07/08/2020, 11:56
Rhossili Bay
Met Jo-Ann en Tariq
Het was alweer een hele tijd geleden dat Tariq nog eens een weekendje weg was geweest. Meestal vond hij alleen op vakantie gaan ook maar alleen, waardoor hij er al snel geen zin meer in had om iets te boeken. Maar het waren al een hele tijd enorm drukke weken in het ziekenhuis en hij had besloten dat het beter zou zijn om er even uit te zijn, in plaats van te wachten tot de muren van zijn kleine flat op hem afkwamen.
Eens die beslissing genomen was, was het vooral een kwestie geweest van een bestemming kiezen. Hij had wat rondgevraagd en een collega had hem Rhossili Bay in Wales aangeraden. Het was zo'n beetje het uiterste puntje van het Gower schiereiland vlakbij Llanelli en volgens zijn collega de perfecte plaats om even uit te waaien.
Nou, uitwaaien zou wel lukken op het strand van Rhossili Bay. Eens hij het steile pad was afgedaald vanaf de plek waar Dreuzels hun auto's parkeerden, was er enkel nog een uitgestrekte zandvlakte die hem scheidde van de zee. Met zijn handen in de zakken van zijn blauwe bermuda gestopt, slenterde hij in de richting van het water. Zijn witte Henley shirt stond in fel contrast met zijn wat donkerdere huidskleur. De zon was best fel - blijkbaar regende het toch niet altijd in Wales - en hij zou straks nog spijt krijgen dat hij toch niet de strooien hoed gekocht had die een verkoper aan een kraampje op de parkeerplaats had aangeprezen. Zijn zonnebril had hij gelukkig wel meegenomen, want ook die kon hij gebruiken.
Op de parkeerplaats had hij een bord zien staan met reclame voor het Wrak van de Helvetia. Dat was blijkbaar iets van een toeristische attractie hier op het strand. Volgens de foto die erbij stond, was er wel niet veel aan te zien. Het grootste deel van het wrak zat begraven onder het zand en het zichtbare deel was zo verweerd door de elementen dat er ook niet veel meer van over schoot. Een paar houten ribben die uit het zand staken en meer niet. Niet meteen het soort toeristische attractie waar Tariq voor zou buiten komen.
Hij was dan ook zeer verbaasd om na even lopen op het strand niet het wrak van op de foto, maar de intacte boeg van een negentiende eeuws schip voor zich te zien opduiken. Compleet met eikenhouten balken, een koperen kiel, mast, touwen. Niks scheepswrak. Even vroeg hij zich af of hij hallucineerde, maar hij dacht niet dat hij dan zou hallucineren dat er een kroeg in het schip gevestigd was. Al had hij eigenlijk wel dorst gekregen.
Op het dek stonden een aantal ligstoelen voor zonnekloppers en een bordje met 'Bar Helvetia' en een afbeelding van een cocktail. Pas toen hij de bar binnenstapte en zag dat er Boterbier en Oude Klares Jonge Borrel op de kaart stonden, begreep hij het. Dit was een toverbar, en een ingewikkelde Dreuzelafweerspreuk zorgde ervoor dat er voor hen niet meer dan een wrak te zien was. Een beetje zoals Zweinstein slechts een ruïne was voor Dreuzels die toevallig in de buurt kwamen.
Hij ging aan de bar zitten en bestelde een daiquiri. Toen keek hij rond om te kijken of hij toevallig een bekende zag.