- Alle wegen zijn eenzaam
Dat valt niet te veranderen
Toch kronkelen zij mijlenver
Om elkaar slechts één keer te ontmoeten -
De zomermaanden waren altijd bizar druk. Dat had Trevor al in zijn eerste leerjaar bij Whittaker geleerd; mensen namen blijkbaar graag souvenirs mee uit verre oorden waar ze de taal niet beheersten en derhalve geen idee hadden wat ze eigenlijk gekocht hadden, om hun aanwinsten vervolgens te laten onderzoeken en taxeren bij een Spreukzoeker. Ook toeristen vonden gemakkelijk een weg naar de Acassian Alley vanwege diens centrale ligging naast de Wegisweg.
Samen met zijn mentor waren sommige dagen zo vol spontane winkelbezoeken dat er geen minuut rust leek te zijn en hij amper twee koppen thee binnenkreeg. Hoe Whittaker de winkel wist te combineren met thuisbezoeken bij vaste klanten was Trevor lange tijd een raadsel geweest, tot hij erachter kwam dat de oude man in het bezit was van een Tijdverdrijver, een zeldzaam magisch object waarmee uren konden worden verdubbeld. Trevor had er nog nooit een in het echt gezien; volgens zijn naslagwerken waren ze tijdens de laatste Tovenaarsoorlog allemaal vernietigd.
Toen Whittaker in de winter richting Zuid-Amerika vertrok, had hij zijn Tijdverdrijver meegenomen, dus nu moest Trevor de zaak in zijn eentje zien te bemannen. In de eerste maanden had hij het zo rustig gehad dat hij aan zijn eigen kunnen was gaan twijfelen, maar aangezien toeristen en impulskopers niet de meest kritische klanten waren, was het in de zomer een minder groot struikelbok dat Trevor slechts tweeëntwintig was en eruitzag alsof hij amper een jaar van Zweinstein af was.
Dit alles bracht echter een heel nieuw probleem met zich mee: hij kon de drukte niet meer aan in zijn eentje. In juni had hij het nog kunnen negeren, maar tegen het midden van juli moest zelfs hij toegeven dat een assistente niet een onwelkome luxe was. Uiteraard was het uiteindelijk Lila geweest die hem gedwongen had om zich over zijn koppige zelfredzaamheid heen te zetten, door een vacature voor een zomerbaan in de Ochtendprofeet te plaatsen. Hij kon het zich niet veroorloven om iemand in te huren die daadwerkelijk goed gekwalificeerd was, maar iemand die nog geen werkervaring had en nog aan zijn cv moest bouwen kon prima de klanten ontvangen zodat Trevor in de achterkamer rustig door kon werken.
Dus had hij vandaag een sollicitante. Lila had haar brief uit het kleine stapeltje aanmeldingen gefilterd en Trevor moest toegeven dat ze klonk alsof ze ergens heen wilde met haar leven. Dat was essentieel; hij kon het niet uitstaan als mensen geen enkele ambitie hadden. De echte vraag was natuurlijk of ze kon toveren en dat was alleen in persoon te controleren.
Haar sollicitatie begon alvast beroerd.
Trevor trok zijn wenkbrauw op en staarde haar enkele seconden uitdagend aan. Naar klanten moest hij zijn opmerkingen altijd inslikken als ze over zijn leeftijd begonnen of klaagden dat hij te onervaren was, maar een sollicitante was geen klant. Ze had geen geld dat hij met behulp van goede service afhandig kon maken. Sterker nog, het was eerder precies andersom. ‘Ík ben de eigenaar van deze winkel, als je die soms zoekt. Mijn vader heeft een advocatenkantoor aan de andere kant van het centrum. Wil je zijn adres?’