12/08/2020, 19:13
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 13/08/2020, 13:15 door AlessaJess.)
Het moment dat de deur openging, bracht het vrolijke muziek en gekwetter met zich mee. Maar het bracht ook iets beters. Damien. Zijn haar was een stuk langer dan toen ze het voor het laatst gezien had en momenteel zag het er een beetje wild uit. Ze merkte onwillekeurig op dat het hem goed stond. Ze had verwacht dat hij er een stuk slechter uit zou zien door Blues situatie, maar door de verbazing heen zag ze ook de glinster van oprechte blijdschap in zijn ogen. Zijn mond viel open en ze trok een wenkbrauw op terwijl ze tegelijkertijd met haar gekromde wijsvinger zijn kin weer naar boven duwde. Ze had die schattig verbaasde uitdrukking van hem gemist, merkte ze met een trek in haar maag.
“Je staat te kwijlen, love. Laat dat aan de honden over.”
Of beter gezegd, ze had hem gemist. Het vuur dat ze in zich voelde branden vlamde nog eens op. Ze had verwacht dat het minder zou zijn wanneer ze hier voor de deur stond, maar het aanzicht van hem, de strakke trek van zijn mond die duidde dat hij doorhad dat er bij haar iets niet goed zat, die onuitgesproken connectie en daarbij wetend dat hij haar nooit zoiets aan zou hebben gedaan, dat pookte de kooltjes nog even extra op.
“Ik wil je even spreken. Alleen. Het was... een lange dag.” Haar stem klonk een stuk zachter en afhankelijker dan ze had gehoopt en er ontsnapte een gefrustreerde zucht uit haar mond.
Hij bracht haar naar de badkamer waar ze zich even schuil kon houden tot iedereen weg was. Toen hij zich omdraaide om weg te gaan, greep ze zijn arm vast. “Ik vind haar heel aardig, maar zou je Blue even weg willen werken? Toen ik zei alleen, bedoelde ik ook echt alleen.” Ze wachtte tot hij confirmatie gaf voor ze naar hem glimlachte. “Dank je.”
“Je staat te kwijlen, love. Laat dat aan de honden over.”
Of beter gezegd, ze had hem gemist. Het vuur dat ze in zich voelde branden vlamde nog eens op. Ze had verwacht dat het minder zou zijn wanneer ze hier voor de deur stond, maar het aanzicht van hem, de strakke trek van zijn mond die duidde dat hij doorhad dat er bij haar iets niet goed zat, die onuitgesproken connectie en daarbij wetend dat hij haar nooit zoiets aan zou hebben gedaan, dat pookte de kooltjes nog even extra op.
“Ik wil je even spreken. Alleen. Het was... een lange dag.” Haar stem klonk een stuk zachter en afhankelijker dan ze had gehoopt en er ontsnapte een gefrustreerde zucht uit haar mond.
Hij bracht haar naar de badkamer waar ze zich even schuil kon houden tot iedereen weg was. Toen hij zich omdraaide om weg te gaan, greep ze zijn arm vast. “Ik vind haar heel aardig, maar zou je Blue even weg willen werken? Toen ik zei alleen, bedoelde ik ook echt alleen.” Ze wachtte tot hij confirmatie gaf voor ze naar hem glimlachte. “Dank je.”