‘Niet goed?’ vroeg Trevor, toen Blue weifelend naast zijn auto bleef staan en het ding met grote ogen inspecteerde. ‘Ze zijn best veilig, hoor.’
Behoedzaam stapte ze naast hem in. Ook zij bleek geen ervaring te hebben met de boordcomputer van de auto, maar gelukkig wist ze toch een adres in het systeem in te voeren. Een blikkerige vrouwenstem met de vreemdste beklemtoning die Trevor ooit had gehoord vertelde hem dat hij de tweede links moest nemen, al verbeterde Blue de vrouw meteen. Trevor viste met een half oog nog op de weg zijn staf uit zijn mouw en tikte ermee op het navigatiescherm.
‘Silencio. Dat ding weet duidelijk niet waar het het over heeft. Leidt jij de weg maar.’
Blue stelde voor om een roadtrip te maken naar Brighton om haar moeder de machine te laten updaten. Ze kon het amper zeggen zonder te lachen. Hij had haar ouders nog nooit ontmoet, dus hij had geen idee wat er zo grappig was, maar als Blue ook maar een beetje op haar moeder leek, zou hij overspoeld worden met woorden en koekjes en zou hij drie uur later weer richting huis vertrekken zonder dat er ook maar één blik op zijn auto was geworpen.
Trevor trok zijn wenkbrauw naar haar op. ‘We zien wel,’ zei hij wijselijk. Blue had het geheugen van een olifant als het ging om halve beloftes voor uitjes en andere leuke bezigheden. Dankbaar zette hij de muziekspeler aan, waar een muziekding in zat dat Damien had opgenomen. Voornamelijk instrumentale versies van nummers die hij voor lessen had gemaakt, en andere probeersels. Nog steeds met één oog op de weg tikte hij op het controlepaneel dat hij zowaar ongeveer begreep. Zo kon hij de eerste paar nummers overslaan; de vierde track was zijn favoriet.
Even later reden ze een industrieterrein op. Tussen de loodsen stond een oud pakhuis van rode baksteen, met hoge ramen en zware roldeuren die op een kier openstonden. Naast een bordje aan het begin van de oprijlaan, wees er niets op dat dit een winkel was. Maar Blue kennende maakte dat het juist een bijzondere plek.
Trevor stapte als eerste uit, pakte hun tassen van de achterbank en sloot de auto af. ‘Dames gaan voor,’ zei hij, met een wijds gebaar naar het pand voor hen.
Behoedzaam stapte ze naast hem in. Ook zij bleek geen ervaring te hebben met de boordcomputer van de auto, maar gelukkig wist ze toch een adres in het systeem in te voeren. Een blikkerige vrouwenstem met de vreemdste beklemtoning die Trevor ooit had gehoord vertelde hem dat hij de tweede links moest nemen, al verbeterde Blue de vrouw meteen. Trevor viste met een half oog nog op de weg zijn staf uit zijn mouw en tikte ermee op het navigatiescherm.
‘Silencio. Dat ding weet duidelijk niet waar het het over heeft. Leidt jij de weg maar.’
Blue stelde voor om een roadtrip te maken naar Brighton om haar moeder de machine te laten updaten. Ze kon het amper zeggen zonder te lachen. Hij had haar ouders nog nooit ontmoet, dus hij had geen idee wat er zo grappig was, maar als Blue ook maar een beetje op haar moeder leek, zou hij overspoeld worden met woorden en koekjes en zou hij drie uur later weer richting huis vertrekken zonder dat er ook maar één blik op zijn auto was geworpen.
Trevor trok zijn wenkbrauw naar haar op. ‘We zien wel,’ zei hij wijselijk. Blue had het geheugen van een olifant als het ging om halve beloftes voor uitjes en andere leuke bezigheden. Dankbaar zette hij de muziekspeler aan, waar een muziekding in zat dat Damien had opgenomen. Voornamelijk instrumentale versies van nummers die hij voor lessen had gemaakt, en andere probeersels. Nog steeds met één oog op de weg tikte hij op het controlepaneel dat hij zowaar ongeveer begreep. Zo kon hij de eerste paar nummers overslaan; de vierde track was zijn favoriet.
Even later reden ze een industrieterrein op. Tussen de loodsen stond een oud pakhuis van rode baksteen, met hoge ramen en zware roldeuren die op een kier openstonden. Naast een bordje aan het begin van de oprijlaan, wees er niets op dat dit een winkel was. Maar Blue kennende maakte dat het juist een bijzondere plek.
Trevor stapte als eerste uit, pakte hun tassen van de achterbank en sloot de auto af. ‘Dames gaan voor,’ zei hij, met een wijds gebaar naar het pand voor hen.