Blue voelde dat er een arm om haar heen geslagen werd en draaide zich instinctief naar de persoon toe. Ze zag nog net een flits paars voor ze drie zoenen op haar wangen geplant kreeg. “O, hey,” zei ze een beetje verbaasd, maar dat was ook wel zo’n beetje het enige wat ze er tussenin kon krijgen voor het meisje gelijk doorging over hoe ze elkaar kenden. Maar toch niet? Nee, wel. Ze kenden ze elkaar blijkbaar. Oh nee... Het meisje begon in haar tasje te graaien, wat Blue een mooie gelegenheid gaf om haar iets beter te bekijken – en haar het rottige "sorry, maar ik kan je me niet herinneren, want..." nieuws te vertellen. Blue haatte dit deel van haar leven. Maar de excentrieke, jonge meid met haar paarse haar zag eruit alsof ze wel een beetje ruimdenkend was en Blue niet gelijk als een paria zou behandelen. Dat stemde haar humeur al gelijk wat beter. Ze wierp het meisje haar breedste lach toe. “Nee nee, ik werk niet voor de Profeet, ben zo’n beetje een freelancer eigenlijk, al heb ik de laatste tijd een soort van een pauze genomen – of heb moeten nemen eerder. Lang verhaal. Vertel ik je nog wel. Of, eigenlijk…” Blue wilde ook in haar eigen tas gaan graaien, toen het onbekende meisje voor haar een gepijnigde kreet slaakte. Blue keek gelijk weer op. “Wat is er?”
Het gezicht van het jonge meisje vertrok in een gechoqueerde uitdrukking die Blue zo goed kende. En de woorden die daarna uit haar mond kwamen vliegen bevestigden dat gevoel alleen maar. Ze had één kleine fout gemaakt en meteen was het gedaan voor de avond. Geen redden aan. Niet door zichzelf in ieder geval. Blue wierp snel een blik op de rij: de man voor haar kreeg net zijn pas terug aangeboden, dus binnen twee tellen was zij al aan de beurt. En ze zou dat meisje hier niet alleen laten staan. Niet terwijl zij zichzelf in de laatste maanden meerdere malen in exact dit soort situaties had bevonden.
“Flut. Dat ken ik… Geen zorgen!”
Blue griste haar grootste twee camera’s uit haar tas, hing één ervan om haar nek, slipte haar kaart weer terug en trok er meteen een statief uit dat ze in de handen drukte van het meisje. Het resultaat was dat ze er allebei als de meest klungelige, onvoorbereide en overbeladen fotografen ooit uitzagen. Niet een look waar Blue geheel onbekend mee was.
De controleur wenkte haar over en Blue trok het meisje aan haar mouw, terwijl ze met een brede glimlach op de man afliep. “Kom mee,” zei ze zachtjes.
Ze stak gelijk een lekkere babbel af met de man, terwijl ze met haar ogen rollend haar camera’s op zijn tafel legde. “Sorry hoor. Soms heb je gewoon van die dagen die helemaal niet lopen zoals je ze verwacht had. Vind u het erg als ik dit hier even neerleg?” Ze wierp hem haar grootste, ongemakkelijke lach toe, terwijl ze in haar tas ‘op zoek ging’ naar haar pas. Ze trok een van haar cameralenzen eruit. “We dachten echt dat we het niet meer zouden halen met dat hele passenfiasco bij de Profeet.” Ze pakte nog eens twee lenzen achter elkaar de tas uit, die ze het – niet zo grote – tafeltje oplegde. “Het was echt puur geluk dat we deze nog aan Eliza konden vragen, anders waren we, nou ja, verdoemd geweest is wel een heel heftige uitdrukking, maar toch!” Ze trok een tasje met batterijen eruit en legde die ook nog op de stapel. “Je wil zoiets toch echt niet missen! Vooral niet als iemand je speciaal heeft gevraagd.” Ze haalde haar schouders een beetje verloren op. “Vrienden laat je nou eenmaal gewoon niet graag in de steek, snapt u wel?” Op dat moment toverde ze – in de niet letterlijke vorm van de term – haar pas tevoorschijn, waar in plaats van een krant of tijdschrift waar ze voor fotografeerde, alleen maar stond dat de pas inderdaad persoonlijk door Eliza was aangevraagd. Het was een schaamteloze vorm van machtsmisbruik, maar nood breekt wet. De man keek haar met wat samengeknepen ogen aan – ze nam het hem niet kwalijk, ze had zo zitten wauwelen – en pakte de pas over om hem aan wat van de heftigste authenticatiespreuken te onderwerpen die ze ooit had gezien. Langzaam pakte ze de lenzen en camera’s weer terug in haar tas. Laat hem na dat toneelstukje alsjeblieft genoeg onder de indruk zijn van die echte kaart dat hij niet ook naar de pas van het meisje zou vragen… Alsjeblieft…
Het gezicht van het jonge meisje vertrok in een gechoqueerde uitdrukking die Blue zo goed kende. En de woorden die daarna uit haar mond kwamen vliegen bevestigden dat gevoel alleen maar. Ze had één kleine fout gemaakt en meteen was het gedaan voor de avond. Geen redden aan. Niet door zichzelf in ieder geval. Blue wierp snel een blik op de rij: de man voor haar kreeg net zijn pas terug aangeboden, dus binnen twee tellen was zij al aan de beurt. En ze zou dat meisje hier niet alleen laten staan. Niet terwijl zij zichzelf in de laatste maanden meerdere malen in exact dit soort situaties had bevonden.
“Flut. Dat ken ik… Geen zorgen!”
Blue griste haar grootste twee camera’s uit haar tas, hing één ervan om haar nek, slipte haar kaart weer terug en trok er meteen een statief uit dat ze in de handen drukte van het meisje. Het resultaat was dat ze er allebei als de meest klungelige, onvoorbereide en overbeladen fotografen ooit uitzagen. Niet een look waar Blue geheel onbekend mee was.
De controleur wenkte haar over en Blue trok het meisje aan haar mouw, terwijl ze met een brede glimlach op de man afliep. “Kom mee,” zei ze zachtjes.
Ze stak gelijk een lekkere babbel af met de man, terwijl ze met haar ogen rollend haar camera’s op zijn tafel legde. “Sorry hoor. Soms heb je gewoon van die dagen die helemaal niet lopen zoals je ze verwacht had. Vind u het erg als ik dit hier even neerleg?” Ze wierp hem haar grootste, ongemakkelijke lach toe, terwijl ze in haar tas ‘op zoek ging’ naar haar pas. Ze trok een van haar cameralenzen eruit. “We dachten echt dat we het niet meer zouden halen met dat hele passenfiasco bij de Profeet.” Ze pakte nog eens twee lenzen achter elkaar de tas uit, die ze het – niet zo grote – tafeltje oplegde. “Het was echt puur geluk dat we deze nog aan Eliza konden vragen, anders waren we, nou ja, verdoemd geweest is wel een heel heftige uitdrukking, maar toch!” Ze trok een tasje met batterijen eruit en legde die ook nog op de stapel. “Je wil zoiets toch echt niet missen! Vooral niet als iemand je speciaal heeft gevraagd.” Ze haalde haar schouders een beetje verloren op. “Vrienden laat je nou eenmaal gewoon niet graag in de steek, snapt u wel?” Op dat moment toverde ze – in de niet letterlijke vorm van de term – haar pas tevoorschijn, waar in plaats van een krant of tijdschrift waar ze voor fotografeerde, alleen maar stond dat de pas inderdaad persoonlijk door Eliza was aangevraagd. Het was een schaamteloze vorm van machtsmisbruik, maar nood breekt wet. De man keek haar met wat samengeknepen ogen aan – ze nam het hem niet kwalijk, ze had zo zitten wauwelen – en pakte de pas over om hem aan wat van de heftigste authenticatiespreuken te onderwerpen die ze ooit had gezien. Langzaam pakte ze de lenzen en camera’s weer terug in haar tas. Laat hem na dat toneelstukje alsjeblieft genoeg onder de indruk zijn van die echte kaart dat hij niet ook naar de pas van het meisje zou vragen… Alsjeblieft…