07/11/2020, 19:31
Back to the Future
Aster, Pepijn & Frodo
Frodo staarde uit het raam en zuchtte. Moest hij het doen? Ja? Nee? Zijn vuist was gebald en hij slaakte een diepe zucht. Hij dacht aan wat er zou gebeuren als hij het niet zou doen. Misschien was hij echt overgelopen. Met alles wat gebeurd was zou dat op zich niet raar zijn. Hij wilde het niet geloven, maar er was bijna geen andere keuze. Wat als het wel zo was? Dan zou hij zich misschien over een paar maanden wel voor zijn kop slaan.
Hij slaakte een diepe zucht. Abigail zat op haar werk en ze zou hem vast niet geloven. En wat als Mylah het hoorde? Mylah zou echt zijn dood betekenen. Nee, hij moest dit zelf doen. Voor zijn eigen gemoedsrust, voor hemzelf en voor de gehele tovenaarsmaatschappij.
Hij stond op, met gebalde vuisten. Hij pakte wat hij nodig had: zijn mantel, wat Schouwersmateriaal en zijn eigen toverstok. Hij pakte een stuk perkament en een ganzenveer.
Lieve Abs,
Ik ben even bij Pepijn. Moet iets dringends met hem bespreken. Tot vanavond!
PS: boodschappen voor morgen zijn al gedaan!
Hij legde zijn ganzenveer neer en sloeg zijn mantel om zich heen. Daarna liep hij het huis uit. Met tegenzin. Want hij wilde zijn vriend niet confronteren, maar tegelijkertijd was hij woest en wilde hij antwoorden.
Een uur later (hij had behoorlijk veel omgelopen naar het huis) kwam hij aan bij het huisje waar Pepijn Roselier woonde. Hij keek naar de ramen. Misschien is hij niet thuis, dacht hij hoopvol. Misschien is hij snoep aan het uitdelen bij zijn moeder. Misschien heeft hij het goed gemaakt met Yorick. Misschien vliegt hij rond als een vogel. Misschien… is hij wel Dooddoenersdingen aan het doen…
Hij wilde zichzelf slaan. Nee! Dat zou Pepijn nooit doen. Maar dan, alsnog… misschien was hij bezeten door de Imperiusvloek?
Hij haalde diep adem en liep naar de deur toe. Kom op, Frodo. Je bent Schouwer. Je hebt het recht om huizen te bekijken van mogelijke verdachten. En bovendien is hij zeer waarschijnlijk onschuldig.
Hij zette zijn schouders recht en schraapte zijn keel. Hij klopte op de deur.
Het duurde even. Even dacht Frodo: hij is er niet! Ik ga terug naar huis. Maar dat werd ‘m niet. Net toen hij zich om wilde draaien, vloog de deur open.
‘Hoi, Pepijn,’ zei Frodo. Zonder pardon stapte hij naar binnen naar de provisorische hal. ‘Ik moet je vragen of ik je huis mag doorzoeken. Of nou ja, vragen. Als ik het niet doe, doet een ander het wel.’