12/08/2020, 22:10
Vertier zo ‘s avonds laat was hem niet onbekend, maar Pepijn als kluizenaar moest zichzelf toch dwingen om onder de mensen te komen. Hij vond het redelijk prettig om op te gaan in de massa en daarmee anoniem te zijn, maar hoopte toch vrienden te ontmoeten, of anders vage bekenden.
Hij was heel erg graag alleen, maar voelde zich desondanks eenzaam. Daar viel iets aan te doen, maar dan moest hij wel heel ver zijn comfortzone uit.
Dus! Nachtkermis. Gelukkig was er al genoeg te zien voordat hij door de ingang was geperst, want magisch vuurwerk vulde de lucht. Muziek klonk over het terrein, aangevuld met geschreeuw dat vanuit een spookhuis kwam. Onbewust sprak hij tegen zichzelf (of eigenlijk hoopte hij dat iemand vriendelijks hem horen zou) en keek naar een toren waarop een vuurspuwer stond.
“Kijk nou toch eens,” zei hij, wijzend. “Da’s wel cool.”
Hij was heel erg graag alleen, maar voelde zich desondanks eenzaam. Daar viel iets aan te doen, maar dan moest hij wel heel ver zijn comfortzone uit.
Dus! Nachtkermis. Gelukkig was er al genoeg te zien voordat hij door de ingang was geperst, want magisch vuurwerk vulde de lucht. Muziek klonk over het terrein, aangevuld met geschreeuw dat vanuit een spookhuis kwam. Onbewust sprak hij tegen zichzelf (of eigenlijk hoopte hij dat iemand vriendelijks hem horen zou) en keek naar een toren waarop een vuurspuwer stond.
“Kijk nou toch eens,” zei hij, wijzend. “Da’s wel cool.”