27/08/2020, 17:51
Hij knikte langzaam, maar hij wist dat ze kon zien dat hij bloosde. Hij had haar net willen opzoeken, omdat hij haar zelf ook wilde spreken, maar nu had zij het woord al genomen... En voor de eerste keer merkte hij op dat ze haar beleefdheidsvormen vergat – geen ‘u’ ditmaal, maar ‘je’. Zijn hart sloeg een tel over toen hij dit besefte. Dat was dan al de tweede keer vanavond dat ze haar gewoonlijke afstand niet hield – hij vroeg zich af of dit nog wel toeval kon zijn.
Ze wist niet hoe te beginnen. Ze wilde zo zakelijk mogelijk spreken, maar haar hart sprak veel luider. Ze wilde niet liegen. Ze wilde ook niet praten over onbelangrijke zaken, niet nu hij hier stond – menselijker dan ooit, met zijn handen ongemakkelijk naast zijn lichaam en zijn wangen rood gekleurd van ongemak.
Maar ze vond de woorden niet en ze voelde hoe haar eigen wangen begonnen te gloeien van schaamte. De woorden wilden gewoon niet over haar lippen komen. Het was moeilijk om hem aan te kijken, ze had de instinctieve reactie om haar blik steeds af te wenden, al wilde ze dit eigenlijk niet. Er was maar één manier waarop ze nu nog haar hart kon laten spreken.
Haar adem trilde terwijl ze naar hem toe stapte en de ruimte tussen hen in sloot. Hij keek haar aan – een overduidelijk verwarde blik in zijn ogen – en ergens vreesde ze dat hij bang was voor wat ze met hem wilde doen. Maar hij nam geen verdere afstand, hij stapte niet achteruit, en ze legde haar beide handen op zijn borstkas. Ze verschrok zich lichtjes van het feit dat ze zijn hartslag kon voelen – zijn hart ging erg wild tekeer en ze keek verontschuldigend in zijn ogen.
Hij kon ook geen woorden vinden, dat zag ze. Ze wisten beiden niet wat te doen en de absolute stilte die er in de gang hing maakte hen beiden ongemakkellijk.
Maar ze hield van hem, wist ze, en niet louter vriendschappelijk. Ze moest eerlijk zijn, maar hoe kon ze hem dit zeggen als de woorden niet wilden komen?
Langzaam ging ze op haar tenen staan en bracht ze haar gezicht dichter naar het zijne. Hij moest intussen zelf ook beseffen wat hierop zou volgen, dat kon niet anders. Maar hij bewoog niet. Hij vluchtte ditmaal niet en dat gaf Hermelien de moed om haar hart te volgen.
Ze sloot haar ogen en bewoog zich dichter met haar lippen naar de zijne, tot ze zijn adem kon voelen terwijl die tintelend over haar huid streelde. Ze bereidde zich voor om die laatste centimeters tussen hen te sluiten, maar voelde haar adem stokken in haar keel toen bleek dat hij haar al voor was!
Een verrast geluidje ontsnapte uit haar keel toen hun lippen elkaar raakten.
Ze leken beiden tijd nodig te hebben om de schok van deze kus te verwerken – en muisstil, zonder verder te bewegen, werden ze zich er beiden van bewust dat dit was wat ze beiden wilden, dat ze dit prettig vonden – en voor even leek de tijd stil te staan.
Hermelien was de eerste die weer bewoog en voor een moment zocht ze afstand van zijn lippen, om het moment daarop weer verwelkomd te worden door de zijne. Ze voelde hoe hij zijn handen naar haar rug liet glijden en ze begaf haar eigen handen naar zijn nek om meer houvast te krijgen terwijl hij haar dichter trok.
Terwijl ze kusten, viel het Hermelien op hoe hevig de emoties door haar lichaam raasden. Het waren geen slechte gevoelens. De opwinding en spanning en liefde vormden samen een explosieve cocktail aan sensaties in haar borstkas en haar hoofd leek te verdoven onder de realisatie dat hij haar even hevig kuste als zij hem. Het voelde dan ook even als een zeer koude douche toen hij de kus verbrak.
“Severus...” Haar stem klonk verlangend, alsof ze nog niet eens de gedachte kon verdragen om enkele secondes van hem gescheiden te zijn.
En al kon hij horen in haar stem dat ze niet wilde dat hij de kus verbrak, het was alsof hij verlamd werd door een enorme hamer die iemand tegen zijn hoofd had geslagen.
Dit kon gewoon niet zijn. Het was onmogelijk dat zij dit ook voor hem voelde. Hoe kon zij datzelfde verlangen voelen als hij? Ze was een intelligent en beeldschoon persoon, zoveel jaren jonger dan hem, waarom zou ze zichzelf ooit tevreden stellen met hem?
Zijn ogen hadden vast zijn verwarde staat verraden, want opeens voelde hij haar hand tegen zijn wang. Haar zachte vingers lieten tintelingen na onder zijn huid en haar blik zag er bezorgd uit. Hij herkende dezelfde liefde in haar ogen die hij voelde voor haar, maar hij begreep het nog steeds niet. Hoe kon zij dit voor hem voelen? Het viel niet te verklaren.
Hij zag hoe ze weer haar gezicht dichter bij het zijne bracht en sloot zijn ogen. Haar lippen verwarmden weer in een hartslag de zijne en het deed haast pijn om de affectie te kunnen voelen die zij voor hem had. Nooit eerder had iemand zoveel voor hem gevoeld en hij had een ontzettend groot verlangen om te begrijpen waarom. Maar hij was niet sterk genoeg om in te geven aan zijn nieuwsgierigheid – niet zolang die nieuwsgierigheid niet groter was dan zijn verlangen om dicht bij haar te zijn. Ze rook naar de rode bloemen die naast het meer bloeiden, proefde even fris als het water dat van een van de nabijgelegen watervallen stroomde en alles aan de manier waarop ze hem aanraakte, maakte haar onweerstaanbaar.
Toen ze haar lippen van de zijne haalde en terug afstand zocht, vreesde Severus dat het nu gedaan zou zijn – dat ze nu een lang gesprek zouden beginnen en zouden besluiten dat dit een vreselijke vergissing was – dat ze dit soort gevoelens echt niet konden veroorloven voor elkaar.
Maar haar intenties bleken al snel van een volledig andere aard te zijn, en de verrassing was groot voor Severus toen hij voelde hoe haar zachte handen de zijne grepen en ze hem bemoedigend en met ontzettend veel affectie in haar ogen aankeek. Hij realiseerde niet onmiddellijk dat ze hem zachtjes meetrok en het duurde nog veel langer voor hij besefte waar ze met hem heen wilde. Toen hij de deur van zijn eigen slaapkamer herkende, voelde hij opeens een groeiende paniek, maar met één blik van haar ogen werd die paniek abrupt het zwijgen opgelegd. Hij kon niet aan haar weerstaan, niet nu ze met zoveel verlangen naar hem keek.
Toen de deur eindelijk weer achter hen sloot, wisselden ze nog steeds geen woorden. Dat was ook niet nodig. Ze lieten alle gedachten varen en ruilden deze in voor hun eigen gevoelens en verlangens. Al die verlangens waar ze zich nooit van bewust waren geweest tijdens de oorlog, die ze zonder het zelf te weten diep verborgen hadden gehouden en waarvan ze nu aangenaam verrast waren dat ze ze hadden, kwamen naar boven in die frisse zomernacht. Het genot verdreef al het verdriet, de affectie verdreef alle onzekerheid en de tederheid verdreef alle aarzelingen. Het licht van de volle maan die rees achter de bergen in de verte en het geluid van de frisse zomerbries die door de kamer gleed, werden aanvankelijk niet opgemerkt door hen. Het was pas toen de maan te hoog aan de hemel stond om nog gezien te worden vanuit de kamer, dat ze ineengestrengeld en sereen bij elkaar lagen. Ze spraken nog steeds niet, maar dat was niet nodig. Hij speelde met een lok haren die voor haar gezicht hing en haar hart vloeide over van liefde.
Ondanks al het verlies dat ze hadden geleden, kon ze niet herinneren dat ze ooit gelukkiger dan dit was geweest. Ze kuste hem kort en zonder protest kuste hij haar terug. Zelfs in de duisternis, kon ze zien dat hij glimlachte. Tevreden sloot ze haar ogen en kroop ze dichterbij terwijl ze haar arm om zijn middel sloeg. Met zijn armen om haar heen, viel ze in slaap.
Hij kon hier wel aan wennen.
Ze wist niet hoe te beginnen. Ze wilde zo zakelijk mogelijk spreken, maar haar hart sprak veel luider. Ze wilde niet liegen. Ze wilde ook niet praten over onbelangrijke zaken, niet nu hij hier stond – menselijker dan ooit, met zijn handen ongemakkelijk naast zijn lichaam en zijn wangen rood gekleurd van ongemak.
Maar ze vond de woorden niet en ze voelde hoe haar eigen wangen begonnen te gloeien van schaamte. De woorden wilden gewoon niet over haar lippen komen. Het was moeilijk om hem aan te kijken, ze had de instinctieve reactie om haar blik steeds af te wenden, al wilde ze dit eigenlijk niet. Er was maar één manier waarop ze nu nog haar hart kon laten spreken.
Haar adem trilde terwijl ze naar hem toe stapte en de ruimte tussen hen in sloot. Hij keek haar aan – een overduidelijk verwarde blik in zijn ogen – en ergens vreesde ze dat hij bang was voor wat ze met hem wilde doen. Maar hij nam geen verdere afstand, hij stapte niet achteruit, en ze legde haar beide handen op zijn borstkas. Ze verschrok zich lichtjes van het feit dat ze zijn hartslag kon voelen – zijn hart ging erg wild tekeer en ze keek verontschuldigend in zijn ogen.
Hij kon ook geen woorden vinden, dat zag ze. Ze wisten beiden niet wat te doen en de absolute stilte die er in de gang hing maakte hen beiden ongemakkellijk.
Maar ze hield van hem, wist ze, en niet louter vriendschappelijk. Ze moest eerlijk zijn, maar hoe kon ze hem dit zeggen als de woorden niet wilden komen?
Langzaam ging ze op haar tenen staan en bracht ze haar gezicht dichter naar het zijne. Hij moest intussen zelf ook beseffen wat hierop zou volgen, dat kon niet anders. Maar hij bewoog niet. Hij vluchtte ditmaal niet en dat gaf Hermelien de moed om haar hart te volgen.
Ze sloot haar ogen en bewoog zich dichter met haar lippen naar de zijne, tot ze zijn adem kon voelen terwijl die tintelend over haar huid streelde. Ze bereidde zich voor om die laatste centimeters tussen hen te sluiten, maar voelde haar adem stokken in haar keel toen bleek dat hij haar al voor was!
Een verrast geluidje ontsnapte uit haar keel toen hun lippen elkaar raakten.
Ze leken beiden tijd nodig te hebben om de schok van deze kus te verwerken – en muisstil, zonder verder te bewegen, werden ze zich er beiden van bewust dat dit was wat ze beiden wilden, dat ze dit prettig vonden – en voor even leek de tijd stil te staan.
Hermelien was de eerste die weer bewoog en voor een moment zocht ze afstand van zijn lippen, om het moment daarop weer verwelkomd te worden door de zijne. Ze voelde hoe hij zijn handen naar haar rug liet glijden en ze begaf haar eigen handen naar zijn nek om meer houvast te krijgen terwijl hij haar dichter trok.
Terwijl ze kusten, viel het Hermelien op hoe hevig de emoties door haar lichaam raasden. Het waren geen slechte gevoelens. De opwinding en spanning en liefde vormden samen een explosieve cocktail aan sensaties in haar borstkas en haar hoofd leek te verdoven onder de realisatie dat hij haar even hevig kuste als zij hem. Het voelde dan ook even als een zeer koude douche toen hij de kus verbrak.
“Severus...” Haar stem klonk verlangend, alsof ze nog niet eens de gedachte kon verdragen om enkele secondes van hem gescheiden te zijn.
En al kon hij horen in haar stem dat ze niet wilde dat hij de kus verbrak, het was alsof hij verlamd werd door een enorme hamer die iemand tegen zijn hoofd had geslagen.
Dit kon gewoon niet zijn. Het was onmogelijk dat zij dit ook voor hem voelde. Hoe kon zij datzelfde verlangen voelen als hij? Ze was een intelligent en beeldschoon persoon, zoveel jaren jonger dan hem, waarom zou ze zichzelf ooit tevreden stellen met hem?
Zijn ogen hadden vast zijn verwarde staat verraden, want opeens voelde hij haar hand tegen zijn wang. Haar zachte vingers lieten tintelingen na onder zijn huid en haar blik zag er bezorgd uit. Hij herkende dezelfde liefde in haar ogen die hij voelde voor haar, maar hij begreep het nog steeds niet. Hoe kon zij dit voor hem voelen? Het viel niet te verklaren.
Hij zag hoe ze weer haar gezicht dichter bij het zijne bracht en sloot zijn ogen. Haar lippen verwarmden weer in een hartslag de zijne en het deed haast pijn om de affectie te kunnen voelen die zij voor hem had. Nooit eerder had iemand zoveel voor hem gevoeld en hij had een ontzettend groot verlangen om te begrijpen waarom. Maar hij was niet sterk genoeg om in te geven aan zijn nieuwsgierigheid – niet zolang die nieuwsgierigheid niet groter was dan zijn verlangen om dicht bij haar te zijn. Ze rook naar de rode bloemen die naast het meer bloeiden, proefde even fris als het water dat van een van de nabijgelegen watervallen stroomde en alles aan de manier waarop ze hem aanraakte, maakte haar onweerstaanbaar.
Toen ze haar lippen van de zijne haalde en terug afstand zocht, vreesde Severus dat het nu gedaan zou zijn – dat ze nu een lang gesprek zouden beginnen en zouden besluiten dat dit een vreselijke vergissing was – dat ze dit soort gevoelens echt niet konden veroorloven voor elkaar.
Maar haar intenties bleken al snel van een volledig andere aard te zijn, en de verrassing was groot voor Severus toen hij voelde hoe haar zachte handen de zijne grepen en ze hem bemoedigend en met ontzettend veel affectie in haar ogen aankeek. Hij realiseerde niet onmiddellijk dat ze hem zachtjes meetrok en het duurde nog veel langer voor hij besefte waar ze met hem heen wilde. Toen hij de deur van zijn eigen slaapkamer herkende, voelde hij opeens een groeiende paniek, maar met één blik van haar ogen werd die paniek abrupt het zwijgen opgelegd. Hij kon niet aan haar weerstaan, niet nu ze met zoveel verlangen naar hem keek.
Toen de deur eindelijk weer achter hen sloot, wisselden ze nog steeds geen woorden. Dat was ook niet nodig. Ze lieten alle gedachten varen en ruilden deze in voor hun eigen gevoelens en verlangens. Al die verlangens waar ze zich nooit van bewust waren geweest tijdens de oorlog, die ze zonder het zelf te weten diep verborgen hadden gehouden en waarvan ze nu aangenaam verrast waren dat ze ze hadden, kwamen naar boven in die frisse zomernacht. Het genot verdreef al het verdriet, de affectie verdreef alle onzekerheid en de tederheid verdreef alle aarzelingen. Het licht van de volle maan die rees achter de bergen in de verte en het geluid van de frisse zomerbries die door de kamer gleed, werden aanvankelijk niet opgemerkt door hen. Het was pas toen de maan te hoog aan de hemel stond om nog gezien te worden vanuit de kamer, dat ze ineengestrengeld en sereen bij elkaar lagen. Ze spraken nog steeds niet, maar dat was niet nodig. Hij speelde met een lok haren die voor haar gezicht hing en haar hart vloeide over van liefde.
Ondanks al het verlies dat ze hadden geleden, kon ze niet herinneren dat ze ooit gelukkiger dan dit was geweest. Ze kuste hem kort en zonder protest kuste hij haar terug. Zelfs in de duisternis, kon ze zien dat hij glimlachte. Tevreden sloot ze haar ogen en kroop ze dichterbij terwijl ze haar arm om zijn middel sloeg. Met zijn armen om haar heen, viel ze in slaap.
Hij kon hier wel aan wennen.