19/08/2020, 09:04
Misschien moest Emilien Joshua toch een tweede kans geven. Hij hielp hen tenminste om illegaal de leerlingenkamer van Huffelpuf binnen te geraken. Wanneer ze al haar kaarten teruggevonden zou hebben, zou ze misschien haar verontschuldigingen aanbieden voor zo lang pissig op hem te zijn. Maar nu waren haar gedachten ergens anders. Ze moest haar kaartjes vinden, voordat anderen dat deden!
Toen Noah en zij naar binnengeleid werden door Joshua, twijfelde Emilien of ze wel juist geplaatst was in Ravenklauw. De leerlingenkamer was een gezellig rommeltje, net zoals haar kamer, hutkoffer, kleerkast...
"Ah wat gezellig," grinnikte ze, terwijl ze de gele muren vol met planten bestudeerde. Ja, in deze leerlingenkamer had ze zich vast ook thuis gevoeld. Maar misschien bood die van Ravenklauw haar meer de rust die ze nodig had, wanneer ze dan eindelijk aan haar huiswerk begon.
Voor een tel was ze vergeten waarom ze überhaupt daar waren, zo intrigerend vond ze de andere leerlingenkamer. Het besef dat ze op zoek was naar haar zeldzame kaartjes drong weer tot haar door, toen Noah verslagen vanuit een zetel vroeg hoe ze haar kaartjes hier ooit nog zouden terugvinden.
"Geen zorgen," glimlachte Emilien, want voor één keer was ze best zeker dat ze haar kaartje zouden terug vinden: "Deze leerlingenkamer is, wat ik noem, gestructureerde orde. Het is rommelig, maar toch heeft alles zijn plaats. Enkel de persoon die de rommel maakt, weet te vinden wat hij of zij moet hebben. Eenmaal opgeruimd is het onvindbaar. En geloof me, ik weet er alles van, want ik ben de chaos zelve."
Emilien keek Joshua en Noah zelfzeker aan: "Maar," ze glimlachte nog breder: "Enkel een genie beheerst chaos!"
Haar plan was duidelijk. Aangezien Joshua de leerlingenkamer waarschijnlijk vanbinnen en vanbuiten kende, wist hij waar alles moest staan. Het was aan hem om uit te zoeken of er iets ongebruikelijks was. Zaken die op een verkeerde plaats lagen, verdwenen of weggelegd waren, zouden Noah en Emilien verder onderzoeken. Emilien was er zeker van dat als ze die tactiek toepaste, ze binnen een mum van tijd haar kaartje zouden vinden. Dat moest ook maar, want voorlopig waren er amper Huffelpuffers in de leerlingenkamer. Slechts een enkeling had even een vreemde blik op hen geworpen, maar had het gelaten voor wat het was. Toch vreesde Emilien dat er ieder moment een Klassenoudste ofzo kon binnenvallen. Waarschijnlijk zou die zijn of haar mond niet kunnen houden en hen gaan verklikken. Dan zou hun kaartjeszoektocht definitief afgelopen zijn en zou de kans dat ze ze ooit nog allemaal terug vond niet eens meer bestaan.
"Zijn jullie klaar?" vroeg Emilien samenzweerderig aan de twee jongens: "Op jullie plaatsen, zoek!"
Toen Noah en zij naar binnengeleid werden door Joshua, twijfelde Emilien of ze wel juist geplaatst was in Ravenklauw. De leerlingenkamer was een gezellig rommeltje, net zoals haar kamer, hutkoffer, kleerkast...
"Ah wat gezellig," grinnikte ze, terwijl ze de gele muren vol met planten bestudeerde. Ja, in deze leerlingenkamer had ze zich vast ook thuis gevoeld. Maar misschien bood die van Ravenklauw haar meer de rust die ze nodig had, wanneer ze dan eindelijk aan haar huiswerk begon.
Voor een tel was ze vergeten waarom ze überhaupt daar waren, zo intrigerend vond ze de andere leerlingenkamer. Het besef dat ze op zoek was naar haar zeldzame kaartjes drong weer tot haar door, toen Noah verslagen vanuit een zetel vroeg hoe ze haar kaartjes hier ooit nog zouden terugvinden.
"Geen zorgen," glimlachte Emilien, want voor één keer was ze best zeker dat ze haar kaartje zouden terug vinden: "Deze leerlingenkamer is, wat ik noem, gestructureerde orde. Het is rommelig, maar toch heeft alles zijn plaats. Enkel de persoon die de rommel maakt, weet te vinden wat hij of zij moet hebben. Eenmaal opgeruimd is het onvindbaar. En geloof me, ik weet er alles van, want ik ben de chaos zelve."
Emilien keek Joshua en Noah zelfzeker aan: "Maar," ze glimlachte nog breder: "Enkel een genie beheerst chaos!"
Haar plan was duidelijk. Aangezien Joshua de leerlingenkamer waarschijnlijk vanbinnen en vanbuiten kende, wist hij waar alles moest staan. Het was aan hem om uit te zoeken of er iets ongebruikelijks was. Zaken die op een verkeerde plaats lagen, verdwenen of weggelegd waren, zouden Noah en Emilien verder onderzoeken. Emilien was er zeker van dat als ze die tactiek toepaste, ze binnen een mum van tijd haar kaartje zouden vinden. Dat moest ook maar, want voorlopig waren er amper Huffelpuffers in de leerlingenkamer. Slechts een enkeling had even een vreemde blik op hen geworpen, maar had het gelaten voor wat het was. Toch vreesde Emilien dat er ieder moment een Klassenoudste ofzo kon binnenvallen. Waarschijnlijk zou die zijn of haar mond niet kunnen houden en hen gaan verklikken. Dan zou hun kaartjeszoektocht definitief afgelopen zijn en zou de kans dat ze ze ooit nog allemaal terug vond niet eens meer bestaan.
"Zijn jullie klaar?" vroeg Emilien samenzweerderig aan de twee jongens: "Op jullie plaatsen, zoek!"