'Mijn paarden moeten nogal - krachtieg aankepakt worden,' zei madame Mallemour, die blijkbaar betwijfelde of zelfs de leraar Verzorging van Fabeldieren op Zweinstein dat wel zou aankunnen. 'Ze zijn 'eel sterk…' 'Ik kan u verzekeren dat Hagrid geen moeite met ze zal hebben,' zei Perkamentus glimlachend. 'Goed dan,' zei madame Mallemour met een lichte buiging. 'En zou u tegen die 'Agrid willen zeggen dat de paarden alleen de allerbeste maltwhisky drienken?' 'Daar zal ik voor zorgen,' zei Perkamentus, die ook boog.
Beauxbatons is één van de drie grootste toverscholen van Europa. Je kan er veel over lezen in "Europa: Een Analyse van het Magische Onderwijs". De exacte locatie van de school houdt men liever verborgen, zodat niemand hun geheimen kan stelen. Vermoedelijk is de school gelegen in het zuiden van Frankrijk, in de buurt van Marseille1. Het schoolgebouw is een echt paleis. Je vindt er geen vuile harnassen of klopgeesten, want die staan zo weer buiten. Met Kerstmis is het paleis prachtig versierd en staan er grote ijssculpturen in de Eetzaal. Deze smelten niet, en het zijn net reusachtige standbeelden van diamant die fonkelen en glitteren. Ook is er dan een koor van bosnimfen aanwezig, die hen toezingen tijdens de maaltijd. Het eten is er altijd zeer goed.
Het schoolhoofd van Beauxbatons is Olympe Mallemour, een grote vrouw met een olijfbruine huid1 en een diepe stem. Madame Mallemour heeft een goede band met haar leerlingen. Zo gaat ze zelfs met enkele leerlingen, waaronder Fleur Delacour, naar het WK Zwerkbal in de zomer van 1994. De leerlingen hebben veel eerbied voor haar: wanneer hun schoolhoofd verschijnt, springen ze overeind, en ze gaan pas weer zitten als madame Mallemour zelf zit.
Wanneer de leerlingen grote afstanden moeten afleggen, reizen ze met een gigantische, kobaltblauwe koets. Deze koets is zo groot als een fors huis. De deur van de koets is versierd met het wapenschild van de school: twee gekruiste, gouden toverstokken die elk drie sterren uitstoten. De koets zelf wordt voortgetrokken door twaalf gevleugelde, goudkleurige paarden, die zo groot zijn als olifanten. Deze Abraxaanse2 paarden hebben grote, vurige ogen en zijn heel sterk. Ze drinken enkel de allerbeste maltwhisky. Op 30 oktober 1994 reist madame Mallemour op deze manier met een stuk of twaalf van haar leerlingen naar Zweinstein, om daar deel te nemen aan het Toverschool Toernooi.
Tijdens hun verblijf op Zweinstein, brengen de leerlingen de meeste tijd door in hun koets. De paarden kunnen grazen in een omheind stuk wei naast het rijtuig. De meeste leerlingen hebben het ook heel koud op Zweinstein. Ze dragen enkel gewaden van dunne zijde en hebben geen mantels. Slechts een paar hebben sjaals of omslagdoeken om zich te verwarmen1. Uiteindelijk werd Beauxbatons kampioen Fleur Delacour derde en laatste in het Toverschool Toernooi.
1. Wanneer de leerlingen arriveren, serveren de huiselfen van Zweinstein bouillabaisse. Dit is een soort soep van vis en schelpdieren, dat Hermelien ook heeft gegeten toen ze op vakantie was in Frankrijk. De soep is een typisch gerecht voor het zuiden van Frankrijk, in de buurt van Marseille. Ook heeft madame Mallemour een olijfbruine huid, en zijn de gewaden van de school van dun satijn. Uit dit alles zou je dan kunnen afleiden dat Beauxbatons waarschijnlijk gelegen is in de buurt van Marseille, aan de kust van de Middellandse Zee. Daar is het ook warm, en schijnt de zon veel.
2. De beschrijving van deze paarden stemt overeen met de beschrijving van de Abraxaanse paarden in het boekje "Fabeldieren & Waar Ze Te Vinden". Hagrid zegt ook dat een vriend van hem deze paarden fokt en noemt ze joekels van beesten met vleugels - en dat was terwijl Hagrid (zogezegd om te ontkomen aan de controle van Omber) in Zuid-Frankrijk was.