11/08/2020, 21:23
Huh? Jo-Ann keek Tariq even onbegrijpend aan toen hij het over mensen van een zekere leeftijd had, die niet meer zwanger konden worden. Aangezien mannen toch al niet zwanger konden worden, had Tariq het over vrouwen die dan… SOA’s opliepen?
“Ha, dat komt vast door de mannen in de midlifecrisis, die dan buiten de deur gaan eten zonder dat hun vrouw het weet,” lachte ze. Eerlijk gezegd kon ze zich daar geen voorstelling van maken, wat wellicht kwam door haar gebrek aan medische kennis en levenservaring. Misschien waren haar gedachten daarover puberaal: ze verwachtte niet dat haar ouders bijvoorbeeld nog seksueel actief waren.
Toch wuifde ze het weg; ze zou het gaandeweg wel ontdekken.
Hij was alleen op vakantie, zei hij. Hij moest dus vrijgezel zijn, wellicht een persoon die door zijn werk was opgeslokt, en dan door hogerhand werd gedwongen om op vakantie te gaan omdat anders zijn vakantiedagen van eerverleden jaar zouden vervallen.
Ze knikte hem toe, nam nog een slokje van haar thee en speelde met haar theelepeltje. Ze voelde zich op haar gemak. Sowieso omdat ze met deze strandtent vertrouwd was, maar ook met Tariq als gesprekspartner. Alsof ze hem dagelijks sprak.
Hij verbrak de korte stilte door een, naar eigen zeggen, rare vraag te stellen. Of er misschien relaties waren onder de professoren op Zweinstein.
Jo-Ann glimlachte. “Volgens mij niet echt. Toen ik werd aangenomen, is me nog duidelijk verteld dat relaties met collega’s niet toegestaan zijn.” Dat was een soort van jammer, want ze had niet geweten dat haar vriendje van vroeger een collega was, en dat ze toen ze hem ontmoette, ineens weer wist wat haar vroeger had bezield.
“Ik denk wel dat het mogelijk is om een relatie te onderhouden met iemand van buiten Zweinstein. Als docent kan je best gemakkelijk eens terug naar huis… Maar nu je ernaar vraagt en ik erover nadenk... ik denk dat zo’n beetje iedereen vrijgezel is.”
Ze zou niet weten wie van haar collega’s een relatie had. De ene collega leek nog onwaarschijnlijker dan de andere. Gek genoeg kwamen relaties nooit ter sprake en het spreekwoord was toch: [i]waar het hart vol van is, stroomt de mond van over[i].
“Een beetje getrouwd met hun werk, haha! Ben jij dat ook? Of had je wel een relatie, maar is die op de klippen gelopen?”
Een toepasselijkere vraag had ze niet kunnen bedenken in dit scheepswrak. Omdat de vraag nogal persoonlijk was - maar ja, ze hadden het al over SOA’s gehad, dus was dit net zo makkelijk - voegde ze er open aan toe: “Zoals de mijne.”
“Ha, dat komt vast door de mannen in de midlifecrisis, die dan buiten de deur gaan eten zonder dat hun vrouw het weet,” lachte ze. Eerlijk gezegd kon ze zich daar geen voorstelling van maken, wat wellicht kwam door haar gebrek aan medische kennis en levenservaring. Misschien waren haar gedachten daarover puberaal: ze verwachtte niet dat haar ouders bijvoorbeeld nog seksueel actief waren.
Toch wuifde ze het weg; ze zou het gaandeweg wel ontdekken.
Hij was alleen op vakantie, zei hij. Hij moest dus vrijgezel zijn, wellicht een persoon die door zijn werk was opgeslokt, en dan door hogerhand werd gedwongen om op vakantie te gaan omdat anders zijn vakantiedagen van eerverleden jaar zouden vervallen.
Ze knikte hem toe, nam nog een slokje van haar thee en speelde met haar theelepeltje. Ze voelde zich op haar gemak. Sowieso omdat ze met deze strandtent vertrouwd was, maar ook met Tariq als gesprekspartner. Alsof ze hem dagelijks sprak.
Hij verbrak de korte stilte door een, naar eigen zeggen, rare vraag te stellen. Of er misschien relaties waren onder de professoren op Zweinstein.
Jo-Ann glimlachte. “Volgens mij niet echt. Toen ik werd aangenomen, is me nog duidelijk verteld dat relaties met collega’s niet toegestaan zijn.” Dat was een soort van jammer, want ze had niet geweten dat haar vriendje van vroeger een collega was, en dat ze toen ze hem ontmoette, ineens weer wist wat haar vroeger had bezield.
“Ik denk wel dat het mogelijk is om een relatie te onderhouden met iemand van buiten Zweinstein. Als docent kan je best gemakkelijk eens terug naar huis… Maar nu je ernaar vraagt en ik erover nadenk... ik denk dat zo’n beetje iedereen vrijgezel is.”
Ze zou niet weten wie van haar collega’s een relatie had. De ene collega leek nog onwaarschijnlijker dan de andere. Gek genoeg kwamen relaties nooit ter sprake en het spreekwoord was toch: [i]waar het hart vol van is, stroomt de mond van over[i].
“Een beetje getrouwd met hun werk, haha! Ben jij dat ook? Of had je wel een relatie, maar is die op de klippen gelopen?”
Een toepasselijkere vraag had ze niet kunnen bedenken in dit scheepswrak. Omdat de vraag nogal persoonlijk was - maar ja, ze hadden het al over SOA’s gehad, dus was dit net zo makkelijk - voegde ze er open aan toe: “Zoals de mijne.”