'Ik ben je knechtje niet!' piepte hij, maar hij durfde Sneep niet aan te kijken. 'O nee? Ik had toch echt de indruk dat de Heer van het Duister je hiernaartoe gestuurd had om me te helpen.' 'Om te helpen, ja - maar niet om drankjes in te schenken en - en het huis schoon te houden!' 'Ik had geen idee dat je stiekem verlangde naar gevaarlijker opdrachten, Wormstaart,' zei Sneep gladjes. 'Dat kan geregeld worden: ik spreek wel even met de Heer van het Duister -' 'Ik kan hem zelf wel spreken als ik dat wil!' 'Ja, natuurlijk,' sneerde Sneep. 'Maar schenk ondertussen iets te drinken in. Wat van die elfenwijn lijkt me wel goed.'
Weverseind is een straat die gelegen is in een verlaten fabrieksdorpje in het noorden van Engeland. Dat dorpje bestaat uit verschillende smalle, met keitjes geplaveide straten. Sommige van de straatlantaarns zijn er stuk. Alle bakstenen huizen lijken erg op elkaar. Een enorme schoorsteen, het overblijfsel van de fabriek die allang gesloten is, torent schimmig en dreigend boven alles uit. Naast het dorpje kronkelt een vervuilde rivier door overwoekerde, met afval bezaaide oevers. Een oud hek scheidt de rivier van een straat ernaast.
Het allerlaatste huis in Weverseind wordt bewoond door Severus Sneep. Het huis ziet er verwaarloosd uit, alsof het meestal niet bewoond wordt. Vanaf de straat kom je meteen in een piepklein woonkamertje terecht, dat de sfeer heeft van een donkere cel in een gesticht. De muren gaan er schuil achter boeken, die voor het grootste deel in oud zwart of bruin leer gebonden zijn. Verder staat er een versleten bank, een oude fauteuil en een gammele tafel. Aan het plafond hangt een kaarsenkroon. De boekenwand achter de fauteuil is een verborgen deur, waarachter een smalle trap verborgen zit. Via nog een andere verborgen deur kom je terecht in een keuken.
In de zomer van 1996 woonde er nog iemand anders in het huis: Peter Pippeling. Voldemort had hem naar het huis gestuurd om Sneep te helpen. Hij moest er van Sneep drankjes inschenken en het huis schoon houden. Hij had er zijn eigen kamer en hij had de gewoonte om gesprekken af te luisteren van achter één van de boekenwanden.
In die zomer kwamen ook Narcissa en Bellatrix Zwarts op bezoek bij Sneep. Narcissa wilde Sneep vragen of hij Draco wilde helpen met zijn taak. Bellatrix hoorde Sneep uit over hoe hij kon blijven spioneren bij Perkamentus en waarom Harry Potter nog steeds leefde. Uiteindelijk legde Sneep de Onbreekbare Eed af aan Narcissa, met Bellatrix als Binder.