13/08/2020, 21:03
Wel, in elk geval houdt ze mij niet aan het lijntje.
Het stak wel even, want Tariq was het niet gewoon om zo duidelijk afgewezen te worden, maar in elk geval wist hij waar hij stond toen Jo-Ann zei dat ze hoopte dat hij ‘haar’ snel vond. ‘Haar’ was de liefde van zijn leven of iets dergelijks, maar door het zo te formuleren, maakte Jo-Ann duidelijk dat zij zichzelf niet in die rol zag. Niet dat hij nu halsoverkop verliefd op haar geworden was, maar hij had het gevoel dat het wel klikte tussen hen, dus hij sloot de mogelijkheid niet uit. Tot nu dan.
Jo-Ann vertelde intussen over haar vorige relatie, ruim zeven jaar was ze samen geweest met haar ex. Naar Tariqs maatstaven was dat een eeuwigheid. Hij wist niet of hij aan zeven maanden kwam voor zijn langste relatie, laat staan zeven jaar. Ze vertelde hoe hij ouder was geweest dan zijzelf en hoe ze blind was geweest.
“Dat moet moeilijk zijn geweest,” zei Tariq meelevend. “Achteraf is het altijd makkelijker om bepaalde dingen in perspectief te zien dan als je er middenin zit.”
Ze verontschuldigde zich om meteen haar levensverhaal op tafel te gooien, maar hij zat er niet mee. Hij was gewoon om naar verhalen van mensen te luisteren, dat hoorde soms evenveel bij het beroep van Heler als het behandelen van allerlei magische kwaaltjes. Hij vroeg niet verder, maar hoopte dat zijn opmerking voldoende was om haar aan te moedigen verder te vertellen als ze dat wilde. En als ze dat niet wilde, was dat voor hem ook prima.
Zij leek te verkiezen om op een ander onderwerp over te gaan.
“Jij wil het over iets leukers hebben en dan vraag je naar mijn jeugd?” vroeg hij cynisch. “Maar goed, je hebt erom gevraagd.”
Hij schonk haar een halve glimlach als teken dat hij niet echt serieus was.
“Toen ik acht jaar was, woonde ik ergens in Yorkshire met mijn moeder, mijn stiefvader en mijn halfzusje Paige, die toen een kleuter was. Wie mijn echte vader is, heb ik nooit geweten en voor zover ik weet, weet hij ook niet van mijn bestaan af. Voor zover ik weet was hij Pakistaans en vermoedelijk een Dreuzel. Met een moeder die mij als een vergissing beschouwde en een stiefvader die veel belang hechtte aan bloedstatus kan je je voorstellen dat het altijd zeer gezellig was. Ik beeldde mij soms in dat er een geest zou wonen in het landhuis van mijn stiefvader, een kind dat gestorven was aan de Drakenpest in de 18de eeuw of zo, waarmee ik kon praten en spelen. Achteraf bekeken was die dan familie geweest van mijn stiefvader en dan zou die vast ook geen contact gewild hebben met een halfbloed als ik.”
Hij haalde zijn schouders op.
“Je kan je misschien wel voorstellen dat ik erg blij was toen ik eindelijk naar Zweinstein kon vertrekken.”
Hij dronk de rest van zijn daiquiri leeg en besloot er nog één te bestellen. Het gespreksonderwerp vroeg erom. Hij vroeg aan Jo-Ann wat ze van hem dronk. Toen ze hun drankjes kregen, keek hij haar weer aan.
“Maar goed, jouw beurt. Waar hield de achtjarige Jo-Ann zich zoal mee bezig?”
Het stak wel even, want Tariq was het niet gewoon om zo duidelijk afgewezen te worden, maar in elk geval wist hij waar hij stond toen Jo-Ann zei dat ze hoopte dat hij ‘haar’ snel vond. ‘Haar’ was de liefde van zijn leven of iets dergelijks, maar door het zo te formuleren, maakte Jo-Ann duidelijk dat zij zichzelf niet in die rol zag. Niet dat hij nu halsoverkop verliefd op haar geworden was, maar hij had het gevoel dat het wel klikte tussen hen, dus hij sloot de mogelijkheid niet uit. Tot nu dan.
Jo-Ann vertelde intussen over haar vorige relatie, ruim zeven jaar was ze samen geweest met haar ex. Naar Tariqs maatstaven was dat een eeuwigheid. Hij wist niet of hij aan zeven maanden kwam voor zijn langste relatie, laat staan zeven jaar. Ze vertelde hoe hij ouder was geweest dan zijzelf en hoe ze blind was geweest.
“Dat moet moeilijk zijn geweest,” zei Tariq meelevend. “Achteraf is het altijd makkelijker om bepaalde dingen in perspectief te zien dan als je er middenin zit.”
Ze verontschuldigde zich om meteen haar levensverhaal op tafel te gooien, maar hij zat er niet mee. Hij was gewoon om naar verhalen van mensen te luisteren, dat hoorde soms evenveel bij het beroep van Heler als het behandelen van allerlei magische kwaaltjes. Hij vroeg niet verder, maar hoopte dat zijn opmerking voldoende was om haar aan te moedigen verder te vertellen als ze dat wilde. En als ze dat niet wilde, was dat voor hem ook prima.
Zij leek te verkiezen om op een ander onderwerp over te gaan.
“Jij wil het over iets leukers hebben en dan vraag je naar mijn jeugd?” vroeg hij cynisch. “Maar goed, je hebt erom gevraagd.”
Hij schonk haar een halve glimlach als teken dat hij niet echt serieus was.
“Toen ik acht jaar was, woonde ik ergens in Yorkshire met mijn moeder, mijn stiefvader en mijn halfzusje Paige, die toen een kleuter was. Wie mijn echte vader is, heb ik nooit geweten en voor zover ik weet, weet hij ook niet van mijn bestaan af. Voor zover ik weet was hij Pakistaans en vermoedelijk een Dreuzel. Met een moeder die mij als een vergissing beschouwde en een stiefvader die veel belang hechtte aan bloedstatus kan je je voorstellen dat het altijd zeer gezellig was. Ik beeldde mij soms in dat er een geest zou wonen in het landhuis van mijn stiefvader, een kind dat gestorven was aan de Drakenpest in de 18de eeuw of zo, waarmee ik kon praten en spelen. Achteraf bekeken was die dan familie geweest van mijn stiefvader en dan zou die vast ook geen contact gewild hebben met een halfbloed als ik.”
Hij haalde zijn schouders op.
“Je kan je misschien wel voorstellen dat ik erg blij was toen ik eindelijk naar Zweinstein kon vertrekken.”
Hij dronk de rest van zijn daiquiri leeg en besloot er nog één te bestellen. Het gespreksonderwerp vroeg erom. Hij vroeg aan Jo-Ann wat ze van hem dronk. Toen ze hun drankjes kregen, keek hij haar weer aan.
“Maar goed, jouw beurt. Waar hield de achtjarige Jo-Ann zich zoal mee bezig?”