hildebrand Slakhoorn schrok op toen Hermelien de kerkerlokalen binnenkwam, maar grijnsde breed toen hij haar herkende en hij stapte met snelle passen naar haar toe.
Hermelien bekeek Slakhoorn en probeerde niets te laten blijken van het feit dat ze zich nogal verschrok. Slakhoorn was altijd klein, dik en kaal geweest en was dat nog steeds. Maar zijn snor was enorm uitgedund en de rimpels en lijnen in zijn gezicht waren harder dan ooit tevoren. Hermelien had de man al tien jaar niet meer gezien en ze zag maar één ding: hij was oud geworden.
"Hermelien!" groette Slakhoorn haar hartelijk terwijl hij haar hand nam en deze schudde. "Is het in orde als ik je gewoon Hermelien noem?"
"Natuurlijk, professor."
Professor Slakhoorn lachte even.
"Zeg maar Hildebrand, want binnen een week ben ik officieel op pensioen! Dan zal ik geen professor meer zijn..."
Hermelien glimlachte lichtjes en professor Slakhoorn liep terug naar zijn bureau, waar hij enkele perkamentrollen rangschikte.
"Huiswerk," verontschuldigde Slakhoorn zich. "Maar ik laat het wel liggen... Heb je al een kamer?"
"Nog niet. Mijn spullen staan in de Drie Bezemstelen. Ik ga ze zodadelijk via het haardvuur even halen."
"Ah... Doe de groeten aan Rosmerta... Ik heb haar al te lang niet meer gezien," zuchtte Slakhoorn. "Maar over je kamer... Je kan een kamer in de kerkers nemen... Die zijn best aangenaam, geloof me. Of je kan op de tweede verdieping liggen, maar dat is best ver van je leslokaal... Het is wel gezelliger, moet ik eerlijk toegeven, maar als je toverdranken wil brouwen, lig je het beste in een kamer dicht bij het toverdranklokaal."
"Akkoord," knikte Hermelien. "Een kamer in de kerkers lijkt me wel een goed idee."
"Mooi. Professor Sinistra is ook verhuisd naar de kerkers aangezien ze vanaf volgende week het nieuwe hoofd van Zwadderich zal zijn. Je kan één van de kamers op haar gang nemen."
"Dat klinkt goed," glimlachte Hermelien.
"Nu, je was zelf altijd een talent in toverdranken... En ook in vele andere zaken... Maar ik denk dat het niet slecht zou zijn als je de komende week de leerlingen gewoon zou observeren. Dan kun je zien hoe ver ze zijn gevorderd en dan weet je waar je met je lessen kan beginnen. Ik laat mijn lessenschema's hier, zodat je hen kan gebruiken als basis voor je eigen lessenplan, maar dat toon ik je nog wel eens in de loop van de week."
Hermelien knikte en maakte geen aanstalten om Slakhoorn te onderbreken.
"Ik zal anders met je meegaan naar Sinistra's gang en je de kamers tonen. Als je je kamer hebt gekozen, kun je via het haardvuur wel je tassen halen. Als je daarna naar de lerarenkamer zou willen komen, dan stel ik je even voor aan de andere professoren, alhoewel er niet zoveel nieuwe leerkrachten zijn. En volgens mij ken je ze allemaal."
Hermelien volgde Slakhoorn naar de kerkergang die zich dicht bij de leerlingenkamer van Zwadderich bevond en hij liet haar alle kamers zien. Uiteindelijk koos ze de kamer schuin tegenover die van Sinistra. De raampjes die er hoog in de muren stonden keken uit op het grasveld bij het Grote Meer en de kamer was mooi aangekleed met donkerhouten kasten en leren zetels. Er stond zelfs een boekenrek, dat volgens Slakhoorn al minstens honderd jaar geleden daar was achtergelaten door de toenmalige leerkracht Toverdranken en de muur was gedecoreerd met een prachtig schilderij van enkele kleurige toverdrankflessen waaruit dampen langzaam omhoog stegen.
Slakhoorn liet Hermelien alleen om haar spullen te halen via het haardvuur en toen Hermelien na een uurtje alles naar haar nieuwe kamer had verplaatst en al een paar spullen had uitgenomen, besloot ze naar het staflokaal te gaan.
In het staflokaal hing een gezellige drukte en Slakhoorn sprong meteen op van zijn stoel toen Hermelien binnenkwam en kondigde haar uitbundig aan.
Hermelien was blij om meer oude bekende leerkrachten terug te zien. Professor Sinistra en professor Vector kwamen haar meteen de hand schudden en Madame Hooch en mevrouw Rommella groetten haar beleefd. Tussen al die oude leerkrachten stond een bekend gezicht. Marcel Lubbermans had de kruidenkunde lessen overgenomen van Pomona Stronk en Hermelien's gezicht veranderde in een brede grijns toen ze hem zag.
"Dag Marcel," groette Hermelien hem grijnzend.
"Ha, natuurlijk..." zei madame Hooch. "Jullie hebben nog bij elkaar in de klas gezeten."
"En in dezelfde afdeling," vulde Slakhoorn aan.
"Dat klopt," zei Marcel. "Ik was blij om te horen dat je de nieuwe professor toverdranken zou worden, Hermelien. Hildebrand had helemaal niet gezegd dat hij jou had gevraagd, dus het kwam als nogal een verrassing toen hij gisteren zei dat jij de baan had gekregen."
"Dat geloof ik. Hoe lang geef jij nu eigenlijk al les?"
"Zes jaar," antwoordde Marcel trots. "Maar Stronk komt nog steeds geregeld een kijkje nemen. Ze geniet wel van de vrije tijd die ze nu heeft, maar met momenten verveelt ze zich en dan komt ze kijken hoe het met de planten gaat... Ze heeft een groot deel ervan zelf aangeplant destijds en ze is toch nog steeds een beetje bezorgd dat er iets met haar planten gebeurt."
Alle leerkrachten grinnikten toen Marcel dit vertelde en Hermelien keek even om zich heen.
"Is het volle maan?", vroeg ze.
"Bijna," zei Slakhoorn. "Professor Lupos zul je morgenochtend wel zien, maak je niet druk. Hij heeft geluk dat het Ministerie nu Wolfsworteldrank voorziet voor weerwolven."
"Ja, hij ziet er pakken beter uit dan vroeger," gaf Hermelien toe. "Veel uitgeruster en vrolijker."
"Dat zal ook wel liggen aan Tops," grijnsde Marcel.
Plots zwaaide de deur open en stapte een mooie, jonge, blonde vrouw naar binnen. Toen ze Hermelien zag, gilde ze enthousiast en ze stapte snel op haar af.
"'Ermelien! Je bent eindelijk 'ier!"
Voor Hermelien wist wat er gebeurde, werd ze omhelst door Fleur Delacour.
"'Oe is 'et met jou? Al lang niet meer gezien, zeg!"
Fleur Delacour gaf al jaren Transfiguratie nu dat professor Anderling schoolhoofd was van Zweinstein. Ze verbleef echter niet op Zweinstein, iedere avond ging ze met Brandstof naar het huis waar zij en Bill woonden terug. Hermelien had Fleur niet meer gezien sinds het Kerstfeest bij de Wemels, bijna een jaar geleden dus.
Hermelien kreeg Fleur niet afgeschud en Hermelien zag Marcel en Slakhoorn een 'hier-gaat-ze-weer'-blik uitwisselen toen Fleur begon te vertellen over haar lessen en de vooruitgang die haar leerlingen boekten en ze dramatisch zei dat ze hoopte dat Hermelien haar leerlingen net zo zou weten te boeien en betrekken bij haar lessen als zij zelf deed.
Slakhoorn was degene die Fleur na een aantal minuten onderbrak en hij verzocht Hermelien om terug mee te gaan om haar de kerkers te tonen, wat eigenlijk niet zo dringend was, maar Hermelien was toch blij met de redding van Fleur.
"Ik wist niet dat ze hier ook zo irritant deed..." zuchtte Hermelien terwijl ze met Slakhoorn naar de kerkers ging.
Slakhoorn grinnikte.
"Fleur is een geniale heks," gaf hij toe. "Maar ze moet nu en dan leren haar mond te houden."
Slakhoorn en Hermelien stapten het toverdranklokaal terug binnen en Slakhoorn liep naar zijn bureau en keek naar het de rollen perkament, het huiswerk dat nu netjes op elkaar lag gestapeld.
"Mooi. De huiswerken zijn al verbeterd. Dan kan ik je de inventarislijst van het voorraadlokaal laten zien en je tonen hoe ik altijd nieuwe voorraad bestel. Wist je dat we korting krijgen bij de Apothekerij op de Wegisweg?"
Slakhoorn liep naar het voorraadlokaal en Hermelien volgde hem, maar bleef even stilstaan toen ze zijn bureau passeerde en ze keek naar de rollen huiswerk die er lagen.
"Eh, Hildebrand..." De naam klonk wat onwennig voor Hermelien. "Hoe zorgt u ervoor dat de huiswerken verbeterd worden als u er niet bent? Wat voor spreuk gebruikt u daarvoor?"
Professor Slakhoorn hield even stil en draaide zich om om Hermelien te bekijken. Hij grijnsde half.
"Geen spreuk," zei hij langzaam. "Een hulpje, zeg maar."
"Een hulpje?" herhaalde Hermelien fronsend. "Wie dan?"
Professor Slakhoorn haalde zijn schouders op.
"Eén van de nieuwe spoken... Je weet van Agaat Tintel en jonge Laura Maansteen?"
Hermelien knikte. Laura Maansteen was in Hermeliens vierde jaar gesorteerd in Huffelpuf en was drie jaar later samen met haar familie vermoord door dooddoeners. Hun oude huis was naderhand vernietigd en daardoor had Laura, die een spook was geworden, geen huis gehad om in te 'spoken', dus verbleef ze nu in Zweinstein. En Agaat Tintel was een jaar geleden gestorven door een ongelukje met een zelfroerende toverketel...
"Ja, maar ik wist niet dat Agaat Tintel hier zou blijven spoken."
"Ach, ze had geen zin om bij haar man en kinderen te spoken, dat zou ook maar vervelend zijn geweest en erg confronterend voor hen..."
"Natuurlijk," knikte Hermelien. "Maar Agaat helpt dus mee?"
"Oh, nee, nee, natuurlijk niet. Agaat is niet erg begaafd met toverdranken, anders had ze wel kunnen vermijden dat een zelfroerende ketel haar de das had omgedaan. Nee, het is een derde nieuw spook dat helpt."
"Oh," zei Hermelien verrast. "Wie dan?"
Professor Slakhoorn werd een beetje rood.
"Nou, dat weten we niet echt... Maar volgens mij is het iemand die gestorven is in een gevecht dat te maken had met Voldemort. Toen Zweinstein opnieuw opende, was hij er, maar daarvoor nog niet..."
Hermelien keek bedenkelijk.
"Maar ik praat er liever niet over in de kerkers..." fluisterde Slakhoorn stil en hij wandelde terug naar de gang. Hermelien volgde hem en het was pas toen ze op het gelijkvloers waren dat Slakhoorn verder sprak.
"Als je het mij vraagt, was hij een dooddoener..."
Hermelien trok grote ogen.
"Is hij niet gevaarlijk voor..."
"Nee," onderbrak Slakhoorn haar snel. "Hij is behulpzaam, zelfs beleefd..."
"Beleefd?" vroeg Hermelien verward.
"In zijn berichten. Hij blijft altijd zakelijk, maar ik geloof niet dat hij iets slechts in zijn mars heeft. Hij hoort en ziet alles in de kerkers, vandaar dat ik je hierheen heb gebracht, ik praat liever niet over hem waar hij me kan horen."
"Weet Anderling hier al van?" vroeg Hermelien streng.
"Natuurlijk!" reageerde Slakhoorn fel. "Wat denk je wel niet van me? De eerste weken dat ik hulp van hem kreeg dacht ik dat het een grap was, maar toen heb ik het Anderling na een paar weken meteen verteld en ze zei me dat ik me geen zorgen hoefde te maken, zelfs al was het een dooddoener-spook. De Bloederige Baron heeft als spook ook nooit iemand pijn kunnen doen en je kan raden waar zijn bijnaam vandaan komt?"
Hermelien dacht nog even na.
"Maar heeft niemand hem dan ooit gezien? Ook niet de andere spoken?"
Slakhoorn schudde zijn hoofd.
"Nee, volgens Anderling wil hij niet herkend worden. Misschien heeft hij enkele serieuze feiten op zijn kerfstok, misschien ook niet... Maar als hij zijn hulp zou aanbieden, aanvaardt hem dan. Hij is erg begaafd wat toverdranken betreft... En moest hij vragen om een bepaald ingrediënt... Zet het dan voor hem klaar."
"Maakt hij ook al toverdranken?" zei Hermelien verrast, maar tegelijkertijd afkeurend. "Wat doet een spook in hemelsnaam met een toverdrank?"
"Doet dat er iets aan toe? Hij helpt enorm. Als hij toverdranken wil maken in zijn tijd, laat hem dan... Het leven is redelijk saai als je dood bent, veronderstel ik."
Hermelien voelde zich niet helemaal op haar gemak bij het verhaal van een dooddoener-spook. Slakhoorn was niets overkomen, maar hij was ook een zwadderaar en een volbloedtovenaar. Hermelien daarentegen was de beste vriendin van de tovenaar die de Duistere Heer had vermoord. Ze voelde zich niet op haar gemak, maar ze zou er nog eens met Anderling over spreken.
"In ieder geval, zal ik je nu dan maar tonen hoe je ingrediënten uit de naam van Zweinstein bestelt bij de Apothekerij? En zeg dan niets meer over het dooddoener-spook, oké?"
Vele jaren waren verstreken en de tovenaarswereld was veranderd. Tien jaar geleden had Harry Potter op achttienjarige leeftijd Voldemort weten te verslaan en zowat alle duistere tovenaars waren in die strijd gestorven of door Schouwers overmeesterd en naar Azkaban gestuurd.
De vrede was teruggekeerd in de tovenaarswereld en Zweinstein was na een jaar heropend en vele leerkrachten hadden hun baan na een jaar helse strijd met de Duistere machten van Voldemort terug opgenomen.
De jaren waren goed geweest voor de jonge tovenaars en Harry Potter had zijn profetie vervuld en genoot van een 'simpel' leven als schouwer, met Ginny Wemel aan zijn zijde. Ron Wemel was enkele jaren geleden getrouwd met de persoon waarvan hij het nooit gedacht zou hebben: Loena Leeflang. Nadat hij en Hermelien jarenlang heimelijk verliefd op elkaar waren geweest, hadden ze het na de val van Voldemort aangedurfd om een relatie te beginnen, maar al na enkele maanden was het duidelijk dat ze beiden te verschillend waren en ze besloten om als vrienden uit elkaar te gaan en verder te zoeken naar wat ze beiden wilden in het leven.
Maar dat Ron met Loena Leeflang zou eindigen, had geen kat kunnen raden. Harry, Hermelien en Ginny konden er wel eens goed mee lachen. Het bewees maar weer eens hoe weinig je van je eigen leven in handen had en hoezeer mensen konden veranderen, want als tieners hadden ze dit nooit kunnen raden.
Hermelien gebruikte de jaren na Voldemort's val om zoveel mogelijk diploma's te verzamelen als ze kon. Niet enkel was ze bevoegd om als Heler te werken, ze behaalde ook het certificaat van Toverdrankmeester en het diploma van Schouwer, al studeerde ze van dat vak enkele jaren later af dan Harry en Ron.
Op haar achtentwintigste kreeg ze op een novemberavond de vraag van een oude, bekende professor of ze het zou zien zitten om les te geven op Zweinstein. Zonder aarzelen aanvaardde ze het aanbod. Ook al was ze overgekwalificeerd voor de job, de gedachte om terug te keren naar Zweinstein om daar les te geven aan de nieuwe generatie griffoendors was meer opwindend dan ieder ander aanbod dat ze tot dan had gekregen. En ze zou het niet voor de rest van haar leven hoeven te doen. Ze kon gerust na een paar jaar opstappen als ze dat wou.
Toen ze de avond van één december de wandeling maakte van Zweinsveld naar Zweinstein, langs het pad van het Verboden Bos, moest ze zich bedwingen om niet te springen van enthousiasme en toen ze door professor Anderling en professor Banning verwelkomd werd in de Grote Hal, vond ze haar eigen stem abnormaal opgewonden klinken.
Nadat ze kort hadden bijgepraat over Harry en Ron, lieten Anderling en Banning Hermelien haar weg naar de kerkers verderzetten. De kille weg naar de kerkers vervulde Hermelien met een gevoel van nostalgie dat ze moeilijk kon verklaren. Ze kon zich herinneren hoe ze wekelijks met een mokkende Harry en Ron naar de lessen van Sneep afzakte en de vuile blikken van Draco Malfidus en zijn vrienden probeerde te ontwijken.
"De tijden zijn veranderd," zuchtte ze in zichzelf toen ze het oude kantoortje van Sneep passeerde.
Sneep en Draco waren beiden dood en veel van de andere zwadderaars hadden in Azkaban gezeten en waren nadien vertrokken naar plekken waar Duistere Kunsten niet zozeer geband werden als in Groot-Brittannië. Natuurlijk waren er ook nog steeds goede zwadderaars te vinden en professor Slakhoorn was één van hen.
Hildebrand Slakhoorn schrok op toen Hermelien de kerkerlokalen binnenkwam, maar grijnsde breed toen hij haar herkende en hij stapte met snelle passen naar haar toe.
Hermelien bekeek Slakhoorn en probeerde niets te laten blijken van het feit dat ze zich nogal verschrok. Slakhoorn was altijd klein, dik en kaal geweest en was dat nog steeds. Maar zijn snor was enorm uitgedund en de rimpels en lijnen in zijn gezicht waren harder dan ooit tevoren. Hermelien had de man al tien jaar niet meer gezien en ze zag maar één ding: hij was oud geworden.
"Hermelien!" groette Slakhoorn haar hartelijk terwijl hij haar hand nam en deze schudde. "Is het in orde als ik je gewoon Hermelien noem?"
"Natuurlijk, professor."
Professor Slakhoorn lachte even.
"Zeg maar Hildebrand, want binnen een week ben ik officieel op pensioen! Dan zal ik geen professor meer zijn..."
Hermelien glimlachte lichtjes en professor Slakhoorn liep terug naar zijn bureau, waar hij enkele perkamentrollen rangschikte.
"Huiswerk," verontschuldigde Slakhoorn zich. "Maar ik laat het wel liggen... Heb je al een kamer?"
"Nog niet. Mijn spullen staan in de Drie Bezemstelen. Ik ga ze zodadelijk via het haardvuur even halen."
"Ah... Doe de groeten aan Rosmerta... Ik heb haar al te lang niet meer gezien," zuchtte Slakhoorn. "Maar over je kamer... Je kan een kamer in de kerkers nemen... Die zijn best aangenaam, geloof me. Of je kan op de tweede verdieping liggen, maar dat is best ver van je leslokaal... Het is wel gezelliger, moet ik eerlijk toegeven, maar als je toverdranken wil brouwen, lig je het beste in een kamer dicht bij het toverdranklokaal."
"Akkoord," knikte Hermelien. "Een kamer in de kerkers lijkt me wel een goed idee."
"Mooi. Professor Sinistra is ook verhuisd naar de kerkers aangezien ze vanaf volgende week het nieuwe hoofd van Zwadderich zal zijn. Je kan één van de kamers op haar gang nemen."
"Dat klinkt goed," glimlachte Hermelien.
"Nu, je was zelf altijd een talent in toverdranken... En ook in vele andere zaken... Maar ik denk dat het niet slecht zou zijn als je de komende week de leerlingen gewoon zou observeren. Dan kun je zien hoe ver ze zijn gevorderd en dan weet je waar je met je lessen kan beginnen. Ik laat mijn lessenschema's hier, zodat je hen kan gebruiken als basis voor je eigen lessenplan, maar dat toon ik je nog wel eens in de loop van de week."
Hermelien knikte en maakte geen aanstalten om Slakhoorn te onderbreken.
"Ik zal anders met je meegaan naar Sinistra's gang en je de kamers tonen. Als je je kamer hebt gekozen, kun je via het haardvuur wel je tassen halen. Als je daarna naar de lerarenkamer zou willen komen, dan stel ik je even voor aan de andere professoren, alhoewel er niet zoveel nieuwe leerkrachten zijn. En volgens mij ken je ze allemaal."
Hermelien volgde Slakhoorn naar de kerkergang die zich dicht bij de leerlingenkamer van Zwadderich bevond en hij liet haar alle kamers zien. Uiteindelijk koos ze de kamer schuin tegenover die van Sinistra. De raampjes die er hoog in de muren stonden keken uit op het grasveld bij het Grote Meer en de kamer was mooi aangekleed met donkerhouten kasten en leren zetels. Er stond zelfs een boekenrek, dat volgens Slakhoorn al minstens honderd jaar geleden daar was achtergelaten door de toenmalige leerkracht Toverdranken en de muur was gedecoreerd met een prachtig schilderij van enkele kleurige toverdrankflessen waaruit dampen langzaam omhoog stegen.
Slakhoorn liet Hermelien alleen om haar spullen te halen via het haardvuur en toen Hermelien na een uurtje alles naar haar nieuwe kamer had verplaatst en al een paar spullen had uitgenomen, besloot ze naar het staflokaal te gaan.
In het staflokaal hing een gezellige drukte en Slakhoorn sprong meteen op van zijn stoel toen Hermelien binnenkwam en kondigde haar uitbundig aan.
Hermelien was blij om meer oude bekende leerkrachten terug te zien. Professor Sinistra en professor Vector kwamen haar meteen de hand schudden en Madame Hooch en mevrouw Rommella groetten haar beleefd. Tussen al die oude leerkrachten stond een bekend gezicht. Marcel Lubbermans had de kruidenkunde lessen overgenomen van Pomona Stronk en Hermelien's gezicht veranderde in een brede grijns toen ze hem zag.
"Dag Marcel," groette Hermelien hem grijnzend.
"Ha, natuurlijk..." zei madame Hooch. "Jullie hebben nog bij elkaar in de klas gezeten."
"En in dezelfde afdeling," vulde Slakhoorn aan.
"Dat klopt," zei Marcel. "Ik was blij om te horen dat je de nieuwe professor toverdranken zou worden, Hermelien. Hildebrand had helemaal niet gezegd dat hij jou had gevraagd, dus het kwam als nogal een verrassing toen hij gisteren zei dat jij de baan had gekregen."
"Dat geloof ik. Hoe lang geef jij nu eigenlijk al les?"
"Zes jaar," antwoordde Marcel trots. "Maar Stronk komt nog steeds geregeld een kijkje nemen. Ze geniet wel van de vrije tijd die ze nu heeft, maar met momenten verveelt ze zich en dan komt ze kijken hoe het met de planten gaat... Ze heeft een groot deel ervan zelf aangeplant destijds en ze is toch nog steeds een beetje bezorgd dat er iets met haar planten gebeurt."
Alle leerkrachten grinnikten toen Marcel dit vertelde en Hermelien keek even om zich heen.
"Is het volle maan?", vroeg ze.
"Bijna," zei Slakhoorn. "Professor Lupos zul je morgenochtend wel zien, maak je niet druk. Hij heeft geluk dat het Ministerie nu Wolfsworteldrank voorziet voor weerwolven."
"Ja, hij ziet er pakken beter uit dan vroeger," gaf Hermelien toe. "Veel uitgeruster en vrolijker."
"Dat zal ook wel liggen aan Tops," grijnsde Marcel.
Plots zwaaide de deur open en stapte een mooie, jonge, blonde vrouw naar binnen. Toen ze Hermelien zag, gilde ze enthousiast en ze stapte snel op haar af.
"'Ermelien! Je bent eindelijk 'ier!"
Voor Hermelien wist wat er gebeurde, werd ze omhelst door Fleur Delacour.
"'Oe is 'et met jou? Al lang niet meer gezien, zeg!"
Fleur Delacour gaf al jaren Transfiguratie nu dat professor Anderling schoolhoofd was van Zweinstein. Ze verbleef echter niet op Zweinstein, iedere avond ging ze met Brandstof naar het huis waar zij en Bill woonden terug. Hermelien had Fleur niet meer gezien sinds het Kerstfeest bij de Wemels, bijna een jaar geleden dus.
Hermelien kreeg Fleur niet afgeschud en Hermelien zag Marcel en Slakhoorn een 'hier-gaat-ze-weer'-blik uitwisselen toen Fleur begon te vertellen over haar lessen en de vooruitgang die haar leerlingen boekten en ze dramatisch zei dat ze hoopte dat Hermelien haar leerlingen net zo zou weten te boeien en betrekken bij haar lessen als zij zelf deed.
Slakhoorn was degene die Fleur na een aantal minuten onderbrak en hij verzocht Hermelien om terug mee te gaan om haar de kerkers te tonen, wat eigenlijk niet zo dringend was, maar Hermelien was toch blij met de redding van Fleur.
"Ik wist niet dat ze hier ook zo irritant deed..." zuchtte Hermelien terwijl ze met Slakhoorn naar de kerkers ging.
Slakhoorn grinnikte.
"Fleur is een geniale heks," gaf hij toe. "Maar ze moet nu en dan leren haar mond te houden."
Slakhoorn en Hermelien stapten het toverdranklokaal terug binnen en Slakhoorn liep naar zijn bureau en keek naar het de rollen perkament, het huiswerk dat nu netjes op elkaar lag gestapeld.
"Mooi. De huiswerken zijn al verbeterd. Dan kan ik je de inventarislijst van het voorraadlokaal laten zien en je tonen hoe ik altijd nieuwe voorraad bestel. Wist je dat we korting krijgen bij de Apothekerij op de Wegisweg?"
Slakhoorn liep naar het voorraadlokaal en Hermelien volgde hem, maar bleef even stilstaan toen ze zijn bureau passeerde en ze keek naar de rollen huiswerk die er lagen.
"Eh, Hildebrand..." De naam klonk wat onwennig voor Hermelien. "Hoe zorgt u ervoor dat de huiswerken verbeterd worden als u er niet bent? Wat voor spreuk gebruikt u daarvoor?"
Professor Slakhoorn hield even stil en draaide zich om om Hermelien te bekijken. Hij grijnsde half.
"Geen spreuk," zei hij langzaam. "Een hulpje, zeg maar."
"Een hulpje?" herhaalde Hermelien fronsend. "Wie dan?"
Professor Slakhoorn haalde zijn schouders op.
"Eén van de nieuwe spoken... Je weet van Agaat Tintel en jonge Laura Maansteen?"
Hermelien knikte. Laura Maansteen was in Hermeliens vierde jaar gesorteerd in Huffelpuf en was drie jaar later samen met haar familie vermoord door dooddoeners. Hun oude huis was naderhand vernietigd en daardoor had Laura, die een spook was geworden, geen huis gehad om in te 'spoken', dus verbleef ze nu in Zweinstein. En Agaat Tintel was een jaar geleden gestorven door een ongelukje met een zelfroerende toverketel...
"Ja, maar ik wist niet dat Agaat Tintel hier zou blijven spoken."
"Ach, ze had geen zin om bij haar man en kinderen te spoken, dat zou ook maar vervelend zijn geweest en erg confronterend voor hen..."
"Natuurlijk," knikte Hermelien. "Maar Agaat helpt dus mee?"
"Oh, nee, nee, natuurlijk niet. Agaat is niet erg begaafd met toverdranken, anders had ze wel kunnen vermijden dat een zelfroerende ketel haar de das had omgedaan. Nee, het is een derde nieuw spook dat helpt."
"Oh," zei Hermelien verrast. "Wie dan?"
Professor Slakhoorn werd een beetje rood.
"Nou, dat weten we niet echt... Maar volgens mij is het iemand die gestorven is in een gevecht dat te maken had met Voldemort. Toen Zweinstein opnieuw opende, was hij er, maar daarvoor nog niet..."
Hermelien keek bedenkelijk.
"Maar ik praat er liever niet over in de kerkers..." fluisterde Slakhoorn stil en hij wandelde terug naar de gang. Hermelien volgde hem en het was pas toen ze op het gelijkvloers waren dat Slakhoorn verder sprak.
"Als je het mij vraagt, was hij een dooddoener..."
Hermelien trok grote ogen.
"Is hij niet gevaarlijk voor..."
"Nee," onderbrak Slakhoorn haar snel. "Hij is behulpzaam, zelfs beleefd..."
"Beleefd?" vroeg Hermelien verward.
"In zijn berichten. Hij blijft altijd zakelijk, maar ik geloof niet dat hij iets slechts in zijn mars heeft. Hij hoort en ziet alles in de kerkers, vandaar dat ik je hierheen heb gebracht, ik praat liever niet over hem waar hij me kan horen."
"Weet Anderling hier al van?" vroeg Hermelien streng.
"Natuurlijk!" reageerde Slakhoorn fel. "Wat denk je wel niet van me? De eerste weken dat ik hulp van hem kreeg dacht ik dat het een grap was, maar toen heb ik het Anderling na een paar weken meteen verteld en ze zei me dat ik me geen zorgen hoefde te maken, zelfs al was het een dooddoener-spook. De Bloederige Baron heeft als spook ook nooit iemand pijn kunnen doen en je kan raden waar zijn bijnaam vandaan komt?"
Hermelien dacht nog even na.
"Maar heeft niemand hem dan ooit gezien? Ook niet de andere spoken?"
Slakhoorn schudde zijn hoofd.
"Nee, volgens Anderling wil hij niet herkend worden. Misschien heeft hij enkele serieuze feiten op zijn kerfstok, misschien ook niet... Maar als hij zijn hulp zou aanbieden, aanvaardt hem dan. Hij is erg begaafd wat toverdranken betreft... En moest hij vragen om een bepaald ingrediënt... Zet het dan voor hem klaar."
"Maakt hij ook al toverdranken?" zei Hermelien verrast, maar tegelijkertijd afkeurend. "Wat doet een spook in hemelsnaam met een toverdrank?"
"Doet dat er iets aan toe? Hij helpt enorm. Als hij toverdranken wil maken in zijn tijd, laat hem dan... Het leven is redelijk saai als je dood bent, veronderstel ik."
Hermelien voelde zich niet helemaal op haar gemak bij het verhaal van een dooddoener-spook. Slakhoorn was niets overkomen, maar hij was ook een zwadderaar en een volbloedtovenaar. Hermelien daarentegen was de beste vriendin van de tovenaar die de Duistere Heer had vermoord. Ze voelde zich niet op haar gemak, maar ze zou er nog eens met Anderling over spreken.
"In ieder geval, zal ik je nu dan maar tonen hoe je ingrediënten uit de naam van Zweinstein bestelt bij de Apothekerij? En zeg dan niets meer over het dooddoener-spook, oké?"