'Je -?' 'M'n lieve oude moedertje, ja,' zei Sirius. 'We proberen haar al een maand van de muur te krijgen, maar volgens mij heeft ze een Permanente Plakbezwering uitgesproken over de achterkant van het doek. Vooruit, naar beneden, voor ze allemaal opnieuw wakker worden.' 'Maar wat doet een portret van je moeder hier?' vroeg Harry verbijsterd, terwijl ze via een deur in de hal een smalle stenen trap afdaalden. De anderen volgden hen. 'Heeft niemand je dat verteld? Dit was het huis van mijn ouders,' zei Sirius. 'Maar ik ben de laatste Zwarts, dus is het nu van mij. Ik heb het aan Perkamentus aangeboden als Hoofdkwartier - zo'n beetje mijn enige nuttige bijdrage.'
Het huis met nummer 12, gelegen in het Grimboudplein, is het ouderlijk huis van Sirius Zwarts. Hij groeide er samen op met zijn broer Regulus. Zijn ouders waren geen Dooddoeners, maar ze vonden wel dat Voldemort het bij het rechte eind had. Dat is te merken aan de hele sfeer die doorheen het huis hangt. Toen Sirius 16 jaar was, liep hij van huis weg omdat hij de obsessie van zijn ouders voor bloedzuiverheid niet meer kon uitstaan. Nadat alle Zwartsen overleden waren, was het huis van Sirius, de enige overblijvende Zwarts. Sirius bood daarom het huis aan om te dienen als Hoofdkwartier voor de Orde van de Feniks.
De vader van Sirius heeft het hele huis beveiligd met alle tovermethodes die bekend waren toen hij er woonde. Het huis is onder andere Onleesbaar, zodat er geen Dreuzels op bezoek kunnen komen. Daar heeft Albus Perkamentus, die de Geheimhouder van de Orde is, zijn eigen beschermende maatregelen aan toegevoegd. Zo kan je het Hoofdkwartier alleen maar vinden als Perkamentus je persoonlijk vertelt waar het is. Dit is het gevolg van de Fideliusbezwering.
Het huis werd dus als Hoofdkwartier gebruikt in de periode van de zomer van 1995, tot de zomer van 1996. Gedurende die tijd waren er verschillende vergaderingen tussen de leden van de Orde. In augustus van 1995 werd Harry door enkele leden van de Orde naar dit huis gebracht voor zijn eigen veiligheid. Hermelien, Ron en de andere Wemels verbleven er ook. Gedurende de vakantie probeerden ze om het huis schoon te maken, wat een moeilijk en langdurig werk was, door de verschillende beesten die er leefden, door de beschermingsspreuken van Sirius' ouders en door Knijster, die steeds probeerde om spullen te stelen om bij te houden.
Sirius, de laatste overblijvende Zwarts, is nu overleden. We weten niet van wie het huis nu is. Tenzij Sirius een soort van testament heeft, wordt het huis waarschijnlijk eigendom van Narcissa Malfidus.
De voorkant van het huis bestaat uit vuile muren, gevuld met groezelige ramen en een gehavende, zwarte deur. In deze deur is er nergens een sleutelgat te vinden, en ook geen brievenbus. De zilveren klopper heeft de vorm van een kronkelende slang. Voor de deur is er een uitgesleten trapje.. Het huis bestaat uit minstens 3 verdiepingen. Wanneer je de deur binnengaat, kom je terecht in de hal. Aan de binnenkant is de deur beveiligd met vele sloten en grendels.
tapijt is tot op de draad versleten. Aan de muren hangen er ouderwetse gaslampen, die de ruimte verlichten, maar ook scheefhangende portretten die zwart zien van de ouderdom. Aan het plafond hangt er een met spinrag overdekte luchter, die de vorm heeft van een slang. Er staat ook een gammel tafeltje, waarop een grote kandelaar staat die ook de vorm heeft van een slang. Aan het uiteinde van de hal is er een deur die naar de keuken leidt. Er is ook nog een andere deur. Wanneer je naar de bovenverdiepingen wilt, moet je langs een donkere trap. Om deze te bereiken moet je langs twee lange, mottige gordijnen. Daarachter hangt het portret van de moeder van Sirius. Wanneer ze begint te schreeuwen, worden de andere portretten in de hal ook wakker, en beginnen deze ook te schreeuwen. Daarna kom je aan een grote paraplubak, die gemaakt is van een afgehakt trollenbeen. En dan ben je aan de trap, die leidt naar de eerste verdieping.
Als je in de hal door een deur gaat, dan kom je terecht bij een smalle, stenen trap, die onderaan uitkomt bij een andere deur. Die deur leidt naar het souterrein, waar de keuken gelegen is. De keuken is somber en is een grote, holle ruimte met ruwe, stenen muren. Het meeste licht is er afkomstig van een groot vuur in een open haard aan het einde van het vertrek. Aan het plafond hangen er zware, ijzeren potten en pannen. In het midden staat er een lange, houten tafel met veel stoelen. Verder is er nog een servieskast met bestek en borden, een fornuis en een provisiekast. In de hoek tegenover de provisiekast is er een deur, waarachter er een kast is. Het grootste gedeelte ervan wordt ingenomen door een grote, ouderwetse boiler, maar onder de leidingen is er een vrije ruimte van zo'n 30 centimeter. Dat is de slaapkamer van Knijster, en het ligt vol met alle spullen die hij gestolen had bij de schoonmaak.
De andere deur in de hal leidt naar de eetkamer. Daar staat een servieskast waarin spinnen zo groot als schoteltjes zaten. Het servies in de kast is voorzien van het wapen en het motto van de Zwartsen. Verder is er nog een serie oude foto's die in doffe, zilveren lijsten zitten.
Terwijl je de trap op gaat, zie je de houten wandplaten met de hoofden op van de huiselfen die de familie Zwarts gediend hebben. Zo hangt er ook Knijsters moeder, en Knijster zelf wil er na zijn dood ook hangen. Op deze verdieping is de woonkamer gelegen. Als je er door het raam kijkt, dan zie je de voorkant van het Grimboudplein, en zo kan je ook zien wie er voor de deur staat. De slaapkamer van Ginny en Hermelien is ook op deze verdieping gelegen.
De woonkamer is een lange kamer met een hoog plafond. De muren zijn olijfgroen, en zijn behangen met vuile wandtapijten. De gordijnen zijn van mosgroen fluweel. Er is ook een tafel met dunne pootjes en een schrijfbureau, waarin een boeman zat. Voordat men de kamer schoongemaakt had, zaten er allerlei wezens zoals Doxy's, Pulkerikken en reuzespinnen. Aan weerszijden van een schoorsteenmantel staan er vitrinekasten, waarin een merkwaardig assortiment aan voorwerpen zit. Er zijn klauwen, roestige dolken, slangenhuid, zilveren dozen met opschriften in vreemde talen, en zelfs een kristallen fles met daarin bloed. Verder is er nog een zilveren snuifdoos waarin er Knapperkorstpoeder zit, een zilveren instrument dat veel wegheeft van een pincet en dat beweegt zoals een spin, en een speeldoos die je na een tijd in slaap speelt. Ook vinden ze er een medaillon dat niemand open kan krijgen, een aantal antieke zegels en een Orde van Merlijn, Eerste Klas, die aan de grootvader van Sirius toegekend was. Eén hele wand wordt bedekt door een groot wandtapijt, dat oeroud is. Het stelt de stamboom voor van de familie Zwarts, en is geborduurd met gouddraad.
Via een andere trap kan je verder gaan de tweede verdieping. Op die verdieping is de kamer van Harry en Ron gelegen, en die kan je bereiken als je bovenkomt en dan de eerste deur rechts neemt. De overloop is haveloos.
De draaideurknop in de vorm van een slangenknop leidt naar deze kamer. Het is een sombere kamer met een hoog plafond, en twee eenpersoonsbedden. Verder is er nog een donkere klerenkast, een prullenbak in de hoek, en een wit, leeg schilderij aan de muur. Dat is het portret van Firminus Nigellus. Deze slaapkamer werd gebruikt door Harry en Ron in de zomer van 1995.
Wanneer je nog een verdieping hoger gaat, kom je op de derde verdieping. Daar is de slaapkamer van Fred en George gelegen.
In deze slaapkamer verblijft Scheurbek, de Hippogrief. De verdieping is niet bekend, we weten alleen dat het boven gelegen is.
Verder is er ergens op de bovenverdieping nog een toilet, waarin een moorddadige Grauwel zich schuilhield. Ook is er ergens in het huis nog een staande klok, die voor ze gerepareerd werd de onaangename gewoonte had om voorbijgangers te bekogelen met zware moeren en bouten. Ron werd bijna gewurgd door een stokoud, paars gewaad, dat in een klerenkast van een van de slaapkamers hing.