18/08/2020, 16:20
Noah had nooit veel opgezocht over Faunaten. Hij had dan wel interesse in Transfiguratie, af en toe door het leven gaan als een of ander pluizig beest sprak hem niet erg aan. En volgens Oliver was hij al knuffelbaar genoeg, dus op dat vlak zat hij goed. Maar hij moest toch toegeven, dat zijn interesse gewekt was. Noah wist niet of hij het volledig vol zou houden, maar het was uiteindelijk wel een van de moeilijkste doelen die elke tovenaar die Transfiguratie serieus nam, kon bereiken. Er waren maar zeer weinig Faunaten, en daar was een reden voor. Het was niet enkel aartsmoeilijk, het vroeg een enorme hoeveelheid zelfdiscipline en doorzettingsvermogen. Iets wat hij niet meteen in Olivia herkende, maar Noah werd graag verrast, en het onmogelijke was de wereld nog niet uit.
Zijn schoolwerk was af. Noah wilde al beginnen aan zijn werk voor de komende weken, een voorsprong opbouwen, maar dat zat er niet in. Hij wilde het geduld van de Zwadderaar voor hem niet meer testen dan per se nodig.
Noah nam even de tijd om al zijn moed te verzamelen. Als hij dit tot een goed einde wilde brengen, was het belangrijk dat de regels duidelijk waren. Dat er een wederzijds respect tussen hen bestond, al had hij daar op dit moment toch moeite mee, maar vooral dat Olivia naar hem luisterde. Heel de procedure om Faunaat te worden leek op het eerste zicht makkelijk, maar op elk moment kon er vanalles mislopen. En niet het soort mislopen dat je een halve dag op de Ziekenboeg moest gaan liggen.
“Oke”, begon Noah, “jij hebt blijkbaar je huiswerk al gedaan. Ik ga niet heel de tijd je hand vast kunnen houden. Maar ik stel voor elke dinsdag in het verlaten klaslokaal op het derde verdiep af te spreken.” Noah bladerde in zijn agenda. “Om twee uur ’s nachts om precies te zijn. Dat moet wel lukken,” zei hij zuchtend. Hij kon in theorie ook op andere momenten, maar hij gaf liever wat nachtrust op dan tijd met Oliver.
“Dan kunnen we zien of we vooruitgang maken. De toverdrank voorbereidden, dat soort zaken… Oh, en als je één keer te laat bent, stop ik er mee,” zei hij streng. Hij wilde haar niet boos maken, maar hij wilde ook niet zomaar met zijn voeten laten spelen.
“Ik zie je dan dinsdag? Breng jij de ingrediënten voor de toverdrank mee? Ik kan altijd wel enkele Mandragorabladeren uit de serres meesmokkelen.”
Het vuur dat in hem ontwaakt was, was er nog steeds. Hij zou er alles aan doen om Oliver te beschermen. Maar hoe meer hij dacht aan het Faunaatschap, hoe meer dat gevoel vervangen werd door opgewondenheid.
Zijn schoolwerk was af. Noah wilde al beginnen aan zijn werk voor de komende weken, een voorsprong opbouwen, maar dat zat er niet in. Hij wilde het geduld van de Zwadderaar voor hem niet meer testen dan per se nodig.
Noah nam even de tijd om al zijn moed te verzamelen. Als hij dit tot een goed einde wilde brengen, was het belangrijk dat de regels duidelijk waren. Dat er een wederzijds respect tussen hen bestond, al had hij daar op dit moment toch moeite mee, maar vooral dat Olivia naar hem luisterde. Heel de procedure om Faunaat te worden leek op het eerste zicht makkelijk, maar op elk moment kon er vanalles mislopen. En niet het soort mislopen dat je een halve dag op de Ziekenboeg moest gaan liggen.
“Oke”, begon Noah, “jij hebt blijkbaar je huiswerk al gedaan. Ik ga niet heel de tijd je hand vast kunnen houden. Maar ik stel voor elke dinsdag in het verlaten klaslokaal op het derde verdiep af te spreken.” Noah bladerde in zijn agenda. “Om twee uur ’s nachts om precies te zijn. Dat moet wel lukken,” zei hij zuchtend. Hij kon in theorie ook op andere momenten, maar hij gaf liever wat nachtrust op dan tijd met Oliver.
“Dan kunnen we zien of we vooruitgang maken. De toverdrank voorbereidden, dat soort zaken… Oh, en als je één keer te laat bent, stop ik er mee,” zei hij streng. Hij wilde haar niet boos maken, maar hij wilde ook niet zomaar met zijn voeten laten spelen.
“Ik zie je dan dinsdag? Breng jij de ingrediënten voor de toverdrank mee? Ik kan altijd wel enkele Mandragorabladeren uit de serres meesmokkelen.”
Het vuur dat in hem ontwaakt was, was er nog steeds. Hij zou er alles aan doen om Oliver te beschermen. Maar hoe meer hij dacht aan het Faunaatschap, hoe meer dat gevoel vervangen werd door opgewondenheid.