23/12/2020, 17:47
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 22/02/2021, 13:38 door AlessaJess.)
Damien deinsde terug, duidelijk ongemakkelijk over haar voorstel. Tuurlijk. Ze had gewoon haar kop moeten houden. Haar huid begon weer te kriebelen en ze moest zich bewust inhouden zodat ze het weg kon drukken. Damien en zij hadden elkaar al jaren niet meer gezien. Ze waren niks meer voor elkaar. Geen partners. Geen vrienden. Alleen exen. Dat heerlijk betekenisloze woord dat per persoon en situatie iets anders voorstelde. Een eretitel compleet verstoken van enige eer. Het verbale bewijs van een falen tussen twee mensen wiens gebroken harten zo onherroepelijk met elkaar verstrengeld waren en bleven, dat die verstrengelde lijnen de harten óf verder uit elkaar trokken, óf juist weer dichter bij elkaar brachten, als de hechtingen voor een beginnende heling. Haar hele lijf protesteerde bij de gedachte dat dat was wat Marsha en zij nu van elkaar waren. De hengel die Marsha uit had gegooid had zich diep in haar hart gevestigd, waar het nu een groot stuk van haar uit haar lichaam had getrokken en voor zichzelf had geclaimd. Verstopt op zo’n plek dat Eliza niet meer zeker was of ze het ooit nog terug zou vinden.
Ondertussen leek Damien diep verscheurd door haar vraag, compleet verloren in zijn eigen morele dilemma, tot hij langs haar heen een blaadje greep en dat aan haar gaf. Eliza trok een wenkbrauw op toen hij voorstelde dat ze zelf wel wat kon bestellen, lichtelijk onder de indruk van die snelle oplossing.
“Komt goed. En geen zorgen. Ik zal alleen maar je hele rekening leegtrekken,” zei ze met een klein plagend glimlachje. “Zie je zo.”
Ze richtte zich op het blad en dacht dat Damien weg liep, tot hij zijn hand op haar arm legde. Ze keek hem strak aan terwijl hij langzaam zijn vingers over haar heen liet glijden. Ze vroeg zich af wat hij dacht. Wat hij van haar dacht. Van de situatie. De lijnen waren hier compleet vervaagd en ze had geen idee waar ze voor hem lagen. Toen de beslissing dat geen van beiden hun dromen op had willen geven eenmaal was genomen, had ze zich emotioneel compleet voor hem afgesloten. Ze had een keuze moeten maken en dat was dat geweest. Ze kon het hem niet kwalijk nemen dat hij niet met haar mee wilde – zij wilde evenmin blijven voor hem – maar dat betekende niet dat ze de pijn ging lopen koesteren. Voor haar was het een clean break geweest tussen hen. No hard feelings. Verlangen? Sure. Maar zoals je verlangde naar je favoriete huisdier van toen je jong was, die jaren geleden was overleden: een pijn die je zo nu en dan door je hart voelde bonken en die aan je verlangen knaagde, maar voornamelijk de weemoedigheid die bij alle fijne herinneringen kwam kijken. Het verschil zijnde dat zij nu weer oog in oog met hem stond en dat zoiets met een overleden hond toch wat lastiger was. En natuurlijk het feit dat in dit geval de andere partij ook bepaalde gevoelens had die waarschijnlijk toch een stukje anders lagen dan die van haar. Ze bestudeerde zijn gezicht terwijl hij haar hand bestudeerde. Het maakte alles een stuk ingewikkelder dan ze zich had gerealiseerd toen ze op het vliegtuig was gestapt.
Toen hij haar liet gaan en doorliep, viel haar op hoe recht hij liep. Zijn hoofd een stuk meer geheven dan vroeger. Ze was er nooit achter gekomen waar dat litteken op zijn gezicht van kwam, maar hij droeg het nu beter dan eerst. Weer een teken van de dingen die veranderd waren in de drie jaar tussen ontmoetingen.
Ze bladerde door het tijdschrift. Het was een vrij regulier tijdschrift met redelijk goede kwaliteit kleding. Ze hadden niet het merk joggingbroek dat zij fijn vond, en in plaats daarvan bestelde ze maar een sportlegging en een oversized, dikgebreide witte trui. Ze tikte beide items aan met haar staf en betwijfelde of ze nog een paar donzige sokken toe moest voegen, maar besloot van niet door de vloerverwarming die Damien en Blue hadden laten installeren. Ze sprak de spreuk uit die op elke pagina meerdere keren vermeld stond en binnen een tel lagen de kleren netjes opgevouwen op het planchet. Het perkament met bedankje voor de aankoop gooide ze in de vuilnisbak en ze wrong zich snel uit haar te kleine en ruwe kleren. De nieuwe trui viel tot halverwege haar bovenbenen en de geborgenheid van het zachte wol bracht haar al een nieuw gevoel van rust. Onrust.
Ze stond voor de spiegel en bestudeerde haar gezicht, haar rode ogen. Ze hield haar hoofd schuin. Ze had zichzelf al lang niet meer in de spiegel bekeken, maar ze kon zich niet herinneren dat ze er de vorige keer zo doods uit had gezien. Ze tuitte haar lippen en wierp een blik op de plek waar Damien het doosje neer had gelegd waar ze al haar liefde in had gestopt. Ze klapte hem open. De ring was wel nog even prachtig als de vorige keer dat ze hem had gezien. Al even fonkelend als de sterren waar ze onder stond. Ze klapte het doosje weer dicht en liet hem in de prullenbak vallen voor ze de deur uit liep.
Ze staarde even naar Damien die met zijn rug naar haar toe in de keuken stond. Zelf leunde ze tegen de deurpost en bestudeerde ze hem een paar seconden voor ze haar mond opentrok. “Dank je Deems. Voor alles.”
Ondertussen leek Damien diep verscheurd door haar vraag, compleet verloren in zijn eigen morele dilemma, tot hij langs haar heen een blaadje greep en dat aan haar gaf. Eliza trok een wenkbrauw op toen hij voorstelde dat ze zelf wel wat kon bestellen, lichtelijk onder de indruk van die snelle oplossing.
“Komt goed. En geen zorgen. Ik zal alleen maar je hele rekening leegtrekken,” zei ze met een klein plagend glimlachje. “Zie je zo.”
Ze richtte zich op het blad en dacht dat Damien weg liep, tot hij zijn hand op haar arm legde. Ze keek hem strak aan terwijl hij langzaam zijn vingers over haar heen liet glijden. Ze vroeg zich af wat hij dacht. Wat hij van haar dacht. Van de situatie. De lijnen waren hier compleet vervaagd en ze had geen idee waar ze voor hem lagen. Toen de beslissing dat geen van beiden hun dromen op had willen geven eenmaal was genomen, had ze zich emotioneel compleet voor hem afgesloten. Ze had een keuze moeten maken en dat was dat geweest. Ze kon het hem niet kwalijk nemen dat hij niet met haar mee wilde – zij wilde evenmin blijven voor hem – maar dat betekende niet dat ze de pijn ging lopen koesteren. Voor haar was het een clean break geweest tussen hen. No hard feelings. Verlangen? Sure. Maar zoals je verlangde naar je favoriete huisdier van toen je jong was, die jaren geleden was overleden: een pijn die je zo nu en dan door je hart voelde bonken en die aan je verlangen knaagde, maar voornamelijk de weemoedigheid die bij alle fijne herinneringen kwam kijken. Het verschil zijnde dat zij nu weer oog in oog met hem stond en dat zoiets met een overleden hond toch wat lastiger was. En natuurlijk het feit dat in dit geval de andere partij ook bepaalde gevoelens had die waarschijnlijk toch een stukje anders lagen dan die van haar. Ze bestudeerde zijn gezicht terwijl hij haar hand bestudeerde. Het maakte alles een stuk ingewikkelder dan ze zich had gerealiseerd toen ze op het vliegtuig was gestapt.
Toen hij haar liet gaan en doorliep, viel haar op hoe recht hij liep. Zijn hoofd een stuk meer geheven dan vroeger. Ze was er nooit achter gekomen waar dat litteken op zijn gezicht van kwam, maar hij droeg het nu beter dan eerst. Weer een teken van de dingen die veranderd waren in de drie jaar tussen ontmoetingen.
Ze bladerde door het tijdschrift. Het was een vrij regulier tijdschrift met redelijk goede kwaliteit kleding. Ze hadden niet het merk joggingbroek dat zij fijn vond, en in plaats daarvan bestelde ze maar een sportlegging en een oversized, dikgebreide witte trui. Ze tikte beide items aan met haar staf en betwijfelde of ze nog een paar donzige sokken toe moest voegen, maar besloot van niet door de vloerverwarming die Damien en Blue hadden laten installeren. Ze sprak de spreuk uit die op elke pagina meerdere keren vermeld stond en binnen een tel lagen de kleren netjes opgevouwen op het planchet. Het perkament met bedankje voor de aankoop gooide ze in de vuilnisbak en ze wrong zich snel uit haar te kleine en ruwe kleren. De nieuwe trui viel tot halverwege haar bovenbenen en de geborgenheid van het zachte wol bracht haar al een nieuw gevoel van rust. Onrust.
Ze stond voor de spiegel en bestudeerde haar gezicht, haar rode ogen. Ze hield haar hoofd schuin. Ze had zichzelf al lang niet meer in de spiegel bekeken, maar ze kon zich niet herinneren dat ze er de vorige keer zo doods uit had gezien. Ze tuitte haar lippen en wierp een blik op de plek waar Damien het doosje neer had gelegd waar ze al haar liefde in had gestopt. Ze klapte hem open. De ring was wel nog even prachtig als de vorige keer dat ze hem had gezien. Al even fonkelend als de sterren waar ze onder stond. Ze klapte het doosje weer dicht en liet hem in de prullenbak vallen voor ze de deur uit liep.
Ze staarde even naar Damien die met zijn rug naar haar toe in de keuken stond. Zelf leunde ze tegen de deurpost en bestudeerde ze hem een paar seconden voor ze haar mond opentrok. “Dank je Deems. Voor alles.”