28/08/2020, 14:00
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 28/08/2020, 14:02 door CartoonJessie.)
Geest
“U kan me niets doen,” zei Loena, meer hopend dat dit de waarheid was dan gelovend dat het ook echt zo was.
De geest van de Bloederige Baron nam afstand tussen hen beiden en terwijl hij dit deed ratelden de metalen kettingen die hij droeg. Hij keek haar afwachtend en streng aan en Loena slikte. Hij had scherpe gelaatstrekken, een erg prominente neus, en een blik die niet afliet. Hij deed Loena wel wat aan Severus denken – met als grootste verschil dat Severus zijn kleren niet in bloed gedrenkt waren. En Severus was – gelukkig – niet doorschijnend.
“Ik kan je het leven zuur maken,” zei de Baron in een belovende en dreigende toon. “Ik hoef maar naar buiten te zweven en andere Zwadderaars te vertellen waar je bent... Ze zullen je al te graag gezelschap komen houden... Zal ik?”
“Nee, alsjeblieft!” smeekte Loena snel en ze deed een stap dichter naar hem – niet dat ze hem zou kunnen tegenhouden zo, maar ze wilde laten zien dat ze het meende. “Dit was helemaal niet mijn bedoeling! Ik heb dit nooit bedoeld! Ik wilde Severus helemaal niet ten schande maken!”
De Baron draaide zijn hoofd ruw en zweefde in een fractie van een seconde tot voor haar neus.
“Hoe noem jij hem?”
Loena slikte terwijl ze in zijn bloeddoorlopen ogen keek. “Severus – hij... We... We waren eigenlijk vrienden... Maar...”
Loena voelde de tranen in haar ogen opkomen en de Bloederige Baron zweefde langzaam achteruit om haar afstand te geven en ze snikte weer. “Ik wilde gewoon tonen hoe goed ik mijn mannetje kon slaan in een tovenaarsduel, hem trots maken op hetgeen wat ik allemaal kon! Maar ik besefte niet wat ik hem aandeed! Alsjeblieft, Bloederige Baron, ik heb zo een spijt! Ik heb nog nooit ergens zoveel spijt van gehad en zou het liefste alles ongedaan willen maken!”
Raar maar waar – de Baron knikte opeens kalm. Hij zweefde tot naast haar en legde zijn ijskoude hand op haar schouder. Met zijn andere hand duidde hij aan dat ze moest gaan zitten en ze zette zich op een van de banken neer.
Zijn stem klonk bloedserieus. “Vertel me alles, kind.”
Loena vertelde alles wat er tussen haar en Severus had afgespeeld van augustus tot nu. De avond in Zweinsveld – de brieven – het weerzien – de les Verweer. De Baron was een goede luisteraar en hij knikte begrijpend of stelde vragen als hem iets onduidelijk was. Loena hield niets verborgen voor hem – zelfs niet haar gevoelens voor haar professor, en tegen dat ze aan het einde van het verhaal kwam, was de Baron even geëmotioneerd als haar.
“Mijn lieve kind,” zei hij met een trillende stem. “Ik voel met je mee. Het is vreselijk om een fout te maken die je niet kan terugdraaien...” Hij wees naar zijn eigen bebloede kleren en zuchtte. “Tragisch...”
Loena droogde haar ogen en keek hem voorzichtig aan. “Welke fout heeft u gemaakt?”
De Baron zweeg even, perste zijn lippen opeen, maar slaakte enkele secondes later alsnog een zucht. Dit kind had hem zonet haar hele hart geopenbaard. Het zou onrespectvol zijn als hij niets zou zeggen over zijn eigen leed.
“Ik heb de vrouw vermoord van wie ik hield.”
Loena’s mond viel open.
“Dat is best hevig.”
“En mijn eigen leven genomen toen ik eindelijk besefte wat voor vreselijks ik had gedaan,” vervolgde hij. De Bloederige Baron schudde vol spijt zijn hoofd.
Loena zuchtte luid en staarde voor zich uit. “Misschien is dat ook voor mij de enige uitweg – sterven.”
De Baron vloog op van zijn plek. “Ben je gek?! Hoe durf je zoiets te zeggen! Je kan hem nog terugwinnen!” De Baron schudde zijn hoofd en fronste zijn voorhoofd. “Ik weet wel niet hoe – maar je mag nog absoluut niet opgeven! Er moet een manier zijn om zijn reputatie te herstellen...”
De Bloederige Baron leek er helemaal in op te gaan en mijmerde druk in zichzelf – zo druk dat het haast onverstaanbaar voor Loena was. Ze keek hem met grote en ongelovige ogen aan.
Toen hij haar blik zag, glimlachte hij schuldig. “Vergeef me mijn enthousiasme – maarreuh... Ik ben een hopeloze romanticus.”
Loena glimlachte en ze knikte hem bemoedigend toe. “Wat als we iedereen konden doen geloven dat ik niet degene was die hem versloeg?”
De Bloederige Baron keek haar geïntrigeerd aan.
Loena grijnsde. “Ik heb een idee.”
“U kan me niets doen,” zei Loena, meer hopend dat dit de waarheid was dan gelovend dat het ook echt zo was.
De geest van de Bloederige Baron nam afstand tussen hen beiden en terwijl hij dit deed ratelden de metalen kettingen die hij droeg. Hij keek haar afwachtend en streng aan en Loena slikte. Hij had scherpe gelaatstrekken, een erg prominente neus, en een blik die niet afliet. Hij deed Loena wel wat aan Severus denken – met als grootste verschil dat Severus zijn kleren niet in bloed gedrenkt waren. En Severus was – gelukkig – niet doorschijnend.
“Ik kan je het leven zuur maken,” zei de Baron in een belovende en dreigende toon. “Ik hoef maar naar buiten te zweven en andere Zwadderaars te vertellen waar je bent... Ze zullen je al te graag gezelschap komen houden... Zal ik?”
“Nee, alsjeblieft!” smeekte Loena snel en ze deed een stap dichter naar hem – niet dat ze hem zou kunnen tegenhouden zo, maar ze wilde laten zien dat ze het meende. “Dit was helemaal niet mijn bedoeling! Ik heb dit nooit bedoeld! Ik wilde Severus helemaal niet ten schande maken!”
De Baron draaide zijn hoofd ruw en zweefde in een fractie van een seconde tot voor haar neus.
“Hoe noem jij hem?”
Loena slikte terwijl ze in zijn bloeddoorlopen ogen keek. “Severus – hij... We... We waren eigenlijk vrienden... Maar...”
Loena voelde de tranen in haar ogen opkomen en de Bloederige Baron zweefde langzaam achteruit om haar afstand te geven en ze snikte weer. “Ik wilde gewoon tonen hoe goed ik mijn mannetje kon slaan in een tovenaarsduel, hem trots maken op hetgeen wat ik allemaal kon! Maar ik besefte niet wat ik hem aandeed! Alsjeblieft, Bloederige Baron, ik heb zo een spijt! Ik heb nog nooit ergens zoveel spijt van gehad en zou het liefste alles ongedaan willen maken!”
Raar maar waar – de Baron knikte opeens kalm. Hij zweefde tot naast haar en legde zijn ijskoude hand op haar schouder. Met zijn andere hand duidde hij aan dat ze moest gaan zitten en ze zette zich op een van de banken neer.
Zijn stem klonk bloedserieus. “Vertel me alles, kind.”
Loena vertelde alles wat er tussen haar en Severus had afgespeeld van augustus tot nu. De avond in Zweinsveld – de brieven – het weerzien – de les Verweer. De Baron was een goede luisteraar en hij knikte begrijpend of stelde vragen als hem iets onduidelijk was. Loena hield niets verborgen voor hem – zelfs niet haar gevoelens voor haar professor, en tegen dat ze aan het einde van het verhaal kwam, was de Baron even geëmotioneerd als haar.
“Mijn lieve kind,” zei hij met een trillende stem. “Ik voel met je mee. Het is vreselijk om een fout te maken die je niet kan terugdraaien...” Hij wees naar zijn eigen bebloede kleren en zuchtte. “Tragisch...”
Loena droogde haar ogen en keek hem voorzichtig aan. “Welke fout heeft u gemaakt?”
De Baron zweeg even, perste zijn lippen opeen, maar slaakte enkele secondes later alsnog een zucht. Dit kind had hem zonet haar hele hart geopenbaard. Het zou onrespectvol zijn als hij niets zou zeggen over zijn eigen leed.
“Ik heb de vrouw vermoord van wie ik hield.”
Loena’s mond viel open.
“Dat is best hevig.”
“En mijn eigen leven genomen toen ik eindelijk besefte wat voor vreselijks ik had gedaan,” vervolgde hij. De Bloederige Baron schudde vol spijt zijn hoofd.
Loena zuchtte luid en staarde voor zich uit. “Misschien is dat ook voor mij de enige uitweg – sterven.”
De Baron vloog op van zijn plek. “Ben je gek?! Hoe durf je zoiets te zeggen! Je kan hem nog terugwinnen!” De Baron schudde zijn hoofd en fronste zijn voorhoofd. “Ik weet wel niet hoe – maar je mag nog absoluut niet opgeven! Er moet een manier zijn om zijn reputatie te herstellen...”
De Bloederige Baron leek er helemaal in op te gaan en mijmerde druk in zichzelf – zo druk dat het haast onverstaanbaar voor Loena was. Ze keek hem met grote en ongelovige ogen aan.
Toen hij haar blik zag, glimlachte hij schuldig. “Vergeef me mijn enthousiasme – maarreuh... Ik ben een hopeloze romanticus.”
Loena glimlachte en ze knikte hem bemoedigend toe. “Wat als we iedereen konden doen geloven dat ik niet degene was die hem versloeg?”
De Bloederige Baron keek haar geïntrigeerd aan.
Loena grijnsde. “Ik heb een idee.”