25/12/2020, 21:53
Er waren heus spannendere dingen te doen dan naar een kerstmarkt op een winterweide te gaan, maar Anthony vond het nou ook weer niet zó erg; hij was immers met Aster en met Aster was ieder doodsaai ding gewoon leuk. Hij had haar verjaardag enkele dagen eerder al groots aangepakt, tenminste; voor Aster-begrippen, en dus was nu de tijd weer aangebroken voor wat rust. Fijn, een wandeling door de sneeuw. Fijn wat kerstprulletjes kijken; misschien zat er nog iets leuks voor zijn ouders bij.
Op de heenweg hadden ze nog wel getracht om in de verse sneeuw te springen, met wisselend succes, maar één keer bleek de opgewaaide sneeuw zo hoog te liggen dat hij en Aster er volledig in verdwenen waren. Gierend van de lach hadden ze elkaar er weer uit getrokken en de sneeuw uit hun afdelingssjaals gevist.
Nu ze bij het vuur aangekomen waren, wees Aster naar professor Brøndsted, al bleek het om de mensen te zijn met wie de man praatte. Dat was Pepijn, zei ze.
“Oh, die kraai bij wie je wel eens thee gaat drinken?” Hij had hem misschien wel eens gezien, maar hij was hem nooit opgevallen. “En die andere? Wat is het? Een Elf-figurant uit Lord of the Rings? We hebben Brøndsted als Dwerg, die Pepijn als Hobbit en die ernaast als Elf - we zoeken nog een Gandalf en dan is het plaatje wel compleet!
Hij vroeg zich af of Aster nog voornemens had om het drietal op te zoeken, maar ze trok hem mee langs de kraampjes. Ook goed.
Bij eentje bewoog al het kerstbestek; servetringen rolden door het kraampje heen, gebaksvormpjes vormden samen een engel, en tja, die taartensnijder in een vorm van een rendier - die ook nog eens zingen kon.
Anthony sloeg lachend zijn arm om Aster heen.
“Goed idee! Dan ben ik er zeker van dat ik dit jaar met kerst in het tuinhuisje mag slapen. Kom je me dan warm houden daar?” Hij gaf een zoen op de zijkant van haar hoofd en knuffelde haar.
Het kraampje ernaast had miniatuur-viooltjes. Het waren wel magische dingen, maar…
“Die dan? Daar twijfel ik dan wel over hoor. En jij? Wat zou jij willen kopen voor je ouders?”
Op de heenweg hadden ze nog wel getracht om in de verse sneeuw te springen, met wisselend succes, maar één keer bleek de opgewaaide sneeuw zo hoog te liggen dat hij en Aster er volledig in verdwenen waren. Gierend van de lach hadden ze elkaar er weer uit getrokken en de sneeuw uit hun afdelingssjaals gevist.
Nu ze bij het vuur aangekomen waren, wees Aster naar professor Brøndsted, al bleek het om de mensen te zijn met wie de man praatte. Dat was Pepijn, zei ze.
“Oh, die kraai bij wie je wel eens thee gaat drinken?” Hij had hem misschien wel eens gezien, maar hij was hem nooit opgevallen. “En die andere? Wat is het? Een Elf-figurant uit Lord of the Rings? We hebben Brøndsted als Dwerg, die Pepijn als Hobbit en die ernaast als Elf - we zoeken nog een Gandalf en dan is het plaatje wel compleet!
Hij vroeg zich af of Aster nog voornemens had om het drietal op te zoeken, maar ze trok hem mee langs de kraampjes. Ook goed.
Bij eentje bewoog al het kerstbestek; servetringen rolden door het kraampje heen, gebaksvormpjes vormden samen een engel, en tja, die taartensnijder in een vorm van een rendier - die ook nog eens zingen kon.
Anthony sloeg lachend zijn arm om Aster heen.
“Goed idee! Dan ben ik er zeker van dat ik dit jaar met kerst in het tuinhuisje mag slapen. Kom je me dan warm houden daar?” Hij gaf een zoen op de zijkant van haar hoofd en knuffelde haar.
Het kraampje ernaast had miniatuur-viooltjes. Het waren wel magische dingen, maar…
“Die dan? Daar twijfel ik dan wel over hoor. En jij? Wat zou jij willen kopen voor je ouders?”