Er waren veel gek gestoorde tovenaars die uiteindelijk op chocokikkerplaatjes terecht waren gekomen. Perkamentus, Merlijn en zelfs Gandalf waren er zo enkelen. Noah was niet zeker dat Joshua er ooit zo eentje zou worden. Hij was gek, een beetje gestoord, maar in dit geval vooral zeer behulpzaam. Ondanks Emiliens paniekaanval en allerlei regeltjes die het verbieden om leerlingen van andere afdelingen mee te smokkelen naar je eigen leerlingenkamer, leek het er op dat Joshua vooral een chille peer was. Een chille peer die de regels met veel plezier aan zijn laars lapte om hen verder te helpen.
Het binnen raken was echter de makkelijkste stap. Wanneer Noah zijn eerste blik wierp op de leerlingenkamer van Huffelpuf, wist hij meteen waarom. Hij wist dat de meeste hufjes van het meer relaxe type waren, maar dit sloeg alles. De leerlingenkamer was op een rommelige manier gezellig en het plafond hing vol met rare objecten, sommige waarvan Noah niet wilde weten wat ze deden.
"Hoe moeten we hier ooit een plaatje vinden?” vroeg hij luidop. Het leek haast een onmogelijke missie. Voor een aalmoes gaan bedelen op de Wegisweg en Emilien terugbetalen voor het verlies van haar eigendom leek een waarschijnlijker scenario.
"Is het hier altijd zo rommelig?” vroeg Noah met een zenuwachtige lachje. Een beetje nerveus liep hij in het rond, nergens zag Noah een goede plaats waar het kaartje sowieso kon liggen. En onder elke beker van de honderddelige koffiebekerverzameling kijken leek hem geen goed plan. Hij had nu graag een krachtige accio gebruikt, maar de plaatjes lieten zich niet zomaar doen.
Teleurgesteld plofte Noah zich neer in een van de vele, maar allemaal verschillende fauteuils. Met zijn hand deed hij alsof hij hard aan het nadenken was. Emilien die weer een paniekaanval kreeg kon hem nu wel gestolen worden. Na een tijdje vals te denken, en compleet verbazingwekkend, geen idee te hebben van wat ze moesten doen, vroeg hij: “Hebben jullie misschien een idee hoe we dat vervloekte kaartje hier in Merlijns baard terug gaan vinden?”
Het binnen raken was echter de makkelijkste stap. Wanneer Noah zijn eerste blik wierp op de leerlingenkamer van Huffelpuf, wist hij meteen waarom. Hij wist dat de meeste hufjes van het meer relaxe type waren, maar dit sloeg alles. De leerlingenkamer was op een rommelige manier gezellig en het plafond hing vol met rare objecten, sommige waarvan Noah niet wilde weten wat ze deden.
"Hoe moeten we hier ooit een plaatje vinden?” vroeg hij luidop. Het leek haast een onmogelijke missie. Voor een aalmoes gaan bedelen op de Wegisweg en Emilien terugbetalen voor het verlies van haar eigendom leek een waarschijnlijker scenario.
"Is het hier altijd zo rommelig?” vroeg Noah met een zenuwachtige lachje. Een beetje nerveus liep hij in het rond, nergens zag Noah een goede plaats waar het kaartje sowieso kon liggen. En onder elke beker van de honderddelige koffiebekerverzameling kijken leek hem geen goed plan. Hij had nu graag een krachtige accio gebruikt, maar de plaatjes lieten zich niet zomaar doen.
Teleurgesteld plofte Noah zich neer in een van de vele, maar allemaal verschillende fauteuils. Met zijn hand deed hij alsof hij hard aan het nadenken was. Emilien die weer een paniekaanval kreeg kon hem nu wel gestolen worden. Na een tijdje vals te denken, en compleet verbazingwekkend, geen idee te hebben van wat ze moesten doen, vroeg hij: “Hebben jullie misschien een idee hoe we dat vervloekte kaartje hier in Merlijns baard terug gaan vinden?”