14/08/2020, 21:47
Frodo handelde redelijk volgens protocol, dus Gideon was totaal niet verbaasd. Echter; wachten totdat hij ontdekt zou worden door een Neo-Dooddoener zat niet echt in Gideons systeem. Hij trok zijn wenkbrauwen op toen Frodo hem erop aansprak, want ze hadden geen van beiden door die deur heen kunnen kijken.
“In het slechtste geval kunnen we hem misschien ruilen voor het meisje,” opperde hij toen Frodo zei dat deze Neo misschien te gebruiken was. “Het ligt eraan hoe belangrijk deze is. Hij is geen Vonx.” Al tijden had hij foto’s op een prikbord hangen achter zijn bureau op het Ministerie. Ieder gezicht stond in zijn geheugen, maar dit gezicht zat daar niet bij.
Frodo gooide er een dreigement tegenaan; eentje waardoor Gideon inwendig moest lachen, maar zijn gezicht bleef in de plooi.
“Ibiza? Zou je daar vakantie-neo’s zoeken?” zei hij zachtjes. “Gezellig geel zwembroekje? Dobberend op een opblaas-regenboog-unicorn? Zie je het voor je?”
Ondertussen pakte hij zijn notitieboekje en nam de gevangen Neo nauwkeurig in zich op.
Hij had nog niet veel gezegd, maar hetgeen hij wèl gezegd had, was redelijk accentloos geweest, hoewel Gideon een vleugje Wales hoorde.
“Naam?” vroeg hij, en nam zijn veer ter hand. Het irriteerde hem dat hij deze jongeman niet kende: bij de meeste tovenaars en heksen van niet al te veel ouder of jonger dan hij wist hij een naam. Dat was een overblijfsel van toen hij nog Klassenoudste was. Had hij dan niet op Zweinstein gezeten? Of was er Wisseldrank in het spel?
“En naast wat je hier doet en wat voor bijeenkomst er in de woonkamer is, heb ik nog één prangende vraag: Waar is de kelder? Die ga jij ons aanwijzen.” Al Frodo’s beloftes en bedreigingen waren van redelijk nut; daar had hij niets op aan te merken. Maar het ontmantelen van een Dooddoenersorganisatie was niet hun taak vannacht. Het ging om Mathilda Vonx. Gideon wilde dat meisje vinden en vertrekken. Die geheime infiltrant moest dan de rest maar doen.
“In het slechtste geval kunnen we hem misschien ruilen voor het meisje,” opperde hij toen Frodo zei dat deze Neo misschien te gebruiken was. “Het ligt eraan hoe belangrijk deze is. Hij is geen Vonx.” Al tijden had hij foto’s op een prikbord hangen achter zijn bureau op het Ministerie. Ieder gezicht stond in zijn geheugen, maar dit gezicht zat daar niet bij.
Frodo gooide er een dreigement tegenaan; eentje waardoor Gideon inwendig moest lachen, maar zijn gezicht bleef in de plooi.
“Ibiza? Zou je daar vakantie-neo’s zoeken?” zei hij zachtjes. “Gezellig geel zwembroekje? Dobberend op een opblaas-regenboog-unicorn? Zie je het voor je?”
Ondertussen pakte hij zijn notitieboekje en nam de gevangen Neo nauwkeurig in zich op.
Hij had nog niet veel gezegd, maar hetgeen hij wèl gezegd had, was redelijk accentloos geweest, hoewel Gideon een vleugje Wales hoorde.
“Naam?” vroeg hij, en nam zijn veer ter hand. Het irriteerde hem dat hij deze jongeman niet kende: bij de meeste tovenaars en heksen van niet al te veel ouder of jonger dan hij wist hij een naam. Dat was een overblijfsel van toen hij nog Klassenoudste was. Had hij dan niet op Zweinstein gezeten? Of was er Wisseldrank in het spel?
“En naast wat je hier doet en wat voor bijeenkomst er in de woonkamer is, heb ik nog één prangende vraag: Waar is de kelder? Die ga jij ons aanwijzen.” Al Frodo’s beloftes en bedreigingen waren van redelijk nut; daar had hij niets op aan te merken. Maar het ontmantelen van een Dooddoenersorganisatie was niet hun taak vannacht. Het ging om Mathilda Vonx. Gideon wilde dat meisje vinden en vertrekken. Die geheime infiltrant moest dan de rest maar doen.