Zachtjes trok hij aan de teugels om zijn paard in te houden toen hij bij de rand van het bos aankwam. De donkerbruine hengst hield meteen halt. Hij spreidde zijn neusgaten en legde zijn oren plat. De aanblik van de dicht op elkaar staande bomen die bijna al het zonlicht buitensloten, maakte het dier schichtig.
Even aarzelde Crispin. Achter hem waren de met zonlicht overgoten groene heuvels, met weilanden en akkers. Het bos voor hem zag er donker en dreigend uit. Hij vond het moeilijk om te geloven dat hij haar werkelijk hier zou vinden. Als het bos hem al enigszins angst aanjaagde, zou zij zich hier dan werkelijk schuil durven houden?
Even aarzelde Crispin. Achter hem waren de met zonlicht overgoten groene heuvels, met weilanden en akkers. Het bos voor hem zag er donker en dreigend uit. Hij vond het moeilijk om te geloven dat hij haar werkelijk hier zou vinden. Als het bos hem al enigszins angst aanjaagde, zou zij zich hier dan werkelijk schuil durven houden?
Anderzijds wist hij dat ze geen angsthaas was, in tegenstelling tot die Huffelpuf-kinderen. Zij was een volbloed heks en de naam die ze droeg waardig. Ze was ook intelligent en misschien had ze net gekozen voor een schuilplaats die mensen af zou schrikken die naar haar op zoek waren.
Bovendien hadden verschillende bronnen de informatie die hij had, bevestigd. Na al die weken zoeken, leek het erop dat hij haar eindelijk op het spoor was gekomen. Hij zou nu niet terugkeren omdat het bos er een beetje eng uitzag. Hij was geen lafaard. Hij was dan misschien geen Griffoendor, maar dat wilde niet zeggen dat hij lafhartig was. Hij was verdorie de enige die de moed had gehad om haar te gaan zoeken.
Hij klakte even met zijn tong om zijn paard aan te sporen en met tegenzin kwam de hengst weer in beweging. Stapvoets betraden ze het woud. Al snel werden ze beiden door de duisternis opgeslokt.